van bet 8® reg.by bet 3® reg., de aergeant B. M. Leussen, van bet 5e reg.; bij bet 5* reg., de sergeanten G. G. A. Verweyde, P. A. G. Bach, benevens B. Charlé, allen van bet 1® reg., do adjudaut-oaderofScicr vaandel drager P. A. D. Koene, van bet 2° reg., en de sergeant B. A. van der Zoo de Jong, van bet 1® reg.; bij bet 6° reg., de sergeanten H. Hemmes, van bet reg. grena diers en jagers, en H. F. Barkhuysen, van bet 4®reg.; bij bet 7® reg., do sergeant. H. G, L. Frackars, van het 5° reg. geklonken. Op de belangstellende vraag welke mis dadigere op deze wijze binnen de veste gebracht werden, veraam men dat bet drietal sïch schuldig gemaakt had aan het niet in orde hebben van hunne uitrusting op de inspectie en zij om die reden veroordeeld waren tot vier dagen provoost. Wonderlijk toch dat ons leger niet meer vrijwilligers telt Thermometerstnnd. 10 Juni'sav. llu. 54 gr. 11 's mnrg.7 u. GOgr.'sroidd. I u.66 gr.'aav.G.u.66gi. De notulen van het verhandelde in de zittingen van 5,9 eu 20 Mei worden na voorlezing goedgekeurd. Aan de orde ia do voortzetting der behandeling van de verordening (p he-t bouwen en sloopen. In de eerste plaats komt in stemming bet al of niet behouden van de tweede en derde alinea van art. 35, luidende: „Het verzwakken der muien tot bet maken van kan ten, nissen, sehoorsteenen en andere inrichtingen, is niet vergund dan met toestemming van burgemeester en wethouders. „Op uitbuuwingen voor trappen, privaten of berg hokken is de bepaling omtrent de dikte der muren niet toepasselijk." In een vorige zitting hadden de stemmen omtrent deze alinea's gestaakt. Thans was de uitslag der stemming: a dat de eerst genoemde alinea verworpen werd met 7 tegen 3 stemmen: voor stemden de heeren J. G. Hector, Pot en van Üije Pieterse; b dat de laatste alinea behou den bleetevenzeer met 7 tegen 3 stemmentegen stemden de heeren J. G. Hector, Schraver en Kleijn- bena. Daarna werd de behandeling van bet concept voortgezetbeginuende met art. 67 Ter herinnering diene, dat in een vorige vergadering, op voorstel van den heer Crlleufels, besloten was: dat onbewoonbaar verklaring vau een gebouw of perceel, of ontzet van eigendom, alleen bij wijze van onteige ning geschieden zal. De voorzitter deelde mede, dat hij na genoemd besluit een onderzoek omtrent deze zaak heett ingesteld eu daaromtrent hot volgende gevonden beeft. In de eers:e plaats verwijst bij naar art. 625 van het burgerlijk wetboek, luidende: „Eigendom is bet recht om van eene zaak het vrij genot te hebben en daarover op de volstrektste wijze te beschikken, mits men er geen gebruik van make, strijdende tegen do wetten ot de opeubare verordeningen, daurgesteld door zoodanige macht die daartoe, volgens de grondwet, de bevoegdheid hoeft, en mits men aan de rechten van anderen geen hinder toebreuge, allea behoudens de onteigening ten algeroeeneu nutte tegen behoorlijke schadeloosstellingingevolge de grondwet. Voorts de Ncderlandscho rechtspraak van 1818, 2e deel bladz. 344, waar gezegd wordt dat ia den Code Napoléon in zeer stellige bewoordingen ia opge nomen dat bet eigendomsrecht door wetten of veror deningen kan worden beperkten dat hetzelfde beginsel in ons burgerlijk wetboek is opgenomen. Vervolgeas de rechtspraak van den boogen raad, bladz. 