Het onderzoek der zaak-Bazaine.
IpmMskricWett.
Een telegram uit Bourg-Madame meldt, dat in het
leger der Carlisten de desertiën dagelijks toenemen
Saballs heeft eergisteren een schijnbeweging tegen
Llivia ondernomen en de stad gedreigd dat hij gijze
laars zou komen halen indien zij geen gehoor gaf aan
z'jne eisehen. Op het gerucht, dat de Carlisten het
Fransche grondgebied zouden schendenzijn de in den
omtrek gelegen Fransche troepen onder de wapenen
gekomendoch Saballs schijnt het maar beter hebben
gevonden zich aan geen strijd met hen bloot te stellen.
De belegerden in Puycerda houden zich dapper; zij
hebben weder een aanval afgeslagen, zoodat er meer
en meer hoop komt, dat de Carlisten hier onverrichter
zake zullen moeten aftrekken, temeer daar, volgens
een bericht uit Madrid, de militaire administratie een
buitengewone werkzaamheid ontwikkelt om de strijd
tegen de Carlisten met de meest mogelijke kracht te
kunnen doorzetten.
Zooals men zich zal herinneren is terstond na de
ontvluchting van Bazaine van St. Marguerite door de
regeering eene militaire enquête bevolen naar de wijze
waarop die ontvluchting heeft plaats gehad. Omtrent
de resultaten van dat onderzoek deelt de Petit Moni-
teur mede, dat generaal Lcwal zijn rapport heeft uit
gebracht, hetwelk is gericht aan den kommandant van
het 15e legerkorps, aan de ministers van oorlog, viee-
president van den ministerraad, van binnenlandsche
zaken en van justitie, en aan den procureur-generaal
bij het hof van appèl van Aix.
Yoor zoover de Petit Moniteur heeft kunnen vernemen
komt de heer Lewal, wiens stuk met die nauwgezet
heid en helderheid is gesteld, die den schrijver van de
Etudes des guerres zoozeer eigen zijn, tot het besluit,
dat een gedeelte van het burgerlijk personeel, met de
bewaking van den gevangene belast, schuldig is aan
diens ontvluchting. De euquéie heeft naar het schijnt
uitgemaaktdat de ex-maarschalk in den avond van
den 9*° Augustus jl. is ontsnapt door een kleine poort
of deur en in een boot is ingescheept die hem aan
boord van een stoomboot heeft gebracht, welke op
eenigen afstand van de klippen, welke het eiland om
ringen, onder stoom lag.
Deze ontvluchting zou hebben plaats gehad met me
deplichtigheid van een gedeelte van het burgerlijk per
soneel dat met de bewaking was belast en tengevolge
van de maatregelen door den luitenant-kolonel van den
staf op non-activiteitVilette genomenaan wien was
toegestaan het lot van den gevangene te deelen. Een
Tan de schildwachten echter is ook in zijne verplich
tingen ten aanzien van de bewaking te kort gekomen,
doch men beweert, dat de verantwoordelijkheid daar
van voornamelijk op een burgerlijk bewaker neerkomt.
In de militaire surveillance heeft nooit eenig verzuim
plaats gehad. Het gedrag van de officiereu en soldaten
der heicle compagniën van het llle regiment geeft tot
geen enkel verwijt aanleidingevenmin als dat van den
militairen kommandant van de vesting.
Na de medeplichtigheid van zekere burgerlijke be
wakers te hebben in het licht gesteld en te hebben
aangetoond welke maatregelen de luitenant-kolonel
Yilettein overeenstemming met Bazaine voor de ont
vluchting heeft genomen door de bewakers om te koo-
pen, en na te hebben geconstateerd, dat een schild
wacht de krijgstucht heeft overtreden door zich te
laten omkoopen door een burgerlijk bewaker, conclu
deert het rapport om de bedoelde burgerlijke bewakers
en de kolonel Vilette, overeenkomstig de artikelen 237,
240 en 242 van den Code pènal, te verwijzen naar het
hof van assises van de Alpes-Maritimesals beschul
digd van de ontvluchting te hebben vergemakkelijkt
en mogelijk te hebben gemaakt van den ex-maarschalk
Bazaine, den 10e> December 1873 door den eersten
krijgsraad in de eerste militaire afdeeling ter dood
veroordeeld, welke straf den llen van die maand is
veranderd in 20 jaren detentie.
