Éïitijdittpiï.
landtlsforiclto.
ADVERTENTIËN.
POLDER WALCHEREN
Aflossing van Obligation.
heideen g'roote zeldzaamheidden vreemdeling dage-
lijks eenige malen in de oorcn klinkt. De oude kwaal
vertoonde zich hier met nieuwe kracht.
Op zekeren dag had ik uren achtereen door de nauwe
straten en stegen van het Ghetto gewandeld. Zelfs
in Rome, waar men aan veel gewoon wordt, steekt
dit gedeelte der stad door zijn smerigheid en alge-
meene verwaarloozing bijzonder ongunstig af. De pogin
gen tot reiniging zijn hier gestaakt als stond men voor
eene onmogelijkheid. Heden echter liet ik mij door den
yreeselijken stank niet weerhoudentelkens begaf ik
mij weder opnieuw in een of anderen smerigen winkel
in wiens Rembrantsche duisternis zich de overblijfselen
van geruïneerden welstand of zorgelooze verkwisting
bevonden.
Door een eigenaardig gevoel yan afschuw blijft de
vreemdéling plotseling staan. Zijn voet is als vastge
nageld aan den grond; hij staat tegenover een donker
gebouw: het paleis Cenci. De geschiedenis daaraan
verbonden is bekend. Graaf Cenci, een grijsaard, onder
schandelijke daden oud gewordenkoesterde een onver-
zoenlijken haat jegens zijne familie;..twee van zijne
zonen, die hij herhaaldelijk uit zijn huis had verdre
ven, had hij eindelijk laten vermoorden. De vonnissen
over hem uitgesproken waren goruiraen tijd een goede
bron van inkomsten voor de pauselijke regeeringdrie
malen kocht hij zijn straf met een som van honderdduizend
kronen af. Eindelijk vatte hij een schandelijken hartstocht
voor zijn dochter Beatrice op. Met hare moeder en haar
beide overgebleven broeders kwam zij overeen haar
vader te dooden, en graaf Cenci stierf door de hand
van een sluipmoordenaar. De zaak werd ontdekten
de toorn van paus Clemens VIII wende zich meer tegen
haar die hare eer had willen redden dan tegen den
vader. De vrouwen en de beide zonen werden in den
Engelsburg opgesloten en gefolterd. Gravin Cenci,
Beatrice en haar broeder Giacomo vielen onder het
zwaard van den beul, terwijl de jongste zoon, Bernar
do, de strafoefening moest bijwonen. Ziedaar in het
kort de vveesclijke geschiedenis van een der rijkste
en voornaamste geslachten onder het pauselijk bewind.
Meer dan driehonderd jaren zijn voorbijgegaan sedert
deze gruweldaad werd gepleegd, maar de heriunering
er aan leeft onder bijna alle klassen der bevolking
voort. Een van de eerste vragendie-de gids den reiziger
doet isof hij het portret van Beatrice Cenci in het paleis
Barberini al heeft gezien? Door duizende copieën is
het indrukwekkende beeld verveelvuldigd. Het schoone,
kinderlijke hoofd met een zachte uitdrukking op het
gelaat is met een witten doek omwonden, waaruit
de goudblonde haren- te voorschijn komen, en een
weinig ter zijde gekeerd. Zachtmoedigheid en geduld
spreken uit de schoone trekkeneen pijnlijk lachje zweeft
om de fraai gevormde lippen. Zóo heeft Guido Reni
Beatrice Cenci in den kerker voorgesteld, zóo leeft
zij voort in de herinnering der menschen; zóo heeft
Shelley haar opgevat in zijn indrukwekkend treurspel.
In den Engelsburg wijst de gids u weder in de eerste
plaats de kerker, waarin Beatrice en die waarin de
gravin Cenci hebben gezetenen zoo komt men er toe
om telkens weder over de geschiedenis na te denken.
Thans staat men voor het paleis dat van zooveel schan
delijke daden, van zooveel ongeluk getuige was. Reus
achtig groot, uit zware steenblokken gebouwd, staat
het daar vóór u als een vesting. De smerigegedeel
telijk toegespijkerde, gedeeltelijk met gebroken ruiten
voorziene vensters, de beschadigde jalousiënde tus-
schen de balkons gespannen touwen, waaraan eenige
lompen te drogen hangen, dat alles getuigt dat thans
het ellendigste proletariaat hier zijn zetel heeft geves
tigd. Onwillekeurig wordt de wandelaar hier door een
drukkenden 'ernst bevangen.
Italië is echter niet het landwaar men aan zichzelven
overgelaten vijf minuten lang kan stilstaan.
„Wat zoekt gij, Eccellenzavroeg mij een mannelijk
wezen dat uit de onderste verdieping van het paleis
was te voorschijn gekomen.
