MIDDELBÜRGSCHE
F 187.
Zaterdag
1874.
COURANT.
8 Augustus.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2ec Paaseh- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
X>© prijs per 3/m.franco is f 3.SO.
Middelburg 7 Augustus.
Het Vaderland wijdt, naar .aanleiding der mededec-
ling van onzen Haagschen correspondent (zie ons nom-
mer van Dinsdag jl.) dat de heer Heemskerk te Montreur
in handen des konings den eed zou gaan afleggen en
gemachtigd zou worden zijn toekomstige ambtgenooten
den eed af te nemen, eenige beschouwingen aan den
„ministerieelen eed."
Het blad acht zulk eene wijze van eedsaflegging niet
alleen zonder voorbeeld in onze geschiedenismaar eene
schending van de wet.
De grondwet van 1815 bepaalde dat de hoofden der
ministerieele departementen trouw aan de grondwet
zouden zweren.
Bij de herziening in 1848 werd dit artikel weggela
ten, gelijk de regeering in hare toelichting zeide„dewijl
zij zich er op had toegelegd om alle bepalingen uit de
grondwet te verwijderen, welke óf daar nutteloos zijn,
óf de regelmatige werking der wet zouden kunnen be
lemmeren."
Ook aan het verlangen van sommige leden om de
bepaling der grondwet van 1815 te behouden werd
niet voldaan, daar zulks overbodig werd geacht, niet
echter omdat alleen de ministers verheven zouden zijn
boven het stellen van den waarborg, die door velen in
den zedelijken en juridieken band van eenen eed wordt
gezien, maar veeleer dewijl reeds op andere wijze,
zoowel de zaak zelve als haar vorm geregeld was.
De wet, waarop het Vaderland het oog heeft, is
een wet vr.n koning Lodewijk van 20 Juni 1806, door
hunne hoogmogenden zonder resumtie den 2en Juli 1806
gearresteerd, opgenomen en afgekondigd in de konink
lijke Staats-courant van 3 Juli 1806 n° 8 (97), waarbij
onder anderen de eed, door de respectieve hooge en
lage ambtenaren aan den koning te doenwordt vast
gesteld en voorgeschreven, nagenoeg in dezelfde be
woordingen als die in art. 18 der constitutie voor het
koninkrijk Holland van 7 Augustus 1806 staat uitge
drukt
„Ik zweer gehoorzaamheid aan de constitutie van
het koningrijk en getrouwheid aan den koring."
Zooveel kan worden nagegaan is die wet nimmer uit
drukkelijk ingetrokken en kan zij derhalve alleen in
zoo verre als vervallen worden beschouwd als latere
wetsbepalingen daarin, ten aanzien van sommige cate-
goriën van ambtenaren, wijziging hebben gebracht.
Sedert de in 1815 bestaande functie van secretaris
van staat bij koninklijk besluit van 1840 is opgeheven
en overgegaan op den directeur van het kabinet des
konings, leggen de ministers op het paleis den eed af
in handen van den koning, in tegenwoordigheid van
den directeur, die de op deze handeling betrekkelijke
akte op zijn repertorium doet inschrijven.
„Wat nu betreft, zoo gaat het Vaderland voort, het
bericht van den correspondent in de Middelburgsche
courant, als zoude de beëediging van éen der nieuwe
ministers eerstdaags in Zwitserland geschiedenwij ach
ten dit al even onwaarschijnlijk als het bijgevoegde
nopens een delegatie op dien ministerom in zijn han
den den eed zijner ambtgenooten te ontvangen.
„Wat meer is, de vraag verdient o. i. alleszins over
weging of dergelijke handeling niet te gelijkertijd
onstaatkundig en onwettig zou mogen heeten. Onstaat
kundig, dewijl wel de persoon des konings tijdelijk
buitenslands kan vertoeven, maar een eedsaflegging
van staatsdienaren een publiekrechtelijke handeling is,
welke haar rechtskracht bepaaldelijk ook ontleent aan
de plaats waar en de vormen waarin die plaats heeft.
