r 272
M1DDELBURGSCHE
Maandag
1874
COURANT.
16 lovember.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eo l'aasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/xn., franco is f 3 50.
BIJ DKZË COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Middelburg 14 November.
In het gisteren uitgegeven Provinciaal blad van
Zeeland n° 121 deelt de commissaris des lconings aan
de autoriteiten in deze provincie een brief van den
minister van binnenlandsche zaken mede, waarin de
minister klaagt over de meermalen in hem toege-
zondeu stukken voorkomende schrijffouten, misstellin
gen of verkeerde opgavendie bij zijn departement
niet kunnen gecontroleerd worden, zoodat dezelfde
fouten in de koninklijke besluiten worden aangetroffen.
De minister dringt daarom bij vernieuwing aan op de
meest mogelijke nauwkeurigheid bij vermelding der
namenqualiteiten enz. betreffende in de corresponden
tie te vermelden personenniet minder dan op de vol
komen juiste en duidelijke opgave van alle daarbij aan
te halen cijfers en data.
In het gelijktijdig verzonden Provinciaal blad n°122
geeft de commissaris des konings aan burgemeester en
wethouders der gemeenten in de provincie kennis van
het koninklijk besluit van 21 October jl., waarbij het
gewijzigd reglement van politie voor het kanaal door
Walcheren en zijtak voorloopig van toepassing wordt
verklaard op de voormalige marinehaven te Vlissingen,
en het voorloopig plaatselijk reglement voor die haven,
vastgesteld bij koninklijk besluit van 15 Mei 1855,
wordt ingetrokken.
Den 26" dezer zal te 's Gravenhageten behoeve
der staatsspoorwegen, worden herbesteed het maken
,van een gebouw voor ambtenaren der belastingen op
het haventerrein te Vlissingen.
Onder de zaken, die tegenwoordig vrij algemeen de
aandacht trekken, behoort ook het landbouwonder
wijs. Bij de provinciale staten van Friesland is we
der behandeld een voorstel om het middelbaar onder
wijs dienstbaar te maken tot verbetering van het land
bouwonderwijs. Op eene aanvrage om rijkssubsidie
heeft de minister van binnenlandsche zaken geantwoord,
dat hij bereid is de -zaak te ondersteunen en mede te
werkenom eene proef te nemenof op de voorgestelde
wijze het doel kan worden bereikt. De som van f 3000,
waarop de jaarlijksche kosten van een cursus voor land
bouwkundig onderwijs zijn begroot, acht de minister
evenwel te hoog; hij meent dat 2200 voldoende zal
zijn, en is bereid daarvan, nl. ƒ1400, te brengen
ten laste van het rijk, welk cijfer op de staatsbegroo-
ting van 1875 zal worden uitgetrokken, wanneer zij
in nadere behandeling komt. Het overige ad f 800 zou
dan voor rekening der provincie komen. De commissie
uit de staten heeftovereenkomstig het voorstel van
gedeputeerde staten, geadviseerd het aanbod van den
minister aan te nemen en de staten hebben hiertoe
besloten.
Den 30" dezer zal op het Ginniksche kerkhof
eene belangrijke plechtigheid plaats hebben, en wel de
onthulling van het monument, ter nagedachtenis van
de op de Citadel van Antwerpen gesneuvelde officieren.
Naar men uit goede bron verneemt zal Z. M. de koning
zelf de onthulling verrichten.
Blijkens ministerieele opgave in de Staats-courant
van heden zijn van 4 tot 31 October jl.blijkens inge
komen ambtsberichten, door longziekte aangetast:
in Noord-Brabant 8, in Zuid-Holland 49, in Noord-
Holland 4 en in Friesland 55 runderen, dus samen in
het rijk 116. In het vorige tijdperk van vier weken
waren 82 runderen door die ziekte aangetast.
gen zal den 16" December a. in het gebouw der poly
technische school te Delft worden afgenomen. Aan die
betrekking is eene jaarwedde van 1000 verbonden.
Zij die aan het examen deelnemen moeten op genoem
den datum den ouderdom van 18 jaren bereikt hebben.
De vereischte kundigheden worden in de Staats-courant
van heden omschreven.
De gemeenteraad van Elburg heeft besloten de bank
van leening aldaar weder voor een jaar te verpachten.
