die aan de inrichting hulp zoeken tot de minvermo genden behooren terwijl niet alleen de dienstbare stand, maar ook de kleine burgerij gaarne en dankbaar van de inrichting gebruik maakt. Tot geheel kostelooze verpleging kan men nog niet overgaan, wijl in dat geval het getal lijdersin verband tot de geldmiddelen, te hoog zou stijgen. Het ver- pleeggeld bedraagt 60 cent daagsterwijl ieder ver pleegde de inrichting werkelijk op f 1.20 per dag te staan komt, zoodat door hen slechts de helft in de kosten wordt gedragen. De 408 verpleegden leverden 9522 verpleegdagen, of slechts 23'/j dag voor iederen lijder. Het is opmer kelijk, dat dit cijfer in de laatste jaren vrij regelmatig is afgenomen; vóór. weinige jaren nog bedroeg het gemiddeld aantal verpleegdagen voor iederen lijder doorgaans meer, zelden minder dan 30 dagen. Ver schillende oorzaken zijn voor die vermindering aan te wijzen waaronder de vorderingen in de behandeling der ooglijders zeker niet de laatste plaats innemen. In- het geheel werden, bohalve de kleine kunstbe werkingen, 325 operaties verricht, in de meeste ge vallen met den besten uitslag. Verreweg de meeste lijders verlieten hersteld of geholpen, bijna alle verbe terd, het gesticht. Door toenemende kennis in de oog heelkunde vertrouwt men dat het getal der onherstel bare blinden steeds zal afnemen. Behalve eene inrichting tot het verplegen van oogzieken is het gasthuis ook eene gelegenheid voor hen die hunne oogheelkundige kennis wenschen uit te breiden. Door een aantal binnen- en buitenland sche geneeskundigen werd daarvan gebruikt gemaakt. De kosten der inrichting worden bestreden uit de verpleeggelden en de jaarlijksche vrijwillige bijdragen. Het is echter de wensch van de regenten om een kapi taal te verzamelen, uit welks renten eene vaste bron tot dekking der gewone uitgaven gevonden kan worden. De .ontvangsten bedroegen, daaronder begrepen een post van 1105 aan renten van reeds bestaand kapi taal, f 12,228 terwijl de uitgaven f 454 meer beliepen Dit nadeelige saldo kon evenals dat van het vorige jaar nog uit vroegere voordeelige saldo's bestreden worden. Moesten echter op den duur de uit gaven de inkomsten overschrijden, dan zou men ge noodzaakt wezen het kapitaal der inrichting aan te spreken. Onder de verschillende giften aan de instelling ge schonken wordt vermeld eene som van f 250 van den Japanschen geneesheer Ito Gempak, die na te Utrecht onderwijs genoten te hebbeU in zijn vaderland terug is gekeerd. Verder eenige andere bijdragen van verschil lende personen, waaronder eenige vroegere patiënten. Onder de lijst van gevers en begunstigers vonden wij niemand uit deze provincie vermeld. „Mocht het gegeven voorbeeldzoo eindigt de heer Donders zijn verslag, bij velen navolging vinden. Mogen sommigen, met het oog op de weldaden door de instelling aan zoovele lijdenden bewezen en verder te bewijzen, zich geroepen voelen door schenking of erflating mede te werken tot bestendiging en voltooiing der stichting Benoemingen en besluiten. ministerieels departementen. Niet aangenomen het gevraagd eervol ontslag door A. W. P. Weitzel, als minister van oorlog, en W. F. vanErp Taalman Kip, als minister van marine. STAATS-G'OMMISSIEN. Ingetrokkenop verzoek de benoeming van dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen hoogleeraar te Leiden, tot lid der commissie, die gedu rende éen jaaringegaan 1 Augustus 1874belast is met het afnemen van het eerste natuurkundig examen, vermeld in art. 2 der wet van 8 Juli 1871 (Staatsblad n°. 97) en van het natuurkundig examen voor hulp- apothekers vermeld in art. 5 dier wet. Benoemd tot lid dier commissie, dr. li..A.Mees, hoog leeraar te Groningenthans plaatsvervangend liden tot plaatsvervangend lid der gemelde commissie dr. A. van Hennekeler, leeraar aan de hoogere burgerschool te Amsterdam. leger. Eervol ontslag uit Zr. M*. militairen dienst verleendmet toekenning van pensioenaan den kapitein der infanterie bij het leger in Nederlandsch-Indië J. A. Schreiner, met ingang van 1 September a. Benoemd tot generaal-majoor bij het leger in Neder landsch-Indië dë kolonel der infanterie bij dat leger. A. J. E. Diemont. Onderwijs. Eenige maanden geleden vormde zich te Wassenaar eene commissie, waarvan leden zijn: mevrouw de douairière van der Oudermeulengrootmeesteres van H. M. de koningin, en de heeren C. J. van der Ouder meulen, baron J. van Pallandt, baron H. van Pal- landt, G. Groen van Prinsterer en W. Jochems. Door deze commissie zijn de gebouwen en tuinen aangekocht, die tot het bekende instituut van mevrouw Elise .van. Calcar behoord hebben, met