1° 268.
MIDDELBURGSCHE
Woensdag
1874
COURANT.
11 November.
Dit Wad -verschijnt dagelijks met uitzondering Tan den Zondag, den 2™ Paasei- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/ra., franco is f 3.SO.
BIJ DEZE COUR! NT BEHOORT EEN. BIJVOEGSEL.
Middelburg 10 November.
Ten aanzien van het verblijf van H. M. de koningin
worclt uit Carlsruhe aan de Nieuwe Rotterdamse he
courant gemelddat H. M. bij aankomst aan het station
aldaar werd opgewacht door de keizerin van Duitsch-
land, den groothertog en de groothertogin van Baden,
de hertogin van Hamilton en vele te Baden aanwezige
aanzienlijken.
Den volgenden dag was er groot diner bij den groot
hertog op bet slot, gevolgd door eene soirée bij de
keizerin, en daags daarna diner bij de keizerin. Ook
bij baar vertrek werd onze koningin door de vor
stelijke personen uitgeleide gedaan.
H. M. bevindt zich thans te Stuttgart, vanwaar zij
voornemens is Dinsdag 10 dezer te vertrekken, om, na
eenige dagen in Zwitserland te hebben doorgebracht,
naar den Haag terug te keeren alwaar zij den 20en dezer
wordt terug verwacht.
Tot lid van do eerste kamer der staten-generaal
is heden door de provinciale staten van Zuid Holland
benoemd mr. A. Blussó, lid dier staten.
Naar wij vernemen zal de hier gevestigde jeugdige
rederij kers vereeniging Ons Genoegen Maandag der
volgende week in de groote zaal van het Schuttershof
alhier, tegen een niet hoogen toegangprijseene open
bare uitvoering gevenwaarvoor inteekcninglijsten bij
de ingezetenen worden rondgezonden. De zuivere op
brengst is voor de helft bestemd voor de vereeniging
t.ot het bezoeken der armen alhier, de andere helft
moet dienen tot tegemoetkoming der Vereeniging in de
kosten voor aankoop van decoratief enz. Vooral ter
wille der armen, en tevens in het belang der vereeni
ging, is het te hopen dat eene ruime inteekening en
een druk bezoek het loon moge zijn voor de moeite
welke de medewerkers zich getroosten.
Onder de leden van het Amsterdamsche studenten
korps circuleer! een adres van sympathie aan generaal
van Swieten, dat reeds met vele handteekeningen is
voorzien. In de laatste dagen begint de sympathie
voor den bevelhebber der tweede expeditie naar Atchin
teekenen van leven te geven 5 't is beter laat dan nooit.
De provinciale staten van Limburg zullen aan den
afgetreden commissaris des konings in dat gewest mr.
P. J. A. U. van der Does de Wülebois, als blijk
van erkentelijkheid, een prachtig album met hunne por
tretten aanbieden. Het is te Parijs vervaardigd en
wordt als een kunstwerk van aanzienlijke waarde ge
roemd; het is in groen segryn leder gebonden, ryk
met zilver beslagen, en behalve met hetNederlandsche
wapen met een opschrift voorzien.
Ter ondersteuning van de motie tot bevordering der
internationale arbitrage door de beeren van Eek
en Bredius in de zitting der tweede kamer van 12 Oc
tober jl. ingediend, heeft het hoofdbestuur van het
Nederlandsck vredebond een ontwerp-adres aan de tweede
kamer vastgesteld en aan de afdeelingen verzonden.
Met het den 28en dezer uit Rotterdam vertrekkende
stoomschip HoUand bestaat, blijkens ministerieele
kennisgeving in de Staats-courant van heden, gelegen
heid tot verzending der correspondentie naar Neder-
landsch-Indië. Behalve naar Batavia zal mede eene
brievenmail naar Padang verzonden worden.
Onze Haagsehe correspondent schrijft onder
dagteekening van Zondag.
„De houding door den heer van Goltstein gisteren
in de tweede kamer aangenomen heeft nog al opzien
verwekt. Men keurt het in het algemeen niet af dat
een minister in de landsvertegenwoordiging boud weet
te sprekenen acht het zelfs prijselijk zoo ter geschikter
tijd de portefeuille-quaestie wordt gesteld maar men
acht daartoe een samenloop van persoonlijke en zake
lijke omstandigheden noodig, die op dit oogenblik bij
den heer van Goltstein niet aanwezig worden geacht.
