MIDDËLBURGSGHE r 173. Donderdag 1874. COURANT. 23 Juli. Dit. blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2« Paasch' en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m.franco is f 3.50. BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. Middelburg 22 Juli. Niet onbelangrijk is het, na te gaan welken indruk (Ie tijding van het weder optreden van den heer Heems kerk op ons staatstooneel heeft teweeggebracht bij die genen, op wier steun het aanstaande conservatieve ministerie volgens het beweren dier partij meende te kunnen rekenen. Men herinnert zich toch hoeveel moeite er van conservatieve zijde bij de stembussen in den laatsten tijd steeds gedaan is om dc drie oppositie groepen als éen geheeléene anti-radicale phalanx voor te stellen. De Standaard nu, of de heer Kuyper zoo men wil, begrijpt niet hoe aan den heer Heemskerk de taak der oplossing van de ministerieele crisis ten deel kon vallen. Sedert dc heer Heemskerk in 1868 als minister viel, nam de kleine schaar zijner getrouwen in de 2e kamer steeds af; eindelijk leed hij in 1873 te Gorinchem zelf de nederlaag. Wat men nog de groep-Heemskerk zou kunnen noemen bestaat uit de heeren van Kuijk, Wint- gens, Insinger, Begram, Schimmelpenninekvan Fo- reest, Nierstrasz, Kien en misschien (ofschoon deze zich bij verschillende gelegenheden op een onafhanke lijk standpunt geplaatst heeft) de admiraal Fabius. AIzoo 9 stuks. Bij eene stemming zal men daarenboven veeltijds op een viertal midden-mannen kunnen rekenen: de heeren van Reenen, van Goltstein, van Naaraen en 's Jacob; vervolgens zijn er zestien katholieken en wel licht vier anti-revolutionairendie met den heer Heems kerk mede zullen gaan en zoodoende krijgt men eenc ministerieele minderheid van 33 leden. In de eerste kamer is zijne macht geringer; daar bedraagt zij mis schien 12 stemmen, met de katholieken er bij. „Van eene eclectische houding (dat wil zeggen eene zoodanige waarbij men de handelingen van het minis terie afwacht en het goede ondersteunt, onverschillig of het van die zijde komt) zoo spreekt de Standaard van haar standpunt, kan tegenover een ministerie- Heemskerk geen sprake zijn: het moet bestreden of gesteund worden; bij onzekerheid is alleen be strijding vergund," Op hetzelfde oogenblik misschien dat dr. Kuyper dit schreef, stak het Haagsche Dagblad zoo vriendelijk mogelijk de hand naar hem uit en trachtte het op de zoetsappigste manier, in zóoalgemecne bewoordingen dat niemand, van welke partij ook, er zich aan kon erge ren, de medeleden der anti-radicale vereeniging tut samenwerking te bewegen. „Het optredend bewind, schreef het conservatieve hoofdorgaan, moet vóór en hoven alles een kabinet van verzoening zijn, en behoort alzoo, hoewel vast houdend aan dc conservatieve hoofdgedachte, inzonder heid nadruk te leggen op die onderwerpen, waarover allen het eens zijn en dus zijn schakels uitzetten, ook in de richting van die liberalenwelke't nationaal belang stellende boven het partijbelang, verzoenlijk zich too- nen, om dan gezamenlijk den strijd aan te binden tegen dc onverzoenlijken waaronder dr. Kuyper niet meer schijnt te willen behooren teneinde hun bedrijf onschadelijk te maken voor de volksontwikkeling in stoffelijken en zedelijken zin." Men heeft gezien hoe de „niet meer onverzoenlijke" dr. Kuyper over dien gemcenschappelijken strijd tegen dc vijanden der volksontwikkeling (alweder een nieuwe naam voor de liberale partijdenkt. In twee zeer belangrijke hoofdartikelen in zijne nom- mers van Zondag en Dinsdag jl. heeft het Amstcrdam- sche Handelsblad van zijn kant de aandacht gevestigd op de verhouding tusschen de conservatieve en de ultramontaansche partij. Het Handelsblad begint met er op te wijzen dat het Haagsche Dagblad zich volko men onbewust houdt van het onderscheid dat er bestaat tusschen „onze katholieke landgenooten" en de ultra montaansche partij. „Dat lioorende doof