MIDDELRURGSCHE r 242. 1874 COURANT. 12 October. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is 3.SO. BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL, bevattende: Het verslag van het verhandelde in de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad van Middelburg. Middelburg 10 October, In een ingezonden stuk der Nieuwe Rotterdamsche courant over de postverbinding met Engeland, wordt het verslag ter sprake gebrachtdoor eene com missie uit de tweede kamer omtrent een adres van han delaren te Amsterdam, over de late aankomst der Noordduitsche en Engelsche posten ingediend. De schrijver herinnert dat het verslag is uiteenge- bracht bij monde van den heer Tak, afgevaardigde uit Middelburg, en toont aan hoe de commissie op grond van verschillende (naar zijne bewering) onware en „uit „den duim gezogene" voorstellingen, tot de conclusie komt van de wensclielijkheid eener rechtstreeksche ge meenschap over Vlissingen. Hij hoopt dat de tweede kamer zich tweemaal zal bedenken alvorens zij zich met die conclusie vereenigt. Hij is het, wat de „ophemeling van Vlissingen en de oirbaarheid der verleening van een rijkasubsidie voor een maildienst over die haven naar Engeland" betreft, groo- tendeels eens met de denkbeelden, door den heer Toe- water in zijn bekend opstel ontwikkeld. Bovendien komen cr nog andere zeer belangrijke beginselen, het postwezen betreffendebij deze quaestie in aanmerking en daarom hoopt hij dat de conclusie van het verslag door de kamer ernstig, en wel door voorafgaande ver zending naar de afdeelingen, overwogen zal worden. Men schrijft ons uit Kats: „De ziekten door welke onze gemeente in den laat- sten tijd geteisterd werdzijn gelukkig in zooverre tot staan gekomen dat cr op het oogenblik geen gevaar lijke patiënten meer onder behandeling zijn. Echter blijft er voor do commissiedie zich belast heeft met de zorg voor ondersteuning der hulpbehoevendenge noeg te doen over. De vorige week had zij nog in de behoeften van 40 personen te voorzien, thans is dit getal weder geklommen tot 45, terwijl de genees kundige inspecteur van Zeeland verklaard heeft dat de geweldige verzwakkingdie bij de meeste lijders be staat, het verleenen van bijstand nog gedurende langen tijd noodzakelijk zal maken. „Deze week mocht de commissie zich weder verheu gen in eene bijdrage van f40.50bijeengebracht door verschillende personen uit de gemeente Cortgene. Moge dit goede voorbeeld navolging vinden en het der com missie niet aan de middelen ontbreken om met haar nuttige werkzaamheid voort te gaan!" De minister van binnènlandsche zaken heeft op een aan hem ingediend adres der protestantsche ingezetenen van Strijp geantwoord dat het door hen aangevoerde, tot bewijs van het eigendomsrecht der burgerlijke ge meente, als zoude het kerkhof op den inventaris der gemeente-eigendommen voorkomenniet juist is daar op den staat dier eigendommen in 1868 opgemaakt en aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant ingezonden, volgens de verklaring van dat college, het kerkhof niet vermeldnoch daarop doorgehaald is. Indien adressan ten zich bezwaard gevoelen door de weigering van het katholiek kerkbestuur om begraving op het kerkhof nabij de katholieke kerk toe te laten, dan behoort het geschil hierover, volgens den minister, bij den.burger lijken rechter. Gelijk men weet hebben de ingezetenen zich reeds bij adres tot de tweede kamer gewend. Men schrijft ons uit Amsterdam: „Men heeft er zich wel eens over verbaasd, dat er in Engeland steeds ministers gevonden worden diebij de vele bemoeiingen aan him gewichtig aiftb^verbonden, toch nog tijd genoeg hebben om zich aan ott letteren te wijden en boekdeelen vol te schrijven. Men be hoeft echter waarlijk niet het Kanaal over