r 164.
MIDDELBURGSCHE
COURANT.
laandag
1874.
13 Juli.
Dit blad verschijnt dag el ij kt
met uitzondering van den Zondag, den 2« Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m.., franco is f 3.550.
BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Middelburg 11 Juli.
EEN LAATSTE WOORD.
Aanstaanden Maandag zal de gemeenteraad eene
beslissing hebben te nemen omtrent de quaestie van
het droge dok. Indien wij ons tot dusverre onthouden
hebben van het uitspreken eener meening over deze
belangrijke zaak, was het eenvoudig omdat dit ons
onnoodig voorkwam. De algemeene opinie deed zich
van den aanvang op zóo duidelijke wijze kennen, onze
rubriek „ingezonden stukken" leverde zoovele bijdra
gen, waaruit het gevoelen der ingezetenen, der naaste
belanghebbenden, bleek dat wij het overbodig achtten
nog afzonderlijk onze instemming met de algemeene
opvatting te doen blijken. Temeer was zulks onnoodig
daar het debat nog uitsluitend liep, en nog altijd
loopt, over algemeene beginselen. Een uitgewerkt
plan is niet aanwezig en kan ook nog niet aanwezig
zijndaar de firma van Zeijlen en Decker over de kos
ten aan het vervaardigen daarvan verbondenniet zal
heenstappen, zoolang zij do zekerheid niet bezit dat
de gemeenteraad geneigd is om tot cene concessiezoo
als die in hoofdzaak door de adressanten verlangd
wordt, zijne toestemming- te geven. Van voorlichting
ten aanzien van speciale punten was dus geen sprake.
En in algemeenen zin deed de opinie van het publiek
zich op allerlei wijzen zoo duidelijk kennen dat wij
meenden door onze eigen stem daarin te mengen de
kracht dier zelfstandige uitingen niet alleen niet te
zullen versterken, maar wellicht, voor be vooroordeelden,
daaraan het karakter eener kunstmatig opgeschroefde
agitatie te zullen geven.
Daar wij echter niet schroomvallig zijn ook in dit
geval voor ons gevoelen uit te komenwijden wij thans,
op den vooravond der beslissing, aan de quaestie een
laatste woord, dat kort kan zijn, daar alles wat in den
tegenwoordigen stand der zaak over het onderwerp
gezegd kon worden, reeds van verschillende zijden is
aangevoerd.
De bezwaren tegen het plan der firma van Zeijlen
en Decker zijn voor het grootste gedeelte opgenomen
in het gemeenschappelijk rapport der eoinmissiën van
financiën en fabricage, overgenomen in ons nommer
van 9 Juli. Het komt ons echter voor dat men zich
bij het opperen van die bezwaren in het algemeen
op een verkeerd standpunt plaatst. Het is hier niet
de vraag of in het afgetrokkene beschouwd, cene con
cessie als die door do adressanten voorgesteld wordt,
voor onze gemeente als de meest voordeeligc en wen-
schelijke beschouwd moet worden. Voorzeker er zijn-
voordeeliger voorwaarden te bedenken. Afstand van
een gunstig gelegen terrein in het midden der stad,
een der schoonste standen van de gemeenteen daaren
boven nadat het werk zal zijn afgeloopennog eene
halve ton subsidie op den koop toe, waarlijk, indien
het werkwat wij vurig wenscheneenmaal tot stand
gekomen zal zijn en Middelburg in het verlevendigd i
vertier er de rijke vruchten van zal plukken, zal nie
mand het recht hebben ons te verwijten dat wij onze
nieuw verworven welvaart aan een aalmoes hebben te
danken. Zeker zou men van de ondernemers zeiven
eene bijdrage kunnen verlangen voor den afstand
van het terreinzeker zou het niet ongewenscht zijn
indien de gemeenteraad iu de latere exploitatie van het
dok meer rechtstreeks de hand kon hebben dan dooi
de vaststelling van een enkel politiereglement. Zeker
heeft het zijn bezwaren, die verrijzing van een groot
etablissement midden in de stad, op gemeentegrond
gelegen en met subsidie der gemeente tot stand geko
men, waarop desniettemin het stedelijk bestuur niet
het minste recht zal hebben te doen gelden.
