BUITENLAND. heer van Buren Scheleia den 9tn dezer te Amerongen in den ouderdom van 73 jaren overleden. Zaterdag avond raakte de dienstmeid eener familie te Assen met het scheppen van water in de Drentsclie hoofdvaart. De heer des huizestoegeschoten om haar te helpen, viel, door de duisternis misleid, er "bij. De zoon en de dochter kwamen op hunne beurt aanloopen, maar geraakten mede in de vaart. Eindelijk werd door eenige voorbijgangers het gezin gemeenschappelijk uit het water gehaald. Te Groningen is eene coöperatieve meubelmakerij onder de firma H. D. Mulder en C° opgericht. De bekende piano-fabriek van Herz te Parijs is door een werkman, die wegens diefstal ontslagen was, in brand gestoken en geheel afgebrand. Meer dan tweehonderd piano's moeten door het vuur vernield zijn. Het laatste en meest populaire werk van Gulzot, zijne geschiedenis van Frankrijk aan zijne kleinkinde ren verhaald, werd door liem op zijn landgoed Val- Bicher werkelijk aan zijne kleindochters vertellenderwijs gedicteerd. De jonge dames schreven het gehoorde op en zoo is het werk tot aan het jaar 1787 voltooid ge worden. In de Academie des Inscriptions des belles lettres te Parijs heeft de oudheidkundige Victor Guérin eene voordracht gehouden, waarin hij beweert de steenen messen te hebben wedergevonden waarmede de kinderen Israels onder Jozua besneden werden, overeenkomstig het bevel in Jozua 5 vers 2 te lezen. Die operatie zou te Gilgal hebben plaats gehad en de Guérin meent dat Djeljul, alwaar hij de bedoelde messen heeft ge vonden, dezelfde plaats als Gilgal is. Het schijnt ech ter zeer twijfelachtig te zijn ot de door den heer Guérin gevonden stukken steen voor messen moeten worden gehouden. Op het landgoed Podiehad in Bohemen is een zeer oude eik uitgerooid, die door deskundigen op een ou derdom van 800 jaren werd geschat. De stam had een omvang van 21 en een hoogte van 54 voet. De boom werd op feestelijke wijze, onder het spelen van een muziekkorps geveld. Toen hij viel dreunde de grond op verren afstand en rees een stofwolk op die geruimen tijd alles als in nevel hulde. Door het onderzoek naar de oorzaken van het springen van een kruitschip te Londen is gebleken, dat het toezicht op het vervoer van ontplofbare voor werpen zeer slecht wasdat kruit en petroleum dik wijls in éen schip werden vervoerd en spiritus olie, benzine, petroleum en kruit zich dikwijls in éen laad ruimte bevonden. De invoering van de nieuwe wet op het burger lijk huwelijk in Pruisen, die eerst eenige dagen in werking is, heeft in Berlijn reeds tengevolge gehad, dat een aantal parendie tot nogtoe slechts in concu binaat leefden zich ter voltrekking van een huwelijk en tot wettiging van hunne kinderen hebben aange meld. De groote kosten die voor een huwelijk werden vereischt en de moeilijkheden die de geestelijken hen meermalen in den weg legden waren oorzaakdat velen niet trouwden, doch nu de gelegenheid daartoe kosteloos openstaat hebben de Berlijnsche ambtenaren dagwerk met de huwelijksvoltrekkingen. TïiermomeSerstancl. 12 Oct. 's av. 11 u. 54 gr. 's raorg. 7 u. 52 gr. 's midd. 1 u. 63 gr. 's av. 6 u. 60 gr. 13 ^talcii-gciicraaS. TWEEDE KAMER. Zitting van SlaEndag 12 October. {Nctder verslag Ingekomen zijn de beide wetsontwerpen tot vaststel ling van regelen voor het beheer der gelden voor de uitvoering der vestingwet en tot vaststelling der be grooting van uitgaven voor de vestingen; alsmede een wetsontwerp tot. verhooging van hoofdstuk IV der staatsbegrooting over 1874. Het verslag is uitgebracht over het wetsontwerp tot onteigening voor de verbinding van de Hollandsche en Rijnspoorwegen te Rotterdam. De dag der beraadsla ging zal nader worden bepaald. Achtereenvolgens heeft de kamer de vijf aan de orde zijnde wetsontwerpenvan ondergeschikt belang, aange nomen. De minister van justitie heeft, bij de behandeling van het wetsontwerp tot vaststelling der begroting wegens den arbeid der gevangenen, zijne adhaesie, in algemecnen zinbetuigd aan het denkbeeld omin na volging van hetgeen in Engeland geschiedt, de crimi neel veroordeelde gevangenen te belasten met het arbeiden aan openbare werken. De minister heeft ver der medegedeeld, dat in overleg met het departement van oorlog, eene voorloopige proef is genomen met de rechtstreeksche levering van de schoenen voor het leger, geheel, ook wat den aankoop van het leder betreft, door tusschenkomst van de administratie der gevange nissen. Het schoeisel zal daardoor iets duurder komen, maar de hoofdvraag is óf hiermede de klachten over de slechte