aanzien van het beginsel waardoor gedeputeerde staten geleid zijn tot hun voorstel. Zij zijn daarbij uitslui tend geleid door beginselen vroeger door deze verga dering aangenomen, namelijk om zooveel mogelijk rekenschap te houden reet bestaande toestanden. Indien men de denkbeelden van den heer Cau moest volgen, om de deeien van verschillende waterschappen door éene omdijking omgeven, te vereenigen tot afzonder lijke polders of waterschappen, dan zou er nog heel wat te doen wezen. Slaat men het oog op de kaart van Zeeland, dan ziet men veelvuldige toestanden a's die welke ons thans bezig houdt. Ook bij het reglement op de calamiteuze polders is bet beginsel aangenomen, dat men verkregen rechten moest eerbiedigen; hij heeft slechts te wijzen op de waterschappen Eiiewoutsdijk en Oud- en Jong-Breskens. Hij gelooft dat door een andere regeling belanghebbenden in hunne rechten zouden worden gekrenkt en daarom hebben gedepu teerde staten deze voorstellen gedaan. Nadat op voorstel van den voorzitter besloten is om de algemeene beraadslagingen te sluiten wordt overgegaan tot de behandeling der artikelen. Ten aanzien van artikel 1 verklaart de heer Iffoo- IcniburgSi, dat hij zich, op grond van hetgeen door anderen en door hem zeiven is gezegd niet met dat artikel kan vereeuigea. Hij zou wenbchen dat de alinea waarin men leest, dat Pluimpot, voor zoover hij onder de gemeente St. Maartensdijk behoort, tot het nieuwe waterschap zal behooren niet in het reglement voorkwam. Hij weet echter niet anders te doen dan tegen te stemmeu want hij is huiverig om een amendement voor te stellen, omdat hij niet weet bij welken polder hij den Pluimpot zou willen voegen bij St. Maartensdijk of bij eenig ander waterschap. Hij zal daarom geen voorstel doen, maar zich alleen bepalen tot tegenstemmen. De voorzitter herinnert aan de door gedeputeerde staten voorgestelde wijziging [Zie bladz. 16 hier voren] De heer Jfloolenburgli merkt op dat juist daarin zijn bezwaar, gelegen is, zoodat bij in zijn gevoelen volhardt. Het artikel, in stemming gebracht zijnde, wordt aangenomen met 25 tegen 10 stemmen. Tegen stemden Ge heeren Kakebeeke, Fokker, Cau, Wagtho, J. G. van Deinse, de Smidt, Fransen van de Putte, vao der Have, Moolenburgh en Hoogenboora. De het ren Hennequin en Dierick waren bij deze stemming afwezig. De volgende artikelen werden achtereenvolgens zonder discussie of hoofdelijke stemming en ten slotte het voorstel in zijn geheel aangenomen met 25 tegen 10 stemmen. Tegen stemden de heeren Kakebeeke, Fokker, Cau, Wagthc, J. G. van Deinse, de Smidt, Fransen van de Putte, van der Have, Moolenburgh en Hocgenboom. De heer Dierick was afwezig. III. Oatwerp bijzonder reglement voor het water schap St. Aunaland. [Zie bladz. 16 hiervoren.] De heer Fokker erkent ten volle, dat bij door de vergadering geslagen is en hij zou zich daarom kunnen onthouden van verder over de zaak te spieken. -Maar hij heeft in zijn eerste rede gewaagd van vergedreven particularisme en hij wil het thans in behandeling zijnde ontwerp te baat nemen, om enkele staaltjes van particularisme mede te deeien, die zoover gaat als maar eenigzins denkbaar is. In dit waterschap zal wor den opgenomen de Maria-polder, die behalve hetgeen waarvoor ziine gronden gelijkelijk met die in de pol ders Oudeland, Breede-Vliet, Anna-Vosdijk en Pluimpot zullen worden aangeslagen, bovendien jaarlijks f 2,30 zal betalen. Welk een enorme ramp zou het wezen, als die som ten