Het is echter de vraag niet of misschien niet wat
beters te bedenken zou zijn, maar of dit betere tekrijr
gen is en bier stuiten wij dadelijk op de onverzettelijke
macht 'der feiten. Een droog dok, hier of te Vlissin- I
gen, zal bij den tegenwoordige gemakkelijken toegang
der beide havens naar de volle zee, ongetwijfeld sché-
pen tot zich trekken. Toch zou voor een gewoon par
ticulier, hoe ondernemend en zaakkundig hij voor het
overige ook mocht zijn, het aanleggen van zulk een
werk eene bedenkelijke, schier onuitvoerbare zaak blij
ven. De schepen zullen komen zekerwij houden
er ons van overtuigd; maar wanneer? Indien de scheep
vaart eens een paar jaren gebruikt om te beproeven
hoe de nieuwe havens haar bevallen, indien zij daarna
begint hier heen te trekkenmaar langzaamvoet voor
voet, en op die manier het kostbare dok eenige jaren
lang ledig staat en de ondernemer zijn werk ongebruikt
ziet achteruit gaanwie zal hem dan gedurende
dien tijd de rente van zijn kapitaal verzekeren
Daarom kon een droog dok alleen gemaakt wor
den door iemand die tegelijk zeker was dat het niet
ledig zou staan, en die zekerheid bezat alleen een
groote reederij als die der firma van Zeijlen Decker,
thans reeds in het bezit van twaalf der grootste zee
schepen, eene handelsfirma, bestuurd door een man in
de kracht zijns levenswien het niet aan ondernemings
geest en plannen voor de toekomst ontbreekt en die
hetzij voor zich hetzij voor zijne kinderenin de onder
neming welke hij te Middelburg vestigen williet
middel ziet voor eene nienwe en grootere ontwikkeling
zijner haudelsfortuin.
Zulk een man nuals hij niet gekomen was zou men
hem met een lantaarn moeten zoeken. Hij is echter ge
komen hij biedt zich aan en het komt er nu op aan,
niét om te vragen of iets te bedenken is dat nog beter
lijkt dan zijne aanbiedingenmaar om te onderzoeken
of zijnen plannen slechts eenigezjns zoodanig zijn dat
men ze kan aannemen.
Die plannen komen ook niet uit de lucht vallen; ze
zijn niet een eerste aanbod, waarbij van loven of bieden
sprake kan zijn; maar ze zijn de vrucht van langdurige
besprekingen tusschen het dagelijkscli bestuur en dén
adressant. Alle mogelijke combinatiën zijn in die
besprekingen reeds uitgeputvan weerszijden heeft men
alles opgeworpen wat voor een der partijen meer voor-
deelig kon zijn, en het tegenwoordig adres is als het
ware een ultimatum. Wil de gemeente deze voorwaar
den nietdan trekt de firma zich terug en wij zitten
weder als te voren, met een uitmuntenden toegang naar
den Oeeaan, eene flinke lo3kade, ruime gelegenheid tot
het oprichten van pakl.uizen en woningen, maar zonder
de minste zekerheid dat gedurende de eerste tien,
twintig jaren een schip van die gelegenheid gebruik
zal maken.
Daarom wenden ook wij ons thans tot den gemeen
teraad met de dringende bede: „Wees toch niet al te
schroomvallig! Van ëcn ding zijt gij bij deze zaak ver
zekerd; het is dat gij bij eene toestemmende beschikking-
op het adres der Itotterdamsche firma de overgroote
meerderheid uwer gemeentenaren op uwe hand hebt.
Een petitionnement zoo groot als nog nooit bij vorige
gelegenheden te Middelburg heeft plaats gehad, heeft
u bewezen dat de burgers uit alle standen in het tot
stand komen van het plan het heil der gemeente zien.
In sommige omstandigheden moge het uwe roeping zijn
aan den volkswaan van den dag weerstand te bieden;
bij eene gewichtige beslissing als deze is de algemeene 1
instemming van het publiek een onwaardeerbare steun,
en wel zeer gewichtig moeten de bezwaren zijn, indien
het geoorloofd is daaraan geen gehoor te geven.
„Wat die bezwaren betreft, wij kennen ze thans alle.
