MÏDDELBURGSCHE COURANT. F 138. Vrijdag 12 Juni. ^■i üit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2« Paaach- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. .De prijs per 3/m.., franco is 3.50. ïiddeïburg 11 Juni. ATOHIN. Hoe onbednidend ook de uitkomst geweest moge zijn der interpellatie van den heer Fabius betreffende de militaire leiding van onzen oorlog met Atchinzij heeft toch dit goede resultaat gehad dat men er uit heeft kuunen zien dat een minister van koloniën, die aan het andere einde der wereld door een oud gene raal een moeilijken oorlog tegen een half barbaarsch volk doet voeren, zijn oordeel over het beleid van dien veldheer opschort, totdat hij vao dezen zelf iets omtrent zijn beweegredenen en omtrent de omstandig heden, onder welke gehandeld is, vernomen heeft. Het komt ons wenschelijk voor dat menigeen in den lande deze les van den minister een weinig ter harte neme. Het schijnt nu eenmaal geschreven te zijn dat deze oorlog met Atchin door Nederland niet gevoerd zal worden, zonder dat de regeerivg, niet door haar vijanden, maar door haar eigen landgenootensomtijds nog wel door hen die zich steeds „bevriend" en „wel willend" gelieven te noemenbij iedere mogelijke go legenheid bemoeilijkt zal zijn. Eerst heeft men zoo lang mogelijk beweerd dat de oorlog niet noodzakelijk was, alsof eene regeering voor haar genoegen zich een dergelijken arbeid op den bals zou balen! Vervolgens heette bet de schuld der regeering in den Haag en te Batavia dat de zaken op het oorlogsterrein verkeerd waren geloopen, en dat de bevelhebbers der eerste expeditie uit bezorgdheid voor het naderende slechte jaargetijde den strijd opgegeven hadden. Toen daarna aan het hoofd der tweede expeditie een oud generaal geplaatst werd, door bijzondere omstandigheden meer dan iemand anders met land en volk bekend werd dat natuurlijk afgekeard en de licht verklaarbare ge voeligheid van een geacht onderbevelhebber werd aan gewakkerd en geprikkeldin de hoop dat er tusschen de twee generaals dan toch wel een „standje" komen zou. Toen de cholera zich als de eerste en geduchtste vijandin bij de tweede expeditie aanmeldde, toen de Atchineezen voor de tweede maal zich als razend en verdedigden en onze braven bij honderden vóór den missigit vielen, was men wel zoo kiesch om zich daar over niet te verheugen; maar de manier waarop men de slechte tijdingen herhaalde gaf duidelijk genoeg de gedachte te kennen: „Waart gij, ministers, daar niet aan de groene tafel gezetenwij zouden van die cholera en die Atchiueesche kogels zooveel last niet hebben." Toen daarentegen de kraton, de hoofdsterkte des vijand8, door een omtrekkende beweging zonder verlies bezet was, toen zeide men niet, wat toch overeenkom stig de vroegere redeneering billijk ware geweest„Dank zij het ministerie Lebben wij nu den kraton ontruimd gevonden," maar men jubelde op sarrenden toon: s't was maar een leêge kraton! Geen menschenleven, geen droppel bloed heb. :l wij moeten opofferen om er in te komen!" Wanneer een veldheer door fiere proclamatiën zijn zelfvertrouwen aan den dag legt en op zijne vijan den indruk zoekt te maken, dan zijn het gewoon lijk die vijanden, welke met zijne woorden den spot drijven. Zijne landgenooten zijn in den regel zoo verstandig daarmede althans voorloopig in te stemmen of er over te zwijgen. Toen de koning van Pruisen in het begin van den FraDSch-Duitschea oorlog verklaard had alleen oorlog te voeren tegen keizer Napoleon en diens soldaten, maar later, nadat hij Napoleon gevan gen genomen en zijne soldaten verslagen badzich behielp met de verklaring: „Zoo heb ik het niet be doeld!", toen stond geheel Duitschlaud hem ter zijde met de betuiging: „Zoo hebben wij het niet bedoeld!" In Nederland gaat dat anders. Wanneer bij ons een generaal iu het begin van een oorlog verklaard heeft dat hij stellig voornemens is