MIDDELBURGSCHE COURANT. r 203. Donderdag 1874. 27 Augustus. Uil blad verschijnt dag el ij he met uitzondering van den Zondag, den 2to Paaseh- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/tjo.. franco is f 3.f50. Middelburg 20 Augustus. DE MEEKRAP EN HAAR CONCURRENT. Men heeft uit den brief van onzen Schouwenschen correspondent, in ons nommer van eergisteren opgeno men, kunnen zien hoezeer de quaestie der meekrap- cultuur en harer verdringing door kunstmatig bereide alizarine op de eilanden Schouwen en Duiveland aller gemoederen bezig houdt. Ook in andere gedeelten onzer provincie wordt de meekrap verbouwd en vraagt de landbouwer zich af: Wat moet ik met mijn land doen? Moet ik den grond, tot dusverre voor meekrap bestemd, voor iets anders gaan gebruiken, of bestaat er reden om op betere tijden te wachten? Ofschoon wij geen nieuwe gezichtspunten ter zake hebben te openenis het misschien doelmatigvoor het groot gedeelte onzer lezers dat niet deskundig is, een kort overzicht van de oorzaken en den stand dezer quaestie te geven. Misschien wordt daardoor ook voor sommigen die, zonder bepaald deskundigen, landbou wers of fabrikanten te wezen, echter niet geheel met de meekrap-cultuur en hare vijandinde kunst-alizarine, onbekend zijn, een enkel punt, dat tot dusverre duister was, een weinig opgehelderd. Te meer vinden wij daartoe aanleidiug nuop denzeltden dag dat wij on zen brief uit Schouwen ontvingen, de Revue des deux Mondes ons een opstel van den heer 11. Rad au bracht, waarin de oorsprong en de beteekenis der nieuweof anilin-kleurstoffentot welke ook de verdringster van onze meekrap behoort, op echt Fransche, dat is aan gename en bevattelijke manier worden uiteengezet. De meekrap is, gelijk genoeg bekend is, cenekruid achtige plant, uit het Oosten afkomstig, waar zij se dert de vroegste tijden door de Egyptenarende Perzen en Indiërs gekweekt werd. Eerst in Italië', later naar Frankrijk overgebracht, begon men haar in de zes tiende eeuw in ons land aan te planten, terwijl zij daarentegen uit andere streken verdween. Colbert poogde haar honderd jaren later in het Zuiden van Frank rijk in te voeren, doch met weinig gevolg, en eerst in het laatst der vorige vorige eeuw verkreeg de meekrap zoowel in den Elzas als in de omstreken van Avignon weder het burgerrecht. Op dit oogenblik is zij door het geheele Zuiden van Europa, door de Fransche kolonie Algeric, door Amerika en Indic verspreid. Het kleurend beginsel van de meekrap (rubia tincto- rurri is baar botanische naam) zetelt in den wortel en wordt alizari genoemd. De teelt der plantwelke naai de geaardheid van den grond verschillend is, vordert veel arbeid en zorg. Alvorens in den handel gebracht te worden, moeten de wortels gedroogd worden, waar door zij een belangrijk deel van hun gewicht verliezen. Die droging geschiedt in het Zuiden van Europa ge woonlijk in de open lucht; bij ons te lande en in den Elzas worden er mcestoven voor gebruikt. Na gedroogd te zijn wordt de meekrapwortel tot poeder vermalen, om in dien staat tot het maken van roode en andere verven gebruikt te worden. Deze geven aan de lijnwa den eene heldere frissche tint, die niet verschiet, doch leveren in de bewerking eenige bezwaren op, welke gedeeltelijk veroorzaakt worden door vreemde bestand deelen, die zich in de kleurstof bevinden, gedeeltelijk het gevolg zijn van de onvolkomene oplosbaarheid van het kleurend beginsel der meekrap. Men heeft reeds verschillende middelen beproefd om deze nadeelen te verhelpen. Zoo vervaardigt men eene zuiverder verfstof, bloem van meekrap, fleur de qaraws) genaamd, waar uit alle onzuivere bestanddeelen zooveel mogelijk ver wijderd zijn. 100 kilo ruwe meekrap leveren ongeveer 65 tot 60 kilo bloemterwijl de kosten gedekt worden door den verkoop van den uit de meekrap bij deze bewerking getrokken alcoholdie in de nijverheid tot verschillende doeleinden gebezigd wordt. De bloem