MiDDELBURGSCHE
1° 184.
Woensdag
1874.
COURANT.
5 Augustus.
Wit blad verschijnt dagelijks met uitsondering van den Zondag, den 2« Faasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3lui.franco is f 8.50.
Middelburg 4 Augustus.
Breedvoerige beschouwingen te houden over het
ministerie, dat nog niet eens geboren is, achten wij
niet doelmatig- en bijna onmogelijk. Niemand weet op
het oogenblik bij voorbeeld nog of onze marine weder
onder het onloochenbaar krachtige en bekwame bestuur
van den heer Pels Rij eken zal komen of dat zij zal
voortgaan te genieten van de nog niet gebleken talenten
van den heer Kip. Omtrent de andere bewindslieden
meent men zekerheid te hebbenmaar het zou dan toch
niet meer dan voegzaam wezen de handteekening des
konings af te wachten alvorens men over het hem toe
geschreven besluit een oordeel velde. Alleen om den
stand der partijen te doen kennen vermelden wij dan
ook dat de Standaard in den heer van der Does de
Willebois het ultramontaansch element van het nieuwe
kabinet ziet. - De liberale bladen spreken in het algemeen
over het ministerie op een toon van berusting. Niemand
spoort tot bestrijding aan en dat kan ook wel niet
anders, want nu de liberale partij na.eenige jaren
van machteloosheid, eindelijk het roer van den staat
heeft laten glippen, kan zij moeilijk de wapenen
keeren tegen de stuurliedendie de leiding van het
schip op zich willen nemen. Men zou de taal der libe
rale bladen kunnen resumeeren in het spreekwoord
„oppassen is de boodschap." Het conservatief ministerie
niet bestrijden, maar opletten dat het van conservatief
niet reactionair, worden. Behoudend, in dien zin dat
het de tot dusverre tot stand gebrachte liberale wetten
beboude en zóo de verkiezingen van het volgend jaar
afwachte, ziedaar de houding welke de liberale partij
tegen het ministerie schijnt te willen aannemen.
Onnoodig te zeggen dat wij ons aan dat stelsel van
waakzame neutraliteit aansluiten. Wel beschouwd is
er geen ander mogelijk. Het ministerie behoeft zich
voor die houding der liberale partij hoegenaamd niet
dankbaar te toonen. Meent men wellicht dat deze partij,
die in den laatsten tijd tot regeeren machteloos was,
zich krachtiger zou toonen als oppositie? Zij zou, in
dien zij zich tegen het nieuwe bewind metterdaad ging
verzetten, eenvondig hare tegenstanders tot martelaars
maken en de meerderheid in het geneele land tegen
zich krijgen.
Slechts op éen punt (natuurlijk het verzet tegen
mogelijke ultramontaansclie neigingen daargelaten)
zouden wij wenschcn dat de liberale partij dadelijk hare
vaan ontplooide en trachtte bij de eerste gelegenheid
bet ministerie door de volksvertegenwoordiging den weg
te doen aanwijzen, dien het volgen moet. Het is in
zake Atchin. Hier vooral moet het beginsel gelden
geen reactie, maar voortgaan op den ingeslagen weg.
Aan opgeven onzer vestiging in Atchin zal wel niemand
denken. Maar ook geen nieuwe, buitengewoon „krachtige"
expedition. Is het in het volgende jaar noodig den
omtrek van den kraton van vijanden te zuiverendan
kan daartoe het bezettingsleger zoo noodig versterkt
worden. Maar geen doordringen in het berg- en bin
nenland geen guerilla-oorlogdie den vijand verbitteren,
ons onnoemelijke uitgaven kosten en voor ons leger op
den duur onmogelijk vol te houden zijn zou. „Behoud"
van het beleid van generaal van Swietendie weldra
in de gelegenheid zijn zal om onze bewindslieden met
zijne ervaring voor te lichten.
Wij achten het te meer noodig dat de kamer zich in
dien zin verklare omdat de heer van Goltstein als
hoofd van het ministerie van koloniën aangewezen is.
