MIDDELBURGSCHE F 254. 1874, COURANT. 26 October. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.i50. Middelburg 24 October. De eerste winterbijeenkomst der Middelburgsche af deel ing van de Vereeniging ter bevordering van fabriek en hsridwerksnij verheid werd gisteren avond dooi den waarnemenden voorzitter, den heer J. W. de Raad, geopend met een kort woord van herinnering aan den overleden voorzitter, jonkheer de Jonge van Campens Nieuwland, die ook in dezen kring tot aan het einde van zijn leven met de hem eigene humaniteit is werk zaam geweest en warme vrienden en vereerders heeft nagelaten. De voorzitter maakte verder melding van het over lijden der heeren leden F. M. BeunkeH. A. Abrahams, A. H. G. Fokker en A. W. van Heuven; terwijl als nieuw lid is bijgekomen de heer G. van Diesen, zoo dat het ledental der afdeeling thans 121 bedraagt. Mededeeling werd gedaan van een drietal ingekomen missives van het hoofdbestuurwaaronder éen waarbij de afdeelingen verzocht worden hare denkbeelden te doen kennen ten aanzien van de quaestie der oprich ting van maatschappijen, welke ten doel hebben om aan personen uit den handwerksstand woningen te verhuren, en hun die, uit de betaling der huur gedu rende een zeker aantal jaren, in eigendom te bezorgen. Daar de bereiking van dit doel aan eigenaardige be zwaren onderhevig en voor verschillende beschouwingen vatbaar is, acht het hoofdbestuur het wenschelijk daar omtrent het gevoelen der afdeelingen te vernemen en wrijving van gedachten uit te lokken. Deze missive is in handen van een der leden van het bestuur der afdeeling gesteld, om daarover verslag uit te brengen. Vervolgens werd de rekening over 1873/74 vastge steld en goedgekeurd tot een bedrag in ontvangsten van 324.20, in- uitgaven van f 241.95, waaruit een goed slot van f 82.25 voortvloeit. Tot lid van het bestuur werd door de vergadering gekozen de heer F. Nagtglas, die met den heer Chr. van Burg als zoodanig aanbevolen was. De heer J. J. Bal werd door den voorzitter geluk gewenscht met de hem heden te beurt gevallen onder scheiding, van namelijk vergunning te hebben beko men om het koninklijke wapen te voeren. Na de pauze werd door den heer J. W. de Raad, als afgevaardigde naar de algemeene vergadering, die den 12"= en 13rn Augustus jl. te 's Gravenhage gehouden is, een uitvoerig verslag uitgebracht welk stuk op verzoek van een der leden zal worden afgestaan voor het archief. Ten slotte deed de voorzitter mededeeling dat de heer P. D. Koningleeraar aan de hoogere burgerschool alhier, op uitnoodiging van het bestuur, in den loop van den aanstaanden winter voor de afdeeling eene wetenschappelijke voordracht zal houden, waarna de vergadering door den voorzittter gesloten werd. Terwijl wij de aandacht onzer lezers vestigen op het achterstaand ingezonden stuk van den heer P. G. Steensma, naar aanleiding van het vroeger door den heer L. J. van der Harst medegedeelde omtrent de samenstelling en de waarde van het J. de Lint's zaaigroen, voegen wij daarbij tevens de mededeeling dat de heer Steensma tot andere bladen, die het stuk Van den heer van der Harst mochten hebben overge nomen, het verzoek richt ook het zijne te willen De heer J. Mazure CzD., provinciaal veearts der 3« klasse te Brouwershaven, is door het gemeentebestuur van Haarlem benoemd tot keurmeester van het slachtvee, vleesch en spek, tevens keurmeester van de ter markt te brengen paarden, varkens en vee. lonwagon ten geschenke ontvangen, waarvan de prins bij zijne op handen zijnde reis naar het gewest, waar over hij stadhouder isgebruik zal maken. Volgens het Haagsche Dagblad zal door den minister van marine eerstdaags een wetsontwerp