MIDDELBURGSCHE
r 209.
Donderdag
1874,
COURANT.
3 September.
Dit
blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2« Faasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m.franco is f 3.50.
Middelburg 2 September.
Zr. M'. monitor Panter, onder bevel van den luite
nant ter zee le klasse G. Bijl de Vroe, isrheden mor
gen te half elf uur van hier vertrokken. De bestemming
van het vaartuig is in de eerste plaats Wolfaartsdijk,
van waar vermoedelijk door de manschappen eene mili
taire wandeling naar Goes gemaakt zal worden. Waar
schijnlijk komt de Panter vervolgens weder hier terug.
Men schrijft ons uit Vlissingen:
„De epidemische ziekte waardoor, volgens verschil
lende dagbladen Vlissingen besmet is, wordt in de
verspreide berichten erger voorgesteld dan zij is. Het
plakkaten-stelsel, dat volgens de wet op besmettelijke
ziekten toegepast wordt, geeft tot zulk eene opvatting
lichtelijk aanleiding. Als bewijs dat het niet zoo erg
is als men beweerd heeft diene dat op éen der bewaar
scholen, welke gemiddeld door 180 kinderen bezocht
wordt, slechts drie hunner verzocht zijn vooreerst niet
op school te komen, dewijl in een ander gezinvan
hetzelfde huis het roodvonk lieerschte. Ook de andere
scholen worden niet minder bezocht dan gewoonlijk.
Het mag dan ook belachelijk genoemd worden dat men-
schen van rijpen leeftijd zijn teruggekomen van hun
plannen om eene reis herwaarts te doen, en dat men
tot andere personen den raad gericht heeft hunne fa
milie alhier niet te bezoeken op grond van de besmet
ting onzer stad."
Het bestuur der Werkmans-vereeniging alhier ver
zoekt ons het volgende door haar ingezonden verzoek
schrift te willen opnemen. Wij laten het stuk zooals
het ons is toegezonden letterlijk hier volgen.
Aan Zijne Excellentie den Heer
Minister van Justitie.
De Werkmans-vereeniging te Middelburg heeft in
bare laatste algemeene vergadering besloten, zich eer
biedig tot Uwe Excellentie te wendenopdat in onze
wetgeving de leemte moge verdwijnen die het oprigten
van Cooperative voorschot-vereenigingen in den weg staan.
Daar de wensch tot het oprigten eener dergelijke
vereeniging zich meer en meer begint te openbaren,
en de behoeften, voor den handelaar en werkman zich
als het ware doet gevoelenzoo zonde eene soortgelijke
vereeniging in Middelburg worden opgerigt, indien zij
slechts rechtspcrsoonlijk kon erkent worden.
Met genoegen heeft het bestuur van bovengenoemde
vereeniging kennis genomen, dat een ontwerp van wet
bg Uw departement wordt in gereedheid gebragt, en
eerlang aan onze geachte vertegenwoordigers zal wor
den aangeboden.
Op grond van dit bovengenoemde nemen onderge-
teekenden de vrijheid zich bescheiden tot Uwe Excel
lentie te wendenmet het dringend verzoekzoo
spoedig doenlijk, een wets ontwerp aan de Kamer
onzer volksvertegenwoordiging te willen indienen.
Het groot© gewicht der belangen van handelaar en
Werkman, doet aan ons de hoop koesteren, dat bij Uwe
Excellentie geen bezwaar zal bestaanop ons verzoek
eene gunstige beschikking te verleenen en de Neder-
landsche wetgeving te verrijken met eene wetrege
lende de rechtstoestand der Cooperative vereenigingen.
't welk doende enz.
Brieven bestemd om met het stoomschip Tromp den
6en dezer uit Vlissingen naar Indië verzonden te wor
den, moeten uiterlijk in den namiddag van den 6" dezer
te Vlissingen aangekomen zijn.
Z. M. de koning is door den keizer van Rusland
benyemd tot kolonel van een regiment der keizerlijke
garde.
