n r n slotte de benoeming aan van een speciale commissie om de j quaestie der tarieven te onderzoeken. j Onder eenige leden van het rechter-centrum der Fransche nationale vergadering is een plan in overwe ging waardoor zij overeenstemming hopen te bewerken ten aanzien van de constitutioneele quaestie. Volgens dit plan zou men de vernieuwing der nationale verga dering 'in drie gedeelten vaststellen; om de twee jaren zou een derde gedeelte aftreden, te beginnen met 1 November 1876. Den 20?n November 1880den dag waarop het septennaat eindigtzou dan de vergadering geheel zijn vernieuwd en zou zij als constituante han delen en over den definitieven regeeringsvorm beslissen. Het vaderschap van dit denkbeeld wordt toegeschreven aan den heer Depcyre, en men verzekert, dat de heer de Broglie er zich mede heeft vereenigd, terwijl het onder de conservatieve fraction grooten bijval zou vin den. Ook zou een groot gedeelte van het linker-cen trum er zijn adhaesie aan schenken. Daar door de uitvoering van een dergelijk voors.tel de voorloopige toestand in ieder geval zou worden bestendigdis het evenwel twijfelachtig of zij, die vóór alles verlangen daaraan een einde te maken, het zullen willen steunen. En toch zou dit misschien wenschelijk zijn. Hoe moei lijk het is om van deze vergadering ontslagen te wor den zonder geweldadigdheden is reeds zoo dikwijls geblekendat het wellicht in het algemeen belang zeer wenschelijk zou zijn om ieder voorstel aan te grijpen waarbij de heeren zelf willen bepalen, dat zij binnen zekeren tijd zullen heengaan. Bij de algemcene stem ming die "in het land heerscht kan men toch wel ver wachten, dat de nieuwe verkiezingen grootcndeels in republikeinschen zin zullen uitvallen, en zoo zou men dus langzaam en ordelijk tot de definitieve vestiging der republiek kunnen geraken. Er is weer vrees voor wijziging in het ministerie. De militaire commissie uit ae nationale vergadering heeft wijzigingen gebracht in het wetsontwerp betref fende de organisatie der kaderswaarmede de minister van oorlog, generaal Cissey, zich niet kan vercenigen, en deze beeft verklaard zijn ontslag te zullen aanbie den indien de commissie zijn ontwerp niet aanneemt alvorens eene beslissing te nemen zal de commissie morgen den minister hooren en men hooptdat nog overeenstemming tusschen beide partijen zal tot stand, komen. Gisteren heeft de nationale vergadering tot de oprich ting van geneeskundige faculteiten te Lyon en Bor deaux besloten maar cle stichting daarvan te Toulouse, MarseilleNantes en Rijssel verworpenen eveneens de reorganisatie van de geneeskundige school te Rijs sel op breeder grondslagen afgewezen. Met 79 tegen 13 stemmen heeft de Zwitsersche bonds raad artikel I aangenomen van het wetsontwerp tot invoering van den burgerlijken stand en het burgerlijk huwelijk. In dat artikel wordt bepaald, dat het opma ken der akten van den burgerlijken stand en het hou den der registers het werk is van burgerlijke ambtena ren en aan leeken moet worden opgedragen. Bismarck tegen de clericalen, Met een enkel woord hebben wij reeds melding ge maakt van de in den Duitschen rijksdag gevoerde dis- cussiën over het schrappen van den post voor een ge zant bij het Vaticaau op de begrootiug voor 1875. Het uitvoerig zittingverslag geeft ons aanleiding thans op dat debat terug te komen. De strijd toch die overal tusschen den modernen staat en de kerk wordt gestre den verleent aan alles wat over de zaak wordt gezegd of geschreven een algemeen karakter, maar in het bij zonder aan datgene wat uit. het centrum van dien strijduit Duitschland komt. Dat het schrappen van bovenbedoelden post op de Duitsche begrooting aanlei ding zou geven tot een belangr jk debat was te voorzien men had zelfs verwachtdat het in heftigheid alles zou overtreffen wat tot nog