inenten der ambtenaren aan de provinciale fgriffiën betreft, niet juist is begrepen. Op de begrooting was uitgetrokken dezelfde verhoo ging als ten vorigen jaren aan de bedoelde ambtenaren is toegekend. De heeren Bergsma en Scliimmelpenninck van der Oije stelden een amendement voor strekkende om eene som van f 15,205 uit te trekken voor verdere verhoo ging dier traktementen. De minister van binnenlandsche zaken verklaarde zich hier niet mede te kunnen vereenigen, doch geen bezwaar te hebben om alle provinciale ambtenaren met de overige gelijk te stellen en hun eene verhooging van 10 pet. toe te kennen. In dien zin werd door den heer van Zuylen van Nijevelt een sub amendement voorgesteld, tot verhooging van den post voor trakte menten met 6000, dat door de regeering overgenomen en door de kamer aangenomen werd. De bezoldigingen van de ambtenaren der provinciale griffiën zijn dusvergeleken met de traktementen van voor 2 jaren nu met 10 pet. verhoogd. Maassluis 2 Dec. Gepasseerden nacht is een visschcrsbom tegen het Noorderhoofd van den Nieuwen waterweg geslagen en verbrijzeld. De geheele bemanning, waarschijnlijk, uit 9 personen bestaande is daarbij omgekomenmet uitzondering van den schipper en nog éen mandie heden morgen zit tende op de uiterste palen van het Noorderhoofd, ontdekt werden door de bemanning van het uitgaande stoomschip Lord Cardigan. Na de schipbreukelingen opgenomen te hebben stoomde gemeld stoomschip weder naar binnen, en gaf de beide mannen, waarvan éen gekwetst was, over aan boord van den aan den Hoelc gestationeerd en loodsrinkelaar. In de StaatS-couraut van heden brengt de minister van financiën, niet vermelding der voorwaarden, ter kennisse der belanghebbenden dat in de maand Maart van het volgende jaar, in liet locaal van het departe ment van finantiëneen vergelijkend onderzoek zal plaats hebben' van aspiranten voor de betrekking van surnumerair bij het vak der posterijen, waartoe twaalf plaatsen ter vervulling worden opgesteld. De aspi ranten hchooren zich vóór den le Februari bij-een op zegel geschreven recpiest, tot den minister te wenden. Na dien tijd inkomende verzoeken wórden' buiten aan merking gelaten. Het vertrek van hot stoomschip Harrington naar Ne- derlandsch Indië, uit Botterdam is op den 6" Decem ber, en dat van bet stoomschip Prins Hendrik uit het. Nieuwediep op don 12" December bepaald. Door het laatstgemelde stoomschip zal tc Padang worden aangelegd, en dien ten-gevolge met deze gele genheid behalve voor Bataviamede eene brievenmaal naar Padang worden verzonden. De aangekondigde bijeenkomst, belegd.door de maat schappij tot bevordering van het volksonderwijs werd Maandag jl. te 's Gravenhagc gehouden. De heer Moens, die in een uitvoerige réde de behoeite en het gewicht van beter onderwijs aantoonde, noemde de vol gende beginselen, welke hij bij eene noodzakelijk ge ach te herziening der wet op liet lager onderwijs wensehte aangenomen te zien, als: a heter opleiding van onder, wijzers en vermeerdering van het aantal kweekscholen b vermeerdering van het onderwijzend persooneelc ver hooging van de tractementen der onderwijzers tot een minimum van f 900: d afschaffing der in sommige ge vallen aan hulponderwijzers toegekende bevoegdheid om aan het lioófd eener openbare school te staan e uit gebreider financieele hulp van staatswege voor de kos ten van het onderwijsinvoering van den aIgemeenen leerplicht. De heer Moens gaf verder te kennen, dat de ver- eeniging, overtuigd dat van de keuze van leden dei- tweede kamer voor de zaak van het onderwijs zeer veel