De luitenant-generaal Verspijek is gisteren middag
te éen uur in een gehoor bij Z. M. den koning ontvan
gen. Ook met den minister van koloniën heeft de gene
raal langdurige conferentiën gehouden.
Het Vaderland vermeldt dat generaal van Swieten
eerst den 9;n dezer te Marseille zal aankomen. Behalve
den heer Fransen van de Putte moet ook de heer
Geertsema zich reeds derwaarts begeven hebben om
den generaal op te wachten.
De enquête-commissie voor de koopvaardijvloot
heeft gisteren gehoord de heëren H. Muller Szn. van
Rotterdam en F. Wiebaut, voorzitter der kamer van
koophandel te Vlissingen.
In de Staats-courant van heden zijn opgenomen de
verslagen der commissiën, in 1874 belast met het af
nemen der examens van leerling-apothekervolgens
art. 7 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n° 59),
gehouden te Leeuwarden en te 's Hertogenbosch.
Het Weekblad van het Recht herinnert de heeren
advokaten aan de verplichting om in de maand Sep
tember van ieder jaar op de griffie van het college
waar zij zijn ingeschreven hun akte van beëediging te
laten viseeren.
Het hoofd-comité voor de oprichting van het stand
beeld voor T'horbeeke heeft den Haagschen gemeen
teraad verzocht een beslissing te nemen omtrent de
plaats waar het monument moet verrijzen. Aan het
vroeger door den raad genomen besluit om door mid
del van een latwerk te onderzoeken of het beeld het
verkeer op „de Plaats" niet in den weg zou staan, is
tot dusverre niet tot uitvoering gekomen.
De leden van het nieuw benoemd college van cura
toren voor het Haagseb gymnasium hebben hunne
aanstelling als zoodanig aangenomen.
De heer dr. A. Vrolik is op zijn verzoek, om rede
nen van gezondheidbij koninklijk besluit eervol ont
slagen als commissaris des konings bij de Nederlandsche
handelmaatschappij en vervangen door mT. J. D. W. Pape,
vice-president van den hoógen raad.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft gisteren
na uitvoerige debatten met 16 tegen 14 stemmen het
laatste gedeelte van het groote leeningsvoorstel, betref
fende het verleenen van een voorschot van 18 ton, tegen
vergoeding van rentevoor de oprichting van arbeiders
woningen aangenomen.
Het Vaderland vermeldt met zekerheid dat de uit
gave van de Haagsche Nieuwsbode, welk conser
vatief blad nog voor korten tijd onder eene nieuwe
redactie gekomen was, gestaakt is.
B en Amsterdamsch correspondent schrijft
ons het volgende
„Als in Rome de oude Cato het spreekgestoelte be
klom, dan wist iedere ea reeds vooraf dat hij zijne
speechonverschillig waarover die ook handelde, zoude
eindigen met den wensch uit te drukken dat Carthago,
Rome's fiere mededingster, mocht verwoest worden.
Even zeker nu, kunt gij er op aan, dat elk Amster
dammer dien ge dezer dagen ontmoet u zal beginnen
te spreken over „de nieuwe brandweer." Als rechtge
aard Amsterdammer mag ik dan ook nergens anders
over beginnen. Ik weet wel dat de hier verschijnende
bladen er al veel van verteld hebbenmaar dat doet
niets ter zake. Begon ik met iets anders, ik zou
waarlijk vreezen dat de „echtheid" mijner brieven in
twijfel zou worden getrokken. En il y va de votrg
honneurevengoed als van de mijne, dat ze niet als
ondergeschoven stukken beschouwd worden.
Nu, daar ingrijpende veranderingen en hervormingen
van geheele takken van bestuur naar de eisehen van
den tegenwoordigen tijdhier bijna even zeldzaam
voorkomen al^ kometen, is het den goeden bewoners
onzer hoofdstad zeker wel eenigszins te vergeven dat
ze, voor de eene helft, eigenlijk nog niet goed kun
nen begrijpen een nieuwe brandweer te hebben en dus
telkens als deze uittrekt er weêr opnieuw met stomme
verbazing naar staan te kijkenenvoor de andere
helft, bijna over niets anders weten te spreken en te
schrijven.
