lingen. Hij zou dan ook nooit willen terugkomen op
hetgeen met de hulp van de besten en meest bezadig-
den onder henook voor hen verworven is. De kerk,
ook do katholieke kerk, is vrij in Nederland. Intus-
schen erkende hij dat do groote gebeurtenissen elders
de katholieken met zorg en verontwaardiging moeten
vervullen en dat het hun pijnlijk moet zijn door velen
hunner vroegere bondgenooten hunne belangen met een
ander oog te zien gadeslaan. Hij begreep dan ook
dat men onder die omstandigheden den vader kan ver
geten om de moeder te redden. En daardoor zijn de
katholieken hier te lande van katholieke Nederlanders
Nederlandsche katholieken geworden. Hij zou echter
steeds de grootst mogelijke verdraagzaamheid jegens
hen betrachten. Ook onder de katholieken staan drij
vers tegenover de gematigden en het steunen van laatst
genoemden ligt op onzen weg Intusschen kunnen door
den invloed en den steun der katholieken aan de stem
bus en in de kamer de twee groote partijen in even
wicht worden gehouden. Ook daarom is een parlemen
tair ministerie ondenkbaar. Het ministerie is evenwel,
tot sprekers genoegen, met eeu coneiliante strekking
opgetreden. Dat sluit ijverige werkzaamheid niet uit
en daarin zal hij het ministerie steunenals het geen
politieke twistappels opwerpt, als het niet buiten de
constitutioneele vormen gaat (gelijk de minister van
koloniën bij de Indische begrooting) en zich niet dooi
de driftigsten zijner partij laat medesleepen. Worden
eenige "belangrijke wetsontwerpen behandeld (terwijl het
hooger onderwijs in discussie wordt gebracht, kan de
minister van binuenlandsche zaken zijn overwegingen
omtrent het lager onderwijs voortzetten) dan kan de
politiek blijven rusten. Maar terwijl wij reizen in de
woestijn móet toch ook de blik naar het beloofde land
worden gericht en móet men op hervorming bedacht
zijn. Wat in de dagen van Thorbecke doel wasmoet
nu middel wezen. Hij noemde de reorganisatie van
het beambtenwezen vóór de regeling van de trakte
menten; de reorganisatie ook van de ambtenaren bij
het rechtswezen, in verhand met een goedkoope en
snelle procedure en eeno betere bezoldiging van de
rechtersde zorg voor de openbare gezondheidmet
verplichte vaccine; de wering van individualismede
aanleg van groote werkenwaarbij het plaatselijk be
lang rijksbelang is, gesteund door het particulier initia
tief, de vereeniging van kapitaal en verzekering van
den rechtstoestand van de vereenigingen, die haar be
hoeven; een zoo uitgebreid mogelijk staatsonderwijs, met
behoorlijke opleiding en bezoldiging van de onderwij
zers; eeu nationaal leger, door algemeenen dienstplicht
hervorming van het belastingstelsel op de grondslagen
der directe belastingen, met een minimum van indirecte
lasten; bij belasting van den grond ook ontheffing
van de belemmeringenhet treffen van de kapitalen in
portefeuille.
Hij formuleerde dat alles niet in de verwachting, dat
het spoedig tot stand zou komeu. De laatste 25 jaren
hadden ook veel van zijn illusiën weggenomen. Maar
hij wilde slechts zijn beginselen vooropzettenstelsel
plaatsen tegenover stelseldoor den natuurlijken tegen
stand der kerkelijke partijen tot den gewenschten strijd
komen 0111 dan de natie te doen beslissen. Onze taak
is met twee woorden te schrij vencontrölceren thans,
gouverneereu straks.
De heer van Baar verklaarde volkomen neutraliteit
tegenover het kabinet te zullen in acht nemen; de maat
regelen door de regeering voor te dragen uitsluitend
aan 's lands belang toetsen en haar daarin met sympa
thie te steunen. Hij beval voorts het denkbeeldgis
teren door den heer Haffmans omtrent het staken der
amortisatie geopperd, met volle overtuiging aan.
De heer Heydenrijck wees op het contrast tusscben
de welwillendheid, thans, van den heer Kappeyne
tegenover de katholieken en de onwelwillende houding
vroeger door de liberalen en thans vooral door de libe
rale pers tegenover zijne geloofsgenootcn gevolgd. In
dien de heer Kappeyne zijne welwillendheid zou willen
voltooienbehoorde hij door zijn invloed die pers in
een andere richting te brengen. Met nadruk kwam hij
voorts op tegen de bewering van den heer Kappeyne,
dat de katholieken den vader het land achter
stellen bij de moeder. Al zou ditmet 't oog op de
vervolgingen waaraan de moeder blootstaatniet te
verwonderen zijn: het is feitelijk onwaar. Ook betwistte
hij de bewering dat de vorming der miuisterieele meer
derheid enkel door de katholieken werd bevorderd en
betoogde, dat het vooropgezette beginsel van het uit
sluitend staatsonderwijs met iedere liberale opvatting
strijdt. Overigens verklaarde hij volstrekt niet te deelen
in het zeker wantrouwen, dat in de rede van den heer
Kappeyne doorstraaldedat de minister van binnen-
landscho zaken zijn toezegging omtrent de wijziging
der onderwijswet niet zou gestand doen.