afhingvoortaan ook bij de verkiezingen werkzaam wenschen te zijn. •Marine en Beg er. De luitenant ter zee 2e klasse P. J. L. de Chateleux en de officier van gezondheid 2e klasse C. J. A. de Groot, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Jndië en respective]];k den 21" en 24" Novem ber jl. in Nederland teruggekeerd, worden met die tijd stippen op non-aetiviteit gesteld. Zr. Ms. schroefstoomscbip Leeuwarden onder bevel van den kapitein ter zee jonkheer J. H. vau Capellen, is den lc dezer van de reede van Texel naar zee ver trokken tot het doen van een oefeningstocht en het bezoeken van eenige havens in West-Indië. Gemengde berichten. Gisteren avond is op de rivier de Maas voor Botterdam eene roeibootwaarin een aantal werklieden van de fabriek te Peyenoord werden overgevoerd, naar men beweert tengevolge van ongcoefendheid der roeiers, door eene stoomboot omgevaren. Ofschoon dadelijk van alle kanten bootjes tot redding kwamen aanvaren, was het niet mogelijk alle drenkelingen uit het water te halen. Het juiste getal der slachtoffers is nog onbekend; acht lijken zijn reeds opgevischt, waaronder zes vaders van groote gezinnen. Komt men te Amsterdam te kort in de verplichting- om de onwaardeerbare schattendie in het Trippenhuis aldaar bewaard worden, behoorlijk te plaatsen en te beveiligenmen wil daarentegen gaarne op minder kost bare wijze tooncn dat. men voor de kunst wat over heelt. Twee nieuwe straten zal men er noemen naar de schilders Govert Flinck en jan Steen. Te Schalkwijk is een man, die door een ver keerde deur uit een watermolen kwam, door een der wieken letterlijk onthoofd. De dochter van het vergiftigde gezin te Haarlem, die in hechtenis is genomen, verkeert naar men ver neemt in een toestand van krankzinnigheid. In het begin clacht de justitie dat deze kwaal door haar slechts geveinsd werddoch uit overgelegde attesten is gebleken dat zij reeds sedert geruiincn tijd in dien toestand ver keerd. Zij heeft weinig bewustzijn van hetgeen met haar gebeurt. De ongelukkige ouders zijn nog niet hersteld. De stad Leiden is weder bezocht door cenc Commissie uit het stedelijk bestuur van Southport (En geland), teneinde de werking en toepassing van het Liernur-stelsel in bijzonderheden te kuunen nagaan. Als een voorbeeld van snelle ontwikkeling wordt op de Engelsche stad Barrow gewezen. In 1871 telde zij eene bevolking van 18,200en thans van 41,000 zielen, zoodat deze in 3 jaren met 127 percent is toegenomen. In den loop van een jaar stierven 940 personendus onge veer 2,3 percent. Het aantal huizen is van 2719 tot 5600 gestegen; dat is eene vermeerdering met 115.22 percent, terwijl nog 920 huizen in aanbouw zijn. De stad schijnt ecu schitterende toekomst te gemoet te gaandaar nieuwe communicatie-middelen worden aan gelegd. Te Berlijn is eergisteren de eerste oud-katholieke godsdienstoefening gehouden in de daartoe afgestane Nieuwe kerk der Evangelische gemeente. Professor Weber uit Breslau trad als voorganger op bediende de mis en de communie en hield eene"rede, waarin hij betoogde, dat de oud-katholieke kerk den staat wil geven wat hem toekomt en de kerk wat haar behoort. De godsdienst oefening werd door 300 personen bijgewoondterwijl 20 personen aan de communie deelnamen. ¥cïkoojpingen en aanbestedingen. Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter lezing de voorwaardenwaarop door het departement van binnenlandsche zaken op den 15" December a., zal worden aanbesteed de levering van geneesmiddelen enz. voor de gestichten Ommcrschans en Veenhuizen voor 1875. ^iier^oraeterstand. 