Volgens een bericht in het Handelsblad is voor de
mijncompagnie Nederland een nieuwe periode aan
gebroken. Blijkens eene kennisgeving van den heer
M. Anker heeft zich nl. een syndicaat van vreemde
kapitalisten gevormd, dat 3000 aandeden wil koopen
tegen 50 pet. De heer Anker biedt voor zijne last
gevers 1500 aandeden voor dien prijs aan, mits de
Nederlandsche aandeelhouders een gelijk bedrag leveren.
Het vergelijkend examen voor de betrekking van
adjunct-ijker der maten, gewichten en weegwerktui
Onzo Haagsche correspondent schrijft ons
het volgende
„Bij het volgen der debatten over de koloniale begroo
ting komt mij telkens Thorbecke's bekend woord voor
den geestde parlagc over koloniale aangelegenheden.
Trouwens met een minister die zooals hij zelf eer
lijk genoeg bekent veel te weinig op de hoogte dei-
zaken is om handelend op te kunnen tredenofschoon
zijne Sm'itiering van koloniale wetenschap groot genoeg
gebleken is om in de beide kamers der staten-generaal
als „de" koloniale specialiteit der oppositie dienst te
doen, verder met een bloemrijk spreker als 's Jacob
en een bulderend persoon als Nierstrasz is 't niet te
verwonderen dat ook de tegenpartij vastloopt op de
blinde klippen van het words, words, words! Jammer
genoeg dat gewichtige zaken onder dien watersnood
zijn verongeluktik bedoel het amendement de Bruijn
Kops c. sdat ingetrokken, en het amendement-Len-
ting c. dat verworpen werd. 't Is waar de voor
stellers van het eerstgenoemde konden den strijd op
geven nadat de minister, schielijk van zijn strijdros:
Portefeuillequaestie afgestegenuit pure conciliatie was
gaan aanbidden wat hij kort te voren had willen ver
branden,, maar ik ben overtuigd dat de zaak van de
opheffing der slavernij buiten Java door die conciliatie
uit nooddwang geen haarbreed verder gekomen is dan
zoo het amendement-de Bruijn Kops verworpen ware
geworden. Het voorstellen van dit araendement was
daarom vrij overbodig; ofschoon ik overtuigd ben dat
het een zeer serieus amendement was, zou ik bijna
gaan gelooven aan een zet van parlementaire taktiek
en dergelijke zetten zijn, bij delvolstrekte ongewenscht-
heid eener nieuwe ministerieele crisis in de tegenwoordige
omstandighedenuiterst onraadzaam. De verwerping
van het amcndement-Lenting heeft mij leed gedaan,
ofschoon mij die niet geheel onverwachts op hc-t lijf
viel.
Bij de vorige Indische begrooting had de tweede ka
mer en ze stelde mij daarin te leur zich ver-
eenigd met van de Putte's voorstel, waarbij aan de
heerendiensten ten behoeve van inlandsche ambtenaren
uitbreiding gegeven werden daarentegen amendemen
ten waarbij de afkoop van alle dergelijke heerendien
sten in beginsel vastgesteld werdverworpengeen
andere dan kleine argumenten kondendacht mij die
leden die ten vorigen jare tot deze besluiten hadden
medegewerkt, thans bewegen ons anders te stemmen.