zich op vijandelijken bodem te vestigen en dien niot te verlaten vóórdat hij een tractaat van vrede heeft kunnen sluitenwanneer hij vervolgens, na door ziekte en oorlog zijne man schappen bij honderden te hebban zien vallen, na de zetelplaats 4es vijands genomen en met een aantal van diens vazallen werkelijk tractateu gesloten te hebben, zich gereed maakt om met de op het oogenblik wer- kelooze hoofdmacht het terrein van den oorlog te ver laten, dan zijn het Nederlandacbe stemmen die loepen: „Kijk! nu hebt ge toch uw woord niet gehouden!" Is er in dezen oorlog een zaak waar wij reden heb ben trotsch op te wezen, het is op de gelukkige over eenstemming die tusschen twee generaalsin zoo vele opzichten als, het ware voorbeschikt om elkanders be- uijders te wezen, bestaan heeft. Dat is niet altijd in de wereld zoo geweest, ook niet in onze eigen ge schiedenis. De Ru ij ter en Tromp, Tromp en van Wa3senaer Obdain, deze laatste mei zijne overige on der be vclhebbers, hebban ons andere verhalen te lezen gela ten dan die, welke het nageslacht eenmaal lezen zal van van Swieten en Verspij e*. To groot er zal die eer voor de twee generaals wezeu omdat men van buiten af niets onbeproefd gelaten beeft om het anders te doen zijn, omdat men de gevoeligheid van den jongeren op alle manieren geprikkeld heeft ia de hoop dat er toch wel eens een „standje" tusschen de beide bevelhebbers zou ontstaan. Bijna had de 2e kamer nog de kroon op het work gezetdoor aan den onderbevelhebberop het oogenblik dat hij zijn vroeger gedaan verzoek om ontslag herbaalde, bij eone afzonderlijke motie haar be wondering te betuigen. Gelukkig is dat gevaar afgeweerd, doch niet dat der voorbarige beoordeelingen aan welke zoowel deregecring als generaal van Swieten nog fciiijd blootstaat. Zoodra er een telegram komt dat men niet begrijpt, dan heet hetniet slechts uit den mond der stelselmatige onrust- kraaiers, maar ook uit dien van sommige vrienden: „Welkeen dwaasheid!" Vergetende dat men nog vóór korten tijd juist in de kalme beradenheid van van Swieten den krachtigsten waarborg vond yoor het goede beleid onzer zaken in Atchin, verwondert men zich nu dat de generaal in het slechte seizoen met eene betrek kelijk kleine macht een bergachtig en ontoegankelijk land niet intrekt, tot vervolging van een dapperen vijand. In zijce kamer of op de sociëteit gezeten, ergert men zich dat de Atchineezen op 1500 pas buiten den kraton onze vlag trotseeren. Alsof dat van Swieten ook niet geërgerd zal hebbenAlsof bij met zijne hoofdmacht naar Java terug zou trekkenindien het in zijne macht stond door een enkelen marsch zijn vijand te bereiken en dc omgeving van den kraton schoon te vegen Men spreekt van flink en doortastend handelen ver getend dat op het oogenblik toen er van flink zijn en doortasten sprake was, toen de cholera als een demon in onze gelederen wcedde en de kogeis der Atchineezen te midden onzer soldaten kletterden als hagclsteenen, het van Swieten noch aan flinkheid noch aan doortas tendheid ontbroken heeft. Maar kan men bevroeden wat de juiste oorzaak is dat hij op het oogenblik niet verder doortast Veronderstel dat onze bataljons door de ziekte en de in het gevecht geledene verliezen zoo danig verzwakt en gedésorganiseerd zijn, dat het niet mogelijk is door te tasten, zou uien dan willen dat de generaal zulks, teu aanbooie vau gansch Europa, en tot bemoediging van onze vijandennaar Nederland telegrapheerde? Het is slechts eene veronderstelling die wij deden. Liever houden wij ons aan de verzekering van van Swieten zei ven, dat door zijne taktiek alleen op den duur, na korter of lauger tijd, tie onderwerping van Atchin kan verkregen worden. Maar die veronderstel ling zelve, wier mogelijkheid door niemand kan weer sproken worden, bewijst, zoowel als net laatst gevoerde Atchiu-debat in de tweede kamer dat vau welken kant ook do