F 276.
MIDDELBURGSCHE
Vrijdag
1874
COURANT.
20 November.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2tn Paasch- en Pinksterdag
De prijs per 3/m., franco is f 3.£>0.
en een der Kerstdagen.
Middelburg 19 November.
Een bij de regeering ontvangen telegram uit
Indië van den 14en dezer meldt, dat de ge
zondheidstoestand te Atchin zeer ongunstig is.
Er heeft zich éen cholera-geval voorgedaan.
Te Kotta A lam is eene batterij opgericht,
waarbij 2 man zijn gesneuveld; de luitenant
Brandeler en 15 man werden gewond.
De Atchineezen willen niet meer vechten,
tenzij zij door de Hoeloeboehangs worden aan
gevoerd. Longbatta blijft vechten.
De tollen op den rijweg tussckcn Middelburg en
Vlissingen voor 1875 zijn heden op het raadhuis alhier
verpacht aan JC. van de Putte, te Oost-Souburg, voor
f 800. Voor het loopende jaar bedraagt die pachtsom
f 1035.
Uit Delft wordt aan bet Vaderland geschreven dat
uit een groot aantal sollicitanten de heeren mr. J. H.
de Stoppelaar, president van de arrondissements
rechtbank te Middelburg, mr. J. A. Haakman, substi
tuut-officier te Haarlem, en mr. P. van Bemmclen rechter
te Leiden, zijn voorgedragen door den minister van
buitenlandsche zaken in overleg met zijn ambtgenoot
van justitie aan de Egyptische regeeringom te Worden
benoemd tot leden der gemengde rechtbanken te Alex-
andrië, Caïro en Zagazig.
Het tegen a. Zondag voorgenomen concert van het
Harmoniegezelschap Accelerando alhier wordt, naar
men ons mededeelt, wegens bijzondere omstandigheden
uitgesteld.
Naar de Vlissingsche courant meldt, bestaat onder
de ingezetenen te "Vlissingen het voornemen om bij
adres den gemeenteraad te verzoeken don hootdelijken
omslag voor het volgende jaar niet aan te nemen, maar
liever eene leening te sluiten om in de behoeften der
gemeente te voorzien. De verhooging van den hootde
lijken omslag van f 13,000 tot f 35,000 wordt, aldaar
beschouwd de draagkracht der ingezetenen te boven
te gaan.
Tot lid van den gemeenteraad te Biggekerke is
met 30 van de 56 uitgebrachte stemmen bij herstemming
gekozen de heer P. Polderman.
De Goesche vredebond heeft aan de tweede kamer
een adres gericht tot ondersteuning van het bekende
voorstel der heeren Bredius en van Eek, om het stel
sel van arbitrage in internationale geschillen zooveel
mogelijk te bevorderen.
De heer W. A. de Jonge, geboren te Zierikzeeis
aan de hoogeschool te Leiden bevorderd tot doctor in
de rechten, met stellingen.
Men schrijft ons uit Botterdam
Dinsdag avond heeft mT. J. D. Veegens in eene bij
eenkomst van het Rotterdamsche Spreekgezelschap de
stellingen verdedigd: „1° Eene directe postverbinding
met Engeland is voor Nederland eene nationale behoefte.
2° Vooralsnogin dc bestaande omstandighedenis Vlis
singen het meest geschikte uitgangspunt voor zoodanige
verbinding."
Het was een druk bezochte bijeenkomst, die blijk
gaf van groote belangstelling in het onderwerp dei-
debatten. Er waren ook gasten uit Zeeland tegenwoor
dig, en uit Rotterdam waren aanwezig leden van het
gemeentebestuur, van de kamer van koophandel en
vele notabiliteiten op het gebied van handel en scheep
vaart.
De heer Veegens begon met de groote bezwaren uit
een te zettenaan de tegenwoordige postregeling ver
bonden, en deed vervolgens uitkomen dc belangrijke
voordeden van een rechtstreekschen postdienst op
Engeland. Door zijne ligging was Neder- land ge
roepen om het middelpunt te worden van het verkeer
tusschen Engeland en een groot deel van Europa,
doch wij hebben onsondanks onze natuurlijke voor-
deelen, door België, dat zooveel vroeger met zijne
spoorwcggeraeenschap gereed was, laten overvleugelen.
