Üe Duitsche marine in Spanje. Jiïgfïtmicit ütuMscn. bewonderenswaardige nauwgezetheid en met edele zelf opoffering zijne verplichtingen jegens den overwinnaar getrouw is nagekomen. Frankrijk heeft nog een schoone toekomstzegt de Timeshet moet trachten gelijken rang in te nemen met dc andere staten in den grooten Europeeschen statenbondmaar moet tevens afstand doen van de droombeelden over suprematie die het zoo veel rampen hebben berokkend, 't Is te hopendat Duitschland zich aan dezelfde les zal houden De permanente commissie uit de nationale vergade ring zou heden eene zitting houden, waarin verschillende interpellation van de linkerzijde werden verwacht over •de enquête betreffende .de ontvluchting van Bazaine, de voortdurende ontbindingen van gemeenteraden, de ver kiezing in Maire et Loire en sommige katholieke agitation. Eere den dapperen inwoners van Puycerda! Zij heb ben andermaal een 'neftigen aanval van de Carlisten af geslagen, die daarbij groote verliezen hebben geleden. Eergisteren avond openden zij een hevig vuur op de •stad met ontplofbare kogels, waardoor'op verschillende plaatsen brand ontstonddoch alles te vergeefsde storm is geheel mislukt. Jarenlang heeft de Duitsche vloot tot de idealen- wereld van ieder Duitscher, die naar de eenheid van zijn vaderland dorsttebehoord. Tc midden der troebe len van 1848, terwijl 'het Frankforter parlement in machtelooze grootheid het herstelde keizerrijk vertegen woordigde, werden uit particuliere by drag en, uit de opbrengst van concerten en tooneelvoorstellingende sommen bijeengebrachtwaarmede men de kosten eener eigen marinedie men begreep dat tot de uitrusting van het groote vaderland behoordewilde bestrijden. De tijd voor zulke illusiën is voorbij. Dat het illusiën waren bewees de jammerlijko mislukking van alle der gelijke pogingen. Werkelijk zijn een paar schepen gebouwddie een tijd lang in de havens hebben liggen te rotten en eindelijk voor afbraak verkocht zijn. Wat er met het geld gebeurd is heeft men, gelooven wij, nooit recht geweten. De schatkist van het „Duitsche rijk" was op dat oogenblik ver te zoeken. Pruisen, dat met de zorg voor het bouwen der schepen belast was geweest, zal zich ook over de opbrengst der ver- kooping wel ontfermd hebben en daar het Berlijnsch gouvernementbij al de andere eigenschappen door welke het zich onderscheidt, ook die voegt van niet licht los te laten wat het eenmaal in zijn bezit heeft, zal het geld wel op den bodem der Pruisische 'schat-' kist zijn blijven rusten. Zoo kan het gobeurd zijn dat de socialisten en republikeinen die in 1848 zongen en speelden tot bevordering zoo zij meenden, van de weerkracht des Duitschen rijks, ten slotte geholpen hebben om de wapenen te smeden, met welke koning Wilhelm Ina de revolutie overwonnen te hebbende vijanden der Duitsche eenheid verpletterde en het her boren keizerrijk grondvestte op fondamenten van ijzer en bloed, die krachtiger bleken dan do opgewonden heid en de holle welsprekendheid van 1848. Het is noodig zich deze geschiedenis te herinneren, wanneer men met een onpartijdig oog de verrukking en de ietwat kinderachtige opgetogenheid wil gadeslaan, waarmede de Duitschers thans voor de eerste maal hun vlag zien wapperen van twee kleine scheepjes, die op de Noordkust van Spanje in last hebben voor de veilig heid van leven en eigendommen hunner landgenooten te waken. Wie aan ingeboren afkeer van al wat Duitsch is lijdt zal zich aan die opgetogenheid ergeren. Wat ons betreftdie met onze sympathieën voor de verschil lende natiën niet veel verder gaan dan