318 sub 3, dat een reglement waarbij in het algemeen belang eene beperking plaats heeft van vrije beschikking, doch in geen geval ontzetting van eigendom, niet in strijd is inet de grondwet en bet burgerlijk rechr; sub 7, dat plaatselijke verorde ningen 'op het bouwen enz. uiefc kunnen geacht worden met de algemeene wetten te strijd-m, en sub 10, dat eene verordening, verbiedende nieuw gebouwde of ver nieuwde woningen te betrekken, binnen zekeren ter mijn beperkt alleen bet gebruik, maar een eigendom onaangeroerd laat. De heer Kleijnhens, wien bef besluit op voorstel des heeren Calleüfels verrast bad en die de bezwaren togen dat besluit uiteenzette, stelde voor daarop terug te komen, welk voorstel door den heer van Uije Pie terse werd ondersteund. Hierover bad een langdurige beraadslaging plaats, waarbij de heer Call;:nfels andermaal in bet breeds deed uitkomeDdat zijns inziens geen ontzet van eigendom kan plaats hebben zonder onteigening, wil men niet handelen in strijd met art. 147 der grond wet, hetwelk bepaalt dat niemand van zijn eigendom kan worden ontzet dan ten algemeene nutte en tegen voorafgaande schadeloosstelling, en ook in strijd met het genoemde art. 625 vau het burgerlijk wetboek. Bovendien merkte hij op, dat het aangehaalde arrest van den hoogen raad dagteekent van 1848 [wat volgens inlichting des voorzitters eene vergissing was, daar het is van 1853] en betrekking heeft op een verordening van 1824, terwijl bovendien do zaak die het geldt, namelijk do quaestie van verkregen eigendom, niet dezelfde is. Ook wat betreft het bestrijdings-motief der kosten voor de gemeente indien het oDteigenings-sys- toem werd aangenomenwas by oen andere zienswijze toegedaan. Aan het eind der beraadslaging verklaarde de heer Pot, dat bij het met den heer Gallen fels eens was. De uitslag der stemming was, dat bet voorstel van den heer Kleijnhens, o.n op bet genomen besluit terug te komen, roet 7 tegen 3 stemmen ver worpen werd. Voor stemden de heeren van Uije Pieterse, Oekeis en Kleijnhens, Het onteigening a-besluit bleef alzoo gehandhaafd. Dit gaf den voorzitter aanleiding tot bet voorstel, om alsnu uit de verordening te lichten a! de bepalin gen aangaande onbewoonbaar verklaring, en daarom trent een afzonderlijke verordening te maken, zoodat de nu behandelde verordening alleen voorschriften om trent het bouwen eu inrichten van woningen behelzen zon. Dit voorstel werd aangenomen met 8 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren J. I. P. Hector en de Groof. Vervolgens werden .de artt. 76 eu 77 vastgesteld na dat discussie was gevoerd over de vraagoi een „amb tenaar" een „beambte" en een „beambte" eon „ambte naar" is, bij welker beantwoording de heer van Uije Pieterse meeode volgens anderen :.en onrechte dat hij als wethouder was „ambtenaar-' van den bur gerlijken standmaar de heer Rocholl, commies, geoa „ambtenaar", doch slechts „beambte", na welke discus sie de „beambten" werden weggelaten, zoodat alleen „ambtenaren" overbleven. De hoofdinhoud der beide genoemde artikelen tfa, dat Üot toezicht op de naleving der verordening ia op- Onderwijs. De hoogleeraar J. E. Goudsmit ia benoemd tot cor- respondeerend lid der Academie van rechswetenscbap en wetgeving te Madrid. Tot directeur der op te richte-n hoogero burger school met Sjarigen cursus te Haarlem is benoemd de heer W. M. van Eek, lecraar in de wiskunde aan de bestaande hcogere burgerschool aldaar. Kerknieuws. Beroepen tot predikant by de Nedeiduitsche her vormde gemeente te Gapinge de oandiriaat T. J. Rin- geling. Murine en leger. Een afzonderlijke cursus wordt bij het instructie-ba taljon te Kampen geopend voor de opleiding van offi cieren van administratie voor bet Indisch leger. Landbouw. Do Hollandsc'ie maatschappij van Landbouw hield Donderdag eene algemeene vergadering in het koffiehuis „De dorstige kuil", onder Heemstede. Bij die gelegen heid werd o. a. door den heer Wouter Sluis te Beera- ster besproken de zoogenaamde melkspiegelals eeu middel om te zien of eene koe veel of weinig melk bezit. O,.der de landbouwers in Drenthe beerscht groote ongerustheid tengevolge van het verschijnen der long ziekte onder bet vee in die provincie. Men berekent dat de veestapel in Friesland door die ziekte, sedert hare eersto verschijning