1° 150. MIDDEL BUllGSCHE Vrijdag 1874. COUR A N T. 26 Juni Middelburg 25 Juni. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den Paasch- en Pinksterdag JDe prijs per 3/m.s franco is f 3.50. en een der Kerstdagen. Een van de belangrijkste onderwerpendie in do aanstaande zitting der provinciale staten van Zeeland zullen worden behandeldis zeker wel het voorstel tot wijziging van het algemeen reglement voor de polders of waterschappen in Zeelandwaarbij toch zoovelen in onze provincie belang hebben. Zooals bekend is zijn reeds spoedig na de invoering van het nieuwe polderreglement moeilijkheden gerezen ten aanzien van de bepalingen omtrent de volmachten Voor hen die anderen op de vergaderingen van ingelan den moeten vertegenwoordigen. Bij sommige verga deringen Svas men van meening, en ook de regeering stemde hiermede in, dat die volmachten op gezegeld papier moesten zijn geschreven en geregistreerdterwijl andere van gevoelen warendat die volmachten slechts moesten beschouwd worden als beschikkingen betrek kelijk zaken van orde en beheer, welke niet onder worpen zijn aan het recht van zegel en registratie. Aan die onzekerheid moest een einde worden ge maakt en het middel daartoe lag voor de handdoor, geheel in den geest van het reglement, duidelijker te doen uitkomen, dat wie krachtens een reglement van het openbaar gezag in eeno vergadering van ingelan den voor een ander optreedt diens vertegenwoordiger wordt in eene instelling van publiekrechtelijken aard, zoodat van geene volmacht, zooals bij het burgerlijk recht wordt bedoeldsprake kan zijn. Daarom wordt thans door gedeputeerde staten voorgesteld, om de uit drukking „gemachtigden" te doen vervangen door die van „vertegenwoordigers." Eene wijziging van artikel 16 van het algemeen regle ment heeft ten doel om ook aan de besturen van cala- miteuze polders of waterschappen de verplichting op te leggen om de begrooting en rekening en verantwoor ding van hun polder of waterschap aan gedeputeerde staten in afschrift mede te doelen, binnen veertien da gen na de vaststelling. In overeenstemming met het beginsel in het reglement aangenomen, dat ongehuwde vrouwen als stembevoeg den worden toegelatenwordt eene aanvulling van art. 44 voorgesteld, teneinde dat recht ook toe te kennen aan gehuwde vrouwen, die het eigen beheer over hare goederen hebben, en aan voogdessen, daar het regle ment reeds aan curatrices en bewindvoersters dat recht heeft verleend. Enkele andere wijzigingen zijn het gevolg van die op art. 44 voorgesteld. Op art. 43 wordt eene verbetering van redactie voor gesteld met, het doel om te doen uitkomen, dat de voogden, curators en bewindvoerders, de wettelijke vertegenwoordigers zijn der minderjarigen, onder cura- teele gestelden en afwezigenen alzoo bevoegd zijn, om, namens hen, als stembevoegden op te treden, be houdens de bevoegdheid om, krachtens art. 64, zich te doen vertegenwoordigen. In de 3e alinea wordt, ter voorkoming van twijfel of het lid van bestuur, bedoeld in die zinsnede, door zijne medebestuurders, dan wel door de leden der maatschappij of van het zedelijk lichaam, moet worden aangewezen, eene ver duidelijking voorgesteld. Eene wijziging op art. 58 voorgesteld strekt tot ver duidelijking aan wie de oproepingsbrief moet worden toegezonden. Ten aanzien van de 2° zinsnede van art. 64 is twijfel ontstaan over de bedoeling ingeval het stemrecht naai den maatstaf van het grondbezit is geregeld. Er werd beweerd dat hij, die, in dat geval, voor drie personen ter vergadering optreedt, vijftien stemmen zoude kun nen uitbrengen, iudien die stemmen aan liet grondbe zit, hetwelk hij vertegenwoordigt, verbonden waren. Volgens de voorgestelde wijziging zal men voor zich en een of meer anderen niet meer dan vijf stemmen kunnen uitbrengen. Daaruit zal wel volgen, dat men, bij eene dergelijke regeling van