de grenzen van ons eigen landen ons best doen om in ieder het goede te erkennen op voorwaarde dat men Nederland met rust latewij vinden in de „begeesterde" artikelen der Duitsche bladen over de twee kanonneerbooten op de Spaansche kust slechts eene reden om ons een weinig vroolijk te maken. Aan grootspraak en zelfverheerlij king van de natiën die op een gegeven oogenblik in Europa de bovenhand hebben gehad, zijn wij sedert lang gewoon. Hoe lang hebben wij niet het refrein moeten hooren van de „groote natie", die zich beroemde in alles de eerste te zijn en in ieder opzicht door alle lauden der wereld benijd te wordenHoe lang hebben niet de eischen van Engeland op dc onbeperkte heer schappij ter zee de ergernis van ons, die even goed als de Engelschen bedwingers van den oceaan waren, opgewektEn wil men voorbeelden van zelfverheffing zienmen steke over naar Amerika en hoore hoe broe der Jonathan zijn kinderen reeds op de school de over tuiging inprent dat geen banier op het gebied van vrijheid, van ontwikkeling, van wetenschap van nij verheid, van kunst zelfs, hooger verdient te wapperen dan de sterren en strepen der vlag van de republiek der Vereenigde Staten. Hooren wij thans wat een opgewonden Duitscher uit Santander over de verscliyning der twee scheepjes aan de Kölnische Zeitung schrijft. „Op de breede kaai van Santander heerschte gisteren eene buitengewone levendigheid. Men had elkander verhaald dat de lang verwachte Pruisische oorlogsche pen waren aangekomen en ieder was verlangend om de gewapende boodschappers van het groote Duitsche rijk te zien. „De Nantilus en de Albatros zijn den 8en Augustus, na in den tijd van vier dagen uitgerust te zijnuit de haven van Kiel vertrokken. De reis naar Plymouth was zeer stormachtig en duurde tien dagen. Hier ble ven zij twee dagen om kolen in te nemen en zetten daarna rechtstreeks koers naar Santander Den 23'n kwamen zij voor den ingang der haven en bleven daar des nachts in Yolle zee kruisendaar de loodsen den Zondag naar Spaansch gebruik aan den wal doorbrach ten. Den volgenden morgen kwamen zij in het ach terste gedeelte der haven ten ankerwaar de verweerde huizen van het oude Santandervan de tamelijke hooge kust op hen nederzien. „De twee schepen behooren wat hunne samenstelling en inrichting betreft tot de klasse der kanoneerbooten; zij zijn ongepantserd, alleen onder de waterlijn geko perd hebben drie masten en oene stoommachine van 150 paardekrachten De vier stukken (krnpp-ka- nonnen van 12 centimeterdie op een afstand van 500 meter nog door een pantserplaat van 8 duim heendrin gen) trekken in het bijzonder de aandacht der Span jaarden. Als de heer Krupp in zijne fabriek in plaats van kanonnen het geheele Duitsche rijk gefabriceerd had, zou zijn naam niet bekender kunnen wezen. Hij is de vijfde in de rei: Guillermo, Bismarke, Molke, Koon, Krupp. Daaraan hebben wij het dan ook te danken dat wij somtyds door lieden die het Duitsche rijk niet gaarne lijden mogen met de plagerij van „Krupp'sche argumenten" enz. vervolgd worden. Dit laatste begint echter wat minder te worden sedert de oorlog met de Carlisten menigen idealist hier overtuigd heeft dat in deze booze wereld het geweld wel niet boven het recht gaat, maar dat het recht eene zeer hachelijke zaak kan zijnals het niet door wat vasten wil en wat kracht ondersteund wordt. „Aan den gaffel van den bezaansmast wappert de groote vlag onzer oorlogsmarinemet het zwarte kruis op den witten grond, den rijks-adelaar in het midden en boven in den rechterhoek de Duitsche driekleur met het ijzeren kruis. Zoo