laste vao het geheele waterschap zou komen! Overgeslagen over de 1000 keetaren waaruit het waterschap beBtaat zou het ongeveer cent per hectare zijn. Zóóver gaat men in het stelsel vau eerbiediging van verkregen rechten! Maar vn-.agt bij is zoo iets overeenkomstig de waardigheid der staten van Zeeland? Moeien dezen medewerken tot het bestendigen van zulk ongerijmd particularisme? Voorts wijst hij er op dat men ook in dat waterschap 8 verschilteude vergaderingea vaa ingelanden zal heb ben. Hieruit blijkt voldoende dat de polders geen al zo?. derJijk bestaan hebben. Zij hebben geen zelfstandig bestaanwant zij hebben geen afzonderlijk bestuur, en eene vergadering van ingelanden zonder bestuur is geen lichaam, maar slechts een deel er van. Toch be vestigt aten zulke particuliere toestandenen hij kan niet iLzien, waarom deze moeten worden bevestigd. Daartoe strekt het voorgestelde reglement uitsluitend. M' n heeft eenigö bepalingen gemaakten die genoemd: Bijzonder reglement voor het waterschap Sint An na laad, maar er wordt niets in geregeld; het strekt alleen om de beslaande feitelijke toestan den te bestendiger. Er is nog meer; volgens art. 5 wordt de waterkee- ring niet ate een gemeenschappelijk belang beschouwd; het onderhoud van den water keerenden dijk, van den polder Suzanca komt voor rekening van dien polder, ea wordt niet als een gemeenschappelijk belaag be schouwd, niettegenstaande 9/10 van het waterschap een natten dijk zou bekomen, wanneer de Susanna- polder vloeide cn 1000 hectaren zouden moeten gaan bijdragen, wanneer de polder calamiteus werd! Maar wat doen zij dan bij elkander? Is liet hun al leen te doen om gezamenlijk aanleggen van wegen cf om de zorg voor de aflossing en betaling der rente voor d'1 schuld? Dat zijn geen zaken van eigenlijk pol der belang en dus getn argumenten vo^r vereeniging. Het is wat r dit zijn détailsmaar hij wil er slechts op wijzon, ornaat hij gesproken heeft over particula risme en omdat hij daarvan in dit oniwrerp het meest sprekende voorbeeld vindt. Na sluiting (ier algemeene beraadslagingen wordt ar tikel 1 in stemming gebracht en aaugei.omen met 24 stemmen tegen 10. Tegen stemden de heeren Moolen burgh, Hoogeuboom, Kakebeeke, Fokker, Cau, Wagtho, J. G. van Deinse, de Smidt, Fransen van de Putte en van der Have. Afwezig waren de heeren H. J. van Deinse en Dierick. De volgende artikelen werden allen zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd en het geheele ontwerp, iu stemming gebracht zijnde, werd aange- rnen met 24 tegen 10 stemmen. Tegen stemden de heeren: Cau, Wagtho, J. G. van Deinse, de Smidt, Fransen van de Putte, vau der Have, Moolenburgh, Hoogenboom, Kakebeeke en Fokker. Bij deze stem ming waren afwezig de heeren U. J. van Deinse en Dierick. IV Ontwerp-bijzonder reglement voor het waterschap de Vrije polders onder Thclen. [Zie bladz. 16 hier- I voren.] Hierover werden geen algemeene beraadslagingen noch discussiën bij de artikelsgewijze behandeling gevoerd, en in stemming gebracht, werd het ontwerp- reglement aangenomen met 31 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren: Fokker, J. G. van Deinse en de 1 Smidt. Afwezig waren de heeren Fransen van de I Putte en Dierick. I V. Ontwerp bijzonder reglement voor het waterschap Poortvliet. [Zie bladz. 16 hiervoren.] De vooiziftler herinnert aan de door gedeputeerde I staten voorgestelde wijziging om in artikel 6 te lezen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 8