Wat den hewusten soldaat betreft, deze zal overeen-
komstig de militaire wetten voor een krijgsraad te recht
.staan.
ENGELSCHE TOESTANDEN.
Over het algemeen heerscht ook bij ons een zeer
groot denkbeeld over de uitstekende inrichting van de
Engelsche administratiënde goede trouw en eerlijk
heid van alle ambtenaren, de betrekkelijke welvaart
van alle klassen. Die goede meening wordt wel eenigs-
zins gewijzigd als men leest wat een Fransch corres
pondent over een en ander schrijft, dien men wel niet
van bijzondere zucht tot partijdigheid zal kunnen ver
denken, daar tusschen Frankrijk en Engeland een zeer
goede verstandhouding heerscht.
Ouder gewoonte schrijft hij heb ik Zaterdag,
den dag waarop bij de posterijen de grootste nalatig
heid wordt gepleegduw blad weder niet ontvangen,
en als het eenmaal 48 uren oud is geworden schijnen
de bestellers het niet meer waardig te achten het nog
te brengen. Hoewel ik zeer goed weet, dat bet niets
baten zal heb ik, om mij zei ven niets te verwijten te
hebben, mij thans hij den secretaris-generaal der poste
rijen beklaagd. Ongetwijfeld zal hij mij antwoorden
en een ambtenaar zenden om de zaak te onderzoeken,
maar dit alles zal volstrekt geeDe verbetering in den
staat van zaken of in de ongeregelde ontvangst van
brieven en dagbladen brengen. Iedereen beklaagt zich
en als men van het General Post Office verbetering
verkrijgt, dan zal dit eerst na langdurige en ernstige
protcstatiën wezen.
Een van de voornaamste oorzaken, dat de brieven of
dagbladen in het geheel niet of niet op tijd aankomen
is, dat de administratie der posterijen een zeer groot
aantal jongelieden of beter gezegd kwajongens van 12
tot 15 jaren gebruikt,, die de zaken natuurlijk zeer
licht opnemen. Schrielheid is geen welgeplaatste zui
nigheid en ten koste van de zuinigheid der posterij
wordt het publiek slecbt en duur bediend. In geen
land ter wereld heb ik zoo veel kinderen bezig gezien
met het sorteeren van brieven.
Hoewel Engeland mij lief is, en ik de groote voor
rechten die het aanbiedt niet uit het oog verlies, ben
ik echter niet blind voor de groote gebreken die maar
al te duidelijk in het oog springen. Een daarvan is
het gebrek van controle in de administratie en comp
tabiliteit. Alles wordt te vlug behandeldmaar het is
ook geene zeldzaamheid dat eene vergissing van een
of twee millioen pond sterling wordt begaan zonder
dat zij in den loop van een jaar wordt ontdekt. In
het afgeloopen jaar nog heeft een hooggeplaatst ambte
naar bij de posterij en telegraphie een aanzienlijke som
gebruikt voor eene zaak waartoe hij niet gerechtigd
was,. en men heeft het eerst later gemerkt.
