COURANT. 1874. Woensdag 18 September. Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2*« Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per S/m.franco is f 3.50. Middelburg 15 September. QUIZOT. De grijsaard wiens overlijden ons gisteren mede gedeeld werd, is, sedert bet gebouw van den con stitutioneel en staatsvorm hem in Frankrijk onder zijne pninlioopen bedolf, van het staatstooneel ver wijderd geweest, docli zijn dood zal evenwel niet nalaten op allen, die aan de geschiedenis onzer eeuw eene eenigszins nauwlettende aandacht gewijd hebben, een diepen indruk te maken. Guizot stamde uit eene protestantsche familie in het Zuiden van Frankrijk, die wegens haar geloof, onder de heerschappij van den katholieken staats godsdienst, veel te lijden had gehad. Zijn vader, als advocaat te Nimes gevestigdviel daarentegen in 1794 als slachtoffer van het schrikbewind, tot straf voor zijne verkleefdheid aan liet gevallen koningshuis. Toen nam zijne moeder, met haar destijds zevenjarigen zoon, de vlucht naar Genève en hier in de stad van Calvijn, in eeue omgeving- van puriteinschen eenvoud en strenge vormenont ving de jeugdige Francois Pierre Guillauine' zijne- opvoeding. Deze herinneringen aan de eerste jeugd van Guizot zijn gewichtig voor do juiste kennis van ziju later karakter. Sedert zijne geboorte gewend gods dienstige gevoelens te hooren belijden, die in strijd waren met hetgeen door de meerderheid zijner landgeuooten geloofd werd, door den dood zijns vaders bezield met minachting en haat tegenover de hartstochten van den grooten hoop, door zijne omgeving in Zwitserland als liet ware besloten in een kring van denkbeelden, die het oordeel dei- wereld als onheteekenend en eigen plichtbesef als hoogste richtsnoer der menschelijke handelingen deden kennen, vertrok Guizot op lSjarigen leeftijd naar Parijs om in de rechten te studeeren. Hier moest hij reeds in het volgende jaarter bestrij ding van de kosten zijner verdere studiën, de be trekking van gouverneur der kinderen van den Zwitserschen gezant Stapfer aanvaarden. Door dezen bekwam hij toegang tot eenen kring van letter kundigen cn geleerden die, door Napoleon gewan trouwd en op een afstand gehouden, in stilte zich voorbereidden om nadat de machtige* heerscher van het staatstooneel zou zijn afgetreden, daarop zeiven eene rol te gaan spelen. Hier leerde hij ook eene dame van groote letterkundige talenten, Pauline de Meulan kennen, met wie hij later, of schoon zij twaalf jaren ouder was dan hijin het huwelijk trad en die hem, door hare bekendheid met een aantal invloedrijke personen, den toegang- tot dc hoogste betrekkingen gemakkelijk maakte. Dadelijk na Napoleon's val trad Guizot dan ook in staatsdienst. Onder het reactionaire en clericaal- gezinde ministerie-Villèle was bij echter genood zaakt zijne betrekking neder te leggen en tot zijne vroegere letterkundige werkzaamheden en zijn professoraat in de geschiedenis aan de Parijsche hoogeschooldat hij reeds in de laatste jaren van het keizerrijk hekleed had, terug te keeren. Deze jaren, van 1822 ongeveer tot 1830, zijn het tijdperk van zijn grootste» roem en tevens van zijne machtigste populariteit. Met Cousin, die wijsbegeerte en Villemain, die letterkunde onder wees, vormde hij het schitterende drietal, dat de oogenniet slechts van geheel Frankrijk maar van geheel Europa met bewondering op de Parijsclie Sorbonnc deed vestigen. Zijne werkzaamheid ge durende dezen tijd was verbazend. Behalve zijne beste historische werken, verzamelingen van geschiedkundige bronnen met belangrijke aantee- keningen, eene geschiedenis der eerste Engelsche staatsomwenteling, en zijne beroemde algemeene geschiedenis der beschaving vond Guizot nog tijd om politieke vlugschriften in de wereld te zen den, welke een zoo diepen indruk maakten, dat Rover-Collard, het hoofd der oppositie in de volks vertegenwoordiging, het betreurende dat Guizot van dat lichaam nog geen deel uitmaaktevan hem zeggen kon: „Zonder tot de onzen te beliooren, behaalt hij 'voor ons overwinning-en." In 1825 ontzegde het ministerie-Villèle liem het j recht met zijne academische voorlezingen voort te gaan; in 1828 riep liet ministerie-Martignac hem in zijnen leerstoel terug en in 1830 trad hijals loon voor zijne door deze vervolgingen steeds toe genomen p pulariteitals afgevaardigde voor Li- sieuxwelke stad hij tot in 1818 vertegenwoordigd heeft, in de tweede kamer op. De regeering-, die hij tegenover zicli vondwas het ministerie-Polignac, de laatste toevlucht van Karei X, die hij zich zclvcn besloten had in schending der grondwet het middel te zoeken om de reactie tegen de beginselen van 1789 voort te zetten, welke volgens de bepa lingen der constitutie onmogelijk was, Guizot vatte dadelijk liet woord als verdediger van het adres van antwoord op de troonrede, waarin den koning- onomwonden te kennen gegeven werd dat het land geen inbreuk op de grondwet zou toelaten. „De waarheid, zeidc hij, heeft moeite genoeg om tot het oor der koningen door te dringen. Laat oiis zorg dragen dat zij ditmaal niet kleurloos of twijfel achtig aan het lielit