„Die toelating i» niet overeen te brengen met de bepalingen van de artikelen 1, 4 en 9 der wet van den 1CQ Juni 1865 (Staatsblad n°. 60) en artikei 1 der wet van dezelfde dagteekening (Staatsblad n°. 61), waaruit voortvloeitdat bedoelde persoon onbevoegd moet worden beschouwd om in Nederland zijn kunst uit te oefenen en om geneesmiddelon te leveren. „Gelieft er voor te waken, dat in het vervolg de wetten, regelende de uitoefening der: geneeskunst en der artsenij-bereidkunstook in dit opzicht, in uwo gemeenten worden gehandhaafd." Tot lid van den gemeenteraad te Hoofdplaat is ge kozen de heer A. Hermans, ter vervulling der vacature ontstaan door het overlijden van den wethouder J. B. Tas. Naar men aan de Haagsche Nieuwsbode van geachte zijde verzekert, zou het wel half Augustus kunnen worden voordat de samenstelling van een nieuw minis terie in de Staats-courant zal worden medegedeeld. Er zouden nog besprekingen aan dc benoemingen dienen vooraf te gaan en deze zouden eerst kunnen plaats hebben na den terugkeer van Z. M. den koning in de residentie of op het Loo. De moeilijkheid, verbonden aan het maken van wet telijke bepalingen tegen misbruik van sterken drank, is in den laatsten tijd te 'sGravenhage door de onder vinding opnieuw in het licht gesteld. Daar heeft men, voornamelijk tengevolge van het schandaaldoor eenige beschonken lieden bij den intocht des konings in Mei jl. gemaakt, verordeningen tegen openbare dronkenschap vast gesteld. Wat geschiedt nu echter De politie gaat in haren ijver niet het vervolgen van drinkebroers zöo ver dat zij lieden, die niemand overlast doen, maar enkel in zekéren staat van opgewondenheid verkeeren, door vijf of zes agenten langs de straat en in het politie bureau laat sleuren. Bedenkt men nu dat misbruik van sterken drank eene in ons land helaas nationale ondeugd is, waarvan personen uit de mindere volks klasse, zooals de agenten van politie zijn, zich lang niet volkomen vrij weten te houdendan zal men begrijpen welk ecne verbittering eene zoodanige toe passing der verbodsbepalingen moet teweegbrengen. Het gevolg is dan ook dat thans, van dezelfde zijde waar vroeger op het nemen van maatregelen tegen dronkenschap werd aangedrongentegen den overdreven ijver der politie geprotesteerd wordt. Ongetwijfeld is dronkenschap een groot kwaad en wij zouden wenschen dat die, ware het mogelijk, door alle middelen werd uitgeroeid. Maar de wetgever be hoort als verdediger der openbare orde, alleen op te treden waar deze bepaald benadeeld wordt. Gaat hij verder, dan waagt hij zich op het zeer gevaarlijke terrein vau opvoeder en zedemeester. Het gevaar hiervan ligt vooral daarin dat de wetgever genoodzaakt is te wer ken door middel van tusschenpersonenzijne dienaren. Dezen nu zijn, zooals met de mindere politie dienaren maar al te dikwijls het geval is, niet altijd menschen van genoegzamen tact en van genoegzaam zedelijk overwicht om als zedemeesters en opvoeders hunner medeburgers op te treden. Ontbreekt het hun daaraan, dan brengt hunne tusschenkomst niet alleen verbittering teweeg bij den overtreder, maar is zij zelfs niet meer te rechtvaardigen in het oog van den weidenkenden toeschouwer. Daarom gelooven wij dat liet noodig is in eene zaak, die zoo geheel van persoonlijke opvatting afhangt als dronkenschapmet de uiterste voorzichtig heid te werk te gaan en liever geen bepalingen te maken, dau zulke die, in de toepassing aan het oor deel van mindere beambten overgelateneen veel grooter kwaad tengevolge kunnen hebben. Tot onze nationale gebreken behoort ookongelukkig genoegeen soort van instinctmatige minachting voor de politie. Straf bepalingen welke aan die minachting voedsel kunnen gevenzijn in ons oog een nog veel grooter kwaad dan zelfs openbare dronkenschap. Volgens het Haagsche Dagblad hebben de heeren mr. B. Wichers en jonkheer mr. M. A. de Savornin Lohman hun eervol ontslag gevraagdrespectievelijk als president en als raadsheer in het provinciaal ge rechtshof van Groningen. Het adres aan Z. M. den koning over de voltooiing van het Noordzeekanaal is in den loop der vorige week uit Amsterdam, met ongeveer negenhonderd handtee- keningen voorziennaar 's Gravenhage opgezonden. De Staats-courant van heden bevat het koninklijk besluit van den 21e° Juli jl.bepalende dat op i Ja nuari 1875 in werking zullen treden de wet van 18 April 1874 (Staatsblad n° 65), tot regeling der consu laatrechten en het koninklijk besluit van 27 Juni 1874 (Staatsblad u° 74), houdende vaststelling van een regle ment voor de Nederlandscho consulaire ambtenaren