het stemrecht, ook vijf personen die éen stem liehhen, kan vertegenwoor digen, doch daartegen kan meenen gedeputeerde staten geen bezwaar bestaanomdat ook de groote grondbezitter, in dit geval, een gelijk getal stemmen kan uitbrengen. De wijziging der laatste zinsnede strekt om de be zwaren weg te nemen, die ontstonden, door het over leggen der volmachten. De tegenwoordige redactie van artikel 76 heeft doen onderstellendat het de bedoeling wasom de notulen staande de vergadering op te maken. Die onderstel ling is niet juist, en om misverstand voor te komen, wordt eene wijziging voorgesteld. Het ligt in den aard der zaak, dat het, in den regel, onuitvoerbaar is, om het verslag der vergadering onmiddellijk te ont werpen en vast te stellenzoodat veelal de resumtie, hetzij aan het polderbestuur hetzij aan eene commissie moet opgedragen wordennaarmate de vergadering, die krachtens art. 54 litt. g, bevoegd is voorschriften van orde te gevendaaromtrent besluit. Daartoe geeft het artikel volkomen vrijheid. Aan het slot wordt eene aanvulling voorgesteld, in het belang van liet toezicht van gedeputeerde staten, opdat zij zich zouden kunnen overtuigen of er besluiten of maatregelen worden geno men waarop goedkeuring wordt vereisclitof waarom trent, krachtens artt. 117. 119 en 124hunne tusschen- komst noodig is. Eindelijk wordt op art. 121 eene wijziging voorgesteld ter verzekering van een behoorlijk toezicht van gede puteerde staten. De gisteren alhier, gehouden collecte teu behoeve van den gewapenden dienst heeft f 147.124 opgebracht. In de gisteren gehouden vergadering van den raad van state, afdeeling voor de geschillen van bestuur, is onder anderen rapportJ uitgebracht door mr. C. J. van Yladeracken aangaande liet beroep van J. Pleijte, te Breskens, tegen eene beschikking van gedeputeerde staten van Zeeland van 27 Maart jl., in zake de natio nale militie. Bij gelegenheid van de tentoonstelling der Zeeuwsche maatschappij van landbouw te Zierikzee, zijn de vol gende werktuigen bekroond: verbeterd grasmaaiwerk- tuigwed. J. C. Massee en zoon te Goesle prijs 100 idem, Voorbeijtel c°. te Bergen op Zoom, 2e prijs f 50; hooischudderdenzelfden f 25; paardenhark, wed. J. C. Massee zoonte Goes f 15zaaiwerktuig denzelfden 15wiedwerktuigdenzelfden met een zilveren medaille, uitgeloofd door den voorzitter van het 28e landhuishoudkundig congres. Voor eene verzameling van landbouwwerktuigen uit muntende door voltalligheid en bouwklaarheidVoor beijtel c°. le prijs f 100idem wed. J. C. Massee zoon, 2° prijs f 50. Buiten het programma werden nog bekroond de Koninklijke stoomfabriek van zinkwerktuigen te Arn hem met een zilveren medaille voor eeu partij voorwer pen voorkomende op den catalogus onder n°. 200249; A. Anker Wz., te Zierikzee met een bronzen medaille voor een partij ijzerwerk (259273)C. vau den Bosch te Goes, met een zilveren medaille voor een partij zaden, wortels en zaaigraan (274279); W. Elenbaas te Sl. Annalandmet een zilveren medaille voor een Amerikaanschen ploeg. Wij achten het van groot belang om onzen lezers de conclusie mede te deelen der door onzen vertegenwoor diger mr. D. van Eek gehouden redevoering bij de discussiën over het wetsontwerp tot wijziging dei- kieswet „Mijne conclusie is dus dat ik gevaarlijk spel zou spelen, indien ik zonder eenige gegevens blindweg aan nam de voorstellen hier gedaan, zoowel het voorstel van den minister, als wat door eenige leden is aangeboden en door den minister ter laatster ure overgenomen on der de verklaring: ik neem het aan als eersten stap, maar ik zal op dien weg voortgaan. Die waarschuwing jaagt mij geen vrees aan. Om die reden zou ik geen bezwaar maken tegen dit wets-ontwerp. Ik beschouw iederen maatregel op zich zei venen welke plannen ook bestaan bij den minister of bij dén heer Gratama, die uitriep: „iedere census is