Voor het meerendeel bestaan ze in onzekere veronder
stellingen, door angstvalligheid ingegeven en verreweg
opgewogen door de stellige, ontwijfelbare voordeelen, j
die onze stad uit het tot stand komen van het plan I
zal trekken. Wat den last der geldelijke subsidie
betreft, de honderde handteekeningen onder de adressen
zeggen het u dat de burgerij er niet tegen opziet dien
nieuwen last te helpen torschen. Laat u dan ditmaal
dragen door den algemeenen drang uwer stadgenooten
grijp de gelegenheid aandie als zij thans voorbijgaat
zeker nimmer terugkeert.. Zoo moge de gemeenteraads
zitting van Maandag voor onze stad een nieuw tijdperk,
een nieuwen levenskring ontsluiten, en bet nageslacht,
terugziende op de bezwaren welke wij te overwinnen
hadden eii de moeilijkheden waardeerendewelke aan
het nemen uwer beslissing verbonden waren, zal met.
erkentelijkheid zeggen„Middelburg is aan de mannen
die op den 13fn Juli 1874 het bestuur der stad in
handen hadden, veel verplieht!"
In de heden gehouden zitting van de provinciale
staten van Zeeland, waarin 36 leden tegenwoordig
waren, is in de eerste plaats mededeeling gedaan van
eene ingekomen missive van de rijks-adviseurs voor
de monumenten van geschiedenis en kunstwaarbij
de aandacht wordt gevestigd op die instelling, welke
bij koninklijk besluit van 8 Maart jl. in het leven is
geroepenen medewerking wordt gevraagd om de zaak
van historie en kunst, te helpen bevorderen.
Op voorstel des voorzitters is besloten zooveel moge
lijk aan het vervangen der adviseurs te voldoen.
Vervolgens werd het algemeen verslag der afdeelin-
gen uitgebracht tot wijziging van het algemeen regle
ment voor de polders of waterschappen in Zeelandmet
eene nota van gedeputeerde staten en berichten van
polder- cn waterschapsbesturen en van ingelanden, en
nadere van de heeren Moolenburgh en de Jonge en
een amendement van den heer Fokker.
De voorzitter stelde namens gedeputeerde staten voor
om de verdere behandeling dezer zaak uit te stellen
tot Maandag 20 Juli a., doch op een nader voorstel
van den heer de Smidt is met 23 tegen 13 stemmen
besloten die behandeling tot de aanstaande najaarsver
gadering te verdagen.
Daarna werden de aan de orde zijnde bijzondere regle
menten voor verschillende waterschappen en reglemen
ten op het beheer van uitwateringen van onderscheidene
polders behandeld en allen aangenomen.
Met algemeene stemmen op 1 na is aangenomen
het voorstel van gedeputeerde staten, om afwijzend te
beschikken op het adres van het gemeentebestuur van
Stavenisse tot den aanleg van een steiger aldaar.
Het adres van C. Gr. J. Pieterse, te 's Gravenhage,
om ondersteuning van zijn aan de regeering ingediend
verzoekschrift tot het bekomen eener concessie voor den
aanleg en de exploitatie van een tramway van Middel
burg naar Vlissingen en van Middelburg naar Domburg,
is gesteld in handen van gedeputeerde staten, teneinde
daaromtrent in de volgende zitting der staten een
voorstel te doen.
Voorts zijn goedgekeurd de verantwoording van ge
deputeerde staten wegens de enkel provinciale en huis
houdelijke inkomsten en uitgaven over 1872, tot een
bedjag van 406,009.98f in ontvang, 358,139.921 in
uitgaaf, en mitsdien een voordeelig slot van 47,880.06
het voorstel tot wijziging der provinciale begrooting over
1874de begrooting der kosten voor het provinciaal
bestuur, voor zooveel het rijksbestuur is, voor 1875, voor
gedragen op 57,880, doch op voorstel van den lieer Fran
sen van de Putte evenals het vorige jaar weder verhoogd
met f 1000 jaarwedde commissaris des konings, met
f 3000 jaarwedden leden gedeputeerde staten en f 500
jaarwedde griffier, welke verkooging ten vorigen jare
door de regeering niet is toegestaan; de begroorting
der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en
uitgaven voor 1875, ten bedrage van 340,979.341
ontvang en uitgaaf, alsmede het voorstel om aan
den koning de heffing voor te dragen van 30 opcenten
op dc belasting der gebouwde eigendommen en van
22 opcenten op de personeele belasting.
Op voorstel van gedeputeerde staten is zonder hoof
delijke stemming afwijzena beschikt op het adres van
den gewezen provincialen opzichter Engelse ,'^m ver
goeding van reis- en verblijfkosten, waarop hij alsnog
aanspraak vermeende te hebben.
Ten slotte is behandeld het onzen lezers behende
voorstel van den heer Fransen van de Putte, dat de
staten zich bij adres tot. den koning zouden wenden
betreffende de wenschelijkheid der voorziening van
rijkswege in de behoefte aan zoet water te Vlissingen.