Ware het den heer Heemskerk gelukt een man als van
den Bosscheoud-gouverneur van Sumatra's westkust,
oud-lid in den raad van Indië, voor de portefeuille van
koloniën te behoudenwij zouden met meer vertrouwen
het beleid ook in zake Atchin aan zijnein Indië eenigs-
zins vermaarde, krachtige hand zien overgelaten. Maai
de heer van Goltstein, aan wiens diplomatische be
kwaamheden wij gaarne geloof willen slaan, is in de kron
kelgangen van het departement van koloniën, in de
slingerpaden welke van het Haagsche plein naar Buiten
zorg en van daar weder naar de algemeene secretarie
te Batavia voeren, een vreemdeling. Niet allen die
zich voor wegwijzers in dien doolhof uitgeven zijn ten
volle te vertrouwenen juist met de uit Indië komende
stemmen moet men voorzichtig wezen. Machtige en
ingewikkelde intriges worden rondom den Buitenzorg-
schen troon gesmeed en vinden hier te lande hare
„speciale" vertegenwoordigers. Daarom zoude het wel
licht mogelijk zijn een man als de heer van Goltstein,
met hoeveel doorzicht hij voor het overige ook begaafd
moge zijn, op een weg te voeren die naar onze stel
lige overtuiging op eene ramp voor het vaderland zou
uitloopen. Daarom zouden wij wenschcn dat de libe
rale partijdie juist in zake Atchin in de beide kamers
zich zeker niet het zwakst gevoelthet initiatief nam
tot eene bepaalde uitspraak omtrent de politiek, welke
in het vervolg op Sumatra gevolgd zal worden en
welkenaar ons gevoelengeen andere zal kunnen
wezen dan de tot dusverre gevolgde.
In bij de Staats-courant yan Zondag 2 en Maandag
3 dezer behoorende bijvoegsels is opgenomen het Ver
slag betreffende den aanleg van staatsspoorwegen van
1 Januari tot 30 Juni jl.
Uit den daarbij gevoegden recapitulatiestaat blijkt,
dat in het geheel thans tot onteigening zijn aangewezen
5112.9073 hectaren ongebouwde en 27.0267 hectaren
gebouwde eigendommenr terwijl zijn aangekocht
4181.9185 j hectaren ongebouwde en 1.5644 hectaren
gebouwde eigendommen, en gerechtelijk onteigend zijn
496.1490 hectaren ongebouwde en 1.5644 hectaren ge
bouwde eigendommen.
Van hetgeen in dit verslr;- omtrent de lijn Roosen
daalVlissingen voorkomt is het grootste gedeelte onzen
lezers bekend. Wij nemen daarom slechts het volgende
daaruit over.
Het vervaardigen, leveren en plaatsen van een plaat
ijzeren aanlcgponton, met brug aan de buitenhaven te
Vlissingen, is als volgt gevorderd.
De veertien pontons zijn met goed gevolg aan de
fabriek beproefd en op het laatst van Mei met de hoofd
en dekbalken en het verder daartoe behoorende hout
voor de afdekking en buitenbekleeding naar Vlissingen
overgebracht en worden thans opgesteld. De toegang-
brug is aan de fabriek geheel in elkander gesteld,
terwijl met het klinken daarvan wordt voortgegaan.
Met het gereedmaken van de uithouwers is men bezig.
De open loods aan de buitenhaven, de loodsen en
wachthuisjes aan de binnenhaven benevens de afraste
ring en bestrating zijn geheel en de spoorweglegging
voor de exploitatie der havens nagenoeg gereed. De
houten waterbakken aan de loodsen langs de binnen
haven zijn aangebracht.
Met het verdiepen der buitenhaven te Vlissingen tot
8.5 M. *f AP.overeenkomende met 10.3 M. beneden
gewoon hoogwaterpeilis in April een aanvang gemaakt,
aanvankelijk met éenen in het begin van Mei daar
aanvolgende met drie stoombagermolens. In het geheel
is gebaggerd ruim 80,000 M3 grond De grond is
hoofdzakelijk naar buiten vervoerd, waarvoor in wer
king waren 2 sleepbooten en 14 klepschuiten, terwijl
eene hoeveelheid van ruim 6000 M3 grond naar binnen
geschut werd, ter ophooging ter hoogte van 2.5 M.
-f AP. van het terrein ten zuiden van het verbreed
kanaal.
liet verbindingskanaal met het marinedok te Vlissin
gen is tot gemiddeld 5 M. -r A. P. uitgediept en langs
de boorden van de vereischte steenglooiingen voorzien.