in 1819eens schade van vier millioen gulden geleden heeft. Dr. Idzerda meent in inenting het beste middel tot voorkoming der kwaal te vinden. Ia 1860 vermeer derde in Friesland het aantal aangetaste runderen roet. de helft zoodra men met het inenten ophield. De handel in kievits eieren neemt met ieder jaar at tengevolge van het groot aantal kievitten die in het najaar worden doodgeschoten. Iu bet jaar 1873 worden nauwelijks half zooveel eieren verkocht als in het vorige jaar. Kechtznkeu. Een Duitscher die bij een Arastordamsch diamant slijper een zoogenaamd bankbiljet van 300 thaler dat echter slechts eeu nietswaardig stuk papier met het opschriit souvenir de H. Malliniprofesseur de magique was, gewisseld had voor ƒ400, is door de arrondis- semenls-rechthank te Amsterdam schuldig verklaard aan bedriegelijke oplichterij en veroordeeld tot 183 dagen eenzame opsluiting en eene geldboete van 25. Tegen de gewezen directeuren der gefailleerde Overijaeischo bank is bevel tot gevangenneming ver leend. De eenE. I. I. Scheurleerbevindt zich voort vluchtig in Engeland, terwijl de andere J. Wolff, to Parijs in hechtenis wordt gehouden. Gemengde berichten. Van den heer H. M. Kesteloo te Domburg die reed3 eene plaatsbeschrijving zijner woonplaats in het licht heeft gegevenwordt spoedig eeue dergelijke van de gemeente Arnemuiden tegemoet gezien. De Nieuwe Rotterdamse he courant bevat een zeer lezenswaardig verhaal van deus haak wedstrijd, eergis teren avond door den beroemden EegelBcbman Black- burue inhet lokaal Dillgentia le 's Gravenhage gegeven. De spelc-r zat met den rug naar eene hoefijzervormige tafel gekeerd, waarop tien schaakborden, op welke tien der bekwaamste schaakspelers uit Nederland ieder eene party speelden. Elke zet op ieder bord word door ^en heer Gifford in het Engelaeh aangekondigd en door den beer van Hogendorp opgeteekenü. De strijd duurde van des avonds zes uren tot ruim drie- uren na middernacht. Acht partijen werden doorBiack- burne gewonnen, een was remise en een, die het langst duuide, werd door den heer Kamphuizen uit den Haag gewonnen. De gevatheid en het stalen geheugen van den Eogel- schen speler moeten aan het ongeloofelij ke greuzeo. Des nachts te 2 uren kondigde hij na een zet van den tegenspeler, zonder aarzeling, een mat binnen vijf zet ten aan, uie ook door hem volbracht werd. Den vol genden middag was hij bezig al de gespeelde partijen iu gedaehten na te gaan, of bij ook bier of daar een beteren zet had kunnen doen. Aanstaanden Vrijdag heeft weder eeu dergelijke wedstrijd in het lokaal der leesinriebting in de Oude Molstraat plaats. De Nieuwe Gorinchemsche courant deelt mede dat in den middag van 9 Juni met de stoomboot te Go- riuckem ouder geleide van twee maréchaussées weiden aangebracht drie militairen, door ketenen aan elkander Stnten-xttnoraaL TWEEDE KAMER. Zitting van "Woensdag 10 Juni. (Nader verslag.) Aan de orde was het. wetsontwerp tot vast.feiling van nadere bepalingen betreffende den ijk der gas meters. De heer Rombach bestreed het Fransche stelsel der wijze van beproeving der meters en piees daarentegen het Engelsche aan. De kamer intusschen werd niet geroepen tot goedkeuring van het door do comm'ssio van-administratieve enquête ontworpen reglement. Dit reglement was dus telkens voor vernedering vatbaar. Een vast stolsel evenwel behoorde z. i. ia de wet zelve te worden opgenomen. Bij gebreke daarvan kou don dus noch de voorstaE'iers van het Fransche, noch die van het Eugelsehe stelsel op de uitvoering der wet in bun geest rekenen, en uithoofde bovendien van de fioancieele gevolgen, die veel grooter zouden zijn dau de minister zich voorstelde, wilde hij het ontwerp, door afstemming van art. 1, naar den minister ren- voieerea, om dan met de regeling van het