terwijl er vroegerzelfs tot voor slechts weinige dagen,
nooits iets van te zien washoe of waar de maan ook
stond. De veronderstelling dat in de kortelings aan
gebrachte verandering van het klokkenspeldc oorzaak
van het geheel nieuwe verschijnsel te zoeken is, zal
wel de ware zijn. Waarschijnlijk zijn daardoor een
paar klokken zóo komen te hangen dat er nu en dan
het maanlicht recht op valt en op andere klokken
weerkaatst. Ziedaar dan het lichtbeeld, het spook, „de
Witte Vrouw" van het paleis!
„Want natuurlijk is het „beeld" dat eigenlijk niet
de minste gelijkenis met een beeld heeft onmidellijk
door het volk verheven tot den rang van spook en
wel tot dien van de zoozeer gevreesde en onheilspel
lende Witte Vrouw. Immerszooals bekend is, was
de verschijning van „la Dame Blanche" gewoonlijk een
voorteeken van een sterfgeval in de familie waar zij
zich vertoonde. Inzonderheid was dit het geval aan
sommige hoven, o. a. aan het Pruisische hof geloofde
men er, op vermeende ondervinding, vast aan. En
zelfs in onzen tijd zijn er nog een tal van bijgeloovige
zielen die u in allen ernst verhalen dat een neef of
nicht, een kennis of vriend kort vöor het overlijden
van een huisgenoot of bloedverwant werkelijk zoo'n
verschijning gezien heeft zoodat er toch wel wat
van aan moet wezen.
„Hier in het zoo verlichte Amsterdam zijn er ten
minste nog duizenden die- deze sprookjes van Moeder
de Gans nog niet van zich af kunnen zetten. Men hoort
dat het best bij eene gelegenheid als deze. En die lui
beginnen zich waarlijk ongerust te maken. Want het
paleis is de eenige plaats niet waar het in de laatste
dagen gespookt heelt. Sedert een dag of acht is het
ook reeds aan den gang op een achterzolderkamertje
boven een spiegel- en lijstenwinkel in de St. Antlio-
nies Breêstraat. Het kamertje wordt bewoond door
eene weduwede eenige persoon in het gehcele,
vrij talrijk bewoond huis die er last van had. Nauwe
lijks had 's nacht de klok 12 geslagen of zij
werd zoo gestompt en geknependat zij het niet alleen
niet in haar bed, maar zelfs niet op haar kamer kon
uithouden. Men ging dan zoeken naar het spook, maar
vond niets. Zelfs de politie, die er zich al heel spoedig
meë bemoeideslaagde er niet in iets te vinden.
Trouwens dit laat zich wel eenigszins hooren: al3 het
grauw spot met de politie en haar hare arrestanten uit
de handen haaltzooals hier schering en inslag is, kan
men wel begrijpen dat een spook zich niet zoo gemak
kelijk door haar zal laten inrekenen.
„Toch zijn er echter nog aardsche machten waar het
voor terugdeinst. Sedert gisteren is de zoo gevreesde
stompende en knijpende verschijning verdwenen. Ze
heeft inoeten bukken voor hoogere macht, voor ster
ker invloed: voor„de Vrijmetselarij!„Een
paar vrijmetselaarszoo luidt een verhaal dat in
komenijswinkels en andere dergelijke rendez-vous van
het schoone geslacht uit het volk, gretige hoorderessen,
ijverige navertelsters en gemoedelijke geloovigen vindt,
„een paar vrijmetselaars hebben het spook bezworen en
gebannen."
„Nu is het dan wel zeker dat de vrijmetselarij uit
den duivel is; en heeft Rome wel gelijk dat het. ze
in den ban doet! Wie weet of we nu ook meteen niet
den sleutel hebben gevonden van het raadsel van lord
Ripon's bekeering tot de alleen zaligmakende kerk. De
man heeft misschien nog ter elfder ure ingezien welk
zielverdervend verbond hij, grootmeester der vrijmet
selaarsloge van Engeland, met satan zelf had gesloten
en heeft toen voorzeker niets beters weten te doen dan
zich onder het onmiddellijk protectoraat te stellen van
Petrus' stedehouder op aarde.