en ziende blind zijn voor het woelen van een partij, die juist door luid rumoer en buitensporige taal ons een overdreven denkbeeld schijnt te willen geven van haar sterkte en de bezadigden onder haar geloofsgenooten te willen overstemmen, moet ons meer dan cenige andere omstandigheid af kecrig maken van het denkbeeldom de conservatieve richtingvoor zoover het Dagblad als haar orgaan kan beschouwd worden, als regeeringspartij te zien optreden. "Wij zijn weinig bevreesd voor het zoogenaamde conservatieve regeeringsbeleid. Ook de achterhoede van het libera lisme moet volgen, zij het ook langzaam en onwillig. Maar wij vreezen haar bondgenooten. De hulp der ultraraontanen kan zij niet ontberen, en deze hebben reeds vroeger duidelijk genoeg te kennen gegevendat zij niet voornemens zijn, hun diensten gratis te bewij zen, Wij weten vrij welwat wij aan onze ultramon- tanen hebbenen daarom zijn wijniet zonder reden, wantrouwend jegens elke partij die hun bondgenootschap noodig heeft. Altijd en in elk opzicht heeft het Dag blad hcii ontzien; hun hevigste, taal scheen de ooren zijner redactie te ontsnappen; hun stoutste bewegingen ontgingen haar oog." Op de vraag, reeds in September door „deTijd" ge daan, wat de katholieken aan de conservatieve partij, zoo deze aan het bewiud kwamzouden hebbenheeft het Dagblad dezer dagen geantwoord alsof het voor het eerst van de ultramontaansche grieven hoorde gewagen. „Wanneer er grieven bestaan, waarom zon dan om de wegneming daarvan niet gevraagd en indien zij gegrond blijken, waarom zou dan aan dat verlangen niet vol daan kunnen worden? Zoo iets zou juist op den weg van een conservatief bewind liggendat boven alles de roeping hebben zal om billijk te zijn tegenover iedereen." (Men merke op dat de toon tegen de anti-radicalen der linker- even verleidelijk is als die tegen de vrienden der rechterzijde.) Tegen deze voorgewende duiven-ee-nvoud komt het Handelsblad met kracht op. „Gijdie regeeringspartij wilt wordenkent gij dan uw land niet, en weet gij niet wat daar sinds jaren alle gemoederen in beweging brengt, dc rust en de sa menwerking der ingezetenen verstoort, en alle andere vragen en belangen op den achtergrond dringt? Komt gij hier regeeren en zijt gij een vreemdeling- in Jeruzalem? „Wanneer er grieven bestaan en die grieven gegrond zijn, zal een conservatief ministerie ze ongetwijfeld wegnemen, zogt eindelijk het Dagblad. Wanneer die grieven gegrond zijn. Weet gij dat nog niet, gij regeeringspartijdie morgen het bestuur aanvaardt De ultraraontanen vragen vooreerst staatshulp voor hunne scholenom op 's lands kosten het opkomend geslacht der Nederlandsche katholieken in liunne be ginselen op te leiden. Zij eischen aandeel in dc ambten en opc-nlare bedieningen in evenredigheid van hun aantal, zonder te letten op Let aantal benoembaren van hunne richting en zonder te vragen naar bekwaam heid en geschiktheid. Kent gij die grieven niet, en zijt gij het nog niet met u zelve eens, of zij gegrond zijn of niet Intusschen is het bekend dat de ultraraontanen zich met dergelijke algemeene beloften van onderzoek naar mogelijk bestaande grieven niet laten tevreden stellen; zij willen weten wat zij aan de conservatieven hebben, voordat zij hen opnieuw ondersteunen. De toezeggin gen, welke de prijs dier ondersteuning- moeten wezen, zullen natuurlijk niet in het openbaar gedaanniet in de dagbladen vermeld worden. Maar wordt de onder steuning verleend, dan is ook door do conservatieven meer beloofd dan onderzoek en dan hebben de ultra raontanen dc toezeggingen voldoende geacht. „Willen de conservatieven zoo eindigt het Handels blad zijne beschouwingenons minder wantrouwend zien ten opzichte hunner optreding als regeeringspartij, dan is vóór alles eene openlijke ondubbelzinnige breuk met de ultramontanen noodig en als eerste blijk daarvan* de wering van allen ultramontaanschen invloed uit het