toe in den Duitschen rijksdag werd gezegd; dit is evenwel niet het geval geweest. De discussie was slechts kort en draagt over het geheel een karakter van kalmte en ernst dat waardeering verdient. De taal van Bismarckdie op zijn gewone openhartige en duidelijke wijze heeft gesprokenis ge heel vrij van die bitterheid en heftigheidwaarmede hij Vrijdag jl. het woord voerde. De discussie werd geopend door den ultramontaan- schen leider Windthorst, uit Meppen, die begon met te wijzen op de plotselinge verandering in de denkwijze der regeering daar zij vroeger den post had gehand haafd, die thans weder op de begrooting had gebracht en nu eensklaps introk. Hij wilcle geen voorstel doen om dien te herstellen, daar dit thans toch niet zou baten maar de tijd zou aanbreken waarin de diplomatie zelf behoefte zou gevoelen aan vertegenwoordiging bij den heiligen stoel. Deze zelf zou zich over de in trekking van den gezantschapspost wel weten te troos ten en voor de katholieken had deze daad althans dit voordeeldat zij thans weten dat zij voor de beharti ging van hunne belangen van de regeering niets te wachten hebben. Om de harten der katholieken nader met den paus te verbinden had men ook geen gezant noodig, maar de handelwijze der regeering is het beste bewijs met welk een duidelijke vijandigheid het Duit sche rijk den strijd, die in 1871 is aangevangen, tegen den katholieken hoogepriester voert, een strijd waarin het echter op geen goed gevolg kan hopen en die den indruk maakt als van de bestorming van den hemel door de titanen. Evenals het vroeger niet gelukte het opperhoofd der kerk geheel te overweldigen, zal ook deze strijd tegen de kerk mislukken en eindelijk de lang gewenschte vrede wederkeeren. Bismarck verdedigde in de eerste plaats de onver wachte intrekking van den post. Dat hij niet maanden vooruit over deze zaak had gesproken is verklaarbaar, daar ieder en dag voor hem zijn arbeid mede brengt. Hij had vroeger in een verzoenenden geest gesproken en gehandeld maar kon ditna hetgeen in de laatste V/., jaar is geschied, niet meer doen zonder aanleiding te geven tot verkeerde opvattingen. Hij had reeds lang de overtuiging verkregen dat het hem niet langer mo gelijk zou zijn dezen post op de begrooting te verde digen terwijl hij nu ook niet meer die hoop en dat vertrouwen uit Icon spreken, waarvan hij voor V/2 jaar getuigenis had afgelegd. Hij vreesde dat hij ver keerd zou worden begrepen en had gewenscht deze discussie te vermijden om het vuur niet onnoodig aan te wakkerenmaar hij moest den vorigen spreker ant woorden. Wij erkennen zeide hij den paus wel degelijk als liet hoofd der katholieke kerk, maar is de omstan digheid dat hij het hoofd van een godsdienst iseene reden om met hem in diplomatieke betrekking te staan Heeft Rusland een vertegenwoordiger bij den Armeni- schen patriarch? Het is verre van ons het godsdienstig gevoel der Duitsche katholieken te willen krenken dooi de verklaring, dat wij geen behoefte hebben aan diplo matieke betrekkingen met den pauselijken stoelen als de behoefte daaraan zich doet gevoeien, dan zullen wij daaraan voldoening geven. Maar de vervulling der voor 1 r/2 jaar door mij gekoesterde hoop is, tot, mijn spijt, verder dan ooit verwijderd. Ik heb het schrap pen van den post voor de waardigheid van den staat noodzakelijk geacht. Zoolang het opperhoofd der katho lieke kerk cischen stelt.wier aanneming voor iederen geordenden staat onmogelijk is, door wier erkenning iedere staat onder een Caudinisch juk zou geraken, en iedere zelfstandigheid zou opgeven; zoolang het opperhoofd der katholieke kerk het verzet tegen de wetten van den staat als plicht van zijn dienaren verlangt is het voor de waardigheid van den staat noodzakelijk om zelfs den schijn te vermijden, dat men deze eischen in eenig- opzicht