Buitenland. dat de gestelde vraag blijkens de toelichting op den thans bestaanden"toestand geen betrekking kon bobben daar men sedert 1859 heeft: 1° vrije arbeiders-koloniën zonder subsidie, waar een arbeider per jaar f 15,80 kost, welk bedrag"mettertijd zal verminderen en mis schien geheel verdwijnen2° bedelaars-koloniën, welke zich sedert 1859 zeer ontwikkeld hebbende verple- ginglcosten bedragen daar jaarlijks f 110 per hoofd; dat het congres van oordeel is dat het misschien wel mogelijk zou zijn hen in de plaats hunner geboorte goedkooper te onderhoudenindien de mogelijkheid bestond hen tot arbeid te dwingen, zonder in de na- deelige werkhuizen te vervallen; dat echter hieraan talrijke en schijnbaar onoplosbare moeilijkheden ver bonden zijn. De agenda was hiermede uitgeput. Na eene dank betuiging van den heer Sloet aan den voorzitter van het congres, na een paar practisehe opmerkingen van dezen beroemden landbouwkundige omtrent den Zeeuw- schen landbouw in het algemeen, op welke wij nader terug komenen een korte sluitingsrede van den voor zitter waarin deze verklaarde dat het congresbij veel dat onafgedaan was gebleven, echter, door de onderlinge bespreking van een aantal gewichtige vraag stukken, voor den landbouw ongetwijfeld rijke vruch ten zou dragen, werd deze laatste vergadering van het 28* landhuishoudkundig congres gesloten. Het eigenlijke officieeleof liever het werkzame ge deelte van het congres was hiermede geëindigd. Op hetgeen verder voorgevallen is, op de feesten, welke het congres verder op genoegelijke wijze besloten heb ben, komen wij morgen terug. Gemengde berichten. De eerstvolgende bijeenkomst van het Nederlandsch Zangersbond, in 1875, zal te Rotterdam plaatshebben. Reeds worden de eerste stappen gedaanuitgaande van de ïiedertafel Amphiouom den zangers een goede ontvangst te verzekeren. De burgemeester is eere voorzitter eener daartoe bestemde commissie. In de rijksgieterij te Delft is een pan met gesmolten metaal gebarstenwaardoor twee werklieden ernstige brandwonden bekwamen en anderen licht gewond wor den. Aau boord van het te Nieuwediep in de haven liggend Engelscli barkschip Lord Ashburtou bevindt zich een groote beerwaarvan de makheid ieders bewon dering wekt. Sommige manschappen der equipage voe den het beest uit de hand en steken zelfs hun hand in den bek van het dier, flat evenals een hond geketend op het dek ligt. Het Handelsblad verneemt, dat de (eergisteren ook door ons medegedeelde) combinatie der namen Reuter- Havas alleen betreft de verschillende „afdeelingen" der telegraafinaatschappijenmaar dat de hoofdkantoren te Londen en te Parijs beide hunne namen van „Reuters's telegram-company Limited" en „Havas-Laffite C°." behouden. De Fransche bladen de Soir, de Figaro en de France zijn tot 100 franken boete veroordeeld wegens het overnemen van een artikel van Rochefort. Het tusschen Arlon en Virton gelegen fraaie dorp Saint-Leger, dat in 1872 reeds 28 huizen door een brand verloren heeft, is dezer dagen weder door een lamp van denzelfden aard getroffenten gevolge waar van in het bij den eersten brand gespaarde gedeelte van het dorp niet minder dan 47 woningen in de asch zijn gelegd, die gelukkig allen, op éene enkele na, verzekerd waren. De brand is gestuit bij eene woning, die van een pannen of leien dak voorzien was. Al de overige verbrande perceel en waren met riet gedekt. Drie leden van het tegenwoordige Engelsche ministerie, nl. Disraëli, lord Derby en lord Salisbury hebben de eer genoten in het kleermakersgild (Merchant Taylors) te Londen te worden opgenomen. Gisteren heeft op plechtige wijze de uitreiking der