ministerie. Slechts op die voorwaarde kunnen, wij een ministerie-Heemskerk zonder wantrouwen zien optreden en wachten op zijne daden." Wij nemen deze uitspraak van het Handelsblad met volkomen instemming over. Het antwoord dat door liet conservatieve hoofdorgaan gegeven zou worden was cenigszins te voorzien. Het Dagblad schrijft lieden dat het de vervulling van z u 1 k e eischen, zóo geformuleerd als het Handelsblad dieop- geeftn i e t begrijpt in de roeping die een conservatief bewind zal hebben te vervullen. Natuurlijk. Het Handelsblad had zelf reeds voorspeld dat de toezeggingen indien ze gedaan werden niet in een dagblad vermeld zouden worden. De verklaring van het Dagblad lost dus de quaestie niet op. De ul tramontanen hebben verklaard geen ministerie te zullen ondersteunen indien zij niet weten wat zij er aan hebben. Ondersteunen zij liet dus wèl dan is dat een bewijs dat zij die wetenschap bekomen hebber! en daarin aanleiding vinden om hunnen steun te verleenen. Dat is destel ling van het Handelsblad en daarin is door eene ver klaring van het Dagblad geen bres te schieten. De Nieuwe Rotterclamsche courant bericht heden dat de te 'sGravenhage loopende geruchten omtrent de samenstelling van het ministerie op liet volgende neder- komen: de heer Heemskerk Azn. zou de portefeuille van binnenlandsche zaken, baron van Zuylen die van buitenlandsche zakengraaf Schimmelpenninek die van financiën, de heer Wintgens die van justitie, generaal van der Schrieek die van oorlogde heer van den Bos sche die van koloniën en de heer Nierstrasz die van marine aanvaarden. Yan eene andere zijde vernemen wij dat hij dc vor ming van het nieuwe ministerie het aanblijven der tegenwoordige ministers van marine en oorlog zoo goed als zeker is. Eindelijk wordt uit Maastricht gemeld dat aan den lieer van der Does de Willebois commissaris des konings in de provincie Limburg, die zich naar 's Gravenhagc begeven heeft, dc portefeuille van justitie is aangeboden. Bij de herstemming voor een lid van den gemeente raad van Aardenburg zijn gisteren 92 biljetten inge leverd, waarvan 2 oningevuld. De heeren'J. B. Dierickx en H. Coops verkregen ieder 45 stemmen. Eerstge noemde isals oudste in jaren, gekozen. Volgens de Provinciale Noord-Brabantsche courant wordt de generaal Verspyck te 's Ilevtogenbosch ver wacht, waar zijne ouders wonen. De provinciale staten van Groningen hebben aan eene uit drie leden bestaande commissie een onderzoek opgedragen betreffende het wenschelijke der oprichting van een provinciaal krankzinnigen-gesticht. De Staats-eourant van lieden bevat de wet van 4 dezer tot voorziening in de verevening van door de algemeene rekenkamer afgewezen vorderingen, alsmede vier wetten van den 8-" dezer, houdende bekrachtiging van provinciale belastingen in Friesland. In den Haagsehen gemeenteraad is men het eindelijk eens geworden ten aanzien vau den brief, waarin do gemeenteraad zijn leedwezen zou betuigen over het door J curatoren van het gymnasium genomen besluit om hun J ontslag te nemen. Men herinnert zich dc aanleiding tot dit besluit, namelijk de door den gemeenteraad vastgestelde verhooging van het leergeld. In den brief, zoo meende dc raadmocht echter niet blijken dat men die reden kende, want dan zon het licht den schijn hebben alsof de raad zelf over de verhooging leed ge voelde. De heer de Pinto had dan ook te kennen ge geven dat er, behalve de opgenoemde, nog andere redenen bij curatoren bestonden. De thans ter tafel gebrachte concept-missive luidde alsof men met de redenen welke curatoren noopten om hun ontslag tc vragen, geheel onbekend was. Dit vond weder bestrijding bij den heer Mockdie be toogde dat men zoo iets niets kon schrijven, want dat men de reden wèl wist. De zinsnede is hierop gewij zigd in den volgenden diplomatischen vorm: „Dewijl de redenen, die u, mijne heeren, tot dat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1