„Maar om nu weer op onze St. Anthonies-Breestraat's
historie terecht te komen. 'tLaat zich hooren dat de
mare dat het daar ergens spookte zich spoedig door de
stad verspreidde en onmiddellijk een „Amsterdamsch
standje" tengevolge haddat wilzeggen dat zich 's avonds
tegen 11 uur of half 12 honderden voor het spookhuis ver
zamelden, in afwachting van de dingen die komen zouden.
Aan een „Amsterdamsch standje," moet men volstrekt
niet de gedachte van eene min of meer oproerige be
weging vasthechten. Dat is onjuist, 't Is niets anders
dan eene opéenhooping van menschen die elkander staan
aan te kijken en waarbij elk aan zijn buurman vraagt
wat er nu eigenlijk aan de hand is? waarop dan elke
buurman zijne schouders ophaaltzeggende„ik weet
het niet ik sta hier ook maar te kijken." Hoe druk
een Amsterdammer het ook moge hebben, altijd heeft
hij nog tijd over om, als hij iemand van een brug in
het water ziet staan kijken, naast hem te gaan staan
en ook naar beneden te zien; spoedig komt dan een
derde een vierdeeindelijk staan er 25 bij elkaar en
„het standje" is geformeerd.
„Hier wist nu echter iedereen heel goed wat er te
doen was; maar natuurlijk werd door niemand iets van
het spook gehoord of gezien. De geheele affaire werd
dan ook al spoedig vergeten en er werd eenvoudig door
het publiek sociëteit gehouden op straat in den mane
schijn. 't Was een dwaas gezicht, zoo'n paar hon
derd mannen en vrouwen, de laatste vooral sterk
vertegenwoordigdmidden in den nacht uren lang voor
een zoogenaamd spookhuis te zien staan, zonder van
die spookhistorie de minste notitie te nemenmaar keu
velende over het weer, de kermis, de opstijging van
den heer Godard en dergelijke; allen het „wij gaan
nog niet naar huis in vollen toepassing brengende.
"Neendaarvoor moest eerst een dronke kerel komen
die door de wacht werd opgepakt en naar het politie
bureau overgebracht. Dat is voor een Amsterdammer
altijd een feest! Daar moet hij bij zijn! Dan gingen
ook allen mee, bleven nog een poosje voor het bureau
staan en verspreidden zich vervolgens, soms niet voor
2 of 3 uren in de nacht.
„Waarlijk, 't is een curieuse bijdrage tot de kennis
van het Amsterdamsche volkslevenzoo'n spookhistorie
benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan K. J. G.
baron van Hardenbroek van 's Heeraartsberg en Berg
ambacht, 's konings adjudant en kamerheer in buiten
gewonen dienst, tot het aannemen en dragen der ver
sierselen van rechtsridder der Johanniterordewaartoe
hij door den Duitsclien keizer, koning van Pruisen is
bevorderd; en aan mr. C. P. K. Winckel, bijzitter
in de Nederlandsche consulaire rechtbank te Alexandrle)
tot het aannemen van het ridderkruis le klasse der
Ernestinische huisorde, hem door den hertog van Sak
sen Coburg-Gotha geschonken.
eereteek enen. Vergunning verleend aan den voor
den dienst in Oost-Indië bestemden soldaat L. B. Piehler,
van het koloniaal werfdepot, tot het dragen van het
Duitsche herinneringskruis voor het deelnemen aan den
veldtocht tegen Oostenrijk, in 1866.
notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arron
dissement 's Gravenhageter standplaats de gemeente
'sGravesandeR. W. A. H. Reynen, candidaat-notaris
aldaar.
koloniën. Eervol ontslag uit 's lands dienst verleend,
op verzoek, aan: den Oost-Indisch en ambtenaar P. II.
