MIDDÈLBURGSCHE
C O R A N T.
r 197.
Donderdag
1874.
20 Augustus.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m. franco is f 3.50.
Middelburg 19 Augustus.
Z. M. de koning heeft jl. Zaterdag andientie verleend
aan den heer Heemskerk, die gisteren in 's Graven -
hage werd terugverwacht.
Heden morgen te 8 uren is Z'. M". monitor Hyena
van hier vertrokken naar Breskens en Neuzen.
De minister van financiën heeft goedgevonden 1* met
den len dezer a op te heffen, de deurwaarders
districten Middelburg en Vlissingenzooals die thans
bestaan; b in te stellen een deurwaardersdistrict te
Middelburg, bestaande uit do gemeenten Middelburg en
Vlissingen; 2» tor kennis van de belanghebbenden te
brengen, dat de vermoedelijke belooning, verbonden
aan de vacante betrekking van deurwaarder der directe
belastingen te Middelburgkan worden geraamd op
790 'sjaars, na aftrek der kosteri wegens drukwerk,
reizen, enz.
Blijkens de Staats-courant bedroeg op 5 dezer de
hoeveelheid buitenlandsehe ruwe suiker in de
entrepots teAmsterdam 29,857,834 kilogram Rotterdam
18,094.216 kilogram; Schiedam 778,450 kilogram; Dor
drecht 1,274,510 kilogram en Middelburg 1,325,214
kilogram, alzoo te zameu 51,330,224 kilogram.
Omtreut den tocht van het stoomschip Scholten
langs den nieuwen Rotterdamschen waterweg naar
Rotterdamwaarvan reeds in ons nommer van Dinsdag jl.
sprake waslezen wij in het Weekblad van Voorne
het volgende, dat door bij ons ingekomen berichten
toevallig ten volle bevestigd wordt en bewijst dat men
te Rotterdam er vrij wat voor over heeft om het nieuwe
vaarwater den roem te bezorgen van groote, al is het
dan ook weinig diepgaande schepen door te laten.
„De stoomboot Schol ten van New-York naar Rotterdam
kwam den 6e0 Augustus te Brouwershaven binnen. De
kapitein kreeg last van de directie te Rotterdam om
de Scholten zoover te lichten dat die den nieuwen
waterweg binnen kon. Dientengevolge moest de Schol
ten zooveel lichten, dat hij slechts 44 palm diep ging.
Had de directie de Scholten langs Ooltgensplaat naar
Hellevoet willen laten varen dan had hij slechts tot
55 palm behoeven te lichten. Nu moest men er ruim
300 last meer uithalen; elk last kost aan lichten en
vervoer van Brouwershaven naar Rotterdam 3 gulden
en maakte dus 900 a 1000 gulden onkostendie men
had kunnen bespaven.
„Zaterdag morgen 8 Augustus was de Scholten gelicht,
en had men langs Ooltgensplaat willen varen dan had
het schip 's avonds in Rotterdam kunnen zijn. Het
woei toen en de volgende dagen vrij hard, en de kapi
tein durfde den nieuwen waterweg met zulk weer niet
invarenmaar moest wachten op beter weer tot Woens
dag 12 Augustus, als wanneer de Scholten eerst te
Rotterdam door den nieuwen waterweg kwam.
„Behalve een uitgaaf van 900 a 1000 gulden aan lich
ten, had men dus daarenboven nog van Zaterdag tot
Woensdag op de reede te Brouwershaven moeten wach
ten. Naar gissing had de Scholten, toen hij den nieuwen
waterweg inkwam, nog 3 a 4 honderd last lading.
De Staats-courant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 4en dezer, houdende bepalingen tot
vereenvoudiging van de formaliteitenin acht te nemen
bij het vervoer van goederen.
In twee ingezonden stukken in de Nieuwe Rotter-
damsche courant van heden worden de oorzaken van
het spoorweg-ongeluk bij Warmond besproken. De
eerste schrijver vraagt of de spoorwegmaatschappij haar
plicht betracht heeft door een ledigen trein, bij wiens
vertrek volstrekt geen haast was, te doen vertrekken
op een tijdstip dat de gewone diensttreinen nog liepen,
terwijl bekend was dat van het dubbel spoor niet overal
gebruik kon worden gemaakt.
