BUITENLAND.
(ttoiTÉSpmlciitie.
een hooggeplaatst ambtenaar zich met die zaak inliet,
heeft de minister onmiddellijk per telegraaf inlichtingen
gevraagd en daarbij te gelijk het verzoek gericht tot
staking van iederen aandrang van het bestuur. De
gouverneur-generaal heeft daarop geantwoorddat de
conversie plaats had op algemeen verlangen van de
bevolking en dat van aandrang van de zijde des be-
stuurs geen sprake was. De minister moet in deze op
de loyauteit van het Indisch bestuur vertrouwen en
derhalve thans aannemen, dat noch door den gouver
neur-generaal noch door andere regeeringspersoncn
eenige aandrang, direct of indirect, wordt uitgeoefend
bij de conversie van communaal in individueel bezit.
Ten slotte deelde de minister mede, welke z. i. de
betrekking van den minister van koloniën tegenover de
kamer behoorde te zijn. Aan een minister in 't alge
meen kon eene afwachtende lionding van de kamer
welkom en aangenaam zijn. Maar voor de minister van
koloniën is dit niet voldoende. De belangrijke beslis
singen door hem te nemende verantwoordelijkheid
die op hem rust, zijne verhouding tegenover het zoo
zelfstandige bestuur in Indië, vergen dat geen twijfel
mag blijven bestaan omtrent den steun dien zijn be
stuur vindt; anders zou het de noodige kracht missen
om zich te doen gelden. Dit is geen persoonlijk, be
lang, maar eene quaestie van landsbelang. De minister
die er in zou berustendat hem voorstellen worden
opgedrongen in strijd met zijn richting of die hij voor
beslissing nog niet rijp achtzoodanig minister zou niet
langer ten voordeele des lands op deze plaats kunnen
werkzaam zijn.
De lieer Heij denrijck verklaarde zich onbevredigd
met 's ministers verklaringen omtrent de conversie. De
reis van den algemoenen secretaris bewijst de gezags-
inmenging en het feitelijk bestaan van ecu toestand
beslist over de wettigheid daarvan niet. Die wettig
heid werd door hem betwist. Temeer, omdat, blijkens
mededeelingen uit Indië, de voorgenomen regeling niet
eens op algemeene toestemming van de bevolking rust
(waarvan art. 171 van het regeerings reglement spreekt),
maar ook op het verlangen van enkelen de verdeeling
kan worden doorgedreven.
De heer Mirandolle noemde het inconstutioneel dat
de minister is begonnen met de portefeuille-quaestie te
stellen. Dat kan niet bevorderlijk zijn aan liet ge
meen overleghetwelk voor den minister onmisbaar is.
Ongunstig steekt 's ministers houding af bij die van
zijn voorganger. Deze heeft met kracht bestuurd en
kunnen besturen, en toch heeft hij nimmer zulk een
bedreiging doen lioorcn. Alsnog hoopte hijdat
de minister daarvan zou terugkomen en in elk geval,
dat de bedreiging geen invloed zou hebben op het
handhaven der amendementen.
De heer van Houtenmet genoegen 's ministers ver
klaringen gehoord hebbendebetoogde dat de conversie
van het landbezit een zuiver sociaal vraagstuk is in
'tbelang van den landbouw, welks intensieve ontwik
keling onmogelijk is zonder duurzame betrekking van
den landbouwer tot zijn grond. Maar de minister
had, bij de uiteenzetting der drie door hem besproken
hoofdpunten, geen koloniaal programma gesteld. Ware
dit het geval geweestdan eerst kwam de quaestie van
vertrouwen te pas. Maar de minister had niet bewezen
in de koloniale toestanden reeds diep te zijn doorge
drongen. Een eigen, vaste oxertuiging had hij niet
aan den dag gelegd. Hij zelf neemt een afwachtende
houding aan. Kan hij dan van de kamer iets anders
verwachten? Kan hij dan van haar een votum van
vertrouwen vragen? Neen en hij althans zou zijn neu
trale positie blijven handhaven.
De minister van koloniën ontkende een votum van
vertrouwen te hebben gevraagd: bij wensclite alleen
zekerheid omtrent het verlangen der kamer, als zede
lijke steun tegenover het Indisch bestuur.
De minister meende de onwcttelijkheid der conversie
nergens uit te kunnen afleiden. Maar hij blijft zich
bepaald tegen directe of indirecte pressie van hét gezag
te verklaren. De rei3 van den algemeenen secretaris had
daarmede trouwens niets uitstaande. De mededeelingen
deswege en omtrent de aangenomen regelinguit Indië
gekomen en waarop de heer Heijdenrijck zich beriep,
waren dan ook onjuist. Algemeene toestemming van
de bevolking was dan ook voor den minister de conditio
sine aua non.