diploma's plaats gehad. Het is een oude gewoonte de hoofden van aanzienlijke geslachten, in dit geval van de geslach ten Stanley (Derby) en Cecil (Salisbury), in liet gilde- op te nemen. Het heeft onder zijne eereleden reeds niet minder dan 11 regeerende vorsten van Engeland geteld en even zooveel niet regeerende leden van het koninklijke geslacht. In een handelsstad in het buitenland speelden eenige kinderen van bankiers met elkander. Het oudste, een lief meisje van 11 jaren, stelde voor bankiertje te spelen. Zij gaf ieder een rol. Tot haar broertje zeide zij„Gij zult met de kas doorgaanterwijl ik mijn juweelen verkoop." Tot een ander: „Gij zijt de com pagnon en moet u een kogel door uw domme hersenen jagen." Voor ieder kind was er wat te doen, behalve voor het jongste, dat begon te schreien, omdat het niet meê moebt doen. „Jazeide de jongejuffrouwgij zijt eigenlijk nog te domom mede te spelen maar wees maar stilgij zult de aandeelen koopen." Zoo als de ouden zingen piepen de jongen. Men verzekertdat de Times zichten behoeve van haren Parijschen berichtgever, tot den prijs van 3500 pond sterling de uitsluitende beschikking heeft verzekerd van een telegraafdraad tusschen Londen en Parijs. Dit is zeker, dat het blad sedert eenigen tijd dagelijks een telegram uit Parijs behelst, dat twee van hare kolommen inneemt. Een telegram van den 23cn dezer uit Falkenau aan den Eger, een stadje met ongeveer 2000 inwoners, meldt: „de geheele stad staat in brand; het is een ver schrikkelijk schouwspel; alle mcnschen vertoeven onder den blooten hemel; op enkele uitzonderingen na zijn alle huizen leeg." Blijkens later bericht zijn er 150 particuliere huizen afgebrandbenevens eenige andere gebouwenonder anderen dat van het commissaraat voor het mijnwezen, tengevolge waarvan plannenkaarten en stukken van groote waarde mede een prooi der vlammen werden. Op de tentoonstelling van schilderijen te Lyon wordt de aandacht zeer getrokken door twee schilderijen, voorstellende Zeeuwsche landschappenvan den Gent- schen schilder Felix Cogen. De eene schilderij stelt voor den Stiershoek onder de gemeente Sluis tijdens een naderend onweer, terwijl een kudde koeien door de kreek waadt. Het hof van cassatie in Frankrijk heeft in een zonderling geval uitspraak gedaan. Bij sommige rechtbanken in het Oosten is het namelijk gebruikelijk, dat zoowel de advocaten als het publiek bij het binnen treden der rechtzaal hunne schoenen uittrekken, als bewijs van eerbied voor de rechters. Nu heeft de heer Pannoutombiiulandsch advocaat te Pondiclieryde Fransche kolonie in Voor-Ihdiöonlangs met die gewoonte willen breken, en dus zijn schoenen niet uitgetrokken, toen hij moest- pleiten. Hij haalde zich daarvoor een rechterlijke berisping op den hals, maar hij kwam daartegen in verzet, bewerende dat hij het recht had al of niet geschoeid te pleiten. De rechtbank daclit er anders over en schorste hem in zijne betrek king. De advocaat kwam nu in beroep bij den minis ter van justitiedie het vonnis voorloopig schorste en het hof van cassatie heeft nu uitgemaakt dat de heer P. volkomen recht heeft om het al of niet uttrekken zijner schoenen naar eigen goedvinden te regelen. 26 Juni 27 's mor Th er mo m t) te r stand. av. 11 u.60 gr. 7 u. 61 gr. 'smidd. 1 li. 61 gr. 