BUITENLAND. De niet erkenning van Spanje door Rusland. Thermometerstan*!, 26 Aug. 's av. 11 u. 57 gr. 27 'smorg. 7u.58gr.'smidd. 1 u.73gr.'sav.6u. 70gr. Algemeen overzicht. Twee zakendie anders slechts ter loops de aandacht zouden trekken, houden, bij den algemeenhéerschenden stilstand van alle politieke en parlementaire werkzaam heden, reeds dagen achtereen in Frankrijk de gemoede ren bezig en geven aanleiding tot uitvoerige beschou wingen nl. de aanstaande verkiezing in het departement Maine et Loire en de reis van maarschalk Mac-Mahon. Tot nogtoe zijn voor de vacature in de nationale vergadering voor Maine et Loire drie candidaten gesteld: een republikeinde heer Maillévoormalige maire van Angerseen Bonapartist, de heer Berger, en een septen- nalist, ook wel gequalificeerd als „pseudo-septennalist" of „septenno-Orleanistde heer Bruas, in ieder geval iemand die het septennaat wil als overgang tot het Orleanisme. Deze laatste alleen heeft tot nogtoe eene circulaire tot zijne kiezers gericht om zijne beginselen uiteen te zetten, en als men onvoorwaardelijk kan gelooven wat hij zegtdan zou men hem voor de meest onpartijdige septennalist moeten houden die men zich kon denken. Boven alles staat hij „die groote conservatieve beginselen" voor die alleen de maatschappij kunnen redden. Zonder eenige nevenbedoeling en zonder eenige reserve wil hij maarschalk Mac-Mahon steunen. Hij wil zijn stem uitbrengen voor alle maatregelen die kunnen strekken om het gezag van den maarschalk te bevestigen. Zeer terecht merkt de Temps aan, dat het bij de ver kiezing te Maine et Loire niet te doen is, om den maarschalk een verdediger en helper, maai- om aan het departement een vertegenwoordiger te geven; de maarschalk is de dienaar van de nationale vergadering, aan welke hij zijn gezag ontleent, maar de vergadering is niet de dienares van den president. Wat die „groote beginselen" betreft, daarvan heeft iedereen den mond vol; iedereen schijnt ze te kennen, maar in de toepas sing falen verreweg de meesten. Volgens de in de politieke wereld te Parijs in omloop zijnde geruchten zouden de administratieve ambtenaren ten opzichte van deze verkiezing al een zeer zonderlinge rol spelen. Men beweert nl. dat de administratie zich openlijk voor den zoogenaamden septennalistischen candidaat verklaart, maar in stilte de Bonapartische candidatuur bevordert. Hoe vreemd het ook moge schijnendat eene regeering den candidaat van een andere partij, dan waartoe zij zegt te behooren, zou steunen, indien er een van haar eigen richting is gesteldis dit echter volstrekt niet onmogelijk, vooral als men denkt aan de heterogene bestanddeelen van het tegenwoordige kabinet. Het is niet ondenkbaardat bij de verkiezing de verschillende ministers in verschillende richting laten ijveren. Tfot nogtoe heeft men geen reden om te onderstellen, dat de minister van binnenlandsche zakenChabaud Latour, aan dat dubbelzinnig spel deelneemt. Integen deel mag men gelooven, dat zijn haat tegen het Bonapartisme hem veeleer zal bewegen om de candi datuur van den heer Bruas te steunen. Dit wil echter volstrekt niet zeggendat hij een flink liberaal man is, en dat hij althans geen warm voorstander van de repu bliek is blijkt weder uit het antwoord, dat hij aan de afgevaardigden uit Seine et Oiseleden van het lin ker-centrum, heeft gegeven. Met het oog op de aan staande verkiezing in dat departement ter vervanging van den heer Labélonye kwamen die heeren den mi nister verzoeken de schorsing van 1' Union libérale van Versailleseen der meest gematigde en behoudende or ganen der republikeinsche paftij te