De heer Nierstrasz beaamde 's ministers verklaring,
dat men in de gegeven omstandigheden rekening moet
houden met hetgeen eenmaal in Indië bestaatdat er
van stilstand of reactie dan ook geen quaestie kan zijn.
Omtrent bet individueel landbezit merkte hij opdat
overal waar het bestaat, de minste welvaart heerscht.
Maar dit daargelaten, sprak bij meer speciaal zijn af
keuring uit over de door niets gewettigde zending van
den heer Levyssohn Norman die bevendien bij de sui
kerregeling den inlander en den lande reeds zooveel
schade heeft gedaan. Hij wantrouwde ook zijnerzijds de
loyauteit van den gouverneur-generaal niet, maar die
landvoogd scheen de dupe te zijn geworden van de
comedie, welke bij de zaak is gespeeld; van de kunst
matige demonstratiënwaardoor men den natuurlijken
loop van zaken belemmerd heeft. Hij had van den mi
nister sterker afkeuring van die regeeringspressie
verwacht.
De heer Kappeyne van de Coppello, terugkomende
op het slot van 's minister eerste rede, zag daarin de
erkenning van het constitutioneel begripdat hij geen
zedelijk gezag als minister kan hebben dan voor zoover
hij het ontleent aan de kamer. In den geest dier ka
mer heeft hij dan ook te handelen en die geest ligt
in de richting van de politiek de3 vorigen ministers.
Deze is wel afgetreden, maar zijn politiek is gebleven
en de kracht zijner partij is noen binnen, noch buiten
de kamer afgenomen. Aan den tegenwoordigen minis
ters derhalve een votum van vertrouwen te geven wan
neer hij verklaart niet in diezelfde richting te kunnen
regeeren, gaat niet aan. Bij de behandeling van de
voorgestelde en misschien van andere amendementen
zal het dan ook blijken of de minister gemeen overleg
met de kamer wil plegen. De kamer heeft hoogeren
dunk van don minister rlan hij zelf en vertronwt, dat
hij de onmiskenbare moeilijkheden aan zijn tegenwoor
dige positie verbonden, wel zal weten te overwinnen.
De minister van koloniën antwoorddedat zoo hij al
niet als een man van de tegenovergestelde richting op
treedt, hij toch zeker niet de richting van zijn voor
ganger zal volgen. Dit heeft hij reeds bewezen door
het terugnemen van eenige posten die oorspronkelijk op
de begrooting waren ingetrokken. In dc beslissing
derhalve over de amendementen, strekkende 0111 die
posten weer op de begrooting te brengen, zal de be
slissing liggen over het verschil dat tusschen den minis
ter cu zijn ambtsvoorganger bestaat.
Dc algemeene beraadslagingen werden daarop geslo
ten en. die over de onderdeden van hoofdstuk II der
uitgaven (in Nederlandseh Indie) aangevangen.
Bij de afdeeliug justitie had eene gedachten wisseling
plaats tusschen de heeren MirandolleNierstrasz en den
minister: 1° over de besluiten betrekkelijk de examens
voor rechterlijke ambtenaren; 2° over het meermalen
besproken politie-reglement voor inlandsche dienstboden.
In 't belang der rechterlijke macht bleef de minister
strengere eisclien noodig achten dan in het jongste
(thans ingetrokken) besluit voor rechterlijke ambtenaren
zijn gesteld. Omtrent de wijziging van het politie-
reglement wordeu nog de mededeelingen van het Indisch
bestuur afgewacht.
Een amendement van den hecr C. van Nispen tot
vermindering van den post voor personeel bij liet de
partement van justitie, met ruim /"li,000, werd ver
worpen met -13 tegen 14 stemmen.
Daarna zijn de beraadslagingen aangevangen over liet
amendement van de heeren de Bruijn Kop3 c. s. 0111
een memoriepost uit te trekken voor dc afschaffing der
slavernij in de buitenbezittingen.
Aan de beraadslagingen daarover namen deel: voor
eerst de heeren Kopsde Jong, van Wassenaer en
Kappeyne, die het voorstel verdedigden op grond van
art. 115 regeerings-reglementdat eindelijk uitvoering
eischte en op grond van de telegrafische aanvraag
van den gouverneur-generaal 0111 den memoriepost op
cie begrooting te brengen. Nadrukkelijk verklaarden
de verschillende sprekersdat die gronden reeds
elk hostiel karakter aan het amendement ontnemen
zij ontkenden dan ook stellig met dat voorstel eenige
onwelwillende bedoeling jegens den minister te hebben.
