1° 176.
MIDDELBURGSCHE
laandag
1874.
COURANT.
27 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van dwr^ondag, den 2eB Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
r SPti.
De prijs per SPfï.franco is f 3.50.
Middelburg 25 Juli.
In de gisteren avond alhier gehouden vergadering
van de afdeeling der Vereeniging ter bevordering van
fabriek en handwerksnijverheid in Nederland zijn be
handeld de punten van beschrijving voor de 23c alge-
meene vergadering, welke den 12en en 13'Augustus
a. te 's Gravenhage zal gehouden worden. Tot afge
vaardigde vanwege deze .afdeeling is benoemd de heer
J. W. de Raad.
De gisteren avond in het lokaal op de Groenmarkt
alhier gegeven groote gymnastiekles door leerlingen van
de scholen der heeren J. van Sluijs en J. H. van Lin-
schotcn werd door vele ouders, voogden en verdere
genoodigden bijgewoond. De werkzaamheden werden
geleid door den leeraar, den lieer G. Keijzer, die dezer
dagen zijn vijftigsten geboortedag vierde en teveils het
25jarig feest van de vervulling zijner betrekking van
onderwijzer in de gymnastiek herdacht. Het lokaal
was net gedecoreerd met eene buste van Z. M. den
koning, omgeven door vlaggen en wapenschilden van
NederlandZeeland en Middelburg. Daartegenover
was liet wapeu van Nederland geplaatst, omringd door
een vlaggentropeeterwijl boven een zinnebeeldige
voorstelling, van liet onderwijs het wapen van Middel
burg prijkte. Langs de wanden hingen borden met
opschriften, waardoor het nut der gymnastiek werd
aangeduid.
De werkzaamheden - opgeluisterd door de tonen
van een door den kweekeling H. de Oude bespeelde
accordion vingen aan met eene oefening in den mnrsch
onder bet zingen van liederen. Voorts bestonden zij,
voor zooveel de eerste afdeeling betreft, in oefeningen
in het klimmenmet do brugmet de ringenhet
bokspringen enz. In de tweede afdeeling hadden eenige
oefeningen van kweekelingen en liefhebbers plaats, en
verder werkzaamheden met den halterstafringen, brug,
balkoord en anderen. Het geheel eindigde met eene
vlaggenfiguur met zang van al de leerlingen.
Blijkbaar waren allen die tegenwoordig waren over
de gclcveide proeven ten zeerste voldaan, waarvan
blijk gegeven werd toen do burgemeester den heer
Keijzer hulde bracht voor de door hem aan het gym-
nastiek-onderwijs alhier besteedezorg cn hem geluk
wenschte met den tot dusver verkregen uitslag.
Ten slotte boden een tweetal knapen namens de
ouders van eenige leerlingen den heer Keijzer een paar
fraaie vazen als eene herinnering aan dezen dag ten
geschenke aan, waarvoor genoemde heer zijne erkente
lijkheid betuigde evenals voor de talrijke opkomst aan
deze les ten deel gevallen.
Omtrent het gisteren door ons gemelde ongeluk met
tien Utrechtschen volkstrein te Tilburg bevat het
Haagsche dagblad de volgende twee berichten.
Eergisteren avond heeft te Tilburg een ernstig
spoorweg-ongeluk plaats geliad. De trein, die ten9.23
van hier naar Boxtel vertrok is op eenige ellen afstands
van liet station in hotsing gekomen met den van Utrecht
terugkomenden pleiziertreinzoodanig dat van den
eerstgenoemden trein een wagon le klasse geheel ver
brijzeld werd en een wagon 3e klasse en de postwagon
derailleerden.
In die coupé lc klasse bevond zich slechts de heer
E.fabrikant te Gèldropmét zijn nichtjeeerstge
noemde is zoodanig aan de becnen gekwetstdat
deze, naar men zegt, zullen geamputeerd moeten worden,
terwijl de dame eenige. kneuzingen aan het hoofd moet
gekregen hebben. De pleiziertrein kon na een uur
oponthoud de reis haar Vlissingen vervolgenterwijl
de trein naar Boxtel eerst te ruim elf uren vertrek
ken kon.