enz. Gaat men de taal na, door de conservatieve bladen in de laatste dagen ten opzichte der liberale partij ge voerd, dan zou men bijna denken dat de gouden eeuw, door de dichters der oudheid bezongen, waarin het lam zich vreedzaam nedervleide aan de zijde van den wolf en de leeuw zijn roofzucht beteugelde tegen over de weidende kuddemet de optreding van een conservatief ministerie in ons vaderland zal herle ven. Hoor slechts wat de Nieuwe Arnhemschc courant schrijft. Sprekende over het in den aanvang der minis- teriecle crisis door de Nieuwe Rotterdamsche courant gegeven advies om den heer Heemskerk tot het bewind te roepenen dat advies aan den minister FranseD van de Putte zelf toeschrijvendezegt het Arnhemschc blad: „Aldus den politieleen tegenstander aan te bevelen, dat was waarlijk groot gehandeld, en welke minder nobele gevoelens sommigen ook bij die aanbeveling onderstellenwij verwachten dat van de Putteals een eerlijk en rondborstig zeeman, het kabinet dat weldra het zijne vervangeu zal, zal behulpzaam zijn door zijne groote talenten en zijn invloed om te arbeiden tot heil des lands en zich niet schuldig maken aan die politieke handigheden, door welke men van 's lands belang een spel maakt. Dan is een sclioone toekomst voor ons vaderland weggelegd. Van het feit der aan beveling intusschen houden wij aanteekening, en mocht ooit van de Putte weder aan de regeering geroepen worden, dan zullen velen dat zeer zeker in zijn cre dit geboekt houden." 't Doet ons, vooral voor Indië, genoegen dat men in den heer van de Putte thans zulke „groote talenten" erkent. Het werk door zóo iemand tot stand gebracht, zal men toch zeker niet licht ongedaan willen maken. Benoemingen en besluiten. diplomatie. Verleend de titulaire rang van minister- resident aan m". D. Everwijn, zaakgelastigde der Ne derlanden te Lissabon. Onderwijs. Terwijl te Wolfaartsdijk reeds sedert maanden eene plaats van hulponderwijzers onvervuld isontstaat er weldra ook eene vacature als zoodanig te Oud-Sabbinge, zoodat het er daarmet het naderen van het tijdvak van een druk bezoek der schoolniet gunstig met het ouderwijs uitziet. Marine en leger. Zr. M\ sehroefstoomschip Cornelia Dirkskommandant kapitein-luitenant ter zee de Josselin de Jong, is Zon dag morgen van Nieuwediep naar New-Castle gestoomd, om steenkolen in te nemen. Van daar vertrekt men naar Edinburg en vervolgens naar Kopenhagen en Petersburgom daarna naar Helvoetsluis terug te kee- ren. De verdere bestemming zou dau zijn naar Suri name, om aldaar tijdelijk gestationeerd te worden. Te Ooltgensplaat is een officier met 15 manschap pen van de Willemstad aangekomenom het fort in orde te brengen. Volgens een bij het departement van marine ont vangen telegramwas Zr. M". sehroefstoomschip Sambas, onder bevel van den luitenant ter zee 1" klasse L. G. C. van Wachendorff van Rijnden 3fn Augustus jl. te Fal mouth aangekomen en zou den volgenden dag weder van daar vertrekkenter voortzetting van zijne reis naar Oost-Indië. Aan boord was alles wel. De luitenant ter zee 2" klasse J. T. F. Bruyn wordt met den llen dezer als le officier geplaatst aan boord van Zr. M\ monitor Krokodilter vervanging van den luitenant ter zee 29 klasse P. Zegers Veeckens, die met dien datum geplaatst wordt in de rol van Zr. M". wachtschip te Hellevoctsluis. Kuiistnieiiirs. De opera-comiqnedie kunstplant van echt Franschen bodem, schijnt in vreemden grond niet te willen gedijen. Eene voor 4 maanden te Weenen geopende „Komische Oper" is althans weder gesloten moeten worden met een belangrijk tekort. De zaal had dan ook meer dan twee millioen gekost. Te Parijs werd den 22cn Juli voor het eerst eene opera opgevoerd, die reeds voor 25jaren gecomponeerd was. Het was 1' Eselave van Edouard Membréc. Bij zonderen bijval oogstte het werk niet inde critiek noemde het „verouderd." Zoolang gewacht te hebben en dan nog fiasco te maken, ia zeker hard. Te Londen wordt alle drie jaren in het kristallen paleis te Sydenham een Handels-feest gehouden. Dit jaar werd den eersten dag dc „Messias" uitgevoerdden twee den dag gaf men verschillende stukken uit den werken van den meester en den derden „Israël in Egypte." Koren en orkest waren 4000 personen sterk het aantal toe hoorders bedroeg 80,000 en de opbrengst f 500.000. Juliu3 Stockhausen, de beroemde baszauger, is te Berlijn voor het eerst al» orkestdirecteur opgetreden. Schumann's „Faustsccnen" waren het moeilijke werk dat hij als zijn proefstuk had uitgekozen, te moeilijker omdat het werk nog nooit in zijn geheel te Berlijn was uitgevoerd. Ook