De vervanging van den heer van de Putte door den
heer van Goltsteinde „verandering van standpunt''
dus, zou alleen hebben kunnen gelden. Nu moge
de door sommige liberalen aangenomen houding op het
oog zeer juist zijnwij willen afwachten tot de alge-
meene regeling van de afkoopbaarstelling of afschaffing
van alle heerendiensten bij de wet, in werkelijkheid is
die houding toch zeer onjuist. Of heeft de kamer nog
niet genoeg de praktische bezwaren van een doortastende
regeling op elk gebied ondervonden, om niet met beide
banden elke gelegenheid van partieele regeling aan te
grijpen? De heerendiensten zijn in beginsel veroordeeld,
door het regeeringsreglement zelf dat ze als een nood
zakelijk kwaad behieldmaar uitbreiding verboodwaar
eene dergelijke veroordeeling bestaat kan er, dunkt mij,
geen gevaar van vooruitloopen op de definitieve rege
ling bestaan. Alleen wanneer men zich de mogelijkheid
kon voorstellen dat er te eeniger tijd eene kamermeer
derheid ten gunste der heerendiensten gevonden werd,
zou men kunnen zeggen: deze quacstie moet gaaf
blijven; noch in den eenen zin, uitbreiding, noch in
den anderen, beperking, mag iets worden gedaan
voordat het beginsel uitdrukkelijk is uitgemaakt. Maar
eene kamer die nu een jaar geleden zonder bezwaar
tot eene tijdelijke verhooging, door den heer van
de Putte voorgesteld, overging, hetgeen zij niet
gedaan zou hebben wanneer diarin eene reactionaire
bedoeling had kunnen gevonden wordenmag
vrijelijk eene geleidelijke vermindering aannemen wan
neer de toegezegde algeheele wettelijke regeling (dat
is: afschaffing) wat lang uitblijft. Is de verwerping
van het amcndement-Lenting dan een échec van de
liberale beginselen, gelijk van zekere zijden beweerd
wordt? Wanneer ik de stemlijst inzie en üe redevoe
ringen nalees, kan ik slechts ontkennend antwoorden.
Zoo het een échec is van de liberale beginselen of aan
de liberale partij dan heeft een gedeelte van de liberale
partij in de kamer zich zelf schaak gezet. Onder de
vreemde argumenten waarmede sommige paradox-lic-
vende liberalen het amendement bestreden, is wel het
allervreemdste ditwat baat het of wij het amendement
aannemen, wanneer de minister het niet verkiest uit
te voeren? Ik herinner mij hoe er eens een kreet op
ging toen Thorbecke, wien men wegens persoonlijke
overwegingen de benoeming t'an een ambtenaar,
geloof ik eens een hooger bedrag wilde beschikbaar
stellen dan hij bij de begrooting had aangevraagdaan
de voorstellers te gemoet voerde dat men den minister
niet dwingen kon van de grootere soul gebruik te ma
ken, wanneer hij van de doelmatigheid der gewenschte
uitgave niet overtuigd was; nu daarentegen wordt dit
zelfde, toen zoo terecht een gewraakt argument, door
een liberaal spreker losweg aangevoerd om een conser
vatief minister tegen een liberaal amendement te dek
ken! Ik heb altoos gemeend dat de minister, ten ge
volge van het beginsel van zelfregeering der natie,
gehouden was de besluiten der kamer ten uitvoer te
leggen. Eene begrootingswet is even goed eene wet
als elke andere, en staat in dit opzicht met organieke
wetten volkomen gelijk."
Eergisteren avond heeft onze vroegere stadgenoote
mejuffrouw Elize Baart, bij haar eerste optreden in
Frascati te Amsterdam tot het voordragen van een
tweetal schetsjes het eene getiteld „Koket", het tweede
„Oude jongejuffrouw" naar het schijnt over het alge
meen een gunstigen indruk gemaakt.
net Handelsblad zegt daarvan dat het twee lieve
schetsjes waren, op innemende wijze voorgelezen. Vol
gens dat blad is mejuffrouw Baart eene getrouwe af
spiegeling van mejuffrouw Mina Kruseman in gang,
intonatie en voordracht. Haar geluid is liefelijk, maar
zacht, en wat gemaniëreerd. Zelden was er verheffing
in hare stem. De twee stukken die zij voordroeg waren
niet zeer belangrijk en beide werden dienstbaar gemaakt
aan de verkondiging der geijkte emancipatie-begrippen, der
eischeu van betere en zelfstandige ontwikkeling der
vrouw, en der wenschelijkheid van een gemakkelijke
echtscheiding. Als lectrice in een klein gezelschapin
ten prettigen huiselijken salon zou mejuffrouw Baart
uitstekend voldoen.
Het Nieuws van den dag wijdt aan genoemde voor
dracht een feuilletonwaaruit blijkt dat een redelijk
aantal personen belangstellend genoeg was geweest de
kennismaking met deze nieuwe lezeres te begeeren.
Naar de opvatting van dit blad was de eerst voorge
dragen schets, waar zij zich geheel op moreel gebied
bewoog, bijzonder goed geslaagd, en liet de teekening
der zoo verschillende gemoedsbewegingen weinig te
wenscben over. Ook toonde de schrijfster gevoelbe
sef van de teederste roerselen van bet menschelijke