Ook Rochussen stelde om bij de conservatieve minis
ters van koloniën te blijven de portefeuille-quaestie
op een gegeven oogenblik maar Rochussen was Ro
chussen en van Goltstein is yan Goltstein. Al hande
len twee mcnschen in zekere omstandigheden precies
op dezelfde wijze, toch kan de handeling niettemin
verschillend zijn. Dit voor zooveel de personen aan
gaat; wat de zaken betreft; is de bedreiging met de
portefeuille quaestie alleen gewettigd als middel om
gewichtige voorstellen aangenomen te zien. De minis
ter die een ingrijpend voorsteleen voorstel van wijde
strekking of grondige organisatie indient, mag zeggen;
„Indien de kamer niet met mij medegaat, moet ik aftre
den. Ik acht de aanneming van mijn voorstel in 'o lands
belang noodig; wijst men het af dan ontvalt mij niet
alleen de kracht tot hervormingmaar ook de kracht
om naar behooren te besturen." Maar dat de heer van
Goltstein zich aldus uitlaathijwiens toppunt van
politieke wijsheid in „rust nemen en uitblazen" blijkt
te bestaan, klinkt zoo vreemd dat men er bijna om
lachen zou. Eene bedreiging met aftreding van de zijde
van een man met groot organisèercnd talent of gouver-
nementeele kracht begaafd helpt veelalomdat zelfs zij
die den voorgestelden maatregel niet zoo vurig wen-
schen den man niet willen prijsgeven; maar nu vraag
ik welke partij bij het aanblijven van den huidigen
minister van koloniën belang heelt? Meent hij dat de
liberale partij iemand gaarne aan het bestuur houden
zal die zich, zij 't ook onder allerlei bedekte termen,
als een aanhanger der koloniale reactie heeft doen ken
nen? Beeldt hij zich in dat die partij z(k> zeer inge
nomen is met de verklaring dat de minister een voor
stander is van inlandsch onderwijs en van spoorwegen,
dat zij hem daarom volstrekt aan het roer wil houden
Dan heeft hij zich waarschijnlijk bedrogen. Wat de
eigene partij van den minister betreft, kan er bij
haar eene andere overweging om hem te houden
en te steunen bestaan dan de vrees om het
reeds niet zeer sterke ministerie te verzwakken?
Een minister van koloniën, zooals de heer van Golt
stein ik zeg dit niet om af te dingen op 's mans talen
ten kan menzoo te zeggeniederen dag binnen
of buiten de kamers vinden. Wanneer noch persoonlijke
ondervinding van de Indische toestanden, noch lang
durige administratieve ervaring vereischt worden, stil-
zittten kan iedereen. Had de minister zich beroe
pen op zijne onervarenheid en onbekendheid en gezegd:
„ik kan geen ingrijpende voorstellen doen en zelfs geen
bepaald politiek standpunt innemen zonder grondige
studieheb dus geduld en ontzeg mij uwen steun niet",
dan had hij tijd kunnen winnen en zou de geheele
kamer, de liberale partij niet uitgezonderd, zich bij
zijn tijdelijk stilstaan hebben nedergelegd. Maar steun
eischen als middel om tot gouvcrnementeele kracht te
geraken mag alleen de man die een stelsel van hande
len heeftmet een stelsel van stilstaan heeft men geen
aanspraak op gouvernementeele kracht, en verbeurt
men den steun van die partij, die de nadeeligste ge
volgen voor Indië vreest van het bestendigen van den
toestand van overgang, waarin de kolonie door den
slappen gang der hervormers is gebracht. Het komt
mij voor dat de schijnbaar krachtige houding van den
heer van Goltstein bet ministerie niet zeer versterkt.