Wij achten het verwijt, dat in die vraag opgesloten
ligt, niet gegrond. Dergelijke redeneringen, nadat een
ongeluk eenmaal gebeurd iskunnen altijd gehouden
worden. Natuurlijk, indien de ledige trein van den
Helder niet op de lijn ware geweest, zou het ongeluk
niet gebeurd zijn. Maar indien liet personeel van den
Rotterdamsellen trein, dat', naar men ons medegedeeld
heeft, nog te Leiden gewaarschuwd was dat een trein
zich op de lijn kon bevinden, naar de behoorlijk bran
dende waarschuwingssignalen had uitgeziendan ware
de ramp ook niet gebeurd. De directie kan haar rede
nen gehad hebben om den ledigen trein op een bepaal
den tijd terug te doen komen en indien zij alle moge
lijke gevaren moest voorkomen die uit het oogen-
blikkelijk plichtverzuim van een enkel beambte kunnen
voortvloeien, dan zou haar geen andere raad gegeven
moeten worden dan die van de exploitatie harer lijn
maar liever te staken.
Een ander schrijver vraagt of het niet wenschelijk
zou zijn dat door het adviseerend college, de raad van
toezicht, bepaald wierd dat er geen kruisingen van
treinen op de stations mogen geschieden, wanneer er
niet tussehen de aankomst der twee treinen een ver
schil zij van minstens 5 minuten, en van 2 minuten
in het vertrek.
„Indien, zegt de schrijver, er toch minstens 5 minu
ten verschil in aankomst is, zullen de treinen in den
regel niet gelijktijdig voor den afstands- of seinpaal
komen en ontloopt men dus het gevaar van het gelijk
tijdig met vaart binnenstoomenhetgeen te meer het
geval kan zijn, sedert bij koninklijk besluit van
15 Juni 1873 de faculteit is gesteld om ontheffing te
erlangen van de verplichting, geëischt bij de artt. 80, 81 en
82 van het algemeen reglement enz. Indien er min
stens 2 minutën verschil in vertrek is, heeft de stations
chef, zoodra de kruisende trein veilig binnen is, nog
den tijd om te zien, of de wachter den tot de hoofd baan
voerenden wissel weder in den goeden stand heeft
gebracht."
Dit denkbeeld, gelooven wij, zou in 't vervolg, tot
bevordering der veiligheidoverweging verdienen.
Het is toch waar wat de schrijver verder zegt, er moet
vlugheid heerschen aan de spoorwegen en op de stations,
maar men dient veiligheidskleppen open te houden en
niet de hoogste spanning toe te passen. Eene onbedui
dende winst in tijd moet niet door grooter kans op
ongelukken gekocht worden.
Ten volle vereenigen wij ons overigens met de in
het eerste stuk aangeheven klacht over de „ergerlijke
zorgeloosheid voor transport- en verbandmiddelen", die
bij deze gelegenheid aan het licht is gekomen. In dit
opzicht kan de directie der Hollandsche spoorwegraaat-
De genoemde artt. van het algemeen reglement voor de
spoorwegdiensten luiden als volgt:
80. Tussehen de locomotieven en het eerste rijtuig wordt
ten minste ecu wagen geplaatst.
Achter aan den trcin bevindt zich ten minste een zooveel
mogelijk beladen wagen.
Wagens met buitengewone koppeling, zooals hontwagens, die
door vaste koppelstangen zijn verbonden, wagens met lang hout,
spoorstaven en dergelijke beladen, worden uitsluitend met goe
derentreinen vervoerd cn zooveel mogelijk achter aan den trcin
geplaatst. Zoo op een spoorweg geen goederentreinen plegen
te loopenworden deze wagens in gemengde treinenen zooveel
mogelijk achter aari en in elk geval achter de rijtuigen geplaatst,
dus da' ten minste een gesloten of hooge goederenwagen tus
sehen de wagens en het eerst voorafgaande rijtuig zij.
SI. In eiken personen- of gemengden trein, uit niet meer
rijtuigen en wagens samengesteld, dan door een getal van dertig
assen worden aangewezenzijn, behalve de tender of de loco
motief, de eerste en laatste wagen van een remtoestel voorzien.
Is een personen- of gemengden trein uit meer rijtuigen en
wagens samengestelddan don- een getal van dertig assen
worden aangewezen, dan woidt voor elke vermeerdering met
een getal van twee tot en met veertien assen een wagen of een
rijtnig met remtoestel zooveel mogelijk in het midden van den
trein geplaatst.
82. In eiken goederentre'unit niet meer wagens samen
gesteld, dan door een getal var dertig assen worden aangewezen,
zijn, behalve dc tender of de locomotief, dc eerste en laatste
wagen van een remtoestel voorzien.
