MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 136.
Woensdag
1874.
10 Juni.
HET MIDDELBURG» MUZIEKFEEST.
Dit blad verschijnt dagelijks niet uitzondering van den Zondag, den 2*» Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
3D© prijs per 3/m., franco is f 3.50,
Middelburg 9 Juni.
Naar ons medegedeeld wordt is van het voorgenomen
plan tot het honden eener muzikale uitvoering door
het muziekkorps der stedelijke schutterij in de buiten
sociëteit alhier, bij gelegenheid van den geboortedag
van H. M. de koniogin, op 17 Juni a., nog niets met
zekerheid te zeggen. Wel zijn daaromtrent door het
bestuur der sociëteit onderhandelingen geopend, doch
deze hebben tot dusverre nog tot geen resultaat geleid.
Laat ons hopen dat medewerking van verschillende
zijden de nitvoexing van het plan zal mogelijk maken.
De Goessche courant deelt thans mede, dat de datum
van het aanstaande zuider-zendingsfeest is bepaald op
15 Juli a.
De commissie voor de teekenschool te Sluis heeft
besfofen bij voldoende deelneming aldaar tegen den
winter een goedkoopen halfjaarlijkscben teekencarsus
te openen voor leerlingen van ambachtslieden.
Z. M. de koning is Zondag van het Loo in de resi
dentie teruggekeerd.
Op de aanbevelingslijst ter benoeming van een rechter
in de arrondisBements-rechtbank te Amersfoort zijn
geplaatst: mr. W. R. Alingb, rechter te Winschoten;
m*. J. G. H. B. Ketjen, Bubstituut-officier van justitie
te Zierikzee, en mr. C. P. E. Hanegraaff, kantonrech
ter te Brielle.
Het Handelsblad verneemt dat, met ingang van 1
Juli a., de jaarwedden der ambteuareu bij de telegraphie
met 25 pet. zullen verhoogd worden.
Benoemingen en besluiten.
eereteekenen. Vergunning verleend aan den voor
den dienst in Oost-Indië bestemden soldaat C. L. Bollens,
van het koloniaal werfdepot, tot het dragen