Zoowel de aangehaalde voorschriften van 1809 als het
constant gebruik schijnen te vorderendat de eeds
aflegging geschiede daar waar de koning der Nederlan
den koningdat wil zeggen uitoefenaar is van de macht
des konings. Onwettigdewijl de wet van 1806 van
geen delegatie spreekt, evenmin als de grondwet ten
aanzien van de leden der eerste kamer van de staten-
gencraal. Wel kent de grondwet zoodanige delegatie
ten aanzien der leden van de tweede kamer, evenals
de wet van 1861 betreffende de samenstelling enz. van
den raad van state die ook toelaat ten aanzien van de
leden vau den raad en staatsraden in buitengewonen
dienst (doch niet ten aanzien van den vice-president)."
Het Haagsche blad trekt uit deze redeneering het
gevolg dat er aan geen nieuw ministerie te denken
valt vóórdat- Z. M. de koning uit Montreux terugkomt,
dat is, volgens de laatste berichten, niet vóór den
20en dezer maand. De ongeduldigen zullen dus nog
eenigen tijd geduld moeten oefenen.
Nog bericht het Vaderland, als een der redenen
waarom de ministerieele crisis niet spoediger ten einde
loopt, dat de heer Heemskerk reeds voor eenige dagen
Z. M. den koning om audiëntie heeft verzocht, maar
tot heden geen antwoord heeft hekomen.
Naar wij vernemen heeft de koning de vereischte
machtiging verleend tot aanvaarding der legaten, on
langs door wijlen mejuffrouw de wed'- Jansengeboren
Nachtegael aan het burgeweeshuis en het oude mannen
en vrouwen- en armweeshuis alhier bemaaktvoor elk
gesticht ten bedrage van /1000.
Gaarne vermelden wijop van bevoegde zijde daar
toe tot ons gericht verzoek, dat eene behoeftige stad
genoot, de weduwe Reumer geboren Sinke, wonende
in de 's Gravenstraat, morgen (Zaterdag) haar 88'" ver
jaardag viert. Misschien wekt deze mededeeling dezen
of genen op om aan zijn kermisvreugd van deze dagen
ook eene hooger en nuttiger wijding, die der welda
digheid te geven.
Gisteren heeft de commissie van enquête'naar den
staat der koopvaardijvloot gehóórd de becren B. J. Ti-
demanhoofdingenieur, adviseur van scheepsbouw te
Amsterdamen D. L. Wolfsondirecteur der Neder-
landsche stoombootmaatschappij te Rotterdam.
Dinsdag heeft te Breda de jaarlijksclie vergadering
plaats gehad van de broederschap der notarissen. Meer
dan 100 notarissen namen aan deze vergadering deel
des middags had ter hunner eer een matinee musicale
in het paviljoen van het Valkenberg plaatsna afloop
waarvan zij zich in het Hof van Holland tot een ge-
meenschappelijken maaltijd vereenigden.
Met ingang van den 10cn dezer wordt, voor den duur
der legeroefcningentijdelijk een rijkstelegraaf kantoor
met beperkten dagdienst geopend in liet kamp bij Mil-
ügen.
De minister van financiën brengt in de Staats-cou
rant van heden ter kennis van de belanghebbenden,
datte rekenen van 7 dezerbij wijze van proef de
loop der Belgische spoortreinen tusschen Ostende en
Antwerpen in dier voege zal worden geregeld, dat de
Engelsche brievenmaal ten 8.40 's avonds uit Londen
vertrekkende, voor het vertrek van den eersten trein
naar Breda te Antwerpen zal worden aangebrach-Dien
tengevolge zal de bedoelde Engelsche post reeds ten
11.30 in Rotterdamten 12.55 in 's Gravenhage en ten
1.5 in Arasterdam kunnen ontvangen worden.
Nu het taalcongres te Leiden dit jaar niet doorgaat,
heeft de rederijkerskamer „de Olijftak" te Antwerpen
besloten, tijdens de aanstaande kermis, op 16 en 17
Augustus een „luisterrijk letter- en toonkundig feest"
te houden van Noord- en Zuid-Nederlandsche letterkun-
kigen. Op het programma worden o. a. voordrachten
aangekondigd v«an dr. J. P. Hasebroek (Beethoven's
doofheid), dr. J. R. Beijeu (het onderwijs en de geschie
denis voor onzen tijd), dr. Jan ten Brink (de Ncderlandsche
letteren in de XIXe eeuw, een tijdperk van frisschen
bloei). Emm. Hiel zal een trilogie uitspreken, gewijd
aan de Vlaamsche vrouwenmannen en jongelieden.
Benoemingen en besluiten.
Benoemd tot controleur van den waarborg der gouden
en zilveren werken te Middelburg de heer J. W. M. G. van
Kervel, thans te Roermond.