Dit kwaad bestaat echter niet alleen in de regeerings-
kringen, maar ook in de takken van administratie en
zelfs bij de handels-en nijverheids-ondernemingen. lede
ren dag verschijnen voor de rechtbanken facteurs, die
wegens oneerlijkheid terecht staan. Zij worden gestraft,
maar men neemt geen maatregelen van controle om
verkeerde handelingen te voorkomen. Ieder ©ogenblik
worden wegens verduistering van gelden conducteurs
van de Londensche omnibus-maatschappij veroordeeld,
die op heeterdaad werden betrapt, dat zij de ontvang
sten opstaken. De overtreders worden gevangen gezet,
maar daar men aan de conducteurs de gelegenheid laat,
om de winstgevende industrie van de gelden der maat
schappij op te steken te blijven uitoefenendoet zich
telkens weder dezelfde zaak voor. Tot welk een be
drag zoudt gij wel denken, dat de diefstallen der con
ducteurs ziju gestegen? Ongeveer 8 a 10 dagen geleden
werd eene vergadering van directeuren van de genoemde
maatschappij gehouden en daarin werd dat bedrag gemid
deld op 80,000 pond sterling, bijna 1 millioen guldenper
jaar geschat. De methode bij deze diefstallen toegepast
is doodeenvoudig; er is geen ambtenaar die controleert,
en de conducteur en de koetsier zijn het eens om de win
sten van het gestolene te deelen, dat men op de helft
van de ontvangen vrachtgelden bepaalt. Men zoekt nu
naar een middel om te kunnen constateeren hoeveel passa
giers in het rijtuig hebben plaats genomen en als een
of ander werktuigkundige dat kon vinden zou ziju for
tuin gemaakt zijn.
Nu ik toch eenmaal in de cijfers verdwaald ben, wil
ik eenigc bijzonderheden mcdedeelen uit de bevolkings
statistiek van Engeland, die ik zoo even heb ontvan
gen. Volgens dat officieele document bedroeg de
bsvolking van Londen in Juli 1874 3,400,701 inwo
ners en waren gedurende het tweede kwartaal
van dat jaar geboren 30,038 personen en gestorven
16,873 personen. Hoeveel belangstelling deze tafels mij
ook inboezemenzij maken een allertreurigsten indnik,
wanneer men den blik laat gaan over de opgaven be
treffende moordaanslagen, zelfmoorden en de vreese-
lijke gevolgen van het pauperisme, maar wat mij het
meest getroffen heeft, is het hooge cijfer der landver
huizers. Gedurende het tweede kwartaal van 1874 be
droeg het aantal Engelsche landverhuizers, die in
Amerika en Australië hun brood gingen zoekenniet
minder dan 77,296, en het is zeer waarschijnlijk, dat
aan het einde van het derde kwartaal dat cijfer nog
aanzienlijker zal zijn, want nu de landbouwarbeiders
het doel van hunne werkstaking niet hebben bereikt
blijft henindien zij den arbeid niet willen hervatten,
geen ander middel om den hongerdood te ontgaan dan
landverhuizing.
In geen land ter wereld vindt men zoo grooten rijk
dom, maar ook zoo groote armoede als in Engeland.
Er zijn hier fortuinen zooals men in geen ander land
aantreft; en ik zal er wel eens eenige van opgeven,
want men weet hier precies hoeveel deze of gene geluk
kige erfgenaam per minuut te verteren heeft. Er zijn
rijken, die niet precies weten hoeveel zij bezittenmaar
ook armen, die niets, volstrekt niets hebben en die
van honger moeten sterven. Men spreekt ook in Frank
rijk wel van sterven van honger, maar dan beteekent
dit woord slechts het toppunt van nood; in Londen
echter sterft men werkelijk van honger.
Uit een officieel document dat voor mij ligtzie ik,
dat in 1872 te Londen 97 personen van honger zijn
gestorvenen dat in 1873 dat aantal tot 107 is geklom
men. Van deze 107 hadden 19 een hoogen ouderdom
bereikt, 24 waren in de kracht van hun leven en 64
waren kindereu. Het is zeer natuurlijkdat deze klein
schepselen het eerst bezweken. Met al hun maatschap
pijen van weldadigheid, hun inschrijvingen en hun
werkhuizen zijn de philantropen er nog ver van daan
de vreesdijke wonden aan het pauperisme te heelen.
