uiteulaird. ten komen genoemd P. Br ouwerte Grijpskerke; dit was eene drukfout en moest zijn P. Pouwer Az., te Grijpskerke. Kerknieuws. Bedankt, voor het beroep tot predikant bij de Neder- duitsche hervormde gemeente te Utrecht door den heer E. A. G. van Hoogenhuijze, te Steen wijk. Marine en leger. Naar uit Arnhem wordt gemeld, heeft de 2e luite nant der veldartillerie H. van Hogen dorpaldaar in garnizoen, voor eenigen tijd verlof ontvangen, ten einde Z. K. H. prins Alexander op zijne buitenlandsche reis te vergezellen. Kunstnieuws. Bij de onlangs te Haarlem gehoudene verkooping van teekeningen, toebehoorendc aan dr. van der Wil ligen werd o. a. eene Afneming van het Kruis, dooi den eigenaar vroeger voor 5,90 aangekocht, voor f1525 geveild. Eene groep Kindertjes, die 5 gekost had bracht 3125 opeen Liggende Leeuwgekocht voor 21, ging voor 3250; Drie Joodjes, aangeschaft voor ƒ3, liepen tot /1200, terwijl eindelijk een Man netje met een Tulband nog ƒ1375 opbracht. Al deze stukken, van de hand van Rembrandt, gingen naar Duitschland. Koloniën. In een door den kolonel Beckingvroe ger chef van den geneeskundigen dienst bij de eerste expeditie tegen Atchin, thans chef van dien tak van dienst bij liet Indische leger opgemaakt verslag komen eenige wetenswaardige bijzonderheden voor: „De voeding, zegt de schrijver o. a.heeft niets te wenschen overgelaten. Zooveel mogelijk werd vleesch verstrekten door den grooten voorraad ververschingen was men in staat de zieken ruim te voorzien. Op dagen, waarop geen vleesch voorhanden was, werden kippen verstrekt. „Het ziekenschip, de Kosmopoliet was zeer goed ingericht 5 aan de welwillendheid van den gezagvoerder was het te danken, dat aan de zieken, die daaraan werkelijk behoefte hadden, versclie melk kon verstrekt worden; hij had een Hollandsche koe aan boord, die eenige llesschen melk dagelijks gaf, waarvan hij de grootste hoeveelheid aan de zieken uitreikte. „Dankj zij den ruimen voorraad genees- en verband middelen, waarmee de expeditie was uitgerust, waren wij ruim voorzien van alle benoodigdheden vóór de behandeling van zieken en gewonden. De gips is het eenige artikel geweest, dat mij in den steek heeft ge laten. Herhaalde pogingen, zoowel in het bivak aan strand als aan boord van liet ziekenschipom gips ver banden aan te leggen, mislukten. De gips werd niet hard. Dit moet vermoedelijk worden geweten aan de vochtigheid van den dampkring op Atchin. Op Batavia toch na onze terugkomst werden met diezelfde gips verbanden gelegd, die in een oogenblik hard werden. „Wanneer het oog gevestigd wordt op het groote aantal en de vrceselijke wondendie in Atchin geslagen zijndan gevoelt men zelf wat een precieus geschenk het ijs was. „Men kan in het algemeen niet genoeg roemen en danken de taak, die het comité van het „Roode kruis" bij de expedition van den laatsten tijd en vooral bij die tegen het. rijk van Atchin vervult." De schrijver zegt voorts dat, wanneer men wenscht voort te gaan eenige versnaperingen aan te velde trek kende troepen te geven, men zich uitsluitend bepalen moet tot tabak, sigaren, pijpen, eenige gezelschaps spelen en lectuur. „Deze artikelen eindigt de heer B. die de sol daat zich in garnizoen uit eigen middelen verschaft, kan hij te velde niet. krijgeneerstens omdat ze daar niet verkrijgbaar zijnen ten andere omdat hij ze niet kan medebrengen. Daar een pijp tabak of een sigaar voor hen, die er aan gewoon zijn, een lafenis is, en na een vermoeienden tocht een wezenlijk