BUITENLAND. Gemengde ticrtchfen. Gisteren morgen te 51 uur brak te Rotterdam in een huis in de Korte Wijnstraat een hevige brand uit, die naar twee aan het Wolfshoek staande perceelen oversloeg. Het eerste gebouw werd gebezigd tot allerlei bergplaatsen, beneden eene voor verfwaren, boven kolo niale waren, tabak enz; nog hooger een zolder met autiquiteiten en eindelijk onder het dak eene timmer manswerkplaats. De 'oorzaak van den brand is onbe kend. Alleen veronderstelt men dat de brand uitgebroken i3 aan het achtergedeelte van een der bergplaatsen, omdat het vuur zich het eerst mededeelde aan de achter aangrenzende gebouwen. Twee daarvan werden zwaar beschadigd. De handspuiten, later geholpen door de stoomspuiten, die ook nu weder laat verschenen, slaag den er in de vlammen te stuiten, zoodat men tegen den middag het vuur meester was. (N. Rolt. cow.) Een Haagsch schaakliethebberde heer Yzerman, heeft een zelfrcgistreercnde schaaktafel uitgevonden, waarbij alleen door het nederzetten der stukken de gedaan wordende zetten zoodanig op eene rol papier worden geuoteerd, dat men ze later kan aflezen. De daarmede genomen proeven hebben zeer goed voldaan. Ten gevolge van het plaats gegrepen ongeval op den Hollandschen spoorweg is het goederenvervoer tus- schen den Haag en Rotterdam voor 8 of 10 dagen gestremd. Ook Enschedé beroemt er zich, evenals Goes, op dat het Berlijn vooruit is in het gebruik van petro- leumfakkels bij brand, in plaats van pekkransen of fakkels. Een zonderlinge afzetterij werd dezer dagen in sommige streken van Oostenrijk in praktijk gebracht. In gezelschap van een boertje bezocht een deftig ge kleed heer de plaatsen waar veel bosschen zijn, en gaf zich uit voor een regeeringscommissaris belast om een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van kevers. Werd in een bosch een doode boom aangetroffen dan werd ook terstond geconstateerd, dat er kevers waren, en dan kreeg de eigenaar terstond aanzegging dat al zijn boomen zonder eenige schadevergoeding moesten worden uitgeroeid, terwijl hij bij gebreke daarvan zou worden gestraft. Weldra echter werd de eigenaar gerust gesteld en was hij zeer in zijn schik van het boertje te vernemen, dat door den commissaris eenige muntbiljetten van tien gulden in de hand te stoppen hij zich tegen een schade van eenige honderde guldens kon vrijwaren. Op deze wijze hebben de heer en het boertje goede zaken gemaakt en menige boscheigenaar afgezet. Zij zijn echter thans in handen der justitie. Als een staaltje der nieuwsgierigheid van de Pa- rijsche politie ten aanzien van de handelingen der mili taire attaché 's wordt eene ontmoeting verhaalddie de Duitsche militaire attaché's majoor von Biilow en ka pitein Thérémin onlangs hebben gehad. Om een zeer vertrouwbaar bediende te hebben hadden zij een Zwit ser geëngageerd, die zijn plichten voortreffelijk vervulde en zich zóo bezorgd toonde, dat hij ieder stukje papier op de schrijftafel van zijne meesters zorgvuldig tegen vreemde blikken beschermde. De beide officieren meenden dus in volkomen zekerheid hun berichten te redigeeren. Men kan zich voorstellen hoe groot hunne verrassing was toen zij, bij gelegenheid dat zij onver wachts bij den Zwitser kwamen om hem eenige orders te geven, in zijn handen een Illustration vonden, waarin een volledig rapport van hunne handelingen was ge wikkeld, geadresseerd aan den heer Lombard, commis saris van politie te Parijs. Deze gebeurtenis heeft on der het geheele corps diplomatique groote sensatie ver wekt. Het springen der fabriek van chemische preparaten te St. Denis heeft aldaar aanzienlijke schade veroorzaakt. In een omtrek van 1000 meters waren alle glasruiten gesprongen en hadden vooral de winkels veel