qualiteit van het leder zullen ophouden. Gelukt de proef, dan zal deze zaak een onderwerp van n ader overleg uitmaken tusschen de departementen van oorlog en van justitie. De hecren van Eclc en Bredius hebben het volgende voorstel ingediend: „De kamer drukt den wensch uit, dat de regeering in hare betrekkingen tot het buitenland zal trachten de arbitrage te doen worden het aangenomen en gebruike lijk middel om door het recht te doen beslissen alle internationale geschillen tusschen beschaafde volken over onderwerpen, die voor scheidsrechterlijke uitspraak vat baar zijn, en dat zij, zoolang dit doel niet is bereikt, zal trachten bij alle geschikte gelegenheden bij het sluiten van traetaten te bedingen, dat de daarvoor vatbare geschillen, die tusschen Nederland en het land waarmede het tractaat wordt gesloten, mochten ont staan aan de beslissing van scheidsrechters zullen wor den opgedragen." De heer van Eek, dat voorstel toelichtende, hoopte daarvan hetzelfde succes als gelijksoortige raotiën, door den heer Richard in het Engelsche lagerhuis en door den heer Mancini, in het Italiaansche parlement voor gesteld, hebben gehad in de kamers en in den lande. Hij gaf den wensch te kennen, dat het voorstel mocht worden behandeld bij de beraadslaging over de begrooting van buitenlandsche zaken. De dag der discussie over de motie zal nader bepaald worden. De heer Tak brachtnamens de commissie voor de verzoekschriften rapport uit over het adres van inge zetenen van Strijp, omtrent de in hun oog onregelmatige toepassing van de begrafeniswet. De commissie, van oordeel dat het wensclielijk is dat omtrent de al of niet gegrondheid der klacht het noodige licht worde verspreid, heeft voorgesteld het adres ter griffie te deponeeren en afschrift daarvan te zenden aan den minister van binnenlandsche zaken, met verzoek om inlichtingen. Dienovereenkomstig heeft de vergadering besloten en vervolgens is zij tot nadere bijeenroeping gescheiden. V estingwet. Bij de tweede kamer is thans ingekomen het wets ontwerp strekkende om te bepalen datevenals bij de uitvoering van de spoorwegwet, voor die van de ves tingwet jaarlijks eene afzonderlijke begrooting van inkomsten en uitgaven daarvoor door de wetgevende macht zal worden vastgesteld.' Tegelijkertijd is het ontwerp tot vaststelling der eerste vestingbegrooting door de regcering ingediend, en wel tot een bedrag van 4 millioen, welke som bij hoofd stuk VIII der staatsbegrooting daarvoor is geraamd. In die begrooting is tevens begrepen de som van f 225,000, welke aanvankelijk tot gedeeltelijke uitvoe ring der wet bij suppletoire begrooting van oorlog over 1874 is aangevraagd, doch later is teruggenomen. Thans zal men, zegt de regeering, teneinde zich voor teleurstelling te hoeden, in het volgende jaar niet te veel op eens mogen ondernemen, zoodat men zich voor 1875 wenseht te bepalen tot een gedeelte der werken, aangewezen bij punt 1 van art. 2 der vesting wet, waardoor inmiddels niets te kort zal worden ge daan aan de tijdsbepaling bij art. 3 voor de voltooiing van het geheel. Onder de uitgaven van art. 1 der tegenwoordige be grooting zijn aangewezen de bezoldigingenuitgetrok ken voor een zeker aantal civiele-ingcnieurs en teekenaars, die men trachten zal in dienst te stellenteneinde onder de leiding van officieren der genie belast'te wor den met het doen van opmetingen, het in orde bren gen van bestekken, begrootingen enz. en om onder gelijk toezicht het opzicht te houden over uit te voe ren werken. De minister tracht de daartegen bij het onderzoek van de straks bedoelde suppletoire begroo ting gerezen bezwaren te wederleggen. Het voornemen bestaat om in de Nieuwe Hollandsche waterlinie krachtig voort te gaan met do verbetering of voltooiing van de bestaande en reeds aangelegde werken bij Naarden, Muiden, Weesp, Uitermeer, Blauw kapel, Honswijk, E verdingen en Vuren. Tot verbetering van het offensief van Naarden, zul len ongeveer op de lijn der grootste hoogte van het terrein nog vier werken worden aangelegd. De thans aanwezige onbeduidende werkjes zullen blij ven liggen, doch alleen het rechter-vleugelwerk als batterij op den spoorweg een weinig verbeterd worden. Het voor nemen bestaat om tusschen de te maken werken op domineerende punten terrein aan te koopen om later tot plaatsing van tusschengelegcn batterijen te kunnen dienen en daarop bij voorraad die emplacementen gered te maken. De post aan den Gagel zal niet worden verbeterd en in plaats daarvan een nieuw fort bij Westbroek worden aangelegd, waardoor de