onbillijke oordeelvellingen mogen komen, wie er ook genoegen ..in mogen vinden, aan telegrammen de ongunstigste gevolgtrekkingen vast te kuoopeu, ods Nederlanders eene andere rol betaamt. De regeering, tegen welke men ondanks de herhaaldelijk gebodene gelegenheid geen blaam heelt kunnen uitsprekenden bevelhebber, wieD men nog vöor weiuige maanden zoo verheerlijkte, den landvoogd in wien men bij zijn ver trek naar Iaüië op grond eener langdurige en bij ieder bekende loopbaan zooveel vertrouwen stelde, die allen behoort tuen althans te vertrouwen, zoolang niet op bepaalde groudeu een vonnis van wantrouwen over hen kan uitgesproken wordeD. De Staats-courant van heden bevat het volgende: „Wij zijn verzocht mede te deelen, dat zich onder het voorzitterschap van Z. K. H. prins Hendrik der Neder landen heeft gevormd een comité tot het in het leven roepen eener directe post- en handelsverbinding tus schen Nederland en Engeland met stoomschepen onder Nederlandsche vlag in de eerste plaats aanvangende met die uit Vlissingsn om bij geschiktheid van meer dere havens in Nederland, aan die verbindingen zoo danige uitbreiding te geven ala in het algemeen belang zal blijken wenschelijk en noodig te zijnen dat aan dat comité als secretaris is toegevoegd inf. J. H. van Wickevoort Crommelio, secretaris van Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden." Voor de verkiezing van een lid voor deo gemeente raad te Zierikzee zijn eergisteren uitgebracht 229 geldige stemmen; van deze verkregen de heerenD. Q. Mulock Houwer 82, mr J. W. A. Schneiders van Greijffenswerth 51A. Güjarn 53 en jonkheer mr. P. J. F. P».ethaan Macaré 32 stemmen zoodat herstemming moet plaats hebben tusschen de twee eerstgenoemden. Te Amsterdam is na afgelegd examen bevorderd tot arts de beer dr. C. Steketee, geboren te Nieuv7edorp, bij Goes. Volgens den Haagschen correspondent der Zutphen- sche courant zullen het censas-ontwerpde wet op het hooger onderwijs en het voorstel tot afschaffing der jachtwet in den loop van dit zittingjaar niet uieer door de tweede kamer iu behandeling genomen worden. Het provinciaal gerechtshof van Geldeilaud heelt in een adres aan dtn koning op de apuedige vermeerde ring van de bezoldiging der recbteihjke ambtenaren aangedrongen. De geneeskundige raad van Friesland en Groningen heeft besloten een adres aan den minister van binnen- landsche zaken te richten, tot het in het leven roepen esner wettelijke regeling omtrekt het verzamelen van laecaliën. Het examen voor surnumerair der registratie zal den len September a. aan het departement van financiën aanvangen. Er zijn twaalf plaatsen open. Aspiranten moeten zich %óor 15 Juli aanmelden. Voorzitter der commissie tot het af.iemen van het examen is de heer W. F. Gratama, directeur der registratie eu domeinen voor Orerijsel en Drenthe, terwijl het secretariaat is opgedragen aan iar. W. Hemsieg, ontvanger der regis tratie ea domeinen te Sluis. Het door sommige bladeQ gemelde bericht van eene voorgenomen belangrijke verhooging der traktementen van de ambtenaren bij de telegrapbie wordt door bet Vaderland „met vrij veel zekerheid" weersproken. ISeuoomiRgeu ori bsslniteii. RIDDERORDEN. Vergunning verleend aan 's koniugs adjudant dea luitenant-kolonel H. J. baron Taets van Amerougen, van den grooteu staf, tot het aannemen en dragen der versierselen van komman deur der orde van de Waakzaamheid oi van den Witten Valk, hein door Z. K. H. den groothertog van Saksen-Weimar-Eisenaeh geschonken. NOTARISSEN. Benoemd tot notaris binnen het arron dissement Hoorn, ter standplaats de gemeente Eekhui- zen, D. A. Hamei-ster Dijks'.ra, candidaat-notaris aldaar. LEGER. Benoemd tot 2e° luitenant bij het wapen der iuianterie: bij het lc regimeat de sergeanten H. O. Hoi- werda, van het reg. grecadiere en jagers, en B. Meuloian,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1