geleden. De schok was zóo hevig dat het een aardbeving geleek en de klokken der kerken sloegen aan. Steenen en andere voorwerpen werden tot op een ongeloofelijken afstand en een verbazende hoogte weggeslingerd. Er zijn een doode, 4 zwaar en verscheidene licht gewon den. Het ongeluk schijnt aan onvoorzichtigheid met vuur of licht te moeten worden toegeschreven. Dat er met de kunst nog geld valt te verdienen, bewijzen de schitterende zaken die Ristori er mede maakt. Zij is thans in Brazilië en heeft te Rio Janeiro 10 voorstellingen gegevendie haarbehalve de kost bare geschenken van den keizer en de keizerin102,500 franken hebben opgebracht. In Buenos Ayres verdiende zij in 10 avonden 108,500 franken, in Valparaiso in 10 avonden 85,000 franken en in Santiago kreeg zij voor 20 voorstellingen 215,000 franken; met 50 voorstellingen verdiende zij dus 511,000 franken. Den 26eu Septem ber werd haar op een feestmaal te Valparaiso een ter harer eer geslagen gouden medaille; aangeboden. Zij zal nog verscheidene plaatsen in Brazilië bezoeken en vervolgens naar Mexico vertrekken. Vcrkocpinsen cn aanbestedingen. Overeenkomstig de te Sclioondijkc op den 14cn dezer gehoudene aanbesteding van het vergrooten der school en on der wijzers woning aldaar met bijlevering van ameublement voor de laagste klasse enz., is dat werk toegewezen aan den laagsten inschrijver J. F. Macs te Hoofdplaat, voor 3151. Overige inschrijvers: A. van Male te Schoondijke, f 3755J. van de Sande te Bres- kens, f 3798; J. J. Stoppels te Schoondijke, f 3949I. van Baal tc Oostburg, 4000; Pieter Monjé te Bres- keus, /43G3. üStBs-gerlijkc stand. (Van 1622 November.) Middelburg. Ondertrouwd: W. de Kok, jm. 25 j., met J. C. van der Roost, jd. 23 j. BevallenM. Deïst, geb. Opperman, d. L. van dei- Plank, geb. Haaij, d. J. M. Olree, geb. Allaard, d. M. A. G-oote, geb. Cammelot, d. A. Kok, geb. den Exter, z. J. Jobse, geb. Noordhoek, z. C. Krijger, geb. Joziasse, d. M. Steketee, geb. Schout, z. M. J. Stcke- tee, geb. Krieger, z. J. Force, geb. Montanari, z. J. Ui vel, geb. Ferrou, d. Overleden: M. van Maldegem, d. 36 j. A. C. Honds- merk, d. 5 j. M. Cnsteleijn, z. 2 m. F. J. Verhulst, z. 22 j. E. Abrahamse, d. 1 m. J. A. Goethals, z. 3 w. J. Janssen, vrouw van A. A. Schreurs, 62 j. D. Ludik- huize, d. 7 w. (Van 1421 November.) Vlissingen. GehuwdA. Zwart. jm. 45 j., met J. Hart hoorn, wede. van J. T. P. van der Sloot, 52 j. Bevallen: C. C. H. Rutgers, gvb. Giiijc, d. M. O. Broer, geb. Borrie, d. LI. G. Mulder, geb. Schusler, z. J. van Ballegojen, geb. Buijze, d. J. J. Klomp, geb. Schellink, z. F. T. Bcijé, geb. Corveleijn, z. C. H. Philip se, geb. D'Jong, z. Overleden: W. Hendrikse, man van P. J. Rijst, 70 j. M. S. Jonasse, d. 14 d. E. Kroon, z. 3 w. A. van Hoeke, man van M. J. de Kan, 62 j. J. J. A. Baert, z. 6 d. W. J. S. Klomp, z. 3 d. Goes. GehuwdA. Spinnoek, jm. 26 j., met J. van der Reit, jd. 22 j. Bevallen: S. Schouwenburg, geb. van Offenbeek, z. E. G. van der Klooster, geb. Bolier, d. K. J. Boogaard, geb. Kopmels, z. S. A. Maartense, geb. Glerum, d. Overleden: I. Wessel, z. 4 j. J. B. Massee, d. 3 j. Zieeikzee. Bevallen: IV. Karreman, geb. de Rijke, d. A. Schroeijeis, geb. Kanie, d. Overleden: K. Saainan, man van J. van den Berge, 37 j. J. M. Pankom, d. ruim 2j j. A. M. de Bie, d. bijna 9 j. G. Gilden, d. 21 m. Tli er*sso meiers taa d 21 Nov. 's av. 11 u. 42 gr. 22 'smorg. 7 u. 41 gr. 'smidd. 111.44gr. 'sav. 11 u. 41 gr. 23 r 'smorg. 