Het eergisteren avond te Tilburg aan den spoorweg
gebenrde ongeluk is ontstaan, doordien de trein naar
Boxtel nog niet geheel door den wissel heen was, toen
de pleiziertrein van Utrecht daarop kwam, waardoor
de locomotief tcgep de achterste wagons van den lcn
trein terecht kwam; de postwagon werd dwars over den
weg geworpen, een wagon der 3* klasse bleef in een
hellende richting op de rails staan, terwijl een wagon
der le klasse geheel verbrijzeld werddaarin bevonden
zich alleen de heer E. uit Geltlrop en eene dame.
Nadat eerstgenoemde voorloopig in de wachtkamer
van het station verpleegd wasis hij naar het gasthuis
vervoerdalwaar he,den tot de amputatie vau het eene
been zal worden overgegaanterwijl het andere behouden
zal kunnen blijven. Zijn toestand was heden morgen
kalm, terwijl de dame het been boven den enkel ge
broken heeft en deze bij hare familie aldaar, alwaar
zij met den heer E. een bezoek gebracht hadverpleegd
wordt. De bverige passagiers zijn er gelukkig met
eenige lichte kneuzingen en den schrik afgekomen.
De heer W. Vliegenthart protesteert als lid der re
gelingscommissie van het Zuider-zefidingsfeest in een
aan ,de jtffeuwe Rotterdamsche courant ingezonden stuk
tegen dc voorstelling door een correspondent van ge
noemd blad van het zendingsfeest gegeven. Hij sommeert
den briefschrijver, door aanwijzing van feiten zich te
verantwoorden ten aanzien der volgende door hem ge
bezigde zinsnede;
„'t Is te wenschen dat zij (de zendingsfeesten) ont
komen mogen aan den invloed van hendie het Chris
tendom met allerlei wansmaak bezoedelenen de domme
menigte een vrijbrief geven, voor allerlei onzedelijkheid,
door ze een Christelijk feest te laten vierendat slechts
in enkele bijkomende zaken van de meest onchristelijke
feesten afwijkt."
De hoogleeraar Bups Ballot hééft als hoofddirecteur
van het Nederlandsch meteorologisch instituut aan den
minister van biunenlandsche zaken verslag gedaan om
trent den toestand dier inrichting Daaruit blijkt o. a.
dat de hoofddirecteur, als een blijk van waardeering
voor hetgeen Nederland op dit gebied van wetenschap
gedaan heeftop het te Weenen gehouden meteorolo
gisch congres tot voorzitter van het blijvend comité
voor internationale meteorologie benoemd is. Eene
vergadering vandat comité was door den voorzitter
tegen de derde week van September te Utrecht belegd.
Groote kosten zouden dit jaar worden vereischt ten
gevolge van de opheffing van het marine-etablissement
te Vlissingen, dewijl het doen van meteorologische
waarnemingen daar ter plaatse voor het geven der
waarschuwingen tegen stormen onmisbaar is. De heer
Buijs Ballot hoopte, ook indien de Maatschappij tot
exploitatie van spoorwegen zich niet verplicht rekende
in het belang der haven die kosten, gedeeltelijk voor
hare rekening te nemen, te Vlissingen een stel nieuwe,
goede, zelf-registreerende instrumenten te kunnen
vestigen.
Het Haagsche Dagblad verklaart dat de namen en
combinatiën, in hier en daar geplaatste berichten om
trent de ministerieele crisis vermeld, vooralsnog ten
eenemale uit de lucht zijn gegrepen.
De generaal-majoor van der Schrieck is uit 's Gra-
venhage naar Brussel vertrokkenter opvolging zijner
benoeming als Ncderland's tweeden vertegenwoordiger
op het internationaal congres voor volkenrecht, dat den
27tn dezer in die stad bijeen zal komen. Eerste ver
tegenwoordiger is de heer van Lansbergeonze gezant
bij het Belgische hof.
De S taats-courant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 27 n Juni jl. houdende vaststelling van
een reglement voor de Nederlandsche consulaire amb
tenaren, en zulks met intrekking van de consulaire
reglementen van 17 Januari en 21 December 1846,
alsmede van de koninklijke besluiten van 12 Juli 1855,
n° 86, en 1 November 1868, n° 11.
In hetzelfde nommer is opgenomen de wet van den
8cn dezer, houdende bekrachtiging ccner provinciale
belasting in Friesland.