opwekkings middel, zou het overbodig zijn hun dankbaarheid te schetsenwanneer hun die artikelen door een weldadige instelling verschaft worden." Gemengde berichten. Gisteren avond is in een boerenwoning en schuur nabij de hofstede Zwanenburg door brand vernield. Uit Vlissingen zijn bluschmiddelen naar de plaats des on- heils gebracht, doch toen men daar aankwam was het vernielingswerk reeds voltooid. Te 's Gravenhage is aangekomen de heer W. S. Ruys- senaars, consul-generaal van Nederland te Alexandrië. De Amsterdainsche courant bevat het volgende verhaal uit Texel. Schrijver dezer is ooggetuige geweest van den vol genden strijd, die opnieuw bewijst, dat het zwakste dier moedig wordt en niet tegen een grooten vijand opziet, als zijn nest bedreigd wordt. Een jong, en ditmaal gewis dood onnoozel, lam was grazende, zon der het minste booze opzet voorzekerhet nest van een kieviet genaderd. De vogel vloog op en schoot bij herhaling pijlsnel op het lam af, telkens vinnig toepik- kende. Het lam verschrikte derwijze van die onver wachte, pijnlijke aanvallen, dat het, geheel door angst vermeesterd, zich plat ter aarde wierp. Daardoor ech ter bleef het in de nabijheid van het nest., van waai de kievit het juist verjagen wilde. De vogel hield dus niet op, en herhaalde zoo dikwijls en hevig zijne aan vallen, totdat het lam opsprong. De kievit joeg het dier voor zich uit, totdat het eindelijk van vermoeid heid uitgeput en radeloos in een sloot kroop. Nu blies de kievit den aftocht, en het van angst blatende lam werd door iemand uit de nabijheid gered. Eergisteren hebben een veertigtal leden der Am- sterdamsche balie hunnen deken mr. A. Brugmans een bronzen groep op zwart marmeren voetstuk ten ge schenke aangeboden bij gelegenheid zijner volbrachte öOjarige loopbaan als advocaat. De Amsterdamsche Oiunibusmaatschappij heeft een nieuw stelsel van controle ingevoerd. Aan do passa giers wordt, dadelijk nadat men betaald heeft., een coupon overhandigdvermeldende of men 15 cents dan wel een abonnementskaart gegeven heeft. Doordien deze coupons van een doorloopend nommer voorzien zijn, kan de administratie elk oogenblik nagaan hoe veel betalende en geabonneerde passagiers vervoerd zijn. Tot directeur-boekhouder van do gemeentereiniging te Arnhem is gisteren benoemd de heer Y. van Konij nenburg, te Zutfen. Te Poederoyen zijn dit jaar weder, ouder gewoonte, alle ionge ooievaars gestolen. Uit Beieren wordt, weder een staaltje gemeld van schandelijke behandeling van een soldaat door zijn superieuren. Tengevolge van eene interpellatie in de kamer is door den minister van oorlog een onderzoek ingesteld, hetwelk heeft uitgemaakt, dat de cavalerist Plattner, die tengevolge van zijn zwakke gezondheid en een lichamelijk gebrek voor den dienst, ongeschikt is, door den eersten luitenant Jiirtmeier, den tweeden luitenant van Gnuder, den vice-wachtmeester Hartung en de onderofficieren Braunig en Muller herhaalde malen met de vuist en de sabel werd geslagen en bij de haren getrokken, terwijl zij hunne manschappen tegen hem ophitsten. Bij eene exercitiewaarbij Plattner van het paard viel, spoorde de genoemde eerste luitenant zijne manschappen zelfs aan om over den gevallene heen te rijden, terwijl hij diegene, wiens paard hem het ergste had getroffen, prees. De „heeren" zullen voor een krijgsraad terecht'staan. Waarlijk de Volks- Zeitung mocht, wel waarschuwen voor de behandeling der manschappen door de officieren van het Neder- landsch-Indische