7u.41 gr.'smidd. lu.47gr.'sav,flu.44gr. StalC8i-g;encraa3. tweede 'kaheh. Zitting van BZaandag 23 November. (Nader verslag.) De algemeene beschouwingen over de staatsbegroo- ting voor 1875 werden geopend. Eenige financieele op merkingen werden gemaakt door den heer Haffmans, die zich tegen het stelsel van amortisatie verklaarde, alsmede door den heer Blussé, die de voorstellingen van den minister van financiën als te gunstig beschouwde en op uitbreiding en verbetering van 's lands middelen aandrong. De minister van financiën verdedigde hierop het door hem ingenomen standpunt. De politieke beschouwingen werden geopend dooi den heer van Wassenaer Catwijck, die over het alge meen zijn vertrouwen in het kabinet uitsprak en vooral op de behartiging der zedelijke belangen aandrong. De heer Brouwer verlangde krachtiger werkzaamheid op verschillend gebied. De minister van binnenland- sche zaken betuigde zijn dank voor de uitgespro ken welwillendheid en beloofde werkzaamheid. Men moest echter eenig geduld oefenen en de daden van de regeering afwachten. De beraadslagingen zullen morgen voortgezet worden Alsdan is de heer Kappeijne aan het woord. Gemeenteraad van Vlissingen. Zittiug van Zaterdag 21 November. (Vervolg van het bijvoegsel.) De heer van Uije Pieterse beklaagt zich namens ■burgemeester en wethouders over een door den heer Pot gebezigde uitdrukking, dat het dagelijksch bestuur geene onstaathuishoudkundigei' maatregel had kunnen voorstel len dan den nu voorgestelden. Dat is wat hard, want bij zoodanig ingrijpend voorstel is het dagelijksch be stuur wel degelijk doordrongen van de belangen dei- burgerij en worden die behoorlijk overwogen. En buitendien, moeten ook wij vraagt spreker, niet bij dragen en hoog bijdragen in de lasten die der burgerij worden opgelegd Omgekeerd moet hij zeggendat hij geen onstaathuishoudkundiger voorstel kent dan dat van den heer Pot, om een tekort op eene leening te dekken door een nieuwe geldleening, want gesteld al eens dat gedeputeerde staten zulk eene leening goed keurdendan zou die strekken voor 1875, maar dan zou de toestand voor 1876 nog erger wezen, en in 1877, als er naar men hoopt meer welvaart zal zijn, zal men moeten Voorzien in het kwaad slot van 1874; dus dan ook leeningen voor de tekorten in 1876 en 1877. De heer Pot heeft gesproken van een hellend vlak, maar dan zou men zeker op een hellend vlak staan Vlissingen dompelen in eene zee van schuld en de be langen der ingezetenen met voeten getreden hebben. Niet het dagelijksch bestuur dus is onstaathuishoudkun dig in zijn voorstelmaar de heer Pot in zijn punt van uitgang om het tekort op den gewonen dienst door eene geldleening te vinden. Overigens betoogt spreker in het breede, dat ook de wet zich tegen het voorstel van den heer Pot verklaart, waartoe liij zich beroept op de bewoor dingen van art. 240 der gemeentewet. Het tekort spruit voort uit de gewone uitgaven en dit mag niet door eene leening gedekt worden. Hij zal dan ook tegen het voorstel van den heer Pot stemmen, hoewel hij evenzeer als ieder ander met leedwezen de noodzakelijkheid der verhooging van den hoofdelijken omslag aanziet, doch hij weet geen ander middel. De lieer Pot antwoordt, dat hij het nu behandelde punt niet beschouwd heeft als een afzonderlijk voor stel van burgemeester en wethouders, maar als een sluitpost der begrooting. Mocht hij echter burgemeester en wethouders belcedigd hebbendan heeft hij dit zonder opzet gedaan en wil hij gaarne amende honorable doen; de teruggeworpen beleediging op zijn persoon zal hij gaarne dragen. Overigens wijst hij op de uit zondering die voor de toepassing van art. 241 der ge meentewet wordt toegestaandiezelfde uitzondering zou men allicht ook voor de toepassing van art. 240 kun nen krijgen. Hij volhardt daarom bij zijn voorstel. De heer Verkuyl Quakkelaar geeft te kennen dat hij in den aanvang ook wel over het sluiten eener leening heeft gedacht, maar met het oog op liet nadeelig saldo over 1873 ad 12000 en over 1874 