3 Dcc. 's av. 11 li. 34 gr. 3 Dec. 'smorg. 7 u. 34gr. 'smidd. 1 u.40gr.'sav.6 u. 34gr. TVT- EDE KAM: 7>. Zitting vaa oecsdag 2 December. {Nader verdag De beraadslagingen werden voortgezet over de be grooting van binnenlandsche zaken. Bij de tweede afdeeling stelden de heeren Bergsma en Schnnmelpenninck v. cl. Öije voor eene som van/15,205 uit te trekken voor verhooging der traktementen van de ambtenaren en bedienden bij de provinciale griffiën. De minister van binnenlandsche zaken verklaarde dit amendement niet te kunnen overnemen, vooral omdat tot maatstaf van de behoeften was aangenomen de aan vraag van enkele provinciale besturen, terwijl er andere waren, die in 't geheel niet op eene nieuwe verhooging hadden aangedrongen nevens die, welke ten vorigejare toegestaan en ook nu weder in de begrooting opgeno men was. De minister achtte het bedenkelijk om op die wijze te handelen. Naar aanleiding echter van eene vraag vxn den heer v. cl. Berch van Heemstede, verklaarde de minis ter zich niet te zullen verzetten tegen een voorstel om al de provinciale ambtenaren met de overige gelijk te stellen en hun ook eene verhooging van 10 pet. toe te kennenwaartoe dan slechts f 6000 zou noodig zijn, daar verleden jaar reeds f 17,000 was toegekend. De heer van Zuylen van Nyevelt stelde daarop een sub-amendement in dien geest voor, dat de minister tot een regecringsartikel formuleerde. Het amendement werd daarop verworpen met 42 tegen 19 stemmen en het nieuwe artikel aangenomen. Op art. 5 had de heer Oldenhuis Gratama voorge steld een amendement, strekkende om aan alle leden van gedeputeerde staten de bezoldiging van f 2000 toe te kennen, welke die in Noord- en Zuid-Holland ge nieten. De heeren Scliimmelpenninck v. d. Oije en Heyden- rijck hebben voorgesteld de bezoldigingen van de griffiers der verschillende provinciale staten met f 500 te verhoogen. Beide amendementen werden bestreden door den minister van binnenlandsche zaken, om de financieele gevolgen. Bij die bestrijding sloten zicli de heeren Fransen van de Putte en 's Jacob aan, uit 't algemeen oogpunt van het bedenkelijke om, ondanks het verlangen der regeering zelvede staatsuitgaven op te drijven waar het niet strikt noodig is. De heeren Bergsma en Haffmans ondersteunden met de voorstellers het amendement. Eerstgenoemd lid gaf, ter vermijding van dergelijke discussiën, in overweging om de artt. 105 en 106 van de provinciale wet té wij zigen zóo dat de provinciale besturen zelve hunne behoeften konden regelen naar goedvinden. Het eerste amendement werd verworpen met 40 tegen 25 stemmen, het tweede met 38 tegen 28 stemmen. Bij de derde afdeeling betoogde de heer cle Boo van Alderwerelt de wenschclijkheiddat dé hoofdpunten van organisatie in de milïtiewët werden vastg-esteld bij het departement van oorlog en dat clus het departement van binnenlandsche zaken niet in cle eerste plaats met deze zaak gemoeid werd. De geheele afdeeling militie en schutterijen behoorde z. i. bij het departement van oorlogdan kreeg men ook de schutterij in tijd van vrede onder het eenig bevoegde departement. Maar vooral wensehte hij de organisatie 'der levende strijd krachten als éen geheel en daartoe militie en schutterij in éenc wet samengevoegd. Hiermede in verband vroeg hij of dit kabinet genegen was. eene wetop de leger- organisatïe in te dienen. Of de minister van oorlog hij zijn optreden dit zijn beginsel vaarwel had gezegd, dan wel of cle kabinetsformateur zijne meening daarover had gewijzigd? De minister van binneulan 'sche zaken antwoordde, dat hetgeen