te steken om tot de wetenschap te geraken, dat de gewichtigste bezigheden toch dikwerf nog voldoendyp. tijd overlaten om te denken aan het minder gewichtige, aan zaken die, volgens sommigen, eigenlijk niets met de zaken gemeen hebben. „Zoo heeft onze gemeenteraadkorten tijd geleden, bij al de beslommeringen die hem de leeningsplannen en de daarmede in verband staande groote werken voor de hoofdstad gaven, toch nog tijd gevonden om eene verordening, waarbij het rooken in schouwburgen en op andere openbare plaatsen, in zekere gevallen, ver boden en strafbaar gesteld wordt, te concipiecrenbe- discussieerenamendeeren en eindelijk te arresteeren. „'t Pleit gewis voor eene bijzondere bezorgdheid voor dames, kinderen en voor ieder die geen rooklucht verdragen kan. Eene bezorgdheid onzer vaderlijke stads- regeerdersnaar het oordeel van velenbesteed aan een onderwerp hunner achtbare aandacht te weinig waard. D.och, naar mijne meening denkt ieder, die er zóo over spreekt, niet verder dan zijn neus lang is. Ik voor mijn vind het een zeer verblijdend verschijn sel. Immers, wanneer er zóóveel zorg wordt gewijd aan het kleine, behoeft men voorzeker niet bevreesd te zijn dat het groote aan der heeren aandacht zal ontgaan. Spoedig zien wij nu den tijd te gemoct dat wij om zoo te zeggen's morgens reeds zullen hebben wat we 's nachts droomen. In de eerste plaats eene behoorlijke rioolecring en afvoering van faecaliënreuk- loop zuiver water in al onze grachten envooraleene voldoende flinke politie die naar eisch zorgt voor alles waarvoor zij zorgen moet. „'t Is echter jammer dat de heeren, toen ze toch een maal met hunne gedachten in de komedie waren, er ook niet aan gedacht hebben hoe onaangenaam het is, wanneer men, na 's morgens een plaats besproken te hebben, 's avonds bij zijne komst, nog een kwartier vóór het aangekondigde begin der voorstelling, die plaats bezet vindt door iemand die maar niet verkiest op te staan. Sommigen vinden dat nog onaangenamer dan een beetje sigarendamp; temeer daar de ondervin ding bij herhaling geleerd heeft dat tegen zulk eene wederrechtelijke inbezitneming van een besproken plaats al heel weinig te doen schijnt te zijn. De ondernemer, gewoonlijk bang voor „een standje", weet zich mees tentijds onder een of ander voorwendsel van de zaak af te maken, terwijl de politie heel flegmatiek de schouders ophaalt en zegt er niets aan te kunnen doen. „Een verordeningetje och, een heel kleintje maar, niet grooter dan dat tegen het rooken zou ook in deze veel goed kunnen doen en veel onplezierigs kun nen besparen aan menschen die voor hun plezier uitgaan. „Maar zou dat rook-verbod ook een andere oorzaak kunnen hebben dan de bezorgdheid der heeren? Booze tongen fluisteren namelijk, dat men er niets anders in heeft te zien dan den invloed van de vrou wen-emancipatie in het algemeen en van mejuffrouw Mina Kruseman, in het bijzonder. „Zooals men weet zal deze een gastrol vervullen in onzen stads schouwburg natuurlijk in haar eigen stuk, anders zou het niet fatsoenlijk genoeg wezen, en ook maar voor ééns, anders zou het óok alweer niet fatsoenlijk genoeg zijn. En nu zou hare eerste voorwaarde geweest zijn dat het rooken vooraf „op straffe bij de wet bepaald" zou verboden worden. Wel moet haar opgemerkt ziju dat, al sedert jaren, het roo ken in den grooten schouwburg alhier niet geoorloofd was en dat dit gebod, al stond er dan ook geen straf op, nooit overtreden werd, maar dit hielp niet. „Boete met subsidiaire gevangenisstraf was en bleef de eisch. De mannen waren veel te slecht om ze te kunnen vertrouwen eu vooral ten haren opzichte ver trouwde ze er geen een. Dus, men had maar te kiezen. En men koos! men koos, altijd volgens de booze ton gen, zóódanig als volkomen paste