willen, opheffen. Te vergeefs echter: de minister heeft geweigerd aan hun verzoek te voldoen. Met bevreemding heeft men opgemerkt dat voor de verkiezing in Maine et Loire door de legitimisten tot nogtoe geen candidaat was gesteld en men vroeg zich af wat toch wel de reden zou kunnen zijndat zij in een departement, waarin zij zooveel invloed kunnen uitoefenen zich van deelneming aan de verkiezing ont hielden. De circulaire van den heer Bruas schijnt ech ter voor de legitimisten het sein te zijn geweest om hunne werkeloosheid te laten varen en een eigen can didaat te stellen. De Etoile van Angers zegt dat de legitimisten geen candidaat kunnen steunen „die onbe kend schijnt te zijn met de spanning, de vrees en de hoop waarin allen verkeeren en die zelfs de woor den keizerrijk, republiek en koninkrijk niet schijnt te kennen." L'Union de Paris, het meest invloed rijke orgaan van de eigenlijke rechterzijde, velt een niet minder ongunstig oordeel over den pseudo- septennalist en noemt hem iemand die volstrekt geen opinie heeft. Hij behoort tot het rechter centrum zegt het blad, laat dat voor hem stemmen, maar wij niet. Meu ziet dus dat de kansen voor den heer Bruas niet bijzonder schitterend zijnen daarentegen die van- den republikein pttr sang, de heer Maillé, niet ongunstig staan. Wij spraken boven ter loops van de verhoudiug van maarschalk Mac-Mahon tot de nationale vergadering, en hoe hij zelf die beschouwt, heeft hij eergisteren uitgesproken bij gelegenheid van een banket, dat hem te Saint Nazaire werd aangeboden, op zijn reis naar Nantes. De heer Fidéle Simon lid van de nationale vergadering en van het linkercentrumbegon met te zeggen, dat niettegenstaande de declamation van de officieuse organen hij niet geloofde, dat er eenig ge vaar of eenige onbeleefdheid in was indien hij in de- woorden van welkomst en gelukwenscliing, die hij tot den maarschalk wenschte te richten, ook even de poli» tiek ter sprake bracht. Hij verklaardedat koophandel en nijverheid vertrouwen stellen in de herhaalde ver zekeringen van den maarschalkdat hij hen zou bescher men. In zijn boodschap had de president om de invoe ring van constitutioneele wetten gevraagd en deze nood zakelijk genoemd. Wat de onmachtige, bestaande natio nale vergadering niet kon tot stand brengen zou een nieuwe vergadering wel vermogenen men was over tuigd dat de maarschalk als verdediger van het recht, gedurende zeven jaren de beslissingen der vergadering zou eerbiedigen. Handel en nijverheid zouden daarom het oude vertrouwen hernemen. De maarschalk heeft zich bij deze ontmoeting inder daad hoogst verstandig en gematigd gedragen. Zonder zich in het minst beleedigd of zelfs verrast te toonen heeft hij op de rede van den heer Simon geantwoord en o. a. verklaard „dat hij altijd de besluiten der natio nale vergadering zou eerbiedigen"en besloten was gedurende de bij de wet bepaalde zeven jaren aan het bewind te blijven. Met groote ingenomenheid wordt deze verklaring door de liberale dagbladen en vooral door de République francaise gereleveerd. Was men tot nogtoe niet voldaan over de weinig beteekenende woorden door den maarschalk gedurende zijne reis ge sproken nu is men eensklaps in de wolkenwant zegt het genoemde bladdeze woorde n behelzen eene ver- bindtenis om zoowel aan een toekomstige als aan de thans bestaande vergadering te gehoorzamen! Op de Fransclie grenzen aan de Spaansche zijde is het niet veilig door de kogelsdie uit Puyserda op het Fransche grondgebied vallen. De belegering wordt met kracht voortgezet, doch de Carlisten hebben nog geen vorderingen gemaaktwel aanzienlijke verlie zen