trede Het adres werd aan genomen, de kamer ontbonden om door eene andere, in welke de oppositie nog sterker vertegenwoordigd was, te worden opgevolgd. Dc voorgenomen schending' der grondwet had plaats, de vrijheid van drukpers opgeheven, bij koninklijk besluit eene verandering in de kieswet gebracht en de staats omwenteling in Juli 1830 was het antwoord van het Fransehe volk op de uitdaging zijns konings. Met Louis-Philippe was ook Guizot aan de regee ring gekomen, gelijk hij tot aan den val des ko nings aan haar verhonden zou blijven. De Juli- omwenteling was zijn werk, meer dan dat van iemand anders, zoo al niet feitelijk dan toch door bare beteekenis. Deze beteekenis was: de troons beklimming der rijke burgerij de toepassing dei- beginselen van 1789, doch met handhaving, dei- orde en zooveel mogelijk met navolging der Engel sche staatsinstellingen. Dat Guizot bij deze toe passing' der beginselen van 1789 het ideaal dat hij zich van den constitutioneelen staatsvorm voorstelde als eenig richtsnoer zijner daden nam is', bij de kennis die wij van zijn karakter bezittenvolko men verklaarbaar. Zoo min als de vijandschap der aristocratie was de teleurstelling van den groo ten lioopdie meer verlangde dan hij verkoos te geven, in staat hem aan het wankelen te brengen. Was hij niet sedert zijne jeugd gewoon de eene even weinig te tellen als de andere Koud en zich zeiven volkomen meesterofschoon het in zijn binnenste soms kookte en woeldebeantwoordde hij de woedends te aanvallers zijner vijanden slechts met zijne minachting Maakten het geraas en ge tier in de tweede kamer het hem uren lang onmo gelijk aan het woord te komendan bleef hij lan gen tijd, doodsbleek en zwijgend, uit de tribune op zijne tegenstanders nederzien, totdat op eens in oen oogenblik van stiltedc uitdagende woorden weer klonken „Mijne stem kunt gij overheerschen, mijn moed nooitWerd zijn verleden hem voor de voeten geworpende „Gentsche reis" hem her innerd, toen hij, nog- in dienst van Napoleon zijnde, zich naar Lodewijk XVIII spoedde om zich den overgang tot dezen gemakkelijk te makendan beantwoordde hij verwijt met verwijt, en in het volle gevoel van zijn trotsch zelfbewustzijn slin gerde hij zijn vijanden woorden naar het hoofd als het beroemde: „Uwe bcleedigingen kunnen nim mer de hoogte bereiken mijner verachting!" Guizot trad in 1830, onmiddellijk na de omwen teling- als minister van binnenlandsche zaken op verwisselde in 1832 deze portefeuille met die van openbaar onderwijs doch nam in 1836 met den hertog de Broglie en den lieer Thiers zijn ontslag. Zijne wet op bet lager onderwijs, die iu 1833 aan genomen werd, was voor dien tijd eu voor Frank rijk een groote stap op den weg van vooruitgang. Na weinige maanden aanvaardde hij andermaal de portefeuille van onderwijs, doch toen hij in 1836 wegens oneenigheid met den minister president, graaf Moléverplicht was zieli terug te trekken, wierp hij zich uit gekrenkte eerzucht in eene onver zoenlijke opositie en sloot hij een monster-verbond met partijen en personen, met welke hij in de verte niets gemeen had. Zijne benoeming tot ge zant te Londen in 1810 was slechts een middel om hem te verwijderendoch kon den val van het ministerie, dat lij] ondermijnd had, niet tegenhou den In October 1840 werd hij teruggeroepen om als minister van buitenlandsche zaken schijnbaar onder liet presidium van den maarschalk Soult in het kabinet te tredendoch inderdaad om de lei ding- daarvan op zich te nemen. In dit ministerie, het laatste en langste der regeering van Louis- Philippc, en in zijn verdere loopbaan volgen wij hem in een tweede opstel. Gisteren avond werd alhier de jaarlijksche algemeene vergadering- der Maatschappij van visschery en van gebouwen en grondbezit, genaamd 18 ij verheids ver eeniging gehouden. De vergadering werd door 41 leden bijgewoond. De voorzitter, de heer A. den Boer, opende dc zit ting met een krachtig woord, waarin hij in herinne ring bracht dat de vereeniging nu tien jaren geleden als coöperatieve vereeniging ontstaandocli wegens liet gemis van rechtspersoonlijkheid vóór zes jaren in eene vennootschap van koophandel veranderd is. Ondanks de bijna onbeduidende aangroeiing van kapitaal is de aanvankelijk teederc plant allengs aangegroeid eu be looft zij eenmaal een krachtige boom te zullen worden. Uit liet door den secretaris uitgebracht verslag, waarvan later meer bijzonderheden zullen worden be kend gemaaktkan voorlóopig worden medegedeeld dat uit de rekening cn balans der administratie bleek dat liet gestorte bedrijfskapitaal van 187374 was f 19,603.64 en dat do behaalde winstna afschrijving- op verschillende zaken, eene uitkccring toelaat van 5 '/z teu honderd van liet .gestorte kapitaal. Tot lid van het bestuur werd benoemd de heer J. J. van der Harst Az.terwijl tot commissarissen vferkozen werden dc heereu D. A. Dronkers en J. Luteijn. Zr. M\ monitor Panter is heden morgen ten 6^ uur van hier vertrokken, met bestemming naar Hellevoet- sluis, doch des middags te 5 uren weder aan de 1 os- kade teruggekomen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1