ik mij niet vergis werd deze vlag door onze kroonprinses ontworpenalthans de overeenkomst met het St. George-kruis der Engelsche oorlogsvlag valt duidelijk in het oog. De Engelsche kanonneerboot Flywelke hier ook kruistis veel klei ner en zwakker dan onze schepen en voert, als mijn geheugen mij niet bedriegt, slechts drie stukken. „De schepen zoowel als de bemanningen zijn hier reeds volkomen thuis. Nadat het gevaar voor eene quarantaine afgewend was zijn de officieele bezoeken bij de verschillende autoriteiten van stad en provincie afgelegd en door deze beantwoord. Ook bij den aarts bisschop hebben de Duitsche lieeren hunne opwachting gemaakt. Bij de opvattingen en begrippen die hier nu eenmaal heerschen moet zulk een bezoek op den prelaat ongeveer denzclfdcu indruk gemaakt hebben als wanneer de antichrist in eigen persoon zijn visite kaartje bij hem afgegeven had. Hij toonde zich echter, nadat hij van den eersten schrik wat bekomen was, zeer gevoelig over de onverwachte beleefdheid en noo- digde de geheele bemanning, katholieken zoowel als protestantentot het bijwonen van de godsdienstoefe ning in dc hoofdkerk uit, „daar er ongelukkig geen protestantsche kerk op onze plaats is," zooals de pre laat schreef. „De beide schepen zullen misschien eenige maanden op dc Spaansche kust doorbrengenwaarna de Nautilus voor twee jaren naar de West-Indische wateren vertrekt. Ieder kent de treurige zaak welke aanleiding tot hunne komst gegeven heeft en ieder Duitscher moet de rijks- regeering erkentelijk zijn dat zij met zooveel vastbera denheid en geestkracht den eenigen maatregel genomen heeft, die met inachtneming van" alle bestaande omstan digheden als een gepast antwoord op de even barbaar- sclie als laffe uitdaging der Carlisten kon beschouwd worden. De taak onzer twee drijvende vestingen is van uiterst moeilijken aard. Zij moeten het leven en het eigendom der Duitsche onderdanen in Spanje be schermen, terwijl nog het laatste manifest van den pretendent bewijst dat zoo min het een als het andere veilig is wanneer het in de handen zijner bandelooze en barbaarschc benden valt. Een menschenleven geldt bij hen voor niets en zij komen niet op de gedachte dat een tweede moord, op een vreemdeling gepleegd, hen in ernstige moeilijkheden brengen kan. „Ik vertrouw echter dat Duitschland niet van zich zal laten vertellen dat het zich met demonstratiën zonder beteekenis inlaat. Op vele plaatsen der Cantabrisehc kust vindt men de vrijbuiters van Karei VII, die steeds met den buks gereed staan. Meent echter iemand dat onze schepen angstvallig moeten zijn om den ruwen hoop met ruwe handen aan te pakken Ik geloof dat ik uit drukkelijk het tegendeel mag verzekeren!" Om den indrukdien deze brief te weeg moet brengen, te begrypen dient men zich het publiek der Kölnische Zeitung voor te stellenlieden voor het grootste gedeelte in het hart van Duitschland woonachtig, die een zee schip niet anders dan uit de afbeeldingen der Illustrirte Zeitung kennen en dus opgetogen van verbazing zijn wanneer zij vernemen dat „hun" oorlogschepen op de Spaansche kust de Carlistische benden ontzag inboe zemen. Wij gunnen hun die ingenomenheid gaarne. Niet minder, en met meer recht, was een Nederlander der 17e eeuw ingenomen wanneer hij vernam dat „zijn" gezant, van Beuningen, de „houten sleutels van de Sont" in onze havens had zien liggen. Hoe men echter over de brieven van Duitsche correspondenten over hun kersversche marine denken moge, de eerste optreding der Duitsche oorlogsvlag op het werkzame terrein van de diplomatie ter zee moet uit een algemeen Europeeschc oogpunt ongetwijfeld als niet zonder betee kenis beschouwd worden. Kats 1 September 1874. Mijnheer de redacteur! 