Meurslaatstelijk derde stuurman bij de gouverne-
ments-marine in Nederlands di-Indië, thans met verlof
hier te lande; den Oost-Indischen ambtenaar J. Bouw
huis, laatstelijk tweeden hulponderwijzer aan de open
bare 3' lagere school te Batavia, thans met verlof hier
te lande, met behoud van recht op pensioen bijaldien
hij volgens de bestaande bepalingen daarop aanspraak
heeft, en den Oost-Indischen ambtenaar W- G. Bosse,
aatstelijk hoofdingenieur, chef der afdeeling telegraphic
van het departement der burgerlijke openbare werken
in Nederlandsch-Indiethans met verlof in Europa,
met toekenning van pensioen.
leger. Benoemd bij liet personeel van den genees
kundigen dienst der landmacht tot officier van gezond
heid 3C klasse, de van het leger in Nederlandsch-Indië
gepensioneerde officier van gezondheid 3e klasse W. N.
de Graaf.
Eervol ontslag uit Zr. M®. militairen dienst verleend
aan den lcn luitenant der cavalerie bij het Nederlandsch-
Indisch leger jonkheer J. L. N.. Calkoenmet toeken
ning van pensioen.
Onderwijs.
Hét ingetreden studiejaar van het Athenaeum Illustre
te Amsterdam is door den hoogleeraar Moll geopend
met eene in de Nieuwe kerk gehoudene rede over de
geschiedenis van het lióoger onderwijs of, gelijk de
redenaar het omschïeef, „de idéé der universiteit in
haar historische ontwikkeling:"
Door de onderwijzers in de gymnastiek te Am
sterdam werd in het vorige jaar, bij wijze van proef,
een cursus van volksgyinnastiek geopend, waarop kos
teloos werden toegelaten alle leerknapen en gezellen
van 14: jaren of hoogeren leeftijd, aan wie de middelen
ontbraken om in de bestaande inrichtingen onderwijs
in de gymnastiek te ontvangen. Deze proef, met on
dersteuning van het gemeentebestuur genomen is zoo.
goed geslaagd dat daaraan in de aanstaande winter
maanden meer uitbreiding gegeven zal worden.
Dr. G-. Lamers heeft het hoogleeraarsambt aan
de hoogeschool te Groningen aanvaard met eene rede
over de vraag: „Wat is godsdienst, wat christelijke
theologie?"
MiariUïG en Seger.
Aan de militaire academie te Breda zullen in het
ingetreden studiejaar slechts 28 aspirant-officieren voor
Nederland en 24 voor Oost en West-Indië aan het
onderwijs deelnemen. Bij het laatste examen zijn slechts
29 jongelingen toegelaten.
Den lcu November a. zal Zr. Ms. schrocfstoomschip
Leeuwarden in dienst gesteld worden.
De kapitein-luitenant van Goens kommandant
van Zr. M3. stoomschip Prinses Mariedie tot adju
dant van Z. K. H. prins Alexander benoemd is, zal,
naar men verzekert, eerst na volbrachte reis met ge
noemd stoomschip die betrekking aanvaarden.
Blijkens een bij het departement van marine ontvan
gen telegram is Zr. M\ scIiroefstoomschipPalembang,
onder bevel van den luitenant ter zee le klasse C. ten
Bosch, op zijne reis naar Oost-Indië, den 30ïn Septem
ber jl. te Point de Galle aangekomen. Aan boord was
alles wel.
Kolon£<5n.
Bij beschikking van den minister van koloniën van
den 26en September is de hoofdonderwijzer C. G.
Wemmerslager gesteld ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, om te
worden benoemd tot onderwijzer der derde klasse voor
den dienst daar te lande.
Bij de onbeduidendheid der laatste mailberichten
welke slechts over drie dagen en tot den 15fn Augus-
tias loopen bepalen wij ons voor ditmaal uit een brief
van een zeeofficier, die aan de blokkade der Atchi-
neesche kusten deelneemt, het volgende over te nemen:
„De toestand is in den laatsten tijd niet veel ver
anderd. Over 't algemeen wordt de verhouding tot de
talrijke rijkjes beter, enkele daarvan zijn weder toege
treden. Zij zien dat we zoo goed in den kraton genes
teld zijn dat van ons in zee te drijven geen sprake
meer is. Zij krijgen daarenboven de overtuiging dat
we hun godsdienst en gewoonten niet aantasten en hun
handel niet belemmeren, maar dien integendeel bevoordee-
len, door goede politie en assistentie waar die noodig is.