linkervleugel der stel ling voor Utiecht goed gedekt zal zijn. Wijders zal worden overgegaan tot den aanleg van een fort bij Bureveld en van een bij Oud-Wulven; eerst- gemelde tot verdediging van het hooge terrein, gelegen aan de zuidzijde van het fort op de Biltstraat, laatst genoemde tot betere verdediging van het acces van Houten. De werken, uitmakende destelling van Asperen, zijn, wegens gerezen bezwarenaan een nieuw onderzoek onderworpen. Inmiddels is de post voor memorie uit getrokken. In de linie tusschen de Zuiderzee en de Waal zullen geen nieuwe werken worden gemaakt, misschien wel een werk van passagèren aard, tot dekking van de sluis bij Wijk bij Duurstede. T Verder zullen, voor zooveel dit niet reeds is geschied, tusschen de forten nog op verschillende plaatsen punten worden gekozenwaar eventueel opstelling van geschut kan noodig zijn en zal die opstelling zooveel doenlijk worden voorbereid. Met behulp der forten en der daartussclien gelegen batterijen, zoowel als door het bezetten met mobile troepen en het ter verdediging inrichten van dorpen en gehuchten in of voor de linie gelegen, waartoe in vre destijd reeds voorbereidingen zullen worden gemaakt, hoopt men zich in staat te stellen tot een hardnekkige verdediging, ook dan wanneer het water ons niet al die hulp mocht verleenen, die men er onder gunstige omstandigheden van kan verwachten. In de stelling van Helder zal worden voortgegaan met het in goeden staat brengen van het fort Kijkduin, de kustbatterij Kaaphoofd en het fort Erfzum, met aanleg van een batterij op den dijk tusschen Kaaphoofd en het metereologisch observatorium, alsmede met het verbeteren van de oostbatterij en de kustbatterij Wier- hoofd. Niet ^en fort op den Zuidwal, maar een fort op de Laan zal worden aangelegd en het maakt thans, in overleg met de marine, een punt van onderzoek uit, welke inrichting en bewapening daaraan zullen worden gegeven, terwijl omtrent het bouwkundig gedeelte het advies van den waterstaat wordt ingewonnen. In afwachting der onderzoekingen enz. is voor dit werk nog geen geld op de begrooting uitgetrokken. Tot dekking van de rivierovergangen wensclit men thans over te gaan tot den aanleg van een sperfort bij Zwolle en een bij Zutfen. Het voornemen bestaat niet een dergelijk fort aan te leggen by Nijmegen; dat zou dan alleen het ge val kunnen zijn indien de in aanleg zijnde spoorweg een zoo nadeelige richting bekwam, dat de op de brug te maken afsluitingen hare waarde verloren. Men houdt zich thans onledig met het opnemen der grondendie bij de overgave der te sloopen vesting werken tot militair gebruik moeten behouden blijven; men zal zich beijveren, zegt de regeering, om de over gave aan het domein te bespoedigen. Algemeen Overzicht. Eenige dagen geleden werd met zekere bevreemding vernomen, dat namens de Spaansche regeering weder eene nota tot die van Frankrijk was gericht met be trekking tot de ondersteuning die de Carlisten van de zijde van dit land genieten. De zaak schijnt thans van nog ernstiger karakter te wezen dan men toen kon vermoeden, want niet een enkele nota maar een uitvoe rige memorie is door den Spaanschen gezant te Parijs, den heer de Armijo, aan het Fransche gouvernement overhandigd en de inhoud daarvan is aan de andere vreemde mogendheden medegedeeld. In Juli jl. was van de Spaansche zijde officieel ge protesteerd tegen de houding van Frankrijk jegen3 den Carlistisclien opstand en werden de grieven uiteengezet, die men tegen de Fransche autoriteiten op de Spaan sche grenzen had. Door den minister van buitenland sche zaken werd daarop den 6"n Augustus jl. geant woord; thans wederlegt de Spaansche gezant dat stuk punt voor punt, en, hoewel de memorie in zeer hoffelijke en welwillende bewoordingen is gesteld, is de inhoud toch zóo ernstigdat de heer Decazesdie afwezig was, terstond naar Versailles is teruggekomen. De ontwikkeling der grieven van de Spaansche re geering omvat een tijdvak van verscheidene jaren en begint met de herinnering, dat de Spaansche burger oorlog in Frankrijk werd georganiseerd, daar don Car los gedurende een jaar ongehinderd op het Fransche grondgebied kon vertoeven. De Fransche autoriteiten weigerden hem te vervolgen, hoewel zij zooals uit documenten die bij de memorie zijn overgelegd blijkt met zijne tegenwoordigheid in het Zuiden van Frank rijk bekend waren. De partijdigheid van den prefect van Basse Pyrenées in deze aangelegenheid wordt in de memorie sterk in het licht gesteld. De gezant weder-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2