M. A. va KoeLveld van. Ankerenals commissaris van
politie te Utrechtonder dankbetuiging voor de goede
diensten door hem als zoodanig bewezen.
koloniën. Eervol ontslag uit 's lands dienst verleend,
op verzoek, aan den Oost-Indischen ambtenaar
G. L. J. A.ten rechte G. A. J. A. Rothelaatstelijk
opziener over den instrumentmakerswinkel en de draaierij
bij den artillerie-constructiewinkel te Soerabaija, thans
met verlof in Europamet behoud van recht op pen
sioen bijaldien hij volgens de bestaande bepalingen
daaaop aanspraak heeft.
fierknienws.
Ter vervulling der nog altijd bestaande vacature bij
de hervormde gemeente te Amsterdam is een drietal
opgemaakt bestaande uit de hoeren predikanten R. F.
Creutzberg te Arnhem G. J. van der Flier te Delft
en G. J. Vos AzD. te Middelburg.
Ter voorziening in de voortdurende vacature is
door den kerkeraad der Nederduitsche hervormde
gemeente te Ylissingen gisteren het volgende zestal
opgemaakt: de heeren Barstra, te Klundert; C. F.
Groenemeijer, te Apeldoorn; J. van Heerdo, te Oude
water; H. C. van Lindonk, te Oosterbcek; F. C. Ma
gendans, te Slijk-Ewijk; I. Montagne, te 's Grave'and.
Marine en leger.
In de bij de Staats-courant van heden behoorende
bijvoegsels is opgenomen het verslag betrekkelijk het
toelatingsexamen tot cadet aan de koninklijk© mili
tairs academie in 1874.
Landbouw.
Met belangstelling namen wij kennis van het ons
toegezonden proefnommer van een in Zeeland verschij
nend landbouwkundig weekblad, onder redactie
van den heer A. F. Marlet, onderwijzer te Hontenisse,
genaamd „de Landbouwschool."
Het programma van „de Landbouwschool" is veel
omvattend. Het blad beoogt niets minder dan te voor
zien in de behoefte van mondeling landbouwonderwijs,
waar zulks nog in 't geheel niet, of slechts van tijd
tot tijd gegeven wordt. Als een gevolg hiervan moe
ten alle wetenschappelijke vakken, welke tot den land
bouw in betrekking staanachtereenvolgens in liet
weekblad behandeldzoodra de inkomsten van het
blad het toelatendoor teekeningen opgehelderd wor
den. Het proefnommer noemt dan ook de verschillende
wis- en natuurkundige wetenschappen, vervolgens den
landbouwmet deu daaraan verw/mten tuin- en boseh-
bouwen ten slotte ook eenige vakken zooals staat
huishoudkunde statistiek, de kennis van eenige voor
name wetten enz., welke noodzakelijk zijn uithoofde
der nauwe betrekking, waarin landbouw en maatschappij
tot elkander staan.
Onder eene rubriek „Tijdvragen" zullen quaestiën
van landhuishoudkundigen aarcl behandeld, vragen be
antwoord en boekwerken beoordeeld worden. De
„Gemengde berichten" zullen het voornaamste bevatten
wat op landliuishoudkundig gebied in binnen- en buiten
land voorvalt; terwijl de „Marktberichten" moeten die
nen om den lezers inzicht te verschaffen in den inter
nationalen handel in landbouw-artikelen en tot bevor
dering van marktkennis.
Als advertentiën worden alleen opgenomen diewelke
op den landbouw betrekking hebben.