ad f 20,000, is hij daar niet voor; wél in een volgend jaar als de schuld achter den rug is. Overigens ver wijst hij naar rrt. 136 der gemeentewet, hetgeen den heer van Uije Pieterse aanleiding geeft om dat artikel een gezegend artikel te noemen, daar het tweede lid bepaalt dat elk besluit tot het doen eener geldleening de middelen moet aanwijzen waaruit de renten en aflossing der leening zullen gevonden worden. Hierdoor wordt voorkomen dat men maar lecnen zou zonder middelen tot dekking op de begrooting te brengen, evenals een huisgezin dat to kort komt en maar van jaar tot jaar leent en ten slotte in den afgrond verzinkt. Nadat de beraadslaging is gesloten, wordt het voor stel van den heer Pot in stemming gebracht en ver worpen met 11 tegen 2 stemmen. Vóór stemden de hoeren Pot en de Kruyff. De post van den hoofdelijken omslag ad 34,000 wordt vervolgens met 9 tegen 4 stemmen a a n g e n o- men. Tegen stemden de heeren de Kruyff, Verkuyl Quakkelaar, van der Hijden en Pot. Het voorstel om de omvoorziene uitgaven uit te trek ken op 1652.41 wordt aangenomen met algemeene stemmen op éen na, zijnde die van den heer Pot. De geheele begrooting, ten bedrage van f 159,266.80, (dus f 10,235 minder dan de oorspronkelijke raming) wordt aangenomen met 10 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de lieer n Verkuyl Quakkelaar, van der Hij- den en Pot. Burgemeester en wethouders worden alsnu gemach tigd tot opzending aan gedeputeerde staten van de genomen besluiten omtrent de heffing der verbruiks belastingen en de te verleenen subsidiën aan de gast en weeshuizenen van het verzoek aan den koning om machtiging tot het heffen voor 1875 van een hoofdelij ken omslag ten bedrage van hoogstens f 40,000. Naar aanleiding van een brief der commissie voor den Middelburg-Vlissingschen rijweg, ten verzoeke van P. Censewordt die commissie gemachtigd tot het doen rooien en verkoopen van zes olmen boomen, staande op genoemden weg tegenover de buitenplaats de Parelaangezien die boomen hinder veroorzaken. Verder niets meer aan de orde zijnde, wordt de zittiug gesloten. Algemeen Overzicht, Nadatzooals wij voorspeldenZaterdag de heer van Forkenbeck „onder dankbetuiging voor het iu hem ge stelde vertrouwen" het voorzitterschap van den Duitschen rijksdag weder had aanvaard, kwamen een paar inte ressante puuten in behandeling. In de eerste plaats eene interpellatie van den heer Winterer. Deze ver haalde dat zekere Johan Hemmerleeen Elzaser die voor Frankrijk had geopteerd en in den Elzas was geko men om zijne ouders te bezoeken door de gendarmes, onder bewering dat hij dienstplichtig waswas gearres teerd en toen hij wilde vluchten was nedergeschoten. Een ander Fransch onderdaanvoormalig Elzaser, An ton Devbach was eveneenstoen hij zijne ouders be zocht, gearresteerd, en niettegenstaande hij een Fransche pas hadte Wezel gevangen gezet. Voorts deelde de heer Winterer mede, dat zij die voor Frankrijk hebben geop teerd op allerlei wijze door de politie werden lastig ge vallen en onder bedreiging van onmiddellijk over de gren zen te zullen worden gebracht werden aangemaand om hunne optie te herroepen. Do interpellant vroeg daar om aan de rijksregcerlngof deze van de medegedeelde voorvallen kennis draagt? op grond van welke rijkswet zij meent die te kunnen verdedigen, en hoe zij dergelijke voorvallen denkt te voorkomen? De heer Herzogdirecteur der af deeling voor ElzasLotharingen der rijkskanselarij betwistte den heer Winterer het recht om over deze zaak de regeeriug te interpell'eerendaar de verdediging van de rechten van buitenlanders de taak der vreemde regeeringen is. Op eene reclamatie van het Fransche gezantschap was

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2