leger! Zulke beulen als die Beiersche officieren en onderofficieren zullen er, hopen wij, wel niet bij worden gevonden. De directeur-uitgever van een blad over opvoed kunde, dat te. Berlijn het licht ziet heeft de stelling verkondigddat slaan een betere manier van straffen is, dan de kinderen na schooltijd nog te houden. Slaan, zegt hijzet liet bloed in beweging en veroorzaakt groote werkkracht van de hersens. Eenige schooljongens hebben den man daarop een brief gezondenwaarin zij hem hun leedwezen te kennen geven, dat hij in zijn jeugd niet wat meer geranseld en wat minder op school gehouden is. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is een brand uitgebarsten in dc suikerfabriek van den heer KoninckxRue de 1' Empereur te Antwerpendie ten gevolge van de voorhanden brandbare stoffen spoedig in zulk eene mate is toegenomendat de geheelc fabriek omstreeks vijf uren in den morgenstond was uitge brand. In het hoofdmagazijn der fabriek de derde of vierde, die binnen een tijdsverloop van drie jaren te Antwerpen door de vlammen vernield wordt ston den 700 kisten kandij en 1500 kanassers andere sui ker, die met al het overige voorhanden materieel zijn verbrand. Thermometers tand. 22 Juni 's av. 11 u. 54 gr. 23 's morg. 7 u. 59 gr. 's midd. 1 u. 74 gr. 's av. 6 u. 68 gr. Siaten-genenuil. TWEEDE KAMER. Zitting van Maandag 22 Juni. {Nader verslag.) Na de lezing der notulen erlangde de heer Bergsma het woord om herstel te vragen van eene omissie in het Bijblad. Na het officieel verslag der zitting van Vrijdag jl. waren niet vermeld (bij uitzondering) cle namen der leden, die tegen het amendement-Bredius over de kieswet hadden gestemd; en de vermelding daarvan was in dit geval van te meer belang, omdat ieder die bekend is niet de wordingsgeschiedenis van het beiniddclings-voorstelindertijd in de sectiën ge daan, weet, dat de leden die dat hadden opgeworpen, 'zicli ook verbonden hadden in dien geest (waarin het amendement-Bredius was gesteld) tc stemmen, en wave het amendement aangenomendan zou ook de wet niet zijn verworpen geworden. Daarom verlangde hij alsnog de vermelding der bedoelde namen. De voorzitter antwoordde, dat er geen bezwaar was liet verzuim te herstellen. De heer C. van Nispen protesteerde evenwel tegen de' uitleggingdoor den heer Bergsma aan de eindstem ming over het wetsontwerp gegeven. De minister van binnenlandsche zaken deed daarop dc mededeeling, namens de regeering: 1° dat liet cen- sus-ontwerpkrachtens machtiging van den koning, is ingetrokken; 2° dat de gezamenlijke ministers, in de gegeven omstandighedenhebben besloten hun ontslag te vragen aan (len koning. Het daartoe strekkende adres was Zaterdag reeds verzonden, maar kon den koning nog niet hebben bereikt. De regeering verklaarde zich inmiddels bereid met dc kamer zoodanige wetsontwerpen te behandelen, waarvan zij de afdoening nog noodig of wensclielijk mocht oordeelen. Daarop zijn dc algemeene beraadslagingen aangevan gen over liet wetsontwerp tot definitieve vaststelling der begrooting van marine, voor 1874. De heer Fabius, onder dc bestaande omstandigheden deze begrooting als eene credietwet beschouwende, be paalde zich thans tot het brengen van hulde aan den heer Alexander Yerhuelwegens diens milde gift voor liet zeemans-asyl te Brielle en liet brengen van hulde tevens aan de marine in Indië, voor hare ver richtingen tijdens den oorlog in Atchin. De heer van Zuylen van Nyevelt. kwam op tegen de z. i. onjuiste opvatting van het