„Niets, niets," antwoordde ik en verwijderde mij zoo
spoedig mogelijk. Ik herinnerde mij dat Overbcck ver
scheidene jaren in het paleis Cenci had gewoond en ik
bewonderde zijn sterke zenuwenwant ik zou het er
geen nacht in hebben uitgehouden. Weldra moest ik
omkceren omdat de steeg waarin ik mij bevond dood
liep.
„Gij zoekt toch ietsEccellenzabegon de man weder,
die vast besloten scheen eenige soldi aan mij te verdie
nen. „Wonen deze bewoners reeds lang in het paleis
Cenci? Is het reeds lang door de eigenaren verlaten?"
vroeg ik met een schemering van hoop om ergens een
zichtbaar aandenken er van te kunnen machtig worden.
„O, reeds lang; zeer lang," was het antwoord. „Maar
gij zijt zeker een vriend van oudheden en zoekt oude
schilderijen, oude dingen Dan kan ik. u helpen. Ik ken
een man, die onlangs in Gubbio is geweest. Hij heeft
zeer schoone dingen uit het hertogelijke slot aldaar
medegebracht, mooie- meubels, schilderijen, gebeeld
houwde vensters, veel, zeer veel merkwaardigs."
Dat leek mij: „Zoo, zoo," zeide ik al vriendelijker
gestemd, en gaf hem een sigaar, het g-roote middel
om een Italiaan uit de mindere klasse welwillender te
stemmen. „Waar woont deze man? Wilt gij mij bij
hem brengen?"
„Gaarne, gaarne" was het antwoord. „De afstand is
niet ver. Hij woont in de Vico Santa Elena." Over
een klein pleinalwaar eenige in de modder zwem
mende visschen een afschuwelijken stank verspreidden,
leidde onze weg naar een kleine steeg. In een winkel
te midden van een hoop oude meubels, ijzerwaren en
gebroken huisraad zat daar de bedoelde persoon, een
flinke, stevige Ilebreër in de kracht van zijn leven.
„Deze heer wilde gaarne die dingen zien, welke gij
uit Gubbio hebt medegebracht," zeide mijn gids.
„Het spijt mijwas het antwoord in de vorige
week heb ik het meeste reeds verkocht. Ik heb nog
maar enkele stukken meer over; die bevinden zich in
den kelder."
De man nam een sleutel van den wand en stak een
lantaarn aan. Wij gingen overeen kleine binnenplaats.
Hij opende een ijzeren deur, en toonde mij een trap
die naar een onderaardsch verblijf voerde. Ik huiverde.
Zou ik hem volgen? Mijn zucht naar antiquiteiten be
haalde de overwinning op mijn vrees voor eenig onbe
kend gevaar. Wij gingen naar benedenterwijl de
gids op den bovensten trap bleef wachten.
Heden is alhier binnengekomen het Duitsch barkschip
Papenburg, gezagvoerder Johan Minke, komonde van
Rigamet hout bestemd voor Middelburg.
Graan markten enz.
GENT18 September. Roode en witte tarwe ad
100 kilo fr. 27.a fr. 28.50rogge op staal fr. 15.50
gerst fr. haver fr 16.50; boekweit fr. 17.50;
panrdenboonen fr. 20.koolzaad fr. 35.lijnzaad
fr. 35.50; lijnkoeken fr. 27.50; koolzaadkoeken fr. 20.—
boter fr. 8.30 per kilogrameieren fr. 2.25 per 26 stuks.
Vlissinqen, 18 September. Boter 1.55 a 1.45, per
kilogram
Amsterdam, 18 September. Raapolie op zes welccn
32. Lijnolie op zes weken /32#.
Pr|jzen van Effecten.
Amsterdam, 18 September.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld. 2# pet. 60
dito dito dito 3 72
dito dito dito 4 94#
Aand. Handelmaatschappij 4# 136#
dito exploitatie Ned. Staatssp.
België. Certificaten bij Rothschild 2#
Frankrijk. Inschrijvingen3
dito5
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 101
dito Hope C°. 1855 6e serie 5 88#
dito f 1000 18645 „101
dito L. 100 1872 5 98 ft
Loten 18665 „286
Oblig.Hope C°.Leening 1860 4#
Certific. dito4"
Inscript.Stieglitz&C0.2ea4L. 4
Obligatiën 1867—69 4 82#
Certificaten6 52#
Aand. Spoorw. Gr. Maatscli. 5 242#
Oblig. dito4 200
Aand. Baltische spoorweg 3 127#
Obl. spoorweg Poti-Tiflis. 5 99#
dito dito Jelcz Orel 5
dito dito Charkow Azow 5
Polen. Schatkistobligatiën 4 81#
Oostenrijk. Oblig.metal.in zilverJan./Juli. 5 66#
dito dito April/Oct. 5 66#
dito in papier Mei/Nov. 5 63#
dit dito Febr./Aug. 5 63 ft
Aand. Nation, bank 3 1060
Hongarije. Schatkistbiljetten 6
Italië. Certific. Amsterdam 5
Spanje. Obligatiën Buitenl3 17#
dito Binnenlandsche 3 12#
Portugal. Obligatiën3 46
Turkije. Inschrijving Alg. schuld 5 43#
Egypte. Obl. 1868 7 79#
dito 1873 7 73#
Amerika. Obl. Vereenigde Staten 1904 5
dito dito dito 1882 6
dito dito dito 1885 6 100#
Illin. Cert. Amsterdam 82#
Oblig. Illinois Redemtion. 6
Oblig. Central Pacific 6
Obl.St.Paul&Pac.Spw.lesec. 7 31#
dito dito dito 2csec. 7 17
Brazilië. Obl. 1863 4#
dito 1865 5 98#
Prijzen van coupons.