Is een goederentrein uit metr wagens samengesteld, dan ctoor
een getal van dertig assen worlen aangewezendan wordt voor
elke vermeerdering met een jctal van twee tot en met dertig
assen een wagen met remtoestd zooveel mogelijk in het midden
van den trein geplaatst.
schappij zich niet verantwoorden. Iedere minuut van
noodelooze smart of doodsangst die daardoor aan de
ongelukkige slachtoffers is berokkendis hare schuld.
Het is dringend noodig dat daarop in het vervolg een
voortdurend en nauwkeurig toezicht worde uitgeoefend.
Gisteren zijn door de commissie van enquête naar
den staat der koopvaardijvloot gehoord de heeren
P. Blussé lid van de tweede kamer der staten-generaal,
en W. Buys Wz. lid der kamer van koophandel en
fabrieken te Rotterdam.
Het congres der Vereeniging tot hervorming en
codificatie van het internationaal recht, dat verleden
jaar te Brussel vergaderde, zal den 31cn dezer te Ge
neve bijeenkomen. Uit ons land worden daar verwacht
de heeren P. J. Bachiene van 's Gravenhage, en prof-
fessor T. M. C. Asservan Amsterdam. Laatstgenoem
de zal een der punten var beschrijving inleiden.
De uitslag- van het leerling-apothekers-examen,
te 's Hertogenbosch gehoudenis dat toegelaten zijn de
dames: Sorber, Rompelman, Ewers, Broens, Legel,
Benninghoff, allen van Amsterdam; Kaan, van Wor-
mer; Waiboom, van Wieringenvaard; Moesman, van
Wormerveer, en van der Schalk, van Schiedam en de
heeren Proost, van Leiden; J. van der Schalk, van
SchiedamA. Stark van ReeneuC. Toorenburg, van
'sGravenhageK. Smit, van Broek-iu-Waterland; Ba-
lensteijn, van Breda; Wisse, van Neuzen; Wermes-
kerlcen, van Tiel; O. W. Vos, van Maartensdijk;
Drabbevan DelftAllartvan AarlandervecnJ. H.
Hijner. en J. B. A. Meuter, beiden van Amsterdam;
H. J. van Staveren en P. C. Vlettervan Rotterdam
en G. Bolle, van Zierikzee.
In het geheel zijn van de 3Ddie zich aan het exa
men onderwierpen, 26 toegelaten, waaronder 10 vrouwe
lijke candidaten. Van laatstgenoemden waren er 6 aan
de industrie-school te Amsterdam opgeleid, die allen,
zoowel theoretisch als practischblijken gaven van
de uitmuntende gelegenheid tot opleidingwelke al
daar bestaat.
De heer Eijckenfabrikant te Geldrophet slacht
offer van het jongste spoorweg-ongeluk bij Tilburg,
is Zondag avond aan de gevolgen zijner bekomen ver
wondingen overleden. De (lame die hem vergezelde,
mejuffrouw Langeraeijcr, is aan de beterhand.
aSeïfOiïüïiiSnseïft cn besluiten.
eereteekënën. Toegekend de bij koninklijk besluit
van 22 September 1855 uitgestelde bronzen medaille
en een loffelijk getuigschrift aan P. Smit, Europeesch
fuselier van het leger in Nederlandsch-Indië, als blijk
van goedkeuring en tevredenheid wegens de pogingen,
door hem in Maart 1874 aangewend tot redding van
een over boord gevallen sergeant, en de zilveren medaille
en een loffelijk getuigschrift aan den kwartiermeester
J. Keizer, behoorende tot de rol van Zr. M». fregat
Zeeland, als blijk van goedkeuring en tevredenheid
wegens de redding van twee ter reede van Atchin over
boord gevallen schepelingen op verschuilende tijdstip
pen in September 1873.
Onderwijs.
De hoofdonderwijzer J. J. Cuyle is door den minis
ter van koloniën gesteld ter beschikking van den
gonverneur-generaal van Nederlandsch-Indiëom te
worden benoemd tot onderwijzer derde klasse yoor
den dienst daar te lande.
ï&crknJlcïiws.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Neder-
duitsehe hervormde gemeente te Wilhelminadorp
door den heer G. C. Boomer, te Ritthem.
Op het drietal ter beroeping van een predikant
bij de Nederduitsche hervormde gemeente, te Amster-