zou erkennen. Voorts betoogde de rijkskanselier, dat de tegenwoor dige strijd niet van 1870 dagteekent maar reeds eeuwen oud is en hij verklaarde speciale datums te kunnen noemendiebewijzen dat reeds vóór den oorlog van 1870 bij hen die in de Roomsche politiek waren ingewijd het uitzicht op dezen strijd vast stond. Bij gelegenheid van eene onderhandeling der Duitsche regeering met den toenmaligen pauselijken nuntius in Miinchen had deze toen reeds o. a. gezegd: „Wij kunnen tot geen vergelijk meer komenniets kan ons meer helpen dan de revolutie." Deze revolutie bleef uit, maar de oorlog kwam. Dat deze in overeenstem ming met de Roomsche politiek werd uitgelokt, dat het concilie daarom werd bekort, dat zijne besluiten geheel anders zouden zijn uitgevallen als deFranschen hadden overwonnendat men de overwinning der Fran- schcn als zeker had beschouwt, dat alles is evenzeer boven allen twijfel verheven als dat aan het Fransche hof de katholieke, of liever de Roomsch-politiekede JezAiïti- sche invloed den doorslag tot den oorlog heeft gegeven. Deze invloed is voor keizer Napoleon zeer drukkend geweest; hij is er bijna geheel door overweldigd, en nog een half uur voor de uitvaardiging der oorlogs verklaring was hij er tegen. Ik ben zeide de kan selier volkomen in staat om voor deze feiten bewij zen aan te voeren, want ilc ken die niet alleen uit papieren, maar uit verklaringen van personpn die er ge tuigen van zijn geweest. Hiermede zal ik eindigen, de plaats waar wij elkander weder zullen ontmoeten zal de Pruisische landdag zijn. Het is onnoodig te zeggen, dat door stormachtige toejuichingen van verschillende richtingen, maar tevens door teekenen van afkeuring uit het centrum deze rede herhaaldelijk werd afgebroken; aan het slot ging in het centrum een afkeurend gesis op, terwijl van de andere banken levendig werd geapplaudiceerd. D\ Lucius nam vervolgens het woord om zijne blijd schap uit te spreken, dat de regeering vast besloten is om de souvereiniteit van den staat tegenover de kerk te handhaven en den godsdienstvrede in het land te waarborgen. De ultramontaansche vertegenwoordiger Reichensper- ger varieerde weder op het thema of het particuliere geweten eenvoudig in het staatsgeweten moet opgaan. Ook Napoleon I had een geestelijke die den burgerlij ken eed had afgelegd en gehuwd was, een deserteur genoemd. De Duitsche bisschoppen en priesters nu willen geen deserteurs worden. De mededeeling be treffende den nuntius te Miinchen was treffendmaar men moest het oordeel daarover opschorten tot ook deze was gehoordde laatste oorlog aan de jezuïeten toe te schrijven was een valsche bewering. Zij hadden dan wel zeer verblind moeten zijn, want Napoleon III was de ergste samenzweerder tegen den pauselij kou stoel geweest, en als hij overwonnen had zou de kerk in de gebeele wereld er nog slechter aan toe zijn ge weest dan nu Duitschland zegevierde. Voor dè kerk vreesde hij nog erger dingenmaar voor hare toekomst had hij geen bezwaar. Belangrijk was de volgende mededeeling van den vrijheer von Varnbiiler die verklaarde, dat wat von Bismarck omtrent den nuntius te München had gezegd volkomen juist was. De door Bismarck aangehaalde uitdrukking was gebezigd door den prelaat Meglia bij gelegenheid van eene onderhandeling met de Wurtem- bergsche regeering over de vraag of aan een om zijn vrijzinnige denkbeelden bij de ultramontanen niet gezien bisschop een coadjutor uit Rome zou worden toegevoegd. Dr. Löwe verklaarde ten slotte, dat zijn leedwezen over dit pijnlijke debat werd verzacht door de door den rijkskanselier aangevoerde daadzakendie de plannen van Rome aan den dag brengen. De agi tatie van het centrum is reeds haar hoogste stadium voorbij en vele katholieken beginnen zich los te maken van de invloeden der ultramontanen, waardoor