het doel om daarin eene school voor lager en uitgebreid lager onderwijs, tevens kostschool, te vestigen. Den 20en Augustus jl. is door die commissie tot hoofdonderwijzer dier inrichting be noemd de heer H. Schnitzlcrhoofdonderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onderwijs te Vianen. Kerknieuws. De predikant Koeken gaat, ondanks zijne afzetting, nog geregeld voort in de hervormde kerk te Moerdijk godsdienstoefening te houden. De riugpredikanten, die op hunne beurt den dienst moeten waarnemen, komen zich des Zondags overtuigen dat hun afgezette ambt genoot op den preekstoel staat--en keeren dan naar huis terug. Marine era Seger. De luitenants ter zee 2e klasse P. H. Prager eu W. Römer worden met den 0'n September aanstaande respectievelijk geplaatst in de rol van %r. M*. wachtschip te Hellcvoetsluis en aan boord van Zr. Ms. monitor Haai. Eergisteren zijn de troepen in de legerplaats te Milligen om 8 uren uitgerukt. De brigades infanterie hebben, met cavalerie en artillerie, elk op zichzelf, gecombineerde manoeuvres verrichtditmaal echter met veronderstelling, dat men met een vijand te doen had. De kommandantcn hadden daarvan vooraf schriftelijke opgave gedaan aan den opperbevelhebber. De overige cavalerie en rijdende artillerie hebben, vereenigd op het heideveld, noordoostelijk van Garderen in de rich ting van Harderwijk, velddienstoefeningen en meer be paald kondschapsdienst. over een groote uitgestrektheid verricht. 's Namiddags schijfschieten en exercitie der infanterie als op 24 dezer. Ook de cavalerie isnaar opvolging der escadrons, begonnen naar de schijf te schieten met de Remmington-karabijn. Hunstnieaws. Door verschillende Engelsche bladen wordt met veel lof gewag gemaakt van liet talent van een jeugdig Haagsch violist, den heer S. van Praag, die zich te Londen en elders heeft doen liooren. De eerste voorstelling der Haagsche Fransche opera wordt Maandag a. gegeven en zal bestaan uit La Juive. Uit het prospectus voor het tooneeeljaar blijkt dat men zich meer op het geven van groote en minder op dat van komieke opera's schijnt te willen toeleggenhetgeen met het oog op den smaak van het Haagsche publiek niet zonder bedenking schijnt. Voorts gaan de koren steeds in getalsterkte achteruit. Zij bestaan nu nog slechts uit 12 zahgers en even zooveel zangeressen. Voor een „koninklijk" tooneel dat f 8000 subsidie van de gemeente krijgt, is dit nog al mager. "Wij lezen niet zonder eenige bezorgdheid in het Vaderland het bericht dat Multatuli's „Vorstenschool" te Antwerpen ten tooneele zal worden gevoerd. De Vorstenschool is zulk eene verhevene conceptie, zij valt zoo geheel buiten het bereik der Nederlandsche tooneel- spelers van een gewoon gehalte, dat wij voor ieder tooneelgezelschap de opvoering eene hoogst gewaagde onderneming zouden achten. Vooral zouden wij het betreuren indien tengevolge eener gebrekkige voorstel ling een ongegrond oordeel geyeld werd over Multa tuli's werk, dat misschien aan excentriciteit en andere gebreken lijdt, maar zeker de meest ernstige en nauw gezette studie van meesters in de kunst waardigis. Of het jeugdig Antwerpensch tooneel de krachten tot zulk eene onderneming bezit durven wij niet te beoordeelen wel weten wij dat wij aan geen Nederlandsch tooneel gezelschap van den tegenwoordigen tijd zonder vrees de opvoering van de Vorstenschool zouden toever trouwd zien. Bij eenige herstellingen onlangs aan het oude konink lijke kasteel van A mboise gedaan, stuitten de werk lieden plotseling op een grafsteenop welke de woorden „Leonard da Vinei" gegrift waren. Men telegraplieerde dadelijk aan den graaf van Parijs, den' eigenaar van het slot, en op diens verlangen werd in tegenwoordigheid van verscheidene geleerden het graf geopend. Men vond toen het gebeente van den beroemden schilder in ongeschonden staat en bracht het op bevel van den graaf van Parijs in eene andere kist, met lood bekleed, naar de kapel van het kasteel over. Dat Leonard da Vinci in de buurt van Amboise gestorven iswas eene bekende daadzaakdoch men kende de plaats van zijn graf niet. Rechtzaken. Door den kantonrechter te 's G-ravenhagemT. L. G. Grevewerd gisteren uitspraak gedaan in de zaak van 54 aangeklaagdenwaaronder 2 vrouwen, beschul digd van in kennelijk beschonken toestand zich op de openbare straat te hebben bevonden. Achttien per sonen waren opgekomen en werden veroordeeld tot 1 boete of subsidiaire gevangenisstraf van éen dag met verwijzing in de ko3ten. Omtrent twee beschuldigden zal een nader onderzoek ingesteld worden. De niet opgekomenen werden bij verstek tot dezelfde