in het kader van mejuffrouw Kruseman en hare geestverwanten. Volgens deze allen tochhebben wij mannen nu al zóo lang de wet voorgeschreven aan de vrouwen, dat het hoog begint te worden dat wij nu aan haar eenige voorschrif ten voor onze wetten gaan vragen. „Misschien krijgen we nu, tot belooning of ten minste als blijk van goedkeuring, wel twee gast-voorstellingen. „Maar, neen, dat niet. Zie in voce „fatsoen". En bovendiendan zouden we ook misschien al te pedant worden." Benoemlugen en beslatten. COMMISSARISSEN DES KONINGS. Benoemd tot com missaris des konings in de provincie Limburg jonkheer mr. E. J. C. M. de Kuijper, burgemeester van 's Her togenbosch. NOTARISSEN. Benoemd tot notaris binnen het arron dissement Tielter standplaats Opheusden gemeente Kesteren, W. M. J. Arendts, candidaat-notaris aldaar. LEGER. Benoemd bij het personeel van den militairen veterinairen dienst: tot paardenarts 3e klasse bij het 2e regiment huzaren, de veearts H. C. Ittman; en bij het regiment rijdende artillerie, de veearts J. N. Bal- langée. Gemengde berichten. Tc Zierikzee is den 7cn dezer door den hevigen wind een hoogaars, die te voren zijn roer reeds ver loren hadtegen den dijk geslagen en verbrijzeld. De twee opvarenden zijn gelukkig gered. De luchtreis van den heer Godard die Donderdag middag te 4i uur te Amsterdam werd aangevangen is te 8 uren zonder tegenspoed te Kamperveen, nabij Kampengeëindigd. Zonder eenigen schok kwam het schuitje aldaar op den grond neder. Men was tot eene hoogte van 1800 meters de lucht ingestegen. Van een schip in de Zuiderzee werd weder een geweerschot op den ballon gelost, waarschijnlijk ter begroeting. Bij de opstijging te Amsterdam raakte te midden van het gedrang eene oude vrouw onder eene vigilantezoodat zij aan de gevolgen overleed. Aan de gelden benoodigd voor de oprichting van een monument voor van der Werf te Leidenontbreekt nog eene som van f 10,000. Bij gelegenheid, dat onlangs de Duitsehe. keizer in een kleine residentie stad een dejeuner had gebruikt, had een der lakei's, die allen witte vesten aanhadden, zich na afloop aan een flesch fijne rcoden wijn te goed gedaanen werd door' een paar vlekken op zijn vest verraden. Onmiddellijk werd hij door den hofmeester in zijne betrekking geschorst. In diepe neerslachtig heid daarover ontmoette hem zijn meester, de vorst, die hem terstond weder in zijne betrekking herstelde, bevel gaf dat alle lakeien met den hofmeester aan het hoofd voortaan roode vesten zouden dragen, en hem tevens den raad gaf in 't vervolg liever witten wijn te drinken, met de verzekering dat die tegenwoordig uit stekend was. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van Vrijdag 9 October. (Vervolg van hel verdag in het bijvoegsel?) De heer Lambrechtsen van Ritthem is het met den voorzitter niet eens over de verregaande achteloosheid van den lieer Middelburgdoch zal daarover niets meer zeggen. Maar wèl heeft liem ten zeerste het door den heer Snijders aangevoerde getroffen, die, zij het ook eenigszins verholenbeweerd heeft dat de commissie van bestuur do schuld van haar op deu heer Middel burg zou werpen. Spreker zal niet zeggen dat de commissie onfeilbaar is geweest, maar pertinent ver klaart. hij dat. zij volkomen te goeder trouw heeft ge handeld. Als de heer Snijders hieraan twijfelt, (lat hij dan een voorstel aan den raad doe om de commissie tot verantwoording te roepen; deze zal dan weten wat haar te doen staat; maar spreker kan niet toelaten, dat afwezige leden der commissie hier openlijk beschul digd worden. De heer Snijders antwoordt, dat hij geen plan heeft om te voldoen aan hetgeen de heer Lambrechtsen aan geeft.om de eenvoudige reden dat de commissie van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1