onderwerp te wachten totdat voor 1880 de heizieaing van de wet vau 1869 aan de orde zou zijn. Do heeren Teding vau Berkhout eu Stieltjes beaam den over't algemeen deze bezwaren. De eerste bad ook bedenking tegen bot gemis van eene verplichting tot herijk en de laatste trachtte meer in 't bijzonder aan te toonen, dat het administratief onderzoek eenzijdig was geweest eu meer iu 't belang der fabrikanten en leveranciers dan in dat der verbruikers. Do heer van Eek trachtte aan te toonen dat die verschillende bezwaren hier niet op hun plaats waren, tenzij men wilde reageéren tegen de wet- vau 1869. Juist om tegen 1880 hare herziening vruchtbaar te doen zijn, moet nu eerst de quaestie der gasmeters geregeld worden. Het concept reglement der speciale commissie was niet bindend. Het kan naar de bezwaren van de belanghebbenden gewijzigd worden. Maar deze speciale regeling kan niet in eene wet norden opge nomen. Dit is nergens het geval. Hij trachtte verder aan te toonen dat de commissie niet enkel de gasfa- brikanten of leveranciers beeft gehoord, maar ook wel degelijk mannendie zich uit den aard der zaak op eeu onpartijdig en algemeen standpunt konden plaatsen. Do minister van binnenlaudsche zaken was het vol komen eens dat al de geopperde bezwaren de wet van 1869 betreffen. Deze göjast voorschriften omtrent den ijk der gasmeters, zij neemt voor deze den verplichten herijk niet aan en bepaalt dat het stelsel van den ijk der gasmeters niet by tie wet, maar bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur moet geregeld worden. Bij den minister bestaat, geene onzekerheid meer omtrent de voorkeur, aan het Fransche stelsel te geveD. Dat stelsel beval zich bovendien aan door de omstan digheid, dat het door Frankrijk, België, geheel Duitsch- land en Oostenrijk ia aangenomen. En wat de inmen ging der wetgevende macht betrof, het lag niet in de badoeiiDg der wetgevers om die te doen plaats hebben. Ware uet dan ook met omdat de minister voor de gasmeters het. ijk toon wilde opheffen in afwijking van de wet van 1869, nadere wettelijke regeling ware niet noodig geweest en de wet van 1869 ware eenvoudig ingevoerd, voor zooveel dit nog vereischt werd;gelijk de minister ook nog zou deen iadien dat ontwerp werd afgestemd. De heer van Kuyk meende dat de kamer zich ook door deze laatste vei klaring niet meest laten weerhou den van da verwerping der wet, .wanneer zij oordeelt, dat wat er geregeld wordt niet is in het publiek be lang en hij was ook voor zich overtuigd dat dit zoo was en dat het administratief onderzoek eenzijdig heeft plaats gehad. Na eenige replieken werden de algemeene beraad slagingen gesloten en art. 1 vau het ontwerp aangeno men met 45 tegen 13 stemmen. Op art. 2 stelde de heer Kombach ecu amendement voor, cm er deze alinea aan toe te voegen: „Denatte meter zal bij hoogsten en laagsten waterstand beproeld worden." Hiermede wilde hij uitgemaakt hebben dat het Eugelsch stelsel zal wordea gevolgd. Dit amendement werd echter verworpen met 40 tegen 19 stemmen en het wetsontwerp daarna aangenomen met 46 tegen 14 stemmen. fitting van Sïosïderdag, 11 Ju ui. (Per telegraaf.) De kamer heeft het wdsontvvetp lof regeling van het oaderwys in ue veeartsenijkunde aangenomen. Bij de beraadslaging over het ontwerp tot regeling der uitoefening van de veeatseuijkunde werd het hoofd beginsel dier wet, bepalende dat uitsluitend veeartsen, die na afgelegd examen hier te lando eene akte van bevoegdheid hebben verkregen tot de behandeling van ziek vee zulien worden toegelaten, met 48 togen 11 stemmen aangenomen. Gemeenteraad ran Vlissingeu. Zitting van Woensdag 10 Juni. Voorzitter de heer Winkelman. Afwezig de heeren de Kruijff, Verkuyl Quakkelaar en Laernoes.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2