De heer van Zuijlen van Nyevelt betwistte de stel
ling van den heer Kappeyne dat het vorig ministerie
niet op beginselen was gevallen, evenzeer als diens
betoog dat dit kabinet, als niet-parlementair ministerie,
een post van noodhulpdienst zou moeten verrichten.
Is de verandering van partijverhoudingnieuwe partij
vorming dan hier niet denkbaar De ondervinding had
het tegendeel bewezen en zelfs in Engeland bestond
het. Verder wees ook hij op 't feitdat in den laatsten
tijd behalve de katholieken ook de anti-revolqtionairen
(in wier naam hij overigens niet sprak) zich van de
liberalen hadden afgescheiden. Dat ligt vooralwat
de katholieken betreft, aan de realistische strekking
van het liberaal programmadie ook nedergelcgd is in
het door den heer Kappeyne ontwikkelde, ofschoon
het op menig punt geen scherpe tegenstelling tusschen
het liberalisme en liet anti-liberalisrae^ is.
De heer van der Does de Willebois kwam met na
druk op tegen de onderstelling van den heer Kappeyne,
alsof de katholieken van de optred'mg van dit kabinet
zouden willen gebruik maken om eenigszins te rcagee-
ren tegen de grondwettige instellingen of invloed op
de regeering uit te oefeneu tot het volgen een er eenzij
dige richting in hun belang. De regeering zou dit niet dul
den en de katholieken behoeven 'tniet; zij waardeeren de
rechten en vrijheden die zij hier genieten en de bekende
leerstellingen van het Vaticaanslechts eene vcroordee-
ling van beginselen in hunne algemeenheid en hunne
onvoorwaardelijkheid bevattende, leggen den katholiek
volstrekt niet de verplichting op om te veageeren tegen
de grondwettige instellingen of zelfs tegen eene eer
lijke en loyale uitlegging van onze grondwettige instel
lingen of tegen de grondwettige vrijheden. Hij mocht
dit gerust zeggen: want hij kende toch zeker wel de
leer van zijn kerkgenootschap en haar te verloochenen
in 't openbaar zou strijden met zijne gehechtheid, naar
hart en ziel, aan die leer.
De minister van biuncnlandsche zaken, zich over
't algemeen refereerende aan hetgeen vorige sprekers
hebben gezegderkende dat in het regeerings pro
gramma van den heer Kappeyne menig ideaal is gele
gen voor de naaste of latere toekomst. Maar zonder
daarover veel te willen uitweidenwees de minister
toch op enkele, punten, die niet zoo licht zijn te ver
wezenlijken, b.v. den algemeenen dienstplicht, of hebben
andere een federalistische strekking zooals de stelling, dat
het rijksbelang moet wezen de som der particuliere belan
gen. Dit programma overigens daarlatende, begreep de
minister niet hoe de heer Kappeyne, die het zijn vrien
den aan !t bewind gedurende 6 jaar lang niet gemak
kelijk heeft gemaakt, een programma namens de liberale
partij voor kan dragen. En wat de constitmioneele
noodzakelijkheid der optreding van het tegenwoordig
kabinet betreft, éen zaak stond vast, dat n.l. bij de
jongste crisis vrij algemeen door dc openbare meening
verlangd werd eeu ministerie van meer behoudende,
richting, dat in Indië zou remmen en in Nederland wat
harder zou stokenom vooruit te komen. Een parle
mentair ministerie kan ook hier bestaan, wanneer men
niet blijft hechten aan liet stelsel van Thorbccke om
ministers geen mandaat als afgevaardigden toe te ken
nen. Overigens berust, volgens de grondwet, het gezag
van het ministerie bij den koning, behoudens het ver
trouwen van het parlement, zonder leider eener partij
te zijn. Waut hoe gaarne het kabinet den parlemen
tairen steun verlangt, het zal zich aan zijne beginselen
houden en niet naar de bevelen van do meerderheid
regeeren. Over partij verhoudingen en kerkelijke par
tijen wilde de minister van zijn zetel niet uitweiden;
maar naar aanleiding van het gesprokene, herinnerde
hij aan de stelling die reeds voor 100 jaar gold en die
sedert 1814 don hoeksteen uitmaakt van ons Neder-
landsch staatsgebouwrecht voor allengelijkheid voor
allen, welke dc godsdienstige belijdenis ook zij en strikte
handhaving van art. 169 der grondwet, zonder in
't minst daarvan af te wijken rechts noch links.