Onnoodig te zeggen dat wij aan het verzoek om aan
beveling van het weekbladin het proefnommer tot de
pers in het algemeen gericht, gaarne voldoen.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op „de Land
bouwschool" als op een Zeeuwsch en een landbouw-
orgaan tevens. Indien de landbouw, gelijk in de eerste
Tijdvrafg van bet proefnommer gezegd wordt, nog
geen eigenlijk nationale zaak in Nederland is, ligt de
schuld voor een groot deel daaraan dat de belangen
van dezen gewichtigen talc van onze nijverheid en ons
volksbestaan niet genoeg, door zaakkundigen die tot
het publiek weten te sprekenonder de algemeene
aandacht worden gebracht. Daarin kan, ten deele al
thans worden voorzien door het ontstaan van geschikte
organen der landbouw-wetenschapdoor het vormen
eener uitgebreide klasse van goed onderwezen land
bouwers en landbouwkundigen, die, op de hoogte van
hun eigen vak, tevens in staat zijn hun belangen bij
het publiek voor te dragen. Om deze redenen hopen
wij dat de redactie van „de Landbouwschool" de moei
lijke en veelomvattende taak, die zij op zich genomen
heeft niet een gewenschten uitslag belcroond moge
zien.
Hanstnieuws.
De tentoonstelling van schilderijen in de koninklijke
academie te Berlijn, welke Zondag jl. gesloten werd,
is door een aantal bezoekers uit alle landen en den
laatsten dag door den Duitscken keizer nog bezichtigd.
De verwachting was tamelijk hoog gespannen, daar
rac-u in Du-.tsclnand, tegelijk met de staatkundig© en
militaire ontwikkeling van het herboren rijk, ook gaarne
eene herleving der sclioone kunsten aanschouwen zou.
Deze hoop is echter tot dusverre niet bevredigd. De
tentoonstelling was rijk aan goede, ten deele zelfs aan
sclioone schilderijen, maar wezenlijke meesterstukken,
die als merkteekenen in de geschiedenis der kunst
voorkomen, waren er niet voorhanden. De Kölnische
Zeitung erkent dit feit ten volle. „De verwachting
zegt zij dat de wedergeboorte des Duitschen rijks
ook een tijdperk van nieuwen bloei voor alle kunsten
zou teweegbrengenheeft zich tot heden nog niet ver
wezenlijkt en kon zich, volgens de ervaring onzer ge-
heele geschiedenis, dan ook niet verwezenlijken. De
kunst en dc politiek ontwikkelen zich niet altijd vol
gens dezelfde wetten."
Ook uit een meer materieel oogpunt schijnt de toe
komst der beeldende kunst in Duitschland niet rozen
kleurig te zijn. Op dc tentoonstelling werden bijna
geen schilderijen aangekocht. De Kölnische Zeitung
ziet hierin nog altijd de gevolgen der geldrampen,.
welke in de laatste jaren in Berlijn en Weenen zoovc-
len ongelukkig gemaakt hebben.
(Geiaengde berichten.
Eene dame te Yught, welke Zondag middag op
eene canapé nabij het venster zat, werd plotseling op
geschrikt doordat in hare nabijheid een schot viel en
een puntkogel in de spijl van liet raam terecht kwam, waar
hij bij gebrek aan kracht bleef steken. De politie doet
onderzoek. Waarschijnlijk heeft men hier weder aan
onvoorzichtigheidzoo niet aan baldadigheidte denkeu.
Te Utrecht bestaat eene vereeniging, tot verbete
ring van het vrouwelijk dienstdoend 'personeel. De
leden daarvan betalen eene jaarlijksche contributie van
f 1.50 cn verbinden zich om geen dienstboden in dienst
te nemen, welke wegens wettige redenen door een der
andere leden van de vereeniging zijn weggezonden.
Bovendien mogi.n zij geen liooger godspenning dan
o pet. der huur betalen en moeten daarbij met de
dienstboden overeenkomen dat als deze binnen veertien
dagen haar dienst verlatenzij den godspenning terug
zullen geven.
Te Londen zijn twee vaten boter aan de markt
gebracht, afkomstig van de botermarkt te Deventer,
waarin, behalve boter, ook bovendien een zware kei
steen werd aangetroffen.