't Zij mij vergund u het onderstaande mede te deelen. Voor eenige weken werd in een ziekelijken staat een dienstmeisje van Cortgene naar hier bij hare ouders overgebracht. Niet te verwonderen dat men weldra te Kats de vraag hoorde: Zou dat meisje ook typhus hebben? Te Cortgene toch hadden zich in een aangrenzend ge bouw van dat waar de zieke diende gevallen van die ziekte voorgedaan. De geneesheer echter die ter hulpe van het meisje was gekomen verklaarde het tegen deel ook toen het geheele gezin daarna de moeder en een jongentje van omstreeks 4 jaren dat overleden is, zelfs hevig ongesteld waren geworden. In drie woningenwier leden tot de familie van genoemd gezin behooren en hunnen bijstand verleend haddendeden zich voorts in meerdere en mindere hevigheid ongesteld heden voor evenals in een gebouw onmiddellijk aan het eerstaangewezene grenzende, waar de vrouw zeer ernstig ziek werd. Nu sloeg de vrees den inwoners meer en meer om het hart en niettegenstaande dat hield de geneesheer, die toevallig in al de genoemde woningen praktiseerde ook herhaaldelijk tegenover den burgemeester vol, dat de ziekte niet besmettelijk was. De school, in heete dagen vooral zoo juist geschikt tot aankweeking van ongesteldhedenkon alzoo door alle kinderen on gehinderd bezocht worden. Steeds werden meer personen ziek en een tweede geneesheertot hulpbetooning ingeroepenliet weldra een woning kenmerken, waaruit nu werkelijk bleek dat de gevreesde besmettelijke typhus te Kats woedde. Een derde geneesheer heeft thans verklaard dat alle lijders en lijderessen onder zijne behandeling en ik overdrijf niet als ik zeg dat een tiende gedeelte der bevolking ongesteld is dezelfde ziekteverschijn selen vertoonen. Eenigen hebben in hoogen graad de typhus, want meer dan éen kenteeken is thans te vinden, en de overigen hebben koorts, geen eetlust en zijn geweldig verzwakt zoodat zij er als lijken uitzien. De inspecteur van het geneeskundig toezicht wordt hier heden verwacht. ZEd. schijnt de gemeente, na van bevoegde zijde informaties te hebben ingewonnenvoor geïnfecteerd te verklaren. En zoo ziet ge, mijnheerbevindt zich onze gemeente, die vroeger zoo gezond kon geacht worden in een zor gelijk en en beklr.genswaardigen toestand. Al het moge lijke wordt door onzen waardigen burgemeester en de inwoners van Kats gedaan om met behulp der genees- heeren den voortgang der ziekte te stuiten. Gelukkig hebben we tot nu toe weinig sterfgevallen te betreuren. Zou het langdurig gemis aan goed drinkwater ook reden van de ongesteldheden kunnen zijn? X. Mijnheer de redacteur. Tot opheldering van mijn ingezonden stukwaarin sprake was om ongelukken voor te komenheb ik volstrekt het oog niet gehad op lengte, breedte of hoogte van toestellen, maar wel op letter B van de wet op het gymnastiek-onderwijs. Daarin is sprake van het nemen van voorzichtighcidsmaatregelend. i. de toestellen zullen voor verschillende personen ook ver schillende afmetingen hebbenen iedere beweging die gedaan wordtmoet berusten op anatomische en physio- logische grondslagen. Aan elke uitbreiding der gym nastiek door het plaatsen van toestellen op openbare plaatsen, en aan alle oefeningen, die niet op boven staande gronden berusten, moet en zal ik mijn afkeu ring te kennen geven. 2 September 1874. G. KEIJZER, Gym. leeraar. De heer Keijzer blijft zich plaatsen op het standpunt

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 3