in deze nieuwe betrekking wordt de gevierde zanger door de critiek ten hoogste geprezen. Te Dusseldorf is men voornemens nevens de schil der-academie eeue muziek-academie op te richten. Met den bekenden componist Max Bruch wordt onderhan deld voor de betrekking van directeur. Het standbeeld voor den schoenraaker-dichtér Hans Sachs is te Niirnberg plechtig onthuld. Eene muzikale uitvoering luisterde de feestelijkheid op. Gemengde berichten. Als een treurige bijdrage tot de gerechtelijke zede lijkheids-statistiek in de residentie deelt het Vader land mede, dat door de opzichters in het Haagsche bosch van den 25tn Juli tot den 2cn Augustus niet min der dan drie vrouwen en twee mannen (waarvan een gehuwd) werden bekeurd wegens zedeloosheid op den publieken weg, terwijl bovendien veertien vrouwsper sonen werden verwijderd wegens aanranding van wan delaars. Een 17jarig jongeling, te Maarssen woonachtig, is ter beschikking van den officier van justitie gesteld, wegens het leggen van een hard voorwerp op de spoor wegrails. Verregaande baldadigheid moetde aanleiding zijn tot dit feit, waardoor zooveel menschenlevens ia gevaar gebracht konden worden. Kochofort heeft zich te Gcnève gevestigdwaar hij alles heeft doen inrichten om de uitgave zijner Lan- terne op groote schaal te doen plaats hebben. Onder het opschrift: Niets behoeft verloren te gaan, bevat een Engelsch blad het volgende: sedert lang werd de afval van zijde, als hebbende niet de minste waaide, weggeworpen; daar deze afval ook nieteven als van woltot rotting overgaatkon die niet eens ter bemesting van liet land worden aange wend en was men er dus tamelijk mede verlegen. De heer Lister, een rijk fabrikant van Manningham, had in 1864 reeds ongeveer drie millioen gulden zoek ge maakt aan allerhande proefnemingen, om van dit afval iets te maken doch was nog niet veel verder gekomen. Hij gaf het echter niet op en eindelijk slaagde hij. Gedurende de laatste tien jaren heeft hij niet alleen al de gemaakte kosten teruggewonnenmaar bovendien een uitgestrekte fabriek in werking gebrachtdie hem minstens twaalf millioen gulden kost, waarin van den vroeger geheel waardeloozen afval thans het prachtig ste zijden fluweel wordt gemaakt en 4000 personen werk en brood vinden. Wat meer isde héér Lister houdt er niet minder dan 283 reizigers op na, die overal den afval van zijde opkoopen: zij doen dit zoo wel in Indië en Perzië, als in China en Japan. Eenige tijd geleden werd het cirque Robinsou en de daarbij behoorende menagerie op drie stoomliooten, de Erie, de Champion en de Argosy, ingescheept om naar Wyandatte in Wcst-Virginië te worden vervoerd. Behalve andere dieren bevonden zich op de Erie de olifant en een rhinoceros met twee horens. Den laatste gelukte het om uit zijn kooi te ontsnappen en den olifant aan te grijpen. De strijd kreeg terstond een zeer heftig karakter. Tengevolge van de op de Erie gegeven nood seinen naderden de beide andere stoombooten en werden alle passagiers daarop terstond overgebracht; vervol gens werden aan de manschappen wapenen uitgedeeld en toen pogingen aangewend om de vechtende dieren te scheiden. Alles was echter te vergeefs, zoodat de heer Robinson besloot tot iederen prijs een einde, aan den strijd te maken, daar de dieren alles wat zich in hunne nabijheid bevond vernielden of in het water wierpen; eindelijk werd een salvo op hen gelost, doch de geweerkogels werden op de harde huid van de vech tenden plat geschoteu en dc strijd werd met grooter woede voortgezet. Eensklaps kwam de heer Robinson op de gedachte om stroomen heeteu stoom op de strij dende dieren te leiden, en de uitwerking daarvan was inderdaad magisch. De olifant stiet onmiddellijk een kreet uit, zooals men slechts in de wildernis van hem hoort als zijn pogingen om te ontsnappen vruchteloos zijn, en de rhinoceros nam, over zijn gcheele lichaam sidderende, de vlucht in zijn kooi. De dieren waren niet gevaarlijk gekwetst, maar zij hadden acht paarden gedood en vier zoo hevig gewond, dat zij geheel on bruikbaar waren. Verkooplngea en aanbestedingen. De Nederlandsche Industrieel meldt, dat de minis ter van binnenlandsclie zaken de overkapping van het spoorwegstation buiten de Delftsche poort te Rotter dam (aanbesteed op 9 Juli 11.), opgedragen heeft aan de vennootschap: de ijzergieterij de Prins van Oranje in den naag, die, behoudens een betrekkelijk zeer klein verschil met twee Duitsche firma'sde laagste som had ingeschreven, namelijk 272,816, terwijl de begrooting 327,000 was.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2