De Engelsche natie wordt even dikwijls bevangen
door eene overdreven© ingenomenheid als door een
even buitengewonen schrik voor bepaalde personen,
instellingen of volken. Epnige. jaren geledenonder
Napoleon III, maakte op bijna geregeld terugkomende
tijdstippen de vrees voor eene landing, der Franschen
zich van geheel Groot-Britannië meester. België is
daarentegen sedert geruimen tijd de lieveling der Engel-
sclien, en de tochten der vrij wil ligers-korpsen van beide
landen zijn van die voorliefde het gevolg en het teeken
geweest. Op het oogenblik schijnt echter de Russen-
koorts in Engeland te heerschen. De czaaf, die zijne
dochter bezocht heeft, zijne echtgenoote die met haar
oudsten zoon de verre reis uit Rusland gemaakt heeft
om den rook en den mist van Londen te komen inade
men, laatstelijk de gelukkige bevalling der jeugdige
hertogin van Edinburghhebben de geestdrift voor den
ouden vijand uit den Krimoorlog, den mededinger in
midden-Azië, tot den hoogsten top doen stijgen. Op
dit oogenblik organiseert men in Londen een grooten
tocht der Engelsche vrijwilligers-korpsen naar Moskou.
Met wie ze daar prijs moeten schieten is een raadsel,
daar zulk eene. instelling in het rijk der czaren natuur
lijk onbekend is. Waarschijnlijk zal men echter tegen
dien tijd in Rusland wel eenige schutters „komman
deeren", om zich met de Engelsche als wapenbroeders
te kunnen meten. Het plan wordt zoowel in Peters
burg als te. Moskou sterk aangemoedigd en heeft dus
alle kans van slagen.
In het cirque Suhr te Bucharest had onlangs een
zonderling schouwspel plaats. Een buitengewoon sterk
man van een reizend gezelschap had den sterksten man
uit Rumenie tot een tweegevecht uitgedaagd. Werkelijk
deed zich iemand op, die echter de voorwaarde stelde
dat hij incognito zou blijven en een masker zou dragen.
Algemeen was men overtuigd, dat deze persoon niemand
anders kon wezen dan de om zijn reuzenkracht door
het geheele rijk bekende prins Sturdza. Het cirque
was op den bepaalden tijd stampvol; de hoogste adel
was vertegenwoordigdieder wilde er getuige van zijn
hoe de vreemde atleet door den zoon des lands werd
verslagen. Werkelijk was dit het geval; onder het
donderend applaus der talrijke toeschouwers leed de
vreemdeling de nederlaag. Den volgenden dag zou hij
revanche nemen; weder was geen plaatsje onbezet ge
bleven; de vreemdeling werd weder verslagen; zes
dagen achtereen had hetzelfde schouwspel plaats, den
zevenden dag échter werd de vreemdeling wel ver
slagen, maar de gemaskerde verloor zijn masker, en
daar stond nu voor dc voornaamste adellijken van
Rumenie, niet prins Sturdza, maar August, de clown
van het cirque. Een geweldige storm brak los niet
van bijval, maar van teleurstelling; het publiek brulde
vau woedeeu de Rumeniers stortten als dollen in de
kamplaats om den atleet en zijn overwinnaar in stuk
ten te houwen, die echter het gevaar ontvluchtten; nu
keerde zich de woede tot liet cirque zeiven dat men in
brand wilde 'steken, doch de politie dreef de woe
dende menigte uiteen en het vuur werd met behulp van
spuiten gebluseht.
'SherHiOiueterstavatS.
4 Nov. 's av. 11 u. 49 gr.
5 'smorg. 7u.48gr.'smidd. 1 u.55gr.'sav.Su.52gr.
^kaicKi-generaaii.
tweede sam2h.
Algemeen© beschouwingen over
de staatsbegvrooting\
De regeering heeft het verslag beantwoord.
Zij zegt niet te kunnen diseuteeren over de vragen
of 'skonings raadslieden te recht dc hoop koesteren om
de moeilijkheden, aan hunne betrekking verbonden, te
boven te komen en of de plaatsen beter hadden kunnen
worden vervuld.
Omtrent de bevoegdheiddoor sommige leden uit
een constitutioneel oogpunt aan den dag gelegd, zegt
de minister„De regeering kent liare grondwettige plich
ten en denkt die na te leven.