Willen wij ons als eene krachtige natie handhaven, clan
moeten wij den stroom van het handelsverkeer weder
hierheen leidenen daartoe zal eene dagelijksche pak
ketvaart van en op Engeland het middel zijn. Uit
een commercieel en uit een politiek oogpunt is eene
directe postverbinding met Engeland eene noodzakelijk
heid.
De spreker kwam daarna tot de vraag, welke onzer
zeehavens het meest geschikte uitgangspunt is. Noch
het Nieuwediep noch Harlingen kan daarvoor in aan
merking komen. De keus is tusschen Rotterdam en
Vlissingen, en nu meende spreker daarlatende wat
het zijn zalals eenmaal de nieuwe Rotterdamsche
waterweg datgene geworden is wat men zich steeds'
voorstelt dat hij worden zal dat Vlissingen dc voor
keur verdient. En uit het oogpunt van snelheidèn
uit het oogpunt van zekerheid en veiligheid van vaart.
Hij wees er op, dat men zelfs nit Harwich de haven
te Vlissingen sneller bereiken kan dan Rotterdammaar
nog grooter zou het voordeel van tijdbesparing zijn,
wanneer men óf Margate óf Sheerness als uitgangspunt
in Engeland koos. Een ander vooideel aan de zijde
van VÜ3singen is, naar zijn ïneening, dat men, op die
haven varendegrooter zekerheid heeft' van geregelde
aankomsthetgeen voor het verkeer van zooveel ge
wicht is. En vooral ook deed hij uitkomen de voor
treffelijkheid van de Vlissingsche haventoegankelijk
voor schepen van den grootsten diepgang. Twee. ge
wichtige bezwaren, aan de keuze van Rotterdam ver
bonden zijn dezebij mistig weder is de nauwe Maas
mond moeilijk te bereiken, en in strenge winters is
het ijs een beletsel om te Rotterdam binnen te komen.
Die bezwaren gelden voor Vlissingen niet; de ruime
haven aldaar is ook bij mistig en dik weer gemakkelijk
te bereiken, en de haven is vrij van ijs.
Het ontbrak niet aan bestrijding. Door drie sprekers
werd het woord gevoerd om de zaak van Rotterdam
te bepleiten tegen Vlissingen. Men voerde aan dat de
kortere of langere zeereis van de brieven niet de hoofd
zaak is; al komt een brief zooveel spoediger te Vlis
singen dan te Rotterdamdaarom is hij nog niet gauwer
in handen van den geadresseerde; en nu wees men op
den grooten afstand tusschen Vlissingen en Arasterdam
en tusschen Vlissingen en Rotterdam. Ook voor de
correspondentie met het buitenland is Rotterdam gun
stiger gelegen dan Vlissingen. Zoo er dus al van
Vlissingen uit korter communicatie is met de Engelsche
kust, dit voordeel gaat geheel verloren. In zijne re
pliek voerde de heer Veegens daartegen aan: dat, kwam
eene stoomvaartlijn van Vlissingen op Engeland tot
stand, daarmede gepaard moest gaan eene verbete
ring van het spoorwegverkeer. Hij wilde sneltrei
nen doen loopen van Vlissingen naar Roosendaalom
van daar op de snelste wijze de postpakketten verder
te vervoerenen voorts wenschte hij de spoorweg-com
municatie van Vlissingen naar Venlo dienstbaar te
maken aan zijn plan om het verkeer tusschen Engeland
en midden-Europa over Vlissingen te leiden.
Aan de zijde der bestrijders trad men ook in becij
feringen, om aan te toonen dat eene onderneming zooals
de heer Veegens wilde, op enorme verliezen zouuitloo-
pen. Een hunner bood aan, om voor het gelddat de
postverbinding van Vlissingen met Engeland kosten
zou, de geheele Engelsche correspondentie te telegra-
pheeren. Rotterdam, meende men, was in een veel
gunstiger positie, omdat er reeds een stoomvaartdienst
tusschen Harwich en Engeland bestaat, dien men voor
het doeldat beoogd werdslechts had uit te breiden.