Amsterdam, 18 September. Metall. f 22.40dito zilver
I 23.32#; Div. Eng. per f 11.72#; Eng. Portugal
per f 11.72#Amerikaansche dollars (in goud) f 2.41#.
Amsterdam, 17 September. Metall. f 22.45dito zilver
23.35; Div. Eng. per f 11.72#; Eng. Russen
per f 11.72#; Eng. Portugal per f 11.72#; Frans
/56#; Belg. f 56#; Pruis ƒ34#; Hamb. Russen 31#;
Russen in Z. R. f 32$; Poolsche per fl. Ameri
kaansche dollars f 2.41# papier f 2.13.
Getrouwd
JULIUS HENDRIK DE FKEMERY
en
JOHANNA HISSER,
Weduwe j. van de Graft.
Middelburg, 18 September 1874.
Bevallen van een Meisje G. II. HOGERLAND
van Bakërgem.
St. Laurens, 18 September 1874.
Heden ontvingen wij de treurige tijding dat den
14;n September jl. onze schoonbroeder, de heer JOHAN
HEINRICH KARL SCHOTTE, te Pijrmont is overleden.
Middelburg. J. P. GÖTZCKE.
Heden overleed onze hartelijk geliefde vader, de heer
HENDRIK ADRIAAN ABRAHAMS, in den ouderdom
van ruim 89 jaren.
Middelburg, Uit aller naam,
16 September 1874. H. P. ABRAHAMS.
Eenige kennisgeving.
Gevoelig voor de vele bewijzen van hartelijke be
langstelling, zoo uit deze gemeente als van elders bij
mijn zestigsten jaardag ontvangen, betuig ik langs dezen
weg mijnen innigen dank.
Zuidzande, A. J. EISSEEUW,
15 September 1874. Burgemeester.
Yoor de vele bewijzen van belangstelling, gedurende
de ziekte en het overlijden van mijne geliefde echtge-
noote HENDR1KA CORNELIA DE VROOM ondervon
den, betuig ik, ook namens verdere betrekkingen, mijnen
b artelij ken dank.
Middelburg, 18 September 1874.
J. A. HAMEIJ.
Nieuwvliet, 18 September 1874.
Ondergeteekendeu betuigen hunnen oprechten dank
voor de vele bewijzen van belangstelling en vriend
schap, die zij op 15 dezer alhier en van elders hebben
ondervonden.
PIETER BRAKMAN
en
MARIA GOETHERT.
De heer en mevrouw VAN CITTEHS bedanken voor
de deelneming, hun bewezen bij het overlijden van
mevrouw de weduwe ERMERINS.
De ondergeteekenden betuigen hunnen dank voor de
vele bewijzen van deelneming, ontvangen bij het over
lijden van hunnen vader en behuwdvader, op den
9cn dezer.
P. J. HUIJER.
E. W. A. HUIJER—Vréke.
Het POLDERBESTUUR VAN WALCHEREN brengt
ter kennis van belanghebbenden dat op heden zijn
uitgeloot de volgende Obligatiën:
a van dielaste den polder voortgesproten uit
het conversiep lan van 3 Maart 1856de n°* 546,
593, 69, 481 en 114 ieder groot f lOOO, de
n0B 274a, 2746, 619a, 6196 en 686f ieder groot f 500,
en de nos G86a, 68G6, 686c, 686d en 686e, ieder
groot f l OO
h van die, laste den polder volgens het plan
van geldleening ad f 300,000 vastgesteld den 28en
Februari 1863, de n« 29, 281, 235, 17 en 153,
ieder groot f 1000en
c van die, laste den straatweg van Seroos-
kerke naar Domburg, de nos 97, 33 en 92,
ieder groot f 500,
en dat deze Obligatiën zullen worden afgelost na
1 «Januari 1875, onder bijbetaling der verschenen
renten over het loopende jaar 1874ten kantore van
den Ontvanger des polders.
Middelburg, 17 September 1874.
Het Polderbestuur voornoemd,
J. J. I. SPRENGER, W. V.
J. P. VAN VISVLIET, Griffier.