bevat, bij gelijke hoeveelheid, ongeveer tweemaal zoo veel kleurstof als de alizarine. Eene andere poging tot verbetering is het vervaardigen van garancine, welke verkregen wordt door de meekrap met zwavel zuur te behandelen. Honderd kilogram meekrap leveren op deze wijze ongeveer 35 kilo garancine, terwijl uit deze laatste ongeveer vier of vijfmaal zooveel verfstof bereid wordt. Ongelukkig zijn de garaucine-kleuren minder sterk en blijvend dan die, welke uit de b oem van meekrap vervaardigd worden. Deze belangrijke tak van landbouw en nijverheid wordt thans met eene geheele vernietiging bedreigd door de ontdekking eener verfstof welke in helderheid en frischheid aan dc uit meekrap vervaardigde kleuren niets toegeeft, verscheidene der aan deze verbonden bezwaren mist en daarenboven door haar mindere kost baarheid de mededinging der meekrap, voor het oogen blik althans, onmogelijk maakt. Het was bij gelegenheid der internationale tentoon stelling te Londen iu 1862dat de algemeene aandacht het eerst getrokken werd door eene verzameling nieuwe verfstoften, welke door haar buitengewonen glans eu helderheid niet minder opzien baarden dan door de onoogelijke bijna onbekende zelfstandigheid, waaraan zij haar oorsprong ontleenden. Men zag daar in glazen kasten, naast de rijkste stukken zijde, shawls en vederen, die in schitterende kleuren met elkan der wedijverden, eene zwarte, kleverige, walgelijk riekende massa tentoongestelddie naar men beweerde de bron dezer heldere verven was. Het was niets anders dan koolteer, eene zelfstandigheid die bij de vervaar diging van het lichtgas in onze gasfabrieken gevormd wordt. Men had deze stof langen tijd als een waarde loos en schadelijk product .laten liggenmen had zelfs op middelen gezonnen om haar te verwijderentotdat, gelijk reeds zoo dikwijls gebeurd is, de proeven welke door geleerden in hunne studeerkamers genomen en door het publiek met een ongeloovig schouderophalen aan gezien werdenop eenmaal aantoonden dat uit die kleur en vormelooze bron de verrassendste verschijnselen van licht en kleuren op te roepen waren. Het lichtgas wordt, zooals men weet, vervaardigd door steenkolen op te stapelen in groote cilinders van gegoten ijzer of harde klei, welke in eèn gloeienden oven geplaatst worden. Een gedeelte der verhitte steenkolen blijft achter in den vorm van cokesoneigen lijk gaskolen genoemd, welke iedereen kent, terwijl een ander gedeelte vluchtig wordt gemaakt en in den vorm van gas ontsnapt. Dit gas wordt, teneinde het voor de verlichting bruikbaar te maken, door verschei dene zuiveringstoestellen geleid, in welke het eene groote hoeveelheid teer- en ammoniakachtige stoften achterlaat. Merkwaardig is het na te gaan welke vorderingen men achtereenvolgens gemaakt heeft in het gebruik maken van deze stoffen, die aanvankelijk als zonder waarde, als de schaduwzijden van de gasfabricatie be schouwd werden. In het begin wist men zelfs geen raad met de cokes. Men kon ze niet gebruiken als brandstof voor stoomwerktuigen, dewijl ze daartoe te licht waren; de gasfabrieken zei ven hadden voor eigen gebruik niet meer dan een derde gedeelte noodig van de hoeveelheid coke*die dagelijks gemaakt werd; het overschietende bleef dus in ontzaglijke hoopen onge bruikt in den omtrek der gasfabrieken liggen, totdat eindelijk iemand, wiens naam niet eens bekend iseen werkman misschien, op het denkbeeld kwam de cokes tot kleine stukkeu te verbrijzelen en voor huiselijk gebruik aan te wenden. Van dit oogenblik had men in dezen eene bron van belangrijke inkomsten. Niet zoo gemakkelijk ging het echter met het koolteer, dat iu de toestellen achterbleef. Eene poging om het koolteer als brandstof bij de gas fabricatie te gebruiken mislukte. Jaren lang wist men er niets beters op dan deze stof grootendeel6 onder den grond te begraven, en zoo is het in de omstreken van Parijs gebeurd dat men eene rijke laag jodenlijm meende te