De, dam tusschen het kanaal en het m-.-rinedok kan, in
verband met de voorgenomen afdamming der marine-
sluis eerst later worden opgeruimd. De nieuwe vleu
gelbeschoeiing in aansluiting met de beschoeiing- van
het marinedok, is aan de westzijde gereed en aan de
oostzijde onderhanden. In het geheel is ontgraven
ruim 50,000 M3. en gebaggerd ongeveer 19,000 M3 grond,
welke hoofdzakelijk vervoerd is met kar en paard naai
den omgelegden MiddelburgVlissingscbcn weg, en
gedeeltelijk met schuiten tot aanvulling van het terrein
tusschende eerste en tweede binnenhaven. Behalve
twee stoombaggennolens waren in werking 12 paarden,
20 wagens en 17 schuiten of akenen voor de water-
bemaling tijdens de ontgraving- een stoomporapmolen.
Ter diephouding der buitenhaven te Veere tot mins
tens 4.5 M. onder A. P. is van Januari tot Juli door
een stoombaggermolen 32,600 M3 zand gebaggerd, dat
buiten het vaarwater op de zandplaten gebracht is.
Ten gerieve van de schee])vaart is de onderzeesche
genl tusschen den havenmond en het vaarwater door
acht blokboeien nauwkeurig aangeduid.
Nadat vooraf een ruime hoeveelheid bouwstoffen was
aangevoerd, is 2 Februari, overeenkomstig de voor
stellen der commissie ter voorziening tegen onderloops-
heid van de schutsluizen te Veere, met het maken van
zandberraen wederzijds tegen de bazaltkolkmurcn een
aanvang gemaakt.
Van het stortebed onder de zate van de te maken
zandbermen isdeels door helmduikersdeels door
baggerwerktuigen 1140 M1 opgeruimd, terwijl de grond-
specie langs de groote schutkolk tot 6 M. en langs de
kleine schutkolk tot 5 M. diepte beneden A. P. door
baggering verwijderd isen de gekreosoteerde greenen
houten schermen, met zeildoek bekleed, ter weerhou
ding van de eindtaluds der aan te plempen zandbermen,
aangebracht zijn. De zandbermen zeiven zijn geheel
of gedeeltelijk aangeplempt, ter hoeveelheid van 2674 M3
met rivierzand gemengd met waterkalk en van 1076 M"
met plaatzand. De onderloopsheid tusschen de schei-
dingmnren der scliutkolken heeft geheel opgehouden,
zoodat thans zonder bezwaar met iedere schutkolk
afzonderlijk kan geschut worden. De verschijnselen,
die zich tijdens de uitvoering voordeden, schijnen het
vermoeden te bevestigendat men bij de sluishoofden
niet met onderloopsheid, maar met zijloopsheid langs de
damwanden der betonkuipen te doen heeft. Die zij
loopsheid is aan het binnensluishoofd geheel bedwon
gen terwijl men met het aanstorten bij het buitensluis-
hoofd thans bezig is. Het aanvankelijk bij de bestor-
ting verkregen resultaat schijnt dus eene gunstige
verwachting vaii de voorziening-werken te billijken.
Gedurende het afgeloopen halfjaar is van het kanaal
van Veere tot Middelburg en de buitenhaven te Veere
gebruik gemaakt door 3459 schepenmetende 224,838 ton.
De te \s Gravenhage zitting houdende commissie van
enquête naar den toestand der koopvaardijvloot is
gisteren begonnen met het hooren der getuigen. In
deze eerste zitting zijn gehoord de heeren F. E. Tromp
en Th. Schut uit Amsterdam.
De heeren J. P. Hofstedehoofddirecteur der poste
rijen, en C. W. baron Sweerts de Landas Wyborgh,
directeur van het postkantoor te Rotterdamzijn
benoemd tot vertegenwoordigers der Nederlandsche
regeering op het internationaal postcongres, dat in de
volgende maand te Bern zal worden gehouden.
De Staats-courant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 21en Juli jl., houdende bekendmaking
van den tekst der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad
n°. 59), regelende de voorwaarden tot verkrijging der
bevoegdheid van geneeskundigeapothekerhulp
apotheker, leerling-apotheker en vroedvrouw, zopals
zij is gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874 (Staats
blad n°. 97).
Marine en leger.
Zr. M*. schroefstoomschepen Cornelis Dirks en Palem-
bang, respectievelijk onder bevel van den kapitein-
luitenant ter zee J. B. A. de Josselin de Jong en den
luitenant ter zee le klasse C. ten Bosch, zijn den 2en
eu den len dezer naar zee vertrokken, het eerste tot
het doen van een oefeningstocht en het tweede met
bestemming naar Atchin.
Volgens bij het departement van marine ontvan
gen telegrammen, waren Zr. M". opnemingsvaartuig
Hydrograaf en schroefstoomschepen Pontianak en Band-
jermassingrespectievelijk onder bevel van de luitenants