er aan zijn departement nog te doen was aan do voorbereiding der militiewet, het onderzoek be trof van de nota's van den minister van oorlog, die reeds maanden lang (de minister had deze mededeeling met opzet niet in de stukken gedaan om ziju voorgan ger niet le bezwaren) bij het departement ongebruikt hadden gelegen. De minister hoopte dat in het voor jaar eene herziening der militiewet zou kunnen voor gedragen worden. Een wet op de lëgerorganisatie zal deze regeering niet indienen. De heer de Boo nam akte van deze verklaring en zal daarop bij hoofdstuk VIII terugkomen. De heer Stieltjes, betreurende dat de herziening der militiewet onncoclig zoo lang was tegengehouden, achtte dringend noodig eene partieele regeling tot versterking van het militiecontingent en van het kader der schut terijen. Bij d"e afdeeling medische politie wisselden cle heer Idzerda en de minister van gedachten over maatre gelen tegen cle vcrvalsching van, levensmiddelen. De minister erkende de noodzakelijkheid en zal overwegen of afzonderlijk dan wel bij het strafwetboek strafbepa lingen zullen worden gemaakt. Een door den heer Idzerda aanbevolen herziening van de wet op de krankzinnigengestichten zou door den minister in ernstige overweging worden genomen. Tusschen de heeren BegramIdzerda en den minister had eene gedachtenwisseliug plaats over de uitvoering der wet op de uitoefening der veeartsenijkunde. Geval len hadden zich daarbij voorgedaandat niet-gedipo- meerde veeartsen:, hoezeer reeds laugén tijd de veeart senijkunde hebbertde uitgeoefendevenwel van de overgangsbepalingen der. wet. niet konden profiteeren, omdat zij als veeartsgeen patent bezatenwel als verkooper van kruiden. - De heer Begram achtte wij ziging der wet noodig. De heer Idzerda meende dat eene milde interpretatie van de wet voldoende zou zijn omclat in alle gevallen het licht examen voor wezenlijk goede veeartsenij kundigen het bezwaar kan opheffen. De minister was het daarmede eensmaar achtte wets- duiding hier niet voldoende, wetswijziging scheen noodig, doch daartoe kon niet nu reeds worden overgegaan. De aandrang van den heer Bergsma tot spoediger restitutie aan de gemeenten van de voorschotten ter bestrijding van de veeziekte en die van den heerTecling van Berkhout tot vergoeding der uitgaven van cle sta tistiek voor cle volkstelling, werden door den minister beaamd. De verschillende artikelen tot en met 69 werden goedgekeurd. Bij de afdeeling waterstaat en publieke werken bad een gedachten wisseling plaats tusschen de heeren Tak, Storm, Teding van Berkhout, Stieltjes eu den minister over cle nieuwe centraliseerende organisatie van het rivierbeheerwelke door de drie eerstgenoemde sprekers werd afgekeurdwaarbij cle lieer Tak den minister iu tegenspraak bracht mot zijne vroegere verklaringen dienaangaande. De minister beriep zich op de eischen, die zich in de praktijk deden gelden en welke deze minder omslachtige regeling vorderden. De heer Stielt jes achtte 't ook noodig het rivierbeheer iu éen baud te brengen. Bij een vraag van den lieer Gratama antwoordde cle ministerdat de zaak der Zuiderzee nog in behandeling eu geen concessie verleend is. De minister zou iu de volgende zitting nader de andere punten beantwoorden. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 3 December. Bij de beraadslaging over de VIe afdeeling van het hoofdstuk binnenlandsche zaken (waterstaat en pu blieke werken) werd een amendement van den heer van den Berch van Heemstede, strekkende tot schrapping

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2