's av. 6 u. 66 gr. Staten-generaal. EERSTE KAMER. Door de afdeelingen der eerste kamer zijn, blijkens de in de zitting van Donderdag gedane mededeeling tot rapporteurs o. a. over het wetsvoorstel-van Houten betrekkelijk den fabrieksarbeid van kinderen benoemd de heeren Vos van Steenwijk, Pincoffs, Dumbar en Hein. Zilt un vau Zaterdag 27 Juni. (Per telegraaf.) Alle tegen lieden aan de orde gestelde wetsontwer pen, waaronder de definitieve begrooting van marine, werden achtereenvolgens aangenomen. Tegen Maandag en Dinsdag zijn de overige aanhan gige wetsontwerpen aan de orde gesteld. Op laatstge noemden dag zal meer speciaal het wetsvoorstel van den heer van Houten, betreffende den arbeid van kin deren in fabrieken, worden behandeld. TWEEDE KAMER. In liet rapport over de inlichtingen der regeering óp het adres van den heer Mielingeervol ontslagen direc teur der algemeene landsdrukkerijwordt door de com missie van onderzoek (de heeren Blussé, van Reenen, Tak en Luyben) als hare meening te kennen gegeven dat eene volledig openbaarmaking van alles wat tot liet naar den toestand der landsdrukkerij ingestelde onder zoek betrekking heeftalleszins in liet belang der be- tiokken personen, bepaaldelijk in dat van den eervol ontslagen directeur zou zijn. De commissie beveelt ook de lezing aan van de breedvoerige nota van den heer Mieling. Er komen omtrent de inrichting der lands drukkerij behartigenswaardige opmerkingen in voor. Sommige der daarin ontwikkelde denkbeelden schijnen alleszins aanprijzing te verdienen. De commissie acht het tijdstip voor de grondige be handeling der zaak eerst gekomen als de aanstaande begrooting voor de landsdrukkerij aan de orde zal zijn, „wanneer dc regeering, die sedert den tegenwoordigen toestand alleen als overgangstoestand wenscht beschouwd te zienhare denkbeelden tot rijpheid heeft zien komen. De commissie zelve meende geen voorstel te kunnen doen tot opheffing der geheimhouding van het tweede rapport. Al moge de gezindheid van den minister tot inwilliging van het desbetreffende verzoek van den heer Mieling aan de kamer bekend zijn, adressant kan die opheffing slechts van den minister vragen en ver krijgen. Mocht de minister het verzoek inwilligen, dan wenscht de commissie echter als hare meening uit te spreken, dateeue halve publiciteit m deze niet anders dan schadelijk kan wezen omdat, wordt tot de openbaarmaking van het rapport der commissie van onderzoek besloten, eene volledige openbaarmaking in het belang zoo wel van den adressant als van de zaak, die het hier geldt, dringend noodzakelijk is. Omtrent het adres van den heer Mieling stelt dc com missie voor over te gaan tot de orde van den dag. In het verslag der commissie van onderzoek (de heeren de Roo, Storm, Schimmelpenninck van der Oije; Kappeijne en van Wassenaer) over de nota van toe lichting op het adres van de aannemers van het fort bij Pannerden, wordt het alleszins toegejuicht dat de laatstvoorgaando minister van oorlog daarbij meende rechtens tot niets verhonden te zijn of te kunnen wor den genoodzaakt, doch begrepen heeft te moeten doen wat billijk was. Inderdaad maakt veel wat men in den jongsten tijd van de aanbestedingen, door de militaire genie gedaan, vernomen heeft, een pijnlijken indruk. Al moge het strenge recht toelaten al de risico op den aannemer over te brengen en dus dezen te laten boe ten voor de feilen, door de ontwerpers of de directie van het werk begaanliet is duidelijk, dat de nadee- len hiervan ten slotte toch weder op den staat neder- komen en dezedie voortdurend solide aannemers noodig heeft, door hen billijk en rechtschapen te behandelen in dc eerste plaats zijn eigen welbegrepen belang be hartigt. Insgelijks schijnt terecht door den minister begre pen datal mocht de uitspraak der door hem benoemde commissie niet als een arbitraal vorm voor den staat verbindend zijn, echter zijn plicht, om op de belangen van de schatkist te letten, hem niet verbood den aan nemer althans