in manschappen en materieel geleden, terwijl de belegerden zich met de grootste dapperheid verdedigen, waarbij zelfs de vrouwen niet achterblijven. Hielden de republikeinen zich overaPiïóoiiink dan zou er eenige grond zijn voor de blufachtige taal van de Diairio espauoldie na het gerucht te hebben bestredendat een offensief en defensief verbond tusschen Duitschland en Spanje zou zijn gesloten, verzekert, dat Spanje geen behoefte heeft aan hulp van vreemde strijdkrach ten om de Carlisten te overwinnen, 't Is te hopen, dat de waarheid hiervan dan maar spoedig afdoende zal blijken. In ons gevoelendat de weigering van Rusland om de Spaansche regeering te erkennen althans niet geheel moet worden toegeschreven aan de oorzaken die de Strassburger Zeitung daarvoor aangeeft, worden wij versterkt door de beschouwingen van de Engelsche Morning Post ten aanzien van deze zaak. Hoewel dit blad met de Strassburger Zeitung in eukele opzichten overeenstemtschijnt het toch weldat jaloezie tusschen Rusland en Duitschland in deze quaestie een zeer belangrijke rol speeltzoodat de verhouding tus schen de beide landen wel niet meer zoo hartelijk zal zijn als toen de keizers hun verbond van vrede en vriendschap sloten. De houding door de Russische regeering aangenomen, isvolgens de Morning Postvolstrekt geen gevolg van een pas door haar genomen besluit. Integendeel was te Sint Petersburg reeds geruimen tijd geleden tot zoo danige handelwijs besloten. Vandaar dan ook, dat eenigen tijd een stilstand in de diplomatieke handelin gen werd waargenomen. Terwijl men wist, dat de meeste groote mogendheden het voorstel van Duitschland had den aangenomen verliep de eene dag na de andere zon der dat eenig definitief besluit werd genomen of iets werd gedaan. Erger nogtusschen Weenen en St. Pe tersburg werden diplomatieke mededeelingen gewisseld, die op eene tegenkanting van zeer ernstigen aard zin speelden. Het8chijnt, dat de Oostenrijksehe regeering alle krach ten heeft ingespannen om de bezwareu van het Rus sische kabinet op te heffen, doch zonder eenig gevolg. Het motief voor de vertraging zou men misschien kun nen afleiden uit de termen waarin door Duitschland en Oostenrijk de erkenning heeft plaats gehad, die Jtaa- hun gezanten te Madrid hadden gelast om „het uitvoe rend bewind van maarschalk Serrano" te erkennen juis't'.deze uitdrukking moet Rusland hebben aangevoerd als een motief voor zijne weigering. Het weigert oen. de bestaande regeering van Spanje te erkennen. De Morning Post acht liet volstrekt niet moeilijk om meer dan éen motief voor deze houding van Rusland te vinden of althans te gissen. In de eerste plaats, weet men zeer goed dat in beginsel alle mogendheden van den eersten rang zeer vijandig zijn tegen alles wat naar de republiek gelijkt, en zoo Duitschland al een bijzondere reden hadom het Spaansche gouverne ment te steunen en het Carlisme te ontmoedigen, was dit met Rusland niet het geval'.. Indien in Spanje voor goed de republiek wordt gevestigd zal Rusland die ongetwijfeld erkennen.-; het is daartoe zedelijk verplicht, maar het gemis van alle wettelijke vormen zoowel ten opzichte van het ontstaan als van de handhaving van het tegenwoordige Spaansche gouvernementheett Rus land aangegrepen als een motief om met dat gouverne ment geen diplomatieke betrekkingen aan te knoopea. Het is vreemd, dat Rusland- niet heeft begrepen-, dat het beste middel,, om: in Spanje een wettelijkeu:regee- ringsvorm te vestigen, is de krachten van het voorloopigen gouvernement te Madrid te versterken. Raadpleegt men de geschiedenis dan zal men ziendat Spanje 2ich nooit