worden inge diend tot wijziging der wet van 20 Augustus 1859, betreffende de tarieven der loodsgelden. De ministers van binnenlandsche zaken en van finan cien hebben aan den Amsterdamschen gemeenteraad, in antwoord op zijn adres betreffende de B anaalmaat- schappijte kennen gegeven dat de regeeriug er niet aan denken kan het werk over te nemennu het voor een groot gedeelte voltooid is en de maatschappij tot dusverre aan haar verplichtingen heeft voldaan. Ont binding der maatschappij zou hard en onbillijk zijn tegenover de aandeelhouders en in de eerste jaren vertraging in het werk ten gevolge hebben. De regeering is echter bereid voor de spoedige vol tooiing van bet werk de maatschappij te hulp te ko men en voor den aanleg van een golfbreker denoodigc gelden bij de wetgevende macht aan te vragen, mits zij verzekerd zij van het subsidie van drie millioen, door de gemeente Amsterdam toegezegd op voorwaarde dat het kanaal vóór den lfn Augustus 1876 geheel vol tooid zou zijn. Dit zal nu met hulp van de regeering, behoudens overmacht, het geval kunnen zijn op het einde van 1877, terwijl de greote scheepvaart op den ltn Augustus 1876 zal kunnen aanvangen. De haven zal dan eene geul hebben ter diepte van 5,50 meter beneden A. P. cn 80 meter breedte. In 1875 kan het kanaal gereed komen voor schepen met beperkten diep gang. De ministers dringen bij den raad op een spoe dige beslissing aan in dien zin, dat ook onder deze nieuwe voorwaarden het subsidie der gemeente zal verleend worden. Het Handelsblad bevat een brief van den heer H. Linse, ingenieur, die in nauwe betrekking tot den heer Cohen Stuart en de concessie-aanvraag voor spoor wegen van het bekende bankiers-consortium staat, waarin verklaard wordt dat de vroeger gedane mede- deelingen van den heer Stuart, betreffende de ge zindheid van het tegenwoordige ministerie om zich met de bestaande spoorweg-plannen te vereenigen, volkomen juist zijn. Hetgeen daartegen door het Haagsche Dag blad wordt ingebrachtis volgens den heer Linse niets dan eene anonieme verkiezings-manoeuvre. Tot lid der internationale commissie van taalgeleerden, welke, als een uitvloeisel van het in September 1873 te Parijs gehouden congres van Oriëntalistenbelast zullen worden met de vertaling van de jaarboeken der Chinee- sche dynastie Han (loopende over de laatste twee eeuwen vóór de geboorte van Christus), is o. a. benoemd de heer G. Schlegelvroeger tolk voor de Chineesche taal te Batavia, thans te Leiden woonachtig en door verschillende werken op het gebied der Chineesche taalkunde bekend. Z. K. H. prins Hendrik heeft van ingezetenen van het groothertogdom Luxemburg een prachtigen reissa- die zeer arm aan kleurstof is en de andere Zeeuwsche soorten, die zeer voldoende waren, bijna geheel op"ïij de gezet. Vandaar de groote depréeiatie der tegenwoor dige Hollandsche tegenover de Napclsche. De oorzaak van die verandering was, dat men hier te lande en ook alleen hierde waardeering der innerlijke kracht van het poeder meende te kunnen bepalen naar de uiter lijke kleur. Thans echter, nu die uiterlijke schijnbe- oordeeling meer en meer plaats maakt voor eene meer wetenschappelijke, en daaruit blijkt, dat het wezenlijk gehalte, het verfvermogen is achteruitgegaanzoo is de eenige aangewezen weg te trachten daarin verbe teringen te brengen. De heer Salomonson houdt de meekrap-cultuur naast de fabricatie van kunstmatige alizarine voor mogelijk, mits de boeren een artikel leveren, dat rijker in kleur stof is. Hij neemt aandat de meekrap over alle par ticuliere landen voor 2/3 in de garancine wordt omge zet, en de Napelsche meekrap geheel en al geschikt is om daaruit de hoogste types te