ministerie van het be ginsel der collectieve ministerieele verantwoordelijkheid, kenbaar uit ecu uitdrukking in dc stukken, dat het. natuurlijk hoofd der marine in Indië is de minister van koloniën. Zoodoende trad de persoonlijke in de. plaats der collectieve verantwoordelijkheid, hetgeen in dat geval te eer af tc keuren is, omdat, de minister van koloniën uit den aard der zaak geen marine-specialiteit is en dus bij zijn ambtgenoot, moet te rade gaan, ter wijl bovendien het personeel niet onder den minister van koloniën ressorteert. De minister van koloniënthans 't oogenblik niet geschikt achtende om over staatsrechtelijke vraagpunten te debatteerenbetwistte evenwel de juistheid der grief. Vooreerst streed daarmede de mededeeling, zoocven namen3 de regeering gedaan en waaruit het besef der collectieve verantwoordelijkheid sprak. Voorts beriep de minister zicli ten opzichte van 't punt in quaestie op de artt. 37 en 41 van liet regeeringsreglcment. De heer de Bieberstein sloot zich aan bij de hulde aan onze marine door den lieer Fabius gebracht. Hij hoopt, dat als weldra de tijding tot ons komt, dat de oorlog tegen Atchinhoe aan ookgeëindigd isdeze minister nog de diensten door onze marine in Indië bewezen zal kunnen beloonen. De algemeene beraadslagingen werden daarop geslo ten en de verschillende onderdeelen goedgekeurdnadat dc heer Fabius nog op de wenschelijklieid had aange drongen eener spoedige regeling van dc pensioenen der zeeofficieren. De begrooting werd eenparig aangenomen. Zittzarj; van JDiasdag 93 Juni. (Per teleqraaf.) Dc tegen heden aan de orde gestelde wetsontwerpen van ondergeschikt, belang, benevens die tot goedkeu ring eener dading met de watering Cadzand en tot bekrachtiging der overeenkomst betreffende den spoor weg NieuwcschansIhrhove werden aangenomen. In antwoord op eene vraag van den heer Idzerda verklaarde de minister van financiën zich, in de gege ven omstandigheden, niet gezind tot behandeling van het wetsontwerp betreffende de afschaffing van den zccp-accijns. Na behandeling van het budget voor de kamer is deze op reces gescheiden. Algemeen overzicht. Nadat Vrijdag de tweede lezing van het wetsontwerp op den verkoop van sterke dranken in het Engelsche lagerhuis was ten einde gebracht werd de derde lezing op gisteren vastgesteld, die waarschijnlijk vlugger zal afloopen. De overwinning is der regeering niet gemak kelijk gemaakt; trouwens dit wetsontwerp was de on gelukkigste kaart die zij in dit politieke jaar kon uit spelen. Het. was haar daarmede voornamelijk te doen óm een politieke schuld jegens de herbergiers te ver effenen en het is nog alles behalve zeker of deze tevreden zijn. Gelukkig voor de regeering was de oppositie te zeer ontmoedigd of te toegevend, anders zou de onstandvastigheid en de besluiteloosheid van den ministerin deze zaak aan den dag gelegdwellicht meer nadeelige gevolgen na zich hebben kunnen slepen. Onder de Engelsche democraten heerscht eene agitatie ten gunste van Rochefort, die zich thans te Londen bevindt. In eene aldaar gehouden meeting werd voor gesteld om Rochefort te bewegen een groote democra tische ovatie aan te nemen, waarbij hem gelegenheid zou worden verschaft zich zeiven en de handelingen der Parijsche commune te verdedigen. Terwijl sommigen gaarne tot een groote openbare meeting wilden overgaan, wezen andere op de groote macht, der tegenpartij, waar door Rochefort wellicht in gevaar zou kunnen komen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2