Er had nu nog een korte gedachtenwisseling plaats
tusschen den lieer van Houten en den minister over de
eensus-zaak. Van het standpunt dat de regeering bij
dc schriftelijke gedachtenwisseling innam, was het be
grijpelijk, dat zij vooreerst het votum van de kamer
wilde eerbiedigen; maar na de verklaring der regeering,
dat zij zelfstandig hare beginselen wil verdedigen, onaf
hankelijk van de wenschen dei meerderheid, bracht
de consequentie ook mede, dat de minister Heemskerk
getrouw bleef aan zijn beginsel, reeds in 1869 ontwik
keld. Bleef dit uit, dan verviel ook de grondslag voor
den steundien hij het kabinet wilde verleenen. De
minister van binncnlandsehe zaken antwoordde, dat
van beginselverzaking of van standpunt-verandering
geen sprake was, maar alleen van een quaestic van
opportuniteit.
De algemeene beschouwingen werden daarop geslo
ten, en hoofdstuk I (huis des konings) met eenparige
stemmen aangenomen.
De algemeene beraadslagingen over hoofdstuk II
liepen alleen over de voorgestelde traktemonts-verhoo-
ging der ambtenaren. In beginsel stemden daarmede
in de heeren Scbimmclpenninck v. d. Oije, Heydenrijck,
Grfhtamade Jong en Blussémaar vooral de heer de
Jong maakte bezwaar tegen dc voorgenomen wijze van
uitvoering, die tot willekeur en, door het passeerenvan
dc ambtenarenvoor de kleine beambten buiten de
residentie, die 't veel meer verdienden, tot partij dig-
digheïd zou leiden De heer Blussé daarentegen meende,
op grond van persoonlijke ervaring, deu minister te
mogen aanraden met oordeel m voorzichtigheid den
maatregel toe te passen. De minister verklaarde, dat
het zijn plan was met de adviezen der chefs te rade
te gaan en de trak temen tsverhooging geheel of ten
deele slechts toe te kennen naar gelang van dienst
tijd en bekwaamheid.
De algemeene beraadslagingen over hoofdstuk II liepen
hiermede af.
In den loop der zitting hebben de vernieuwde afdee-
lingen tot leden van de centrale sectie benoemd de
heeren van ReenenNierstrasz, Begram, van Zuylen en
Kappeyne.
Zitting van Woensdag 25 November.
{Per telegraaf.)
Na aanneming met eenparige stemmen van het
wetsontwerp tot toepasselijkverklaring der wet op de
besmettelijke ziekten op dyssenterie had een langdurig
debat plaats over een amendement van den heer de
Jong strekkende om den post tot verhooging van de
traktementen der ambtenaren van de begrooting te
schrappen in afwachting eener reorganisatie van het
ambtenaarswezen. Het amendement werd met 47 tegen
17 stemmen verworpen en hoofdstuk 11 der staatsbe
groting (hooge collcgiën van staat en kabinet des
konings) vervolgens aangenomen.
Gemeenteraad van Middelburg.
De voornaamste der in de zitting van heden bchan
delde zaken zijn dc volgende.
De heer B. A. Fokker is als lid geïnstalleerd en
heeftna gclulcwensch van den voorzitterzitting ge
nomen.
Aau den heer m'. M. F. Lantsheer is op verzoek
eervol ontslag verleend als curator over het gymnasium.
Van de concessionarissen der gasfabriek alhier is een
adre3 ingekomenstrekkende tot verlenging van de
concessie met tien jaren, welk adres wij morgen mede-
deelen.
De stukken zijn gesteld in handen van burgemeester
en wethouders, teneinde in overleg met de financieele
commissie een voorstel daaromtrent aan den raad te doen.
Voorts is ingekomen een adres van don heer A. den
Boer, voorzitter van het bestuur der naamlooze. ven
nootschap Nijverheids-verceniging alhier, die te ken
nen geeft, dat in eene gecombineerde vergadering
van commissarissen en bestuurders dier vennoot
schap besloten is, voor hare rekening te ondernemen
den aanbouw van eenige huizen bestemd en geschikt
om voor een matigen huurprijs aan minder gegoede
burgergezinm n eene doelmatige en gezonde woning te
verschaffen, in de nabijheid van de plaats alwaar de
te wachten handels- en nijverheids-inrichtingen zich waar
schijnlijk zullen moeten bevinden. Het oog is geves
tigd op een aan de gemeente toebehoorend terrein ach
ter de erven van dc huizen aan den Korendijk tusschen
deza en de openbare straatwelke ten zuidoosten vnn
die huizen bijna evenwijdig aan deze is getraceerd,
welk terrein begrepen is" onder de gronden die de ge
meente tot uitgifte of verkoop van bouwterrein bereids
beschikbaar heeft gesteld. Tevens is besloten om
wanneer bedoeld terrein mocht kunnen aangekocht
worden, daarop in 1875 vijf woonhuizen te stichten en
verder met den bouw van meerdere buizen bij voldoende
aanvraag tot verhuring geregeld voort te gaan. Adres
sant biedt namens de vennootschap een koopprijs aan
berekend tegen 40 cent per M' over de oppervlakte,
die na gedane uitbakeuing dev gronden door bevoegde
ambtenaren zal worden aangewezen, en verzoekt dat
aan de vennootschap op voorschreven wijze het ge
noemde terrein moge overgedragen worden.