onderwerpt aan een souverein dien het haat en-veracht, en zelfs indien don- Carlos de zege behaalt op-de natio nale wapenen is het nog niet zekerdat daarom de monarchie zal worden gevestigd. Zij zoti slechts een voortdurende bron van regeeringloosheid en oproer wezen, vergezeld van aanhoudende pogingen om de republiek te verkrijgen. Het eenige middel om met goed-gevolg mede te werken tot een goede regeling vanzaken in Spanje is het bestaande gouvernement te steunen. Er kan echter ook nog een andere reden bestaan waarom Rusland heeft geweigerd de Spaansche regee ring te erkennen. Het is geen geheim, dat, bij gele genheid der ontmoeting van de drie keizers, tusschen hen is overeengekomen, dat alle belangrijke Europee- sche quaestiën van politieken aard onder elkander zonden worden behandeld. In de Spaansche quaestifr echter schijnt Duitschland geheel op eigen hand het initiatief te hebben genomen. Dit heeft, waarschijnlijk mishaagd aan Ruslanddat daarin eene afwijking heeft gezien van de aangegane overeenkomstenen naijve rig is op de krachtige politiek van. Bismarck. De macht en de invloed van Duitschland hebben Rusland geprikkeld om zich te verzetten. De Morning Post voert ook nog, evenals de Strass burger Zeitung, als een argument voor de weigering aan de ontevredenheid van Rusland over de koele ontvangst aan zijn voorstellen op de Brusselsche confe rentie ten deel gevallenen ten slotte juicht het blad de handelwijze van Frankrijk en Pingeland toe, om de Spaansche regeering te erkennen.. Engeland -zegt het is niet gewoon zich door Rusland te laten leiden. De Engelsche natie is overtuigddat het bestaande Spaansche gouvernement al het mogelijke doet in het belang van Spanje en van Europa, en dat het daarom moet worden versterkt door den zedelijken steun der mogendheden. Bij zoodanige stemming der bevolking kon het voor de regeering niet moeilijk zijn om een besluit te nemen en is er geen enkele .reden om het voorbeeld van Rusland te volgen. Dat de regeering van dit rijk pogingen heeft aange wend om anderen te doen besluiten eveneens de erken ning te weigeren, kan men opmaken uit een artikel in de Wiener Presse, die zich hartelijk verheugt over de erkenning door de Oostenrijksch-Hongaarsche regeering. In echt verheven Duitsche taal hemelt de Presse het gewicht van het feit op. Na eenige hartelijke ontboe zemingen en gelukwenschingen aan het adres van de Spaansche regeeringwenscht het ook graaf Andrassy geluk „dat hij in deze hoogst gewichtige aangelegenheid alle moeilijkheden en bezwaren zoo glorieus heeft overwonnen en Oostenrijk een plaats heeft doen innemen naast de overige liberale landen van Europa." De erkenning door Oostenrijk beteekent ten duidelijkste, dat de regeering van dat land niets gemeen wil hebben met de voorvechters van het jezuïtisme en absolutisme, die Spanje gebruiken als een oefenplaats voor een algemêenen Europee8chen veldtocht. Wat echter vooral in aanmer king dient te worden genomen en hierop drukt de Presse bijzonder is de Duitschgezindheid die de Oosten rijksehe regeering in deze zaak aan den dag heeft gelegd; de „innige principieele harmonie tusscheu Berlijn en Weenen" is vooral duidelijk aan het licht gekomen. „Men zal het in Berlijn zegt de Presse wij ziju er zeker vanop prijs stellendat wij Duitsch land na zijn krachtig initiatief in een zoo gewichtige aangelegenheid trouw ter zijde zijn gebleven, niet tegenstaande het waarlijk niet aan ver zoekingen heeft ontbroken om ons te ver lokken." Ziedaar de Duitsche trouw zegevierende over Russische verleiding.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 3