Onze Haagsche correspondent schrijft ons het vol
gende
„Aangaande den loop der ministerieele crisis kan ik
u mededeelendat de heer Heemskerk aan wien het
hooren wil verklaart dat hij bij de samenstelling van
zijn ministerie zeer conciliant zal te werk gaan. Deze
verklaring, en aanvankelijk heeft men geene daarmee
strijdige handelingen bij hem opgemerkt, hebben de
stappen van den heer Heemskerk van 1874 vrucht
dragend gemaakt bij sommige personendie stellig van
den heer Heemskerk van 1866 evenals van dien van
1848 niets zouden hebben willen weten; van den ande
ren kant is het kleine kliekje van 1866 in de tweede
kamer zeer ontstemdomdat hnn eminent hoofd hen
zoo in den steek laat. Voormalige ambtgenooten uit
het ontbindingsmitiisterie hadden reeds hun gewonen
tocht naar de buitenplaats uitgesteldeen paar aspi
rant-ministers,vertegenwoordigers uit een Znid-Hollandsch
kiesdistrict, beiden specialiteiten bij uitnemendheid,
ontwikkelden eene buitengewone mate van drukte en
hielden zich. zelve en hunne namen voortdurend voor
de oogen van het publiek, wachtende op de dingen
die komen zoudenén nu zullen die dingen waar
schijnlijk niet komen!
„Waarschijnlijk, zeg ik; want het komt mij nog zoo
zeker niet voor of dé heer Heemskerk wel slagen zal
In zijne zending van conciliatie. Aan zijne goede be-
bedoeling valt niet te twijfelen; echter wel aan de
mogelijkheid van hét kunnen, ook waar de wil niet
verdacht is. Een conciliant kabinet zou thans niet
beteekenen een kabinet dat neutraal tusschen de par
tijen staatof een staalkaart van partijen vertoont,
maar een dat liet grootst mogelijke terrein Yan politieke
overeenstemming in beslag neemt. 1-Iet behoort zich
in de eerste plaats niet te stellen tegenover de liberale
richting, maar mag met haar toch niet zóo ver meegaan
dat de gematigde conservatieve, katholieke en anti
revolutionaire elementen zonder welker steun het niet
bestaan kan, worden vervreemd. En nu vraag ik: welk
liberaal man hoe gematigd ook zal, niet slechts
naast den heer Heemskerk zitting nemenmaar ver
trouwen stellen in een door hem gevormd ministerie?
De .liberalen en de conservatieven herinneren zich maar
al te goed dat de heer Heemskerk tijdens het zieltogen
van 1868 de hand aan het openbaar onderwijs sloeg,
dat hij later in de kamer te kennen gaf sinds dat wetje
de bezwaren tegen de schoolwet voortdurend te zijn
blijven bestudeeren, dat hij de man is geweest van de
ultramontaansehe partijdien zij te Gorinchcm, evenals
te Leiden zijn ambtgenoot Schimraelpennicktegenover
een conservatieven candidaat heelt vooropgeschovcn.
Heemskerk heeft zich door zijne aansluiting aan de ultra-
montanen bedorven. Zijn losmaking van de liberale partij
is indertijd uiterst gemakkelijk gegaan; wij liberalen
haasten ons iemand zijne vrijheid te laten wanneer hij
niet langer met. ons mee wil gaan: toen van Zuylen
het „dwangjuk der beginselen" moede washeeft
niemand onzer hem overreed te biijven; zoo ook heeft
niemand onzer Heemskerk gehinderd om de liberale
vloot te verlaten en op de politieke zee op avontuur
uit te gaan. Maar de ultramontancn zijn zoo coulant
nietwat ze eenmaal hebbenlaten ze niet los. Ce qui
est bon d prendreest bon a gander, luidt immers de
door Basile herziene spreuk? Ben ik wel onderricht,
dan moet reeds hij de tegenwoordige ministerieele crisis
van die vasthoudendheid der ültramontanen gebleken
zijn. Ik verneem dat de heer Heemskerk reeds gereed
was met den heer van der Heirn (yoor binncnlaudscbe
zakenterwijl hij zelf als minister van justitie zou op
treden) en met een paar andere protestantsche conser
vatieven, doch dat inmiddels aau deu formeerder vau
het kabinet een wenk was gegeven datzoo men op
de ultramontaansehe stemmen in dc kamer wilde reke
nen, aan de leden dier partij meer diende te worden
toegekend dan eene specialiteitsportefeuille. De andere
personen die zich reeds bereid verklaard hadden om
j als ministers op te treden moeten toen hebben te ken-
j nen gegeven dat het inwilligen van dezen eisch niet
j met hunne opvatting van conciliatie strookte cn zij
1 zich in dat geval zouden terugtrekken. Ik ben niet