„Er is in den laatsten tijd veel geschreven over de
„antinationale handeling" van het gemeentebestuur van
Rotterdam, dat geweigerd heeft aan de firma Enthoven
alhier de aanneming te gunnen van een ijzeren brug
voor denzelfden prijs, waarvoor de laagste aannemer
bij publieke uitbesteding, eene buitenlandsche firma,
had ingeschreven. Nog dezer dagen las ik daar
over eene echt Fransche, dat is oppervlakkige en
zonder kennis van zaken geschreven beschouwing
in een hier verschijnend Fransch blad, dat in Noord-
Brabant gedrukt en door een voormaligen redac
teur van wijlen het orgaan van den „vierden stand"
De Vrijheid en een journalist uit den staf van den
ridder Canteloube, die Nederland voor het ultramon-
tanisme winnen zou, geschreven wordt. Ik meen dat
het gemeentebestuur van Rotterdam niet anders had
mogen handelen. Volgens de gemeentewet moeten alle
gemeentewerken, openbaar worden aanbesteed. De aan-
besteder mag zich voorbehouden om liet werk al dan
niet aan den laagsten inschrijver te gunnen, met andere
woorden om de soliditeit der inschrijvers te beoordee-
len, maar het kan het werk niet gunnen aan den een
tegen den inschrijvingsprijs van den ander. Geschiedt
dit en men heeft dat van Rotterdam gevergd dan
is de gunning niet publiek, maar het gevolg van
een onderhandsch contract. Dit nu is in strijd met
de wet. Wel kan door gedeputeerde staten ver
gunning tot afwijking van den gestelden regel ge
geven worden, doch het is de vraag of die ver
gunning anders dan in het belang der gemeente zal
worden gegeven. Het is mij niet duidelijk dat con
tracteeren met Enthoven voor de gemeente Rotterdam
voordeeliger zou zijn dan contracteeren met Harkort.
Wat daarentegen stellig nadeelig voor Rotterdam zou
wezen, is dat vooreerst buitenslands de meening zou
kunnen ontstaan dat men bier te lande slechts voor
de leus aanbesteedde, en de buitenlandsche inschrijvers
eenvoudig gebruikte om de berekeningen der binnen-
landsclie inschrijvers te controleeren, eene meening die
spoedig, tot groote schade der Nederlandsche publieke
kassen, de onthouding der buitenlandsche inschrijvers
zou ten gevolge hebben. In de tweede plaats heeft, hij
die ondershands uitbesteedt minder recht dan de aan-
besteder bij openbare inschrijving. Wanneer men al
deze overwegingen niet, opzettelijk of uit onbekend
heid over het hoofd ziét,- moet men wel erkennen dat
het gemeentebestuur van Rotterdam hier even prijselijk
gehandeld heeft als de minister Heemskerkdie onlangs
afwijzend beschikte op een verzoek van Nederlandsche
werklieden om buitenlandsche concurrentie bij aanbe-
stedingen te weren."
benoemingen en besluiten.
ministerieels bepautementen. Toegelegd een
tweede pensioen, ten bedrage van 2422 's jaars, aan
mr. J. II. Geertsema Czn., afgetreden minister van
binnenlandsche zaken, met instandhouding van het hem
den 28cn Juni 1866 verleende pensioen van f 516 's jaars.
ridderorden. Vergunning verleend aan dr. L. H.
Verwey, te 's Gravenhage, tot het aannemen en dragen
der versierselen van ridder der orde n an de Kroon van
Italiëhem door Z. M. den koning van Italië geschonken.
schutterijen. Eervol ontslag verleend, op ver
zoek, aan J. J. van Uije als 2® luitenant bij de dienst
doende schutterij te Zierikzee, onder gehoudendheid
tot het volbrengen van de op hemuit kracht der wet
nog rustende verplichtingen als gewoon lid der schut
terij bij de reserve, met al dë gevolgen daaraan door
de wet verbonden.
Merknleuws.
In den ring Ingen (Gelderland) bestaande uit tien
gemeenten, komt eerdaags door het vertrek van den
predikant te Kesteren de vijfde vacature, zoodat alsdan
iedere predikant in twee gemeenten de dienst zal moe
ten vervullen.
Door de centrale commissie der Vereeniging voor
het vrije beheer der kerkelijke goederen van de her
vormde gemeenten is aan de bestaande colleges in ons
vaderland een opmerking gericht, waarin ten sterkste
aangedrongen wordt op liet bandhaven van het vrije
beheer zonder rechtstreekschen of zijdelingschen invloed
der algemeene synode.
Landbouw.
Te Winkel (Noord-Holland) wordt eene vennootschap
met een kapitaal vun 100,000, in aandeelen van 500,