„De regeering zal zich gelukkig achtenindien zij
zich eenige aanspraak op de dankbaarheid der natie
door heilzame maatregelen mag verwerven.
„Zal zij bestaande bezwaren te boven komen dan is
de steun der parlementaire meerderheid voor haar
onmisbaar; zij durft daarop hopen, maar kan dc om
zichtigheid niet afkeuren van die leden, welke „geens
zins vijandelijk gestemd", toch eene afwachtende houding
wenschcn te bewarenalleen maakt de regeering hierop
aanspraak, dat men haar tijd gunne om te arbeiden en
haar naar haar eigen handelingen en eigen verklaringen
beoordeele, niet naar hetgeen haar door anderen wordt
toegeschreven."
Wat den census betreft, de regeering acht eenige
uitbreiding van hét kiesrecht, binnen de door de grond
wet gestelde grenzenwenschelijkmaar gelooft, niet,
zóo korten tijd na het votum der kamer van 19 Juli jl.,
eeu nieuw voorstel tot wijziging der kieswet te moeten
doen. Om de kiezerslijsten in Februari 1875 op te
maken, zou het noodig zijn zulk ceu voorstel nog in
het tegenwoodige najaar te behandelen en daartoe zou
de kamer waarschijnlijk niet genegen worden bevonden.
Daarentegen wordt reeds een ontwerp in gereedheid
gebracht tot vergrooting van liet aantal leden der tweede
kamer, overeenkomstig de kieswet.
Wat het onderwijs betreft, herhaalt dc minister zijne
verklaringen bij liet adres van antwoord gedaan.
Met behoorlijken spoed wordt aaneen gewijzigd wets
ontwerp voor liet liooger onderwijs gearbeid.
Deze regeering zal geen voorstel doen, waarvan de
zeer verkeerde strekking ware om het peil van het
lager onderwijs te doen dalen. Iedere nieuwe regeling
of wijziging van dc wet op het volksonderwijs moet
veeleer ten doel hebben de hoeveelheid goed onderwijs
te vermeerderen: want het is genoeg bekend, dat die
in ons vaderland nog niet voldoende is.
De regeering beaamt onderscheidene der meenihgen
in 2 van het verslag uiteengezet, bijv. omtrent het
min wenschelijkc der langdurige afwezigheid van minis
ters zonder dat in het interim der departementen voor
zien zij.
Ook de klacht, dat godsdienstige strijdvragen dikwijls
te onpas in den politieken verkiezingsstrijd worden
gemengd, is volkomen juist; maar bij de* bestaande
vrijheid der pers, is er van de zijde der regeering
niets te doen om hierin verandering te brengen.
Wat de bedenkingen betreft omtrent bepalingen der
grondwet, valt het niet te ontkennen dat deze hoogste
staatswet zeer groote, ja bijna onoverkomelijke bezwa
ren aan een herziening in den weg legt. Hieruit volgt
dat de drang van noodzakelijkheid zeer luide moet
spreken, alvorens een bedachtzame regeering een voor
stel tot grondwetsherziening zal doen.
Buiten dat geval is het beter zich enkele belemme
ringen te getroosten, door min volkomene bepalingen
der grondwet teweeg gebracht, zooals die werkelijk
met betrekking tot het kiesrechtde defensie en andere
zaken daarin worden gevonden.
Daarna verdedigt de regcering hare financieele staat
kunde tracht de raming der uitgaven en der middelen
te rechtvaardigen; verklaart dat het volstrekt niet do
bedoeling is het vestingstelscl geheel uit Indische mid
delen te bouwen, maar dat slechts voor 1875 het ge
schiktste middel tot bestrijding der 4 raillioenenin dat
jaar daartoe noodig, is gekozen en behoudt zich ten
slotte voor nieuwe belastingplannen aan de vertegen
woordiging voor te leggen, doch eerst dan wanneer
geformuleerde voorstellen kunnen worden aangeboden.
BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
Reeds gedurende eenigen tijd waren in Duitachlaud
geruchten in omloop, dat de regeering van Pruisen