Ook dit adres is om advies in handen van burge
meester en wethouders gestold.
Hetzelfde is het geval met een adres van den heer
A. M. Tak alhierals gevolmachtigde van de heeren
van Zeijlen Decker te Rotterdamdie te kennen
geeft dat zijne lastgeversbehoudens goedkeuring van
den raad, eene overeenkomst hebben aangegaan met
aandeelhouders der meestoot* alhier tot overname van
den nog loopenden erfpachtstermijn van dc gronden van
gezegde meestoof, welke in eigendom bohooren aan de
gemeente en door haar tot 1 Januari 1879 in erfpacht
werden uitgegeven; dat zijne lastgevers het voornemen
hebben die gronden met de daarop staande gebouwen,
henevens de floor hen van de Commercïe-corapagnie
gehuurde gronden, die daaraan grenzen, in te richten
tot scheepstimmerwerf, doch de kosten van zoodanige
inrichting te belangrijk zijn om die te maken voor een
tijdvak van vier jaren, in het onzekere of dan de erf
pacht al of niet zou worden verlengd. Om deze rede
nen verzoeken zij1° goed te keuren de overdracht
van de erfpacht tot 1 Januari 1879; 2° te verlengen
den termijn van erfpacht tot 1 Januari 1895, zijnde
het tijdstip waarop de huur eindigt van de terreinen,
door de heeren van Zeijlen Decker gehuurd van de
Commevcic-compagniewelke terreinen met deze in het
vervolg éen geheel zullen uitmaken; en 3° de voor
waarden in het contract zoodanig te. wijzigen, dat de
gronden alleen zullen mogen gebruikt worden tot
scheepstimmerwerf, in de plaats van „voor meestoof."
Van mejuffrouw A. M. Harmsen is een verzoek in
gekomen om eervol ontslag als hulponderwijzeres op
dc school A, hoofdonderwijzeres mejuffrouw S. J. G.
Gerth van Wijk, ingaande 1 Januari 1875. Do beslis
sing is aangehouden.
Op voorstel van burgemeester en wethouders is be
sloten de jaarwedde der hulpouderwijzeres op genoemde
schooltc benoemen ter vervanging van mejuffrouw
A. M. Will, van f 609 tot 800 te verhoogen, onder
beding dat de benoemde moet voorzien zijnbehalve
van eene akte als hoofdonderwijzeres, van eene aantee-
kening voor het Duitschen de jaarwedde der te be
noemen derde hul pond er wij zeros van f 500 op /600 te
brengen.
Tot vierden hulponderwijzer op school Choofdon
derwijzer de heer van Sluij's, is benoemd de heer P. J.
van de Sande, te Neuzen.
De heer van Hoek, verlof verkregen hebbende tot
het doen eener vraag mot betrekking tot liet onderzoek
aangaande de plans voor het droge dok, meende do
tolk te zijn niet alleen van de leden van den raad, maar
ook van velen daarbuiten, als hij tot den voorzitter de
vraag richtte: of het mogelijk was mede te deelen of
de verwachte plans al zijn ingekomenen zoo jaof
het onderzoek reeds zoover gevorderd is, dat daaruit
eenig resultaat kan worden afgeleid
De voorzitter verklaarde zich bereid om, voor zoover
hij kon en zonder de zaak vooruit te loopen, de ver
langde mededeeling te doen. Het is zijns inziens na
tuurlijk dat alle ingezetenen nieuwsgierigof liever
ongeduldig zijn om den uitslag van het onderzoek in
een zoo hoogst belangrijke zaak te vernemenmaar
men moet in het oog houden dat het hier geldt een
zeer kostbaar en moeilijk kunstwerk, waarvan de plan
nen niet binnen een paar maanden gereed kunuen zijn,
en waarbij men stuit op van den beginne af voorziene
moeilijkheden en technische bezwaren. Hij kon even
wel verzekeren dat sinds den eersten dag van het door
•den raad genomen besluit de heer Decker geen oogen-
blik. heeft stilgezeten ora de zaak te bevorderen,