een onrecht", zij hoezemeu mij geen schrik in, want vrees is eene gevaarlijke drijf veer in de politiek. Maar dit wetsontwerp op zich zelf beschouwd, heeft de elementen in zich van te steunen op een zeer gevaarlijk begrip: in het Nederlandsche kiesstelsel te voegen kiezers zonder dat men eenige re kenschap kan geven van de geschiktheid die een kie zer behoort te bezitten. „Er is door een der leden gezegdik ben een gema tigd liberaal. Ik ben dat niet, en evenmin een geavan ceerd liberaal. Ik wensch te zijn en tc blijven een liberaal. En volgens het liberale begrip ben ik het ten eenenmale eens dat het streven moet zijn om het stemrecht zoo uit te bereiden dat ieder Nederlander dat kan uitoefenen, maar als ordelijk liberaal heb ik er eene voorwaarde bij, dat men dat recht geve alleen aan hen, die daarvoor de geschiktheid hebben. Het burger lijk wetboek eerbiedigt ieders rechten, maar erkent mon digheid en onmondigheid. Die mondigheid en oninondig- lieid ken ik ook in de staatkunde. Mijn streven zal steeds zijn om de Nederlanders mondig te maken, op dat ik eindelijk het resultaat verkrijg, dat wij meteen gerust geweten kunnen zeggen dat ieder Nederlander het recht heeft om het kiesrecht uit te oefenen. Daar naar moet men streven; daarvoor zijn echter noodig wetten tot ontwikkeling der burgerij. Maar als men vraagt: geef ons eene wet op het onderwijs, het ou derwijs is slecht geregeld eu werkt de ontwikkeling tegenhet onderwijsdat altijd zooveel beter is in de steden dan op het plattelandvergroot de klove tus- schen het platteland en de steden, en vermeerdert de moeielijkheden die zich in de regeling van het staats recht voordoen, dan blijft de regeering zwijgen en de zoo noodzakelijke verbetez-ing blijft achterwege. „Nu wensch ik, als ordelijk liberaal, den weg op te gaan om eerst alle pogingen aan te wenden tot ver- meerdei-ing van de volksontwikkeling en wel in de eerste plaats door de zoo dringend gevorderde vei-bete- ring van het onderwijs, opdat een toestand in het leven worde geroependie de kennis en zelfstandigheid van oordeel bevordert. Eerst dan wensch ik rechten te geven aan diegenendie alsdan de -gevorderde ken nis zullen bezitten. „Mijne heereneen onzer geachte medeledende heer Gratama, heeft zich beroepen op vreemde staten. Ik beroep mij ook op verschillende vreemde staten, doch als op afschrikwekkende voorbeelden. Daar toch heb ben die tumulten, waarvan men sprak, plaats, èn aan de stembus, én in de vergadering der volksvertegenwoor digers. Kan men echter wijzen op vele vergaderingen en kiezers, die zich beide zoo waardig betoonden als in Nederland? En zal men zich nu stellen op het standpunt van andere staten, die, zonder op ontwik keling te letten, hollende den weg tot uitbreiding van het stemrecht hebben ingeslagen? „Men heeft er de gevolgen van gezien. Ik waag er Nederland niet aan!" De heer van Eek stemde voorts vóór het amende ment Bredius, strekkende om in de plaats van het cijfer f 26voorkomende in de kolom 2 der tabel bedoeld in art. 1 van het wetsontwerp, en aanwijzende de som door de kiezers van ieder hoofdkiesdistrict te betalen, te stellen het cijfer f 28. Genoemde afgevaardigde stemde tegen art. 1 van het ontwerp, waarin voor een aantal kiesdistricten het cijfer van den census was bepaald op 26. Door de arrondissements-rechtbank to Breda is de volgende voordracht opgemaakt voor de betrekking van procureur, in plaats van wijlen mr. Gouverneur: mr. F. Walter en mv. R. J. van Mièrlo, advocaten te Breda; en C. M. Margadant, candidaat-procureur te Rotterdam. De gemeenteraad van Dordrecht heeft besloten den prijs van het gas, die thans 15 cent per Ma bedraagt, te verminderen tot 13 cent. liet verkeer langs den Oosterspoorweg, die sedert 14 dagen voorloopig alleen voor liet vervoer van personen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1