straf ver wezen. Een der beklaagden verscheen in niet geheel nucliteren toestand ter terechtzitting en werd op last van den rechter verwijderd. De kantonrechter trachtte bij het hooren der getuigen vooral te weten te komen wat men onder „kennelijken staat van dronkenschap" begreep. Hij verlangde uitdrukkelijk dat ih de pro cess en-verbaal niet alleen vermeld werd dat iemand beschonken geweest wasmaar- ook door welke uiter lijke teekenen hij dien toestand aan den dag gelegd had. De veroordeelden hebben gedurende drie dagen het recht zich in cassatie te voorzien. Koloniën. In het Algemeen Dagblad van N. I. wordt de critiek besprokenwelke het beleid van generaal van Swieten in Nederland ondervonden heeft. In de eerste plaats worden de zonderlinge vergelijkingen der Arnhemsche courant belachelijk gemaakt, die den kraton van Atchin, welke bij de eerste expeditie onneembaar en bij de tweede alleen door omsingeling te veroveren was, ver geleek bij het Huis ten Bosch in den Haag en die de Atchineezen in éen adem noemde met de Karthagers, die een Hamilcar en Hannibal tegenover Rome hadden te stellen. Vervolgens wordt aangetoond uit hetgeen na den in strijd met het verlangen van generaal van Swieten to ver voortgezetten uitval van 15 April is voor gevallen, dat het groote garnizoen van Kotta-Radja sterk genoeg is omovereenkomstig de bedoelingen van den opperbevelhebberden oorlog ten einde te brengen. „Op 27 Aprildaags na het vertrek der hoofdmacht, maakte de vijand eene aanvallende beweging. De medewerking der Borneo was voldoende om hem in bedwang te honden. Wij leden daarbij geen enkel verlies. De vijand verloor 15 man aan dooden en 25 gewonden. „Den 18'n en 19en Mei vernieuwde de vijand den aanval. Den eersten dier beide dagen leed hij zware verliezen; den tweeden dag had hij"_60 dooden. Onzerzijds telde men 1 doode en 14 gekwetsten. Een tegen 22 Mei beraamde aanslag op onze versterkingen bleef onuitgevoerd. „Den 10cn Juni beproefde de vijand een aanval op ai onze etablissementen te gelijk. Na een hevig gevecht trok hij met verlies terug. Onzerzijds dooden noch gewonden. „Den 20en Juni werden bijna al onze etablissementen beschotenook de marine-bentingwaarbij twee matrozen en twee soldaten gewond werden. Een patrouille, op den iinker-oever 'in hinderlaag gesteld, werd hevig beschoten en kreeg 8 gewonden. Denzelfden middag werd een kleine afdeeling uitgezondenwelke den 20en versterkt werd. Onder leiding van den majoor Scharp, gelukte het die kolonne den vijand uit zijne sterkten te verdrijvenhem op de vlucht te jagen en gevoelige verliezen toe te brengen. De versterking werd door éen Europeesche compagnie bezet. Bij de troepen wared 17 gewonden. De vijand verloor dien dag 80 man aan gesneuveldenwaaronder 4 panglima's, en 40 man aan gewonden. „De macht van kolonel Pelzoo besluit het Dagblad, is niet alleen niet te gering, maar haar getal bewijst opnieuwdat de eerste expeditie nooit had mogen te-- rugkeeren en de' tweede in alle opzichten meer dan, voldoende is geweest. De rustige houding van den generaal van Swieten beantwoordt geheel en al aan den waren stand van zaken. Sedert zijn vertrek uit Atchin is daarginds niets voorgevallen wat een oud Indisch krijger als hij niet van te voren kon berekenen. Wij hebben hier te lande geene generaals noodig, die veld slagen leveren. Aan dat. wanbegrip is ook in dezen oorlog reeds te veel geofferd. Meer en meer moet tot den zuiver Indischen krijg teruggekeerd en met, den aard van den vijand, tegenover wien wij ons geplaatst zien, rekening gehouden worden." Gemengde berttchifera. Het spoorweg-ongeval te Hilversum, waarvan giste ren melding gemaakt werdheeft den verwonden arbeider zijn arm gekost. De man bevond zich met eenige andere werklieden op den weg aan 'twerk; den trein willende ontwijken werd hij door een der buffers ge grepen en hem de arm geheel verbrijzeld. De andere arbeiders, vielen tusschen de rails zoodat de locomotief over hen heen ging, zonder hen te deren. De ver wonde is in het ziekenhuis te Utrecht gebracht, waar zijn arm werd afgezet. Het adres van het Nederlandsch werkliedenverbond aan den Amsterdamschen gemeenteraad tot ondersteu ning. van het plan .om arbeiderswoningen te bouwen, is, met 3500 handteekeningen voorzien, aanden raad verzonden. Als een voorbeeld van bijgeloof, 'wordt door de Wijksche courant uit Rhenen gemeld dat voor eenige maanden een negentienjarig meisje aldaar aan zoodanige ziekteverschijnselen leed dat men haar algemeen voor „betooverd" aanzag. Als de heks werd eene oude

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2