Tot ontvangers der directe belastingente Sluis de
heer Diever, thans te Iddekinge, en te Sas van Gent
de heer M. P. Tros'atrathans te Holwerd.
Kerknieuws.
Op het twaalftal ter beroeping van een predikant
bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Vlissin-
gen zijn geplaatst de heeren: P. Roskam, te Gin-
neken; Cordes, te Vorden; van Herwaarden, te
Garijp; Heinecken, te Renswoude; van der Lip, te
Wijk bij Duurstede; Looyen, te Sluis; Magendans, te
Slijkewijk; Meerdonk, te Harderwijk; Mossel, te Ren-
knmRiemenste DriebergenSj oer da te Oppenbuizen,
en Yliegenthartte Goes.
De zittingen der algemeene synode van de Neder-
landsche hervormde kerk zijn Dinsdag morgen gesloten.
De heer W. J. Jorissenpredikant bij de hervormde
gemeente te Rotterdamis als zoodanig beroepen naar
Apeldoorn en het Loo.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her
vormde gemeente te Rottevalie (Friesland) de beer
J. Dommisse, te Stavoren.
Marine en leger.
Zr. M*. monitor de Tijger is den 5 dezer te lïelle-
voetsluis buiten dienst gesteld. De kommandant, de
luitenant ter zee le klasse J. M. L. A. P. Wirix, gaat
met de verdere bemanning over op de monitor de
Panter.
Den 14en dezer moet in het Nieuwediep overgaan
aan boord van het via Suez naar Java bestemde stoom
schip Koning der Nederlanden een detachementsterk
minstens 125 militairenwaaronder 8 onderofficieren.
Het bevel over dat detachement zal worden gevoerd
door den kapitein der infanterie van het leger in Neder-
landsch-Indië J. W. A. Kooymans, terwijl tot het
medegeleide zijn aangewezen: de le luitenant van dat
wapen en leger II. F. Weychardt en de 2' luitenant
der infanterie T. A. J. Schröter, W. F. Bonga, E. L.
Muller en W. H. F. Petter. De 2 eerstgenoemde offi
cieren keeren van verlof naar Java terug.
Landbouw.
Te Zaltbommel werd den 5eu dezer de 29c algemeene
vergadering der Geldersche maatschappij van landbouw
gehouden. De heer Mackay van Ophemert, lid der
2e kameropende de vergadering met eene rede, waar
van het Utrechtsch Dagblad het volgend overzicht geeft.
„De heer Mackayzegt het bladis niet wat men
noemt een schitterend redenaar; hij spreekt te snel,
maar hij maakt op zijn gehoor indruk door zijne veel
zijdige kennisdoor de belangwekkende wijze waarop
hij zijn onderwerp weet te behandelen.
„De redenaar zette uitvoerig uiteen wat op maat
schappelijk, industrieel en wetgevend gebied zou kun
nen worden gedaan voor de ontwikkeling van de land-
bouw-nijverheid. Een van de eerste middelen, die hij
daarvoor aanweesis het aanwenden van meer bedrijfs
kapitaal. Vervolgens beval spreker verbetering der
pachtcontracten aan, die hij over langer termijn wilde
doen loopen voorts verbetering van de loonen, een
beter belastingstelsel met afschaffing van de rechten op
eigendoms-overdrachten voor vaste goederen van de
hypotheekrechten, teneinde de overdrachten van vast
goed en het opnemen van kapitaal daarop te bevorde
ren. Verbetering van het kadaster en aanleggen van
een grondboek acht hij hoogst wenschelijk. Een groote
behoefte noemde hij voorts verbetering van het land
bouwonderwijsook ten platte lande. Eindelijk bevor
dering van vrijen handelsnelle en gemakkelijke com
municatie zijn zooveel middelen om de landbouw-nij ver
heid te bevorderen. De wetgever moet zoo min moge
lijk ingrijpen, maar zich bijna uitsluitend bepalen tot
bet wegnemen van hinderpalenterwijl de groote stoot
tot vooruitgang van de landbouwers zelf moet uitgaan.
Op deze vergadering werden verder aangenomen een
voorstel van den beer Mackay om een adres te rich
ten tot de regeering voor de spoedige oprichting eener
tweede landbouwschool, en een ander van den heer
Schimmclpenninck om aan de regeering te verzoeken