maken. Van deFran- sche meekrap zijn de paluds bijna even goed als de Napelsche, terwijl echter het grootste gedeelte, derosés, minder van qualiteit is; doch dat mindere wordt aan gevuld door de paluds of de Napelsche. Voorts beweert hij dat in ons land slechts een klein gedeelte, wellicht geschikt is tot een hoog type van garancine, welke niet zelden nog door Napel sche moet verbeterd worden. De Napelsche meekrap is in ons land duurder dan in Avignon door de veel hoogere vracht, zoodat de Hollandsche daardoor gedeprecieerd wordt, zoodanig dat de boeren te weinig rekening maken om met voor deel te blijven kweeken. Voorts wordt door den heer Salomonson mededeeling gedaan van zijne correspondentie met den heer van der Have te Ouwerkerk bij Zierikzee, waaruit blijkt dat de Texelsche meekrap, hoewel slecht bereid, eene veel hoogere waarde bezit dan de Zeeuwsche. Wanneer men de raeine op Texel zuiver en droog in den handel bracht, zooals vele Zeeuwsche, zou de heer S. die gaarne tegen f 2. hooger dan de Zeeuwsche betalen. En als nu zegt hij eens alle meekrap in ons land eene hoogere waaide kou verkiijgen van f 2 de 50 kilo, zou er dan niet reeds veel gewonnen zijn? De heer S. raadt daarom aan in Zeeland op goeden bodem proeven met kiemen van Texelsche meekrap te nemen, en heeft zelfs een geldelijk subsidie daarvoor beschikbaar gesteld. Ook zijn door hem zaden van Napelsche meekrap ingevoerd en pogingen aangewend om kiemen van eene soort uit den Elzas te bekomen, die de Napelsche in qualiteit moet evenaren. Belangrijk is de verklaring van den heer Salomonson, dat men met goeden wil in Nederland in de meekrap- cultuur meer kan doen dan in Frankrijk en evenveel als in Italië. Napelsche meekrap wordt nog betaald met 17, Zeeuwsche is niet meer dan 13^, waard. Nu zal men in Italë de teelt kunnen volhouden, hier zal ze verloren gaan, om de eenvoudige reden dat wy hier slecht vervende kiemen hebben. De conclusie is: neem goede kiemen, goed land, voldoende bemesting, en de meekrapcultuur kan blijven bestaan. Aan de Goesche courant ontleenen wij het vol- gende bericht omtrent de meekrap-cultuur. Do heer M. H. Salomonson heeft onder dato 9 Mei 1874, een schrijven tot directeuren der Nederlandsche maatschappij ter bevordering van nijverheid gericht, waaruit als zijn gevoelen blijkt, dat de cultuur van meekrap hier te lande nog niet als hopeloos is te be schouwen. De heer Salomonson toch is overtuigd, dat, wanneer men zich slechts toelegt op het kweeken van goede meekrap-rassen, de meekrap-cultuur hier te lande beter bestaan kan dan in Frankrijk en Italië. In Neder land toch behoort de meekrap tot de wisselvruchten, in beide andere lan'len moet men vele jaren achtereen op denzelfden akker terugkomen en heeft men gebrek aan dierlijken mest. Volgens den heer Salomonson heeft men hier te lande van lieverlede eene soort ingevoerd, 1 Benoemingen cn besluiten. belastingen. Benoemd tot outvanger der directe belastingen en accijnsen te Steenwijk c. a. J. de Buys, thans ontvanger van diezelfde middelen te Leerdam e, a- pensioenen. Pensioen verleend ten bedrage van f 3315 'sjaars aan den afgetreden minister van justi tie mr. G. de Vries Az. ©mïerwïjs. De raad der gemeente Diepenveen (Overijsel), een dorp van meer dan 3000 zielen, heeft tot eene belang rijke bezuiniging in zake het onderwijs besloten. De gemeente verstrekte namelijk aan vier scholen, tot on derhoud der uit particuliere bijdragen in het leven ge roepene schoolbibliotheken, eene jaarlijksche subsidie van f 7.50 elk. Dien last konden de financiën der ge meente niet langer dragen. Men heeft daarom besloten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1