Zeker de phïlantropie is mooi en hare voorstanders
wenschcn zich geluk en wrijven zich in de handen,
omdat zij niet meer dan 748,584 armen hebben te on
derhouden in plaats van 826,396 het officieele cijfer
van 1874, maar zijn zij zeker van hun vorderingen? Zou
den zij meenen het afschuwelijke pauperisme met hunne
aalmoezen te kunnen overwinnen, of zou het genees
middel ook elders moeten worden gezocht?
Er zijn geen souvereinen meer, die, zoo als sultan
Harun-al-Baschid' met zijn getrouwe Giaffor de meest
arme wijken van Bagdad doorwandelen, en het.is een
goede gewoonte minder van onze tegenwoordige vorsten.
Wat zij echter niet in hun eigen land willen doen moes
ten zij ten minste bij hun bezoek in een ander land
doen. De kroonprins en de kroonprinses van Pruisen,
de keizerin van Oostenrijkde prinses van Asturië en
andere hooggeplaatste personen bezoeken Londen en als
zij. vertrekken zullen zij niets hebben gezien dan een
wereld vol prachtige en schoone gevels. Al deze
koningenkeizers en prinsen in partibus moesten
niet alleen de prachtige monumenten willen zien,
maar ook de armenwijken, die donkere holen straatjes
en steegjeswaarin zonder zonen zonder licht zelfs,,
een ellendige bevolking woontdie zelfs aan het meest
noodzakelijke gebrek heeft. Maar wie zou aan de edele
bezoekers durven voorstellen: daar een bezoek te brengen,
en daarenboven houden zij zeiven niet meer van gala
diners revuesbals en vooral om het tooneel De
vorsten bekommeren zich te weinig om het lot der
volken
Graanmarkten enz.
Amsterdam 2 September. Raapolie op zes weken
314. Lijnolie op zes weken 32.
Pryzcn Tan Effecten
Amsterdam, 2 September.
Nederland. Certific. "Werkelijke schuld. 2} pet. 60}
dito dito dito .3 r 73
dito dito dito 4 94$
Aand. Handelmaatschappij 4} 136}
dito exploitatie Ned. Staatsspk 104}
België. Certificaten bij Rothschild 2|
Frankrijk. Inschrijvingen3
dito5
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 101}
dito Hope C°. 1855 6C serie 5 87}
dito f 1000 18645 101}
dito L. 100 1872 5
Loten 18665 292}
Oblig.Hope C°.Leening 1860 4}
Certific. dito4" 78}
In3cript.Stieglitz&C°.2ea4L. 4 78
Obligatiën 1867—69 4 83
Certificaten6 52}
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 242
Oblig. dito.4 r
Aand. Baltische spoorweg 3 127
Obl. spoorweg Poti-Tiflis. 5
dito dito Jelez Orel 5 r
dito dito Charkow Azow .5 97}
Polen. Schatkistobligatien4 81}
Oostenrijk. Oblig.metal.in zilverJan./Juli. 5 66}
dito dito April/Oct. 5
dito in, papier Mei/Nov. 5 63}}
dit dito Febr./Aug. 5 64
Aand. Nation, bank 3 1045
Hongarije. Schatkistbiljetten 6 93}
Italië. Certific. Amsterdam 5
Spanje. Obligatiën Buitenl3 17}
dito Binnenlandsche 3 11}}
Portugal. Obligatiën 3 46
Turkije. Inschrijving Alg. schuld 5 43-,V
Egypte. Obl. 1868 7 78}
dito 1873 7 71}
Amerika. Obl. Vereenigde Staten 1904 5 99}
dito dito dito 1882 6 98}
dito dito dito 1885 6 102
Illin. Cerf. Amsterdam B 82}
Oblig. Illinois Redemtion. 6
Oblig. Central Pacific 6 79}
Obl.St.Paul&Pac.Spw.lesec. 7 30}
dito dito dito 2® sec. 7 16}
Brazilië. Obl. 1863 4} 92
dito 1865 5 99