Ten tweedede heer Godefroidie de gehecle zaak
onnoodig achtte, omdat z. i. rechtens de hier bedoelde,
niet-geregistreerde slaven reeds vrij waren krachtens
de voorschriften tot uitvoering van de wettelijke bepa
lingen zoodat van schadevergoeding geen sprake kon
zijn.
'Ten derde, de heeren Messchert van Vollenhoven,
's Jacob, van Naamen en Insinger, die met klem deden
uitkomen hoe hier geen sprake kon zijn van de beslis
sing overliet beginsel der slavernij-af schaffing. Daar
over was geen strijd. Volkomen overeenstemming be
stond hieromtrent. Niemand wil bestendiging van
slavernij. Maar er zijn zwarigheden van uitvoering,
verschil was daarover en er waren op 't oogenblik
financiecle moeielijkheden. Daarom was de maatregel
ontijdig; dc minister oordeelde evenzoo en hem in deze
tegenover den gouverneur-generaal plaatsende, nam
men wel degelijk een hostiele houding aan.
Zitting van Meandag 9 No-rember.
Per telegraaf
De beraadslagingen over het ingediend amendement be
treffende de afschaffing der slavernij in de buiten-bezittin
gen werden voortgezet. De minister van koloniën toonde
in eene uitvoerige rede aan dat er geen verschil bestond
over liet beginsel dier afschaffing. De volkomenc on
zekerheid, waarin men omtrent den stand der zaak
verkeert, liet volgens hem niet toe het beginsel dei-
onbepaalde schadeloosstelling uit te spreken. Teneinde
echter een bewijs te geven dat het hem met de voor
bereiding ernst was, bracht de minister een nieuwen
post van f 12,000tot bekostiging van het gevorderd
onderzoek, op de begrooting.
net amendement van de heeren de Bruyn KopsMees,
de Jong, Moens en de Lange om een memoriepost uit
te trekken wegens de schadeloosstelling, werd hierop
ingetrokken.
Het door de regeering voorgestelde artikel wordt
goedgekeurd na aanneming van een amendement van
den heer Godefroi, strekkende om de bedoeling van de
wettelijke afschaffing der slavernij buiten twijfel te
stellen.
Omtrent de conversie van het grondbezit deelde de
minister mede, dat de nader ontvangen berichten hem
aanleiding gegeven hebben den gouverneur generaal aan
te schrijven de reis van den algemeenen secretaris te
doen staken. Daaraan zou voldaan worden.
Algemeen Overzicht.
Het schrikbeeld vau den „gewapenden" vrede, dat
ons zoo uit de troonrede van den Duitseheu keizer als
uit de maatregelen tot betere inrichting van den land
storm in het Duitscke rijk opnieuw tegemoet is getre
den, lieeft ook op anderen denzelfden indruk gemaakt.
De Pall Mall Gazette geeft zich de moeite om uit te
cijferen in hoeverre die vrede, welke door de geheele
wereld zoo gewenscht wordt, werkelijk „gewapend" is
en komt tot de slotsom dat, indien de bewoners van
Europa lust mochten krijgen hunne met zooveel zorg
onderhoudeue wapens eens tegen elkander te keeren,
Rusland met een leger van 750,000 en eene reserve
van 1,740,000 man zou opkomen, Oostenrijk met onge
veer 000,000 man, Italië met 400,000 man, terwijl de
weerbare macht van Engeland op een half inillioen
manschappen geraamd wordt. Frankrijk is echter het
best op den vrede ingerichtwant liet zalvolgens de
tegenwoordige organisatieover twaalf jaren 1,800,000
man onder de wapenen kunnen brengenwaarbij dan
nog eene reserve, die niet minder uitgebreid zal zijn
dan de Duitsche landstorm, geteld moet worden.
Dat men zorg draagt deze wapens niet alleen op het
papier, maar ook ze goed geslepen gereed te houden,
blijkt weder uit eene circulaire, welke de Fransche
minister van oorlog tot de korps-chefs van het leger
gericht heeft. Het betreft het vrijwiHigerschap voor
éen jaar, dat in Frankrijk, als middel om den alge
meenen dienstplicht dragelijk te maken, is ingevoerd.
Tegen betaling van 1500 franken kan men, na een af
gelegd examen, tot dit vrijwilligersckap worden toege
laten. Het blijkt echter dat noch dc Fransohen zeiven,
noch hun generaals, zich een juist denkbeeld kunnen
maken van hetgeen met die instelling, welke men in
gewijzigd en vorm ook in Pruisen vindt, bedoeld wordt.