Nu had wel de heer Veegens van Margate en Sheerness
gesproken, maar dit zijn onbruikbare havens. Juist wat
de heer Veegens tegen Rotterdam had aangevoerd, gold
in veel sterker mate tegen Margate en Sheernes3. Van
Engelsche zijde zou men dan ook nooit die havens tot
uitgangspunt kiezen voor eene postverbinding met het
vaste land. De heer Veegens antwoordde, dat dan
toch nog vaststond, dat van Harwich of zelfs van Dover
uit de vaart op Vlissingen zooveel korter was, waar
tegen weder aangevoerd werddat voor stoombooten van
grooten diepgang, als de heer Veegens in de vaart wilde
brengen, ook de haven van Dover te ondiep is. Hierbij
zij opgemerkt, dat de spreker, die dit technisch be
zwaar opwierp, te voren verklaard liad, dat om snel
te varen, geen schepen van grooten diepgang gebruikt
moesten worden.
Harwich was alzoo de eenige Engelsche havenwaar
tegen men geen bezwaar maakte, gelijk de heer Vee
gens ten slotte opmerkte. En ook van daar naar Vlis
singen maakt men den weg in zooveel korter tijd. De heer
Veegens maakte zelfs dc berekeningdat wanneer een
sneltrein loopt van Vlissingen naar Rotterdamde brie
venmaal sneller over Vlissingen Rotterdam kan berei
ken, dan rechtstreeks van Harwich over zee. Maar
weder werd betwist, dat het voordeel, in tijdsbesparing
veel zou beteekeneinon in elk geval, meende men, kon
dit voordeel niet tegen zoovele nadeelen opwegen, die
aan de keuze van Vlissingen zouden verbonden zijn. Ook
de argumenten, aan mist en ijs ontleend, werden weer
legd, waartegenover de heer Veegens zich weder heriep
op het getuigenis van den ingenieur Tideman en op dat
van zoovele gezagvoerders omtrent de voortreffelijkheid
der haven te Vlissingen. Hij liet zich niet uit het veld
slaan en bleef hij, zijn gevoelendat zoolang de nieuwe
Rotterdamsche waterweg niet bruikbaarder isVlissin
gen als uitgangspunt voor de postverbinding de voor
keur verdient. En wat nu het bezwaar betreftdat de
onderneming zoo groote verliezen zou opleverendit
schijnt dan toch het comité, aan welks hoofd prins
Hendrik staatniet af te schrikken. Bekommert u niet
riep hij zijnen bestrijders toe „men wil er komen,
men zal er komen, men komt er." Welnu was het
antwoord van een dier bestrijders geldt het niet een
zaak van het gouvernementmaar komt de zaak er
geheel door particulier initiatief, dan zeg ik„ik wil
mij verheugen, ik zal mij verheugen, ik verheug mij."
De zetel der conservatieve Algemeene kiesvereeni-
ging in Nederland is naar Arnhem verplaatst. De
baron van Tuyll van Serooskerke is tot haar presi
dent en de Nieuwe Arnhemsche courant tot haar orgaan
verkozen.
Nu het geheim omtrent het voorgevallene in de zit
ting van den Haagschen gemeenteraad van den
29eu September is opgehevendeelt het Vaderland
daaromtrent het volgende mede":
„De voorzitter berichtte aan de vergaderingdat
hem zijdelings was medegedeelddat de raad bij het
geven der vergunning aan de hoofdcommissie voor het
monument van Thorbeckc niet gelet had op de nood
zakelijkheid om in deze eerst de toestemming te vragen
van den minister van binnenlandsche zaken. Over de
Plaats toch liep 's rijks weg, en de traversen belmoren
onder het beheer van den waterstaat. Voor den afstand
van een gedeelte der Plaats was dus de concessie noo-
dig vau den minister. De voorzitter achtte de zaak
van genoegzaam belang om daarover de opinie van den
raad te vragen."
Na een langdurige beraadslagingwaarbij o. a. op
gemerkt werd dat voor het plaatsen der tenten en kra
men tijdens de Haagsche kermis dan toch nooit de
toestemming van den minister gevraagd werd, besloot
de raad met 14 tegcu 12 stemmen het dagelijksch be
stuur te verzoeken zich over deze zaak tot den minister
te wenden.
SScnocmingen cn beslatten.
HECHTEBL1JK.E macht. Benoemd tot griffier bij het
kantongerecht te Woerden mr. J. W. C. de Jonge van
Ellerneex, advocaat te Oostkapelle.