'tZou ook onnatuurlijk zijn als het. anders was. De
oude brandweer moge een honderd jaar geleden mis
schien goed georganiseerd geweest zijn en aan de
eisehen van den tijd beantwoord hebbensedert jaren
was er maar éene stem over. Namelijk, dat de woor
den van Vader Cats „veel behaais maar weinig zin"
er geheel op toepasselijk waren. Om er u maar éen
staaltje van te gevenvraag ik hoe het anders
mogelijk zou geweest zijn dat, in den zomer van het
vorige jaarbij een brand die 's avonds te 7 uren uit
brak op den Nieuwendijk dus op eene der hoofdstraten
midden in de stad, vier menschen konden verbranden,
hoofdzakelijk wegens gemis aan behoorlijke reddingtoe
stellen. Zulk een toestand kon niet langer bestendigd
worden.
Een paar stoomspuiten waren, 'tis waar, reeds sedert
eenigc jaren aangeschaft, maar ze waren weinig meer
dan oljets de luxe. Gewoonlijk kwamen zij eerst als
de andere spuiten al een half uur water gegeven
hadden en dan duurde het nog minstens een half
uur voor dat zij zelve zoo ver waren; zoodat zij in
den regelslechts uitgebrande perceelendikwerf
slechts rookende puinhoopen hadden te bespuiten. Daarbij
kwam dat het bedienende personeel zóo weinig van de
behandeling van een stoomspuit wist dat men bij de
geringste belemmering met de handen in het haar zat
en eerst een kwartier noodig had om te weten te komen
wat aan de machine haperde en dan nog weêr eens een
kwartier om het gebrek te verhelpen.
Wat nu de andere spuiten aangaat, ook daarmede
zag het er treurig uit. De kwantiteit was er wei
behalve die in de weeshuizen en andere groote open
bare gebouwen waren er 57maar de kwaliteit was
wat men in het kaartspel gewoon is misère te noemen,
terwijl de bediening daarmede in overeenstemming was.
Thans is sedert den 15en der vorige maand eene
nieuwe organisatie in werking getreden. Had onze bur
gemeester in de 6 jaren van zijn bestuur niets anders
van belang tot stand gebracht, reeds hierdoor alleen zou
hij zich den dank de burgerij hebben verworven. In deze
bewering ligt geen overdrijving. De nieuwe brandweer
tochhoewel nog slechts weinige dagen in dienstis reeds
bij herhaling geroepen geworden hare functie uit te oefe
nen. Een paar malen zelts reeds bij zeer groote branden.
Tot nog toe lieten haar spoed en hare doeltreffende
maatregelen niet alleen niets te wenschen over, maar
overtroffen zij zelfs de stoutste verwachtingen. En
veilig mag het gezegd wordenals de kommandant en
zijn personeel op den ingeslagen weg voortgaan, kan
de Amsterdamsche brandweer veilig concurreerenniet
alleen mot die van Londen en Parijsmaar zells met
de zoo boog en te recht geroemde Berlijnsche.
Een groote fout van ons Nederlanders is evenwel dat
wij, als wij er eenmaal toe gekomen zijn om het een
of ander in te richten volgens de nieuwste uitvindingen,
iets wat gewoonlijk heel wat voeten in de aarde heeft,
er ons dan toe bepalen om met een zekere soort van
zelfvoldoening neêr te zien op hetgeen wij gedaan heb
ben, zonder de oogen gericht te houden op hetgeen
wetenschap of ondervinding gaandeweg elders weêr
doet toepassen. Zoodoende, na zeker tijdsverloop als
uit een droom ontwakende, bespeuren wij eensklaps
weêr een tal van jaren ten achteren te zijn. 't Is een
nationaal gebrek dat we onze zaken niet dagelijks bij
houden, maar eerst wanneer we van onze achterlijkheid
te veel last krijgen, wanneer de toestand onhoudbaar
wordt, *in eens onze schade gaan inhalen, om dan
onmiddellijk weêr op onze lauweren ve gaan rusten.
Van harte hopen wij dat het met de nieuwe brand-