datgene aan te bieden wat door de com missie met algemeene stemmen was billijk ge oordeeld." De commissie tracht echter uit de verstrekte inlich tingen in verband met de daarbij overgelegde stukken, aan te toonen dat het beginsel door den minister niet met juistheid is toegepast. Dei-halve stelt de com missi voor dat de kamerden minister dank zeggende voor de verstrekte inlichtingen, daarbij voege „de be tuiging van haar leedwezen, dat door die inlichtingen niet is aangetoonddat in het eigen stelsel der regecring door het ministerieel aanbod aan den eisch dor billijk heid is voldaan." Het nader afdeelings-onderzoek van het gewijzigd ont werp eener nieuwe spoorwegpolitiewetgaf slechts in eene afdeeling aanleiding tot een meer algemeene beschouwing. Zij stond in verband met- de artt. 12 en 13 van liet wetsontwerp, dat, naar men beweerde, de spoor wegmaatschappijen geheel brengt ouder de macht van den minister van binnenlandsche zakendoch dat juist omdat liet. zoo streng ismoeieliik is toe te passen. Het denkbeeld werd geopperd tot instelling van advisee- rende commissiëntot wie eene maatschappijdie zich door aanschrijvingen van den raad van toezicht be zwaard gevoelt, of de minister zich in dergelijk geval zouden kunnen wenden. Voor 't overige verklaarde men in de afdeelingen, dat de onthouding van verdere beschouwingen niet be doelde de erkenning der onjuistheid van vroeger geop perde bezwaren. Algemeen overzicht. De ontbinding der Fransche nationale vergadering' is blijkbaar het spook dat de geesten van de leden van het rechter-centrum verontrust. Zij bedenken alle mogelijke middelen om haar te voorkomen, en nu de vrees, dat de constitutioneele wetten zullen worden verworpenmeer en meer toeneemt en daarmede tevens de kansen op ontbinding vermeerderenhebben zij een middel bedacht om deze althans te verdagen. Men heeft n. 1. thans eene beweging op het getouw gezetom de behandeling van alle quaestien die de gemoederen kun nen opwinden uit te stellen tot November. Komt tijd, komt raad, zal men denken. Of echter daardoor eene ontknooping althans voor loopig zal kunnen worden uitgesteld is zeer twijfelachtig, daar met iederen dag nieuwe verwikkelingen en nieuwe moeilijkheden ontstaan. Tusschen den minister van financiën en de financieele commissie uit de nationale vergadering is thans een zeer gespannen verhouding ontstaan. Teneinde het evenwicht te verkrijgen op het budget van 1875, heeft de minister voorgesteld op ver schillende indirecte belastingen 21 opcent te heffen. De commissie verklaarde zich hiermede niet te kunnen vereenigen en sommige leden wilden in plaats van be lastingen te verhoogenuitgaven verminderen, o. a. door de sommen voor garantie aan spoorwegen niet meer op het budget te plaatsen en het cijfer voor de jaarlijksche teruggave van het van de bank van Frankrijk geleende kapitaal te verminderen. De minister heeft zich hier tegen ten sterkste verzet en met betrekking tot het. laatste punt de portefenillc-quacstie gesteld, daar hij van oordeel is, dat door een dergelijke vermindering het crediet der bankbiljetten zou worden in gevaar ge bracht. Te vergeefs echter heeft hij zoo krachtig mogelijk aangedrongen op de aanneming van zijne voorstellen tot verhooging der belasting, want de com missie heeft die met 14 tegen 8 stemmen verworpen. Het voorstel van den beer Gouin echter, betreffende de garantie aan de spoorwegen, werd.eveneens verwor pen met 11 tegen 10 stemmenterwijl dat van den heer Wolowski om de annuiteiten, aan de bank uit te ring tegen mcene rende overeel In Robei| naar hei

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2