en dreigende om den schuldenlast niet te vermeerderen e en door verhooging van den rentelast de natie nog meer n te drukken. Bij dit alles ontbreekt het aan goed door- it dachte plannen. Geld uitgeven, alleen om geld uit te 't geven, zegt de Neue freie Prease terecht, brengt geen hulp; dat ware nuttelooze verspilling waarvoor een e ernstig man de verantwoording niet op zich wil nemen, e en zij meent dat niet do controleerende en beraadsla- gende vertegenwoordigers praktische voorstellen kunnen ontwerpen, maar dat dit de taak is van de uitvoerende it macht die over alle mogelijke gegevens kan beschik 'o ken; zij moest den stoot geven; dit is echter niet ge- i- schied. Een programma voor een verre toekomst kan e niet baten, daar de ervaring heeft geleerd welk een 'f kloof er ligt tusschen spoorwegwetten en haar uitvoe ring en tusschen de belofte van een wetsontwerp te zullen aanbieden en de verwezenlijking daarvan. Bij het beramen van plannen tot hulp moet, volgens de Neue freie Presse, in het oog worden gehoudendat het niet aangaat eenige m'llioenen vlot te maken ten behoeve van éen enkelen tak van industrie. De staat kan niet voorzien in de behoefte aan consumtie; hij kan geen spoorwegen bouwen alleen om de ijzerindus trie haar product af te lcoopenen evenmin een leve ring voor het leger uitschrijven met het bloote doel om de stilstaande weverijen werk te verschaffen. Maar als het eenmaal is uitgemaakt, dat geen nuttelooze spoor wegen kunnen of mogen worden aangelegdal moesten daardoor ook 150,000 arbeiders bij de ijzerindustrie broodeloos worden dan moet aan de andere zijde er op worden aangedrongendat de regeering de aanbieding- van haar spoorwegplannen niet tot 1875 uitstelt, maar er terstond mede voor den dag komt. De kamer kan dan kri tiek over de maatschappelijke- en handelswaarde van die plannen uitoefenen en die kritiek moet streng zijn, want de Oostenrijksche financien laten niet toe, overtollige of onvruchtbare spoorwegen te bouwen en iedere geld verspilling zou de verminderde draagkracht der natie ten aanzien van de belastingen nog meer drukken. Als echter eenmaal de kritiek is uitgeoefend en het kaf van het koren gescheiden dan moet de vertegenwoordiging ook zorgen dat het staatskrediet worde aangegrepen en snel uitvoering aan de vastgestelde plannen worde gegeven. Zoodra het uitgemaakt is o f een spoorweg zal worden gelegd is de vraag naar het wanneer overbodig, want de occonomische toestand getuigt luide, dat, niet zoo als de regeering heeft verklaard met den bouw van spoorwegen niet moet worden voort gegaan, maar integendeel dat zooveel en zoo spoedig mogelijk als het staatskrediet gedoogt moet. worden aangelegd. Dat van de zijde der afgevaardigden geen hulp te wachten was heeft de Neue freie Presse juist ingezien. In de bovenbedoelde gehouden bijeenkomst zijn verschil lende minder of meer omvangrijke voorstellen gedaan, die echter alle werden afgewezen door de aanneming van eene motie van den heer Kallix, strekkende om de leden uit te noodigen eenige afzonderlijke voorstellen bij den rijksraad in te dienen. Er heerscht dus zelfs bij hen, die het initiatief willen nemen, geen overeen stemming; ook Oostenrijk kan van zijn vertegenwoor digers die ieder hun zin willen hebbenniet veel hulp verwachten in den treurigen toestand waarin het ver keert. Belgische brieven. Brus el, 1 December. Ik heb al ongeveer een half uur met een pen in mijn hand gezetenzoekende naar een onderwerp om u over te schrijvenzonder iets te kunnen vinden. Om hazen peper te kunnen eten moet men een haas hebben, en om een politieken brief te kunnen schrijven moet men in de eerste plaats iets nieuws weten. En ik moet eerlijk bekennen er is geen nieuws. Waar niet is, zegt het spreekwoord, verliest de keizer zijn recht. Onge lukkigerwijs is deze wijze volksspreuk in de positie waarin ik verkeer niet toepasselijk. Een dagblad is doof aan dat oor; het moet dagelijks de noodige stof hebben. Wat dan te doen Zal ik spreken over de kibbelarijen en de duels tusschen journalisten en officieren? Inder daad een zeer teeder onderwerp. De publiciteit, die aan dergelijke treurige zaken wordt gegevenmaakt haar niet beter en leert ons niet anders, dan dat in som mige gevallen de gewoonten machtiger zijn dan de wet. En de kamer, zult gij zeggen, houdt zij dan geene zitting? Ja, zij houdt zitting als het voldoend aantal leden tegenwoordig is, wat echter niet iederen dag het geval is, maar de discussiën leveren niet vc.el bijzonders op. Men oefent zich in het spel, in afwachting dat de partij zal worden geregeld. Daar de commissiën, met het onderzoek der begrooting belast, nog niet gereed en de rapporten nog niet opgemaakt zijn heeft men het wetsontwerp tot herziening van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering in behandeling genomen. Het heeft de aandacht getrokken dat tot nogtoe slechts afgevaardigden van de uiterste linkerzijde, de heeren DemeursJottrand en Guillery een werkzaam deel aan de discussiën hebben genomen. De hoofden der linkerzijde echter, waaronder zicli uitstekende rechts geleerden bevinden, bewaren het stilzwijgen. Het debat was gisteren ook zoo kwijnend, omdat de kamer niet eens talrijk genoeg was om een besluit te nemen. Om een weinig leven in de doodelijke kalmte te brengen zal de heer Defuisseaux, lid van de uiterste linkerzijdeVrijdag a. de regeering interpelleeren over een zaak van een Franschman, Próvost genaamd, die na uit het land te zijn gezetweder is terug gekeerd en thans door de marechaussée wordt ver volgd, waarmede hij speelt als de kat met de muisdoor iederen nacht van hotel te verwisselen. De rec'.tsquaestie in deze zaak is of de chef der politie de bevoegdheid heeft, om op eigen gezag een vreemdeling- door zijne gendarmes te doen vat ten en over de grenzen te doen brengen zonder door een koninklijke besluit daartoe te zijn gemachtigd. Genoemde ambtenaar beweertdat dit het geval is en hij beroept zich op de wet van 23 Messidor an III (11 Juli 1795)waarvan het opschrift alleen u een denk beeld zal geven hoezeer zij verouderd is. Dit op schrift toch luidt aldus: „Wet, die aan de vreemde lingen geboren in een land, waarmede de republiek in oorlog isbeveelt Frankrijk te verlatenindien zij al daar voor den lf" Januari 1792 niet waren gedomicili eerd." Deze wet die voor een buitengewonen toestand is gemaakt en niet alleen in haar titelmaar ook in iedere van hare bepalingen het karakter van een ex- ceptioneele wet draagt, wordt nog telkens toegepast onder voorgeven, dat zij niet uitdrukkelijk is her roepen. Geen verstandig menschom niet eens van een rechts geleerde te spreken, kan er een oogenblik aan twijfelen dat deze wet niet zou zijn vervallen met de omstan digheden die haar in het leven hebben geroepen. Dit verhindert, echter niet, dat men haar als van kracht zal beschouwen zoolang niet door eene beslissing van het hof van cassatie het tegendeel zal zijn uitgemaakt. Misschien zal door een debat in de kamer een der gelijke praktische maatregel worden bespoedigdwant België leeft gelukkigerwijs met de geheele wereld in vrede en heeft geen behoefte aan buitengewone wets bepalingen die in Frankrijk werden uitgevaardigd toen dit binnen 's lands door het schrikbewind werd geteis terd terwijl een buitenlandsche vijand de grenzen bemachtigde. JKfitpluurli, EEN FRANSOH INGENIEUR OYER ZEEUWSOHE WERKEN. (Per volg.) Omtrent de afdamming van liet Sloe, vinden wij in het werk van den heer Croizette Desnoyers de vol gende aanteekening. Het eerste ontwerp van een dam door het Sloe, dateert van 1810 en is opgemaakt door een zeer be kwaam ingenieur van dien tijd, den heer Schravermen stelde zich ten doel de beide eilanden door een gewo nen rijweg te verbinden. In dit ontwerp was de dijk samengesteld uit tw^e rijzendammenmet den boven kant reikende tot de hoogte van gewoon laag water; de tusschcnruirate werd aangevuld met klei of zand de glooiingen boven laag water moesten, zooals toen gebruikelijk was, zeer vlak worden aangelegd en ver dedigd door middel van steenbezettingen en rijsbeslagen. Gedurende verscheidene jaren is de uitvoering van dit werk uitgesteld geworden en het denkbeeld opnieuw opgevattoen men besloot tot den aanleg van een spoorweg. In dien geest is in 1857 door de Banque Suisse een plan aangeboden sedert is besloten, dat de aanleg van staatswege zou plaats hebbenen dienten gevolge is in 1864 een nieuw ontwerp voorgestelddat weinig van het voorgaande verschilde en op denzelfden grondslag als dat van den heer Schraver berustte, met dit onderscheid, dat de bovenste glooiingen in plaats van vlakke, sterke hellingen moesten hebben en uit twee gedeelten bestaandie door een breeden berm afge scheiden waren. Tot nu toe waren alle afdammingen in Holland samen gesteld uit twee zware rijzendammen en deze inrichting werd zelfs gevolgd voor den dam door de Ooster-Schelde, doch in het in 1870 opgemaakte ontwerpwaarnaar de dam door het Sloe is uitgevoerd, heeft de eerstaanwe zend ingenieur Simon eene aanmerkelijke verbetering- aangebracht, door een der rijzendammen weg te laten, of daaraan althans zeer geringe afmetingen te geven, zoo dat hij alleen diende tot steun van den voet der aardmassa waaruit het lichaam van don dam bestaat. De heer Simon heeft te recht begrepen, dat zoodra een der rijzendammen hoog- genoeg was opgewerkt om eene eerste waterkeering te vormen, de stroom zou tegengehouden wordenen men dientengevolge geen vrees meer behoefde te koesteren voor het wegloopen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 5