De Fransche volontaires m au zijn voor het meeron-
deel sierlijke heertjes, die dikwijls slechts zeer onvol
doend onderwijs genoten hebben," op grond hunner 1500
franken den neus optrekken voor allen wezenlijken kazer-
nedienst en in dien afkeer door de inschikkelijkheid dei-
generaals versterkt worden. De minister van oorlog-
wil daaraan een einde maken. Hij wil dat het vrij-
willigerschap van een jaar de jongelieden die eene
goede opvoeding en goed onderwijs genoten hebben,
werkelijk dwingt om als soldaat dienst te doen en, al
is het dan ook gedurende korter tijd wezenlijke krijgs-
mans-denkbeelden en indrukken op te doen. In hoeverre
de minister daarin zal slagenbij de Fransche natie,
dje, hoe krijgshaftig ook, van den algemeenen dienst
plicht toch bijna even afkeerig- is als de Nederlandsclie,
zal de ondervinding moeten lecren.
Over de Fransche politiek bewaarden wij sedert
eenige dagen het stilzwijgen om de eenvoudige reden
dat in ons kort overzichtdat zich vooral tot daadza
ken dient te bepalen en zich niet met dc aanhoudende
schijnbewegingen der partijen lcau inlaten, niets dat
op daadzaken geleek vermeld kon worden. De veree-
niging der beide centrums blijft het doel waarnaar de
Fransche staatslieden beweren te streven. Daar echter
het linker-centrum staan blijft op liet standpunt van
organisatie der republiek, als het eenige middel om,
met erkenning van den feitelijk bestaanden toestand,
aan de regeering eenige kracht te geven, en het rech-
ter-centrum juist het woord republiek niet wil hooren
uitspreken, komt men natuurlijk geen stap verder.
Wie bij deze onzekerheid liet meest winnen, zijn de
Bonapartisten. Op het oogenblik schrijft men weder
aan Mac-Mahon eene bepaalde overheliing tot de- partij
van het keizerrijk toe, die uit eene door hem met den
generaal Fleury gelioudene bijeenkomst zou blijken.
Natuurlijk wordt het gerucht bijna even spoedig tegen
gesproken als verspreiddoch het is voldoende dat het
geloopeu heeft om opnieuw de regeering te verzwakken.
Italië bevindt zich in het volle rumoer der algemeene
verkiezingen. De minister president, Minghetti, is reeds
herkozen, doch omtrent de overige verkiezingen is nog
niets bekend. Het ministerie meent op de overwinning
te mogen rekenen.
Het verschil dat tusschen Turkije cn de drie groote
Oostersche mogendheden gerezen is omtrent de bevoegd
heid van linmenië en andere afhankelijke staten om
handelstractaten te sluiten, schijnt nagenoeg opgelost.
De porte is gedwongen geweest "toe te geven, 't Is hier
geweest als overal waar kleine lieden met groote aan
'tkersen eten gaan. Een bepaalde stap tot de onaf
hankelijkheid der leenstaten schijnt deze erkenning hun*
ner bevoegdheid echter niet te 'wezen.
Het bombardement van Irun door de Carlisten heeft
nog niet veel uitwerking gehad. Vrijdag avond is het
vuur gestaakt en Zaterdag morgen was het nog niet
hervat. Generaal Lorna was voornemens met zesdui
zend man de bedreigde stad te hulp te komen. Laserna
van zijn kant is van Logrono aan de Ebro opgerukt
in de richting van Haronaar men veronderstelt
met liet plan om eene belangrijke operatie uit te voeren.
Naar aanleiding van het laatste ingezonden stuk van
den heer Jeronimus over hetgeen door de bakkers te
Middelburg verdiend wordt of kan worden, ontvangen
wij twee brieven.
Den een zijn wij verplicht ter zijde te leggen om
dat daarin uitsluitend de persoonlijke b e d o e 1 tn-
gen van den heer J. ter sprake gebracht en verdacht
gemaakt worden.
Zoo gaarne als wij bereid zijn iedere wederlegging der
cijfers van den heer J. te plaatsen, zoo stellig moe
ten wij weigeren onze ruimte beschikbaar te stellen
voor eene tegen zijn persoon gerichte polemiek.
De andere brief, van den heer K. J. M. Wasch
alhierbevatbehalve een en ander dat weder geheel
van persoonlijken aard is, het volgende:
„Voorts deel ik ter geruststelling aan het publiek
mede dat de bakkers gecu G cent en veel minder
7 i cent aan een kilo brood verdienenhetgeen ieder
op zijn vingers, zelfs volgens de opgegeven cijfers van
J. R. Jeronimus, voor zoover dezelve waarheid zijn,
kan narekenen, ook al werden er in éene bakkerij 390
brooden daags gebakken. Zoo is er echter hier niet
eene, maar wel voor het meerendeel beneden de 80.
Verder noodig ik ieder, die de waarheid van mijn ge
schrijf in twijfel mocht trekkenten mijnent uit om
het met mij dan eens te komen narekenen."
Do Bedactie.