moeten geven, hen te machtigen, om van het ingehou den bedrag van f 1750, eene som van f 1450 aan den adressant uit te betalen. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitge bracht door den heer Sprengcr. Aan bet onderzoek in de afdeelingen hebben deel genomen 39 leden, waaronder 6 leden van gedepu teerde staten. In twee afdeelingen vereenigen zich alle leden met het voorstel van gedeputeerde staten om kwijtschelding te verleeuen; in eene afdeeling verklaart een lid zich tegen alle kwijtschelding; de overige leden hebben geen bezwaar tegen bet voorste). De voorzitter deelt mede dat dit verslag aan gedeputeerde staten geen aanleiding heeft gegeven tot wijziging van hun voorstel. In dadelijke behandeling genomen 2tjnde, wordt dit voorstel zonder beraadslaging met 39 tegen 2 stem men aangenomen. Tegen stemden da heeren de Smidt en Risseeuw. VII. Voorstel van gedeputeerde staten omtrent de veerdammen van het Sloe en de daarop aanwezige bouwstoffen. Door de openstelling van den straatweg op den spoorwegdam door het Sloe voor het algemeen verkeer, is het provinciaal overzetveer over dat vaarwater verval len. ZoolaDg het veer echter niet opgeheven was, mocht, volgens het provinciaal reglement op de overzetveeren, niet op alle punten van het Sloe worden aan of over gezet, en o.>k daarom hebben gedeputeerde staten den minister van binnenlandsche zaken voorgesteldhet veer cp te heffen. In den loop des vorigen jaars deelde de minister hun mede, dat daartegen geene bedenking bestond. Het veer is derhalve, bij besluit van gedeputeerde staten van 29 Augustus 1873 (Provinciaal blad n°. 90), opgeheven, en te gelijkertijd is aan den hoofd inge nieur van den waterstaat verzocht, voorstellen te wil len doen, omtrent de beide veerdammen en de daarop aanwezige bouwstoffen. Deze voorstellen zijn de volgende: 1° a den Westelijken Sloeveerdam niet meer te on derhouden, doch hem te laten liggen in den toestand waarin hij zich bevindt, met uitzondering der daarop liggende 860 M1 oude bestrating en 600 opgetaste oude straatsteenendie eene waarde hebben van onge veer f 300; b die bestrating en steenen publiek te verkoopen, onder verplichting ze binnen twee maan den regelmatig uit te breken en te vervoeren c mocht de steen minder dan voormelde som opbrengenhem naar een der provinciale klinkerwegen te doen ver voeren. 2o a den Oostelijken Sloeveerdam Diet meer te on derhouden; b de bestrating, op dien dam aanwezig, publiek in massa te verkoopen, onder de voorwaarde, dat de kop met een gedeelte van het uitkomend puin worde bestort; c voor het geval daarvoor niet de som van 425 bedongen kan worden, de heele steenen te vervoeren naar den weg Goes—'s Gravenpolder en daar, ter plaatse van de in 1875 uit te voeren bestra tingen op te tassen. Dit vervoer publiek aan te be steden per IC0Ü steen. De overblijvende puin gedeel telijk daarna publiek te verkoopen, en gedeeltelijk op den kop van den dam te verwerken; d eenige aan wezige bardsteeDen en bloksteentjes door den onder- houds aannemer van den steiger te Wolfaartsdijk daar heen te laten vervoeren; e de overige materialen, als rljsbeslag bezet met puin en vilvoordschen steen, puin- glooiing enz. niet op te ruimenmaar den dam in zijn tegenwoordigen staat aan zijn lot over te laten. Na ontvangst van bericht, hebben gedeputeerde sta ten de gemeentebesturen van Nieiuv- en St. Joosland en van 's Heer Arendskerke verzocht, te onderzoeken of de onmiddellijk belanghebbenden prijs stellen op het behoud van den straatweg, en uit dien hoofde genegen zouden zijn, de bestrating aan te koopen tegen een nader overeen te komen prijs. Volgens de daarop ontvangen antwoorden moeten zij het er voor houden dat zulks niet het geval is. Met uitzondering van de voorwaarde, dat de kop van den oostelijken veerdam met een gedeelte van het uitkomend puin worde bestort, kunnen gedeputeerde staten zich met de voorstellen van den hoofdingenieur wel vereenigen, en geven zij mitsdien in overweging hen te machti gen tot den daarin bedoelden verkoop, en voor zoover die verkoop de door den hoofdingenieur gestelde som men niet mocht opbrengen, te handelen als door dien hoofdambtenaar is voorgesteld. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt mede door den heer Sprengcr uitgebracht. Aan het onderzoek hebben deelgenomen 39 leden, waaronder 6 van gedeputeerde staten. In al de afdeelingen vereenigden de leden zich met het voorstel, hebbende tot geen bedenkingen aanlei ding gegeven. De voorzitter deelt mede, dat, aangezien tegen het voorstel geen bedenkingen zijn gerezen, voor ge deputeerde staten ook geen aanleiding heeft bestaan tot wijziging van hun voorstel. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming wordt het voorstel aangenomen. "VIII. "Voorstel van gedeputeerde staten tot weder invoering der tolheffing op den grooten weg 2e klasse tusschen Zierikzee en Zijpe, en een adres van bet gemeentebestuur van Zierikzee, houdende bezwaren daartegen. In de zomervergadering van 1872 stelden gedepu teerde staten voor, te besluiten tot wederinvoering der tolheffing op den grooten weg der 2# klasse, tus schen Zierikzee en Zijpe. Zooals zij toen te kennen gaven, was bij koninklijke besluiten van 10 Novem ber 1836, n° 1, en 27 October 1837, n' 87, eene tol heffing op dien weg bepaald en geregelddoch werd, op hunne voordracht, bij koninklijk besluit van 25 April 1839, n° 94, toegestaan dat die tolheffing door de gemeenten Zierikzee, Bruinisse, Oosterland, Nieuwer- kerk en Ouwerkerk, zou worden afgekocht, door jaarlijksehe betaling van 1400 aan de provincie. Die afkoopsom kon destijds gracht worden de opbrengst der tollen te vergoeden, doch net toenemend belang rijk verkeer deed de behoefte aan meerdere opbrengst ontstaan, daar, tegelijk daarmede, de onderhouds kosten met meer dan 50 ten 100 waren toegenomen. Eene poging bij de betrokken besturenom eene nieuwe regeling tot verhooging der afkoopsom te be- vordeien, was te vergeefs geweest, zoodat zij zich tot bovenvermeld voorstel verplicht achtten. Met dat voorstel, waartegen de voormelde gemeentebesturen hunne bezwaren inbrachten, kon de vergadering der staten zich toen niet vereenigen, en bet werd, in de zitting van den 6" Juli, met meerderheid van stem men verworpen. De toestand van den weg vordert echter steeds meerder onderhoud, nierbij komt nog de sterk ge stegen prijs van alle materialen, en, met het oog op de behoeften van den werkman en de duurte der eerste levensmiddelen, de vei hooging van bet ar beidsloon daaronder begrependat der kantonniers. Eene raming van kosten, vermoedelijk benoodigd voor het aanstaande driejarig onderhoud van dien weg, met

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 8