zij zich tot nogtoe hebben laten meeslepen. Als de staat in den strijd volhardt, waartoe wij hem reeds vroeger hebben aangespoord zeide hij zonder een geopend oor te vinden, dan zullen alle openDare en geheime bedreigingen nietig wezen. Een luid bravo 1 en gelach in het centrum bekroonde deze taalwaaropna eenige opmerkingen van sommige sprekers, de post werd geschrapt. Ongetwijfeld heeft dit debat aan de ultramontanen in Duitschland veel kwaad gedaan en daarentegen de sympathie voor de regeering in haar strijd tegen de korlc zeer verhoogd. Een telegram uit Parijs meldt, dat volgens de Soir de pauselijke nuntius Meglia ten stelligste ontkent de uitdrukking te hebben gebezigd, die hem door von Bismarck is in den mond gelegd, en dat hij voornemens is op officieele wijze daartegen te protesteeren. Plaatsgebrek verhindert ons nog heden het ingezon den stuk van den heer F. op te nemen. süêtijiüitpir. Het barkschip Luctor et Emergo, gezagvoerder Haas noot, is heden van Brouwershaven opgesleept naar Rotterdam. IjaitMssbmctett. Graanmarkten enz. Goes 8 December. De aanvoer van tarwe was heden zeer ruim met goede vraagwaardoor het aanzijnde aan vorigen weekprijs genegen koopers vond. Puike 8.75. Afwijkende ƒ8.25 ,a ƒ8,50; rogge weinig getoond en met 7.50 betaald; erwten schaars en van 11.25 tot ƒ11.50 verkocht, niet kokende 10 a 10.25; wintergerst weinig getoond en van 6.75 tot 6.90 verkocht; zomergerst iets rpeer geveild en van 6.25 tot 6.50 verkocht; haver redelijk ter veil en van f 4.50 tot 5.75 verkochtschokkers enkele partijtjes van 12.75 tot 13 verkochtpaardenboonen ruim ter veil en van 8.25 tot 8.50 gaarne genomenbruine en witte boonen en koolzaad niet getoondnieuwe tarwe (1874) 8.75; afwijkende dito (1874) 8.25 a 8.50; nieuwe rogge (1874) 7.50 a f 7.60; wintergerst (1874) 6.75 a f 7zomergerst (1874) 6.25 a 6.50; dikke haver 4.50 a 5 lange dito 4a/ 4.50kleine erwten (kook) 11.25 a 11.50, dito dito (mesting) 10 a i0.25; schokkers 12.75 a 13paardenboonen 8.25 a 8.50; bruine boonen 11 a 11.25.; winter koolzaad 1125. Vlissingen, 8 December. Boter /1.35 a ƒ1.30 pel kilogram. Amsterdam, 9 December. Raapolie op zes weken 29}. Lijnolie op zes weken /29|. Prezen van Effecten. Amsterdam, 9 December. Nederland. Certific. Werkelijke schuld. 2* pet. 61-A- dito dito dito 3 dito dito dito 4 96 Aand. Handelmaatschappij 4} n 136* dito exploitatie Ned. Staatssp. 7) 110 België. Certificaten bij Rothschild 2} 57} Frankrijk. Inschrijvingen 3 dito 5 Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 102 dito Hope C°. 1855 6e serie 5 89* dito ƒ1000 1864 5 100} dito L. 100 1872 5 97 Loten 1866 5 296 Oblig.Hope C°.Leening 1860 4* 94} Certific. dito 4 78* Inscript.Stieglitz &C°. 2e a 4L. 4 n 78} Obligatiën 1867—69 4 n 82} 6 Aand. Spoorw. Gr, Maatsch. 5 245 4 n 196 Aand. Baltisohe spoorweg 3 130 Obl. spoorweg Poti-Tiflis. 5 100* dito dito Jelez Orel 5 dito dito Charkow Azow 5 Polen. Schatkistobligatiën 4 81 Oostenrijk. Oblig.metal.in zilver Jan./Juli. 5 65A dito dito Aprü/Oct. 5 65* dito in papier Mei/Nov. 5 61} dit dito Febr./Aug. 5 61| Aand. Nation, bank 3 1041} Hongarije. Schatkistbiljetten 6 Italië. Certific. Amsterdam 5 Spanje. Obligatiën Buitenl 3 n 17 dito Binnenlandsche 3 12TV Portugal. 3 46A Turkije. Inschrijving Alg. schuld 5 41* Egypte. Obl. 1Ö68 7 79} dito 1873 7 72} Amerika. Obl. Vereenigde Staten 1904 5 97* dito dito dito 1882 6 n 96* dito dito dito 1885 6 100* Illin. Cert. Amsterdam Oblig. Illinois Redemtion. 6 Oblig. Central Pacific 6 80* Obl. St. Paul Pac. Spw. le sec. 7 dito dito dito 2esec. 7 V 17* Brazilië. 4} 5 r Prijzen van coupon». Amsterdam, 9 December. Metall. 22.10; dito zilver 23.17}Div. Eng. per 11.65Eng. Portugal per 11.65Amerikaansche dollars (in goud) 2.38.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 3