Van den anderen kant keeren de hulptroependie van
tijd tot tijd naar Groot-Atchin trekken, telkens met
bebloede koppen terug en zij mompelen dat de Atelii-
neezen van Panglima Pölim, maar al te wel met het
vernielend effect van ons snelvuur bekend, de versche
hulptroepen bij aanvallen steeds voorop laten. Enkele
staatjes- blijven ons hardnekkig trotseeren. Hoe het
vestigen- van ambtenaren en het bouwen van fortj'es,
waartoe het in de bevriende plaatsen vroeg of laat
moet komen, opgenomen zal worden, moet de tijd
leeren. Voorloopig is het nog onraadzaam aan wal
eene wandeling te gaan maken. Dc vuilste inlander
loopt met een kolossalen klewang (klein zwaard) en
het verbruik van opium is buitengewoon groot, twee
zeer ongezonde zaken voor een eerzaam Hollandscli
burger.
„Kolonel Pelover wiens taktiek en karakter nog
steeds een zeèr gunstig oordeel wordt geveld, is voort
durend bezig de vlakte rond de kraton en om de rivier
te zuiveren. Toeankoe Nanta, een onzer hardnek
kigste vijandenwordt langzamerhand van' zijne bond-
genooten afgesnedenen komt daardoor{vooral wat zijne
voeding betreft, in eene niet benijdenswaardige stelling."
Gemengde foerücïiten.
Te Oostburg heeft op- het kanaalwerk om eene onbe
duidende reden eene vechtpartij plaats gehad tusschen
twee werklieden, zoodat de een bijna stervende is
weggedragen en de andere op de vlucht is gegaan. De
zaak moet in handen der justitie wezen.
Verscheidene personen te Amsterdam zyn na het
eten van garnalen, die een dag te voren gekookt waren,
ernstig ongesteld geworden. Een der lijders is reeds
overleden.
De zilveren lamp, tot geschenk voor Z. M. den
koning bij gelegenheid der feestviering op don 120n
Mei bestemd, is thans gereed. De lamp is van zeer
grootc afmetingen. Op het voetstuk staat in gouden
letters„Geuzengeschenk aan Z. M. den koning Willem
III." Op de bas-reliefs van het voetstuk vindt men
dte voorstelling van een Geus met de banier, een wees
jongen en een weesmeisje, den bijbel en den lessenaar,
welke den koning reeds zijn aangeboden, dc koninklijke
wapens met de dagteekening- van 12 Mei 1874 en andere
versieringen. Het geschenk zal te Utrecht tentoon
gesteld worden.
De brugwachter der spoorwegbrug bij Zwolle is
in de vorige week wegens verregaande dronkenschap
door de politie gearresteerd en door de maatschappij
dadelijk ontslagen.
Aan het station van den Oosterspoorweg te Am
sterdam is door een arbeider een pakket van f 2000
waarde ontvreemd. De stationschef en de politie hebben
het feit spoedig ontdekt en den dader in verzekerde
bewaring gebracht.
Volgens eene beschrijving in het Leidsche Dag
blad zal het gedenkteeken voor van der Werf, waarvan
het door de heeren Koelman en Vogel ontworpen model
dezer dagen te Leiden zal worden tentoongesteld, be
staan uit het standbeeld van den burgemeester, geplaatst
op een voetstuk, waarvan de vier zijden toepasselijke
bas-reliefs en opschriften dragen. Aan de voorzijde
leest men: „Ter gedachtenis van de verdediging en
verlossing van Leiden, de bevestiging van Nederlands
vrijheid en ter eere van den burgemeester Pieter
Adriaansz. van der Werf. 1574. Het dankbare vader
land. 1874."