ontdekkenvoor wier ontginning zich reeds eene maatschappij gevormd hadtotdat men nog juist bij tijds tot de ervaring kwam dat men een grooten kuil met koolteer voor zich bad, dat daar sedert meer dan tien jaren bedolven lag. Eindelijk nam men zijne toevlucht tot de distilleer kolven om te beproeven de bruikbare bestanddeelen van het koolteer af te scheiden van hetgeen geheel zonder waarde was. Het laatste is, dank zij den on vermoei den arbeid der scheikundigen, tot nagenoeg niets terug gebracht. Het pik. dat ten slotte overblijftwordt voor allerlei doeleinden gebruikt. Met zand en verbrijzelde steeuen dooreengestampt. wordt het gebezigd als asphalt voor straatbedekking. Van pik, met paardehaar of werk van vlas vermengdmaakt men eene soort van lichte, zeer goedkoope dakbelegging. In de locomotie ven worden turven gestookt, vervaardigd van pik en kolengruis. Een smeersel eindelijk van pik en harst, met olie vermengd, dient tot beveiliging van de bui tenhuid der schepen en van andere aan de lucht bloot gestelde houten of ijzeren voorwerpen. De zwaarste oliën die bij de distillatie van bet kool teer worden verkregen, dienen voor de bereiding der mindere soorten van vernissen en verfstoffen, voor die van wagensmeer, en worden ook gebrand om er rook- zwartsel van te maken. Een belangrijk gebruik vin den deze ook voor inspuiting der houten dwarsliggers van spoorwegen en van andere licht aan verrotting blootgestelde voorwerpen, welke daardoor langen tijd behouden kunnen blijven. Dc lichtere oliën eindelijk leveren na verschillende distillatiën en andere ontle dingen een aantal stoften op, bekend als benzine, phenyl-zuur, aniline en anderen. Een dezer laats ten, de benzine, was reeds op andere wijze door Faraday in 1825 ontdekt, doch eerst in 1848 vond een ander Engelsch scheikundigeMansfieldhet middel om deze stof uit de lichtere koolteer-oliën te bereiden. Zij ie in volkomen zuiveren staat kleurloosbezit een zoet- achtigen smaak en een aangenamen reuk. In den handel komt zij echter slechts zelden zoodanig voor en riekt zij gewoonlijk naar koolteer. Door haar vermogen om vette stoffen op te lossen wordt zij met goed gevolg gebruikt om vlekken te doen verdwijnen uit lijnwaden, waarvan zij de kleuren of teekéningen niet beschadigt. Met dc ontdekking der stoffen die uit de lichte kool teer-oliën konden voortgebracht worden, was het onder zoek dezer laatste een nieuw tijdperk ingetreden. Overal legden de scheikundigen zich op den arbeid toe, en men geraakte langs dien weg tot het vinden der verrassende kleurstoffen, welke als aniline-verven be kend zijn geworden en aail wier geschiedenis wij een volgend opstel zullen wijden. Heden heeft alhier de opening plaats gehad der gis teren ingeleverde biljetten voor de verkiezing van een lid voor den gemeenteraad. Van de 263 was 1 niet ingevuldzoodat het getal geldige stemmen 262 en de volstrekte meerderheid 132 bedroeg. Er zijn uitgebracht op de heeren Mr. P. Roetert Tak Ez125 stemmen. Jhr. mr. C. de Jonge83 Mr. E. P. Schorer43 v B. A. Verheij2 Mr. A. J. van Deinse2 Voorts verkregen de heeren M. Volkrijk Liebert, J. J. van der Harstjhr. mr. A. van Reigersberg Versluijs, A. L. Wijunc, E. K. Boudewijnse, D. A. van der Hoek en H. P. Abrahams ieder 1 stem. Daar alzoo niemand de volstrekte meerderheid van stemmen op zich vereenigd heeft, moet eene herstem ming plaats hebben tnsschen de heeren Tak en de Jonge. Heden middag ten 124 uur is alhier aan de loskade gekomen de monitor Hyenalaatst van Neuzen en Breskens. Door de garnizoenen van Vlissingen en Middelburg, te zamen ongeveer 750 man sterk, werd heden eene gecombineerde manoeuvre uitgevoerd. Vroegtijdig van Vlissingen uitgerukt, vereenigdc het Vlissingsche garnizoen zich alhier met het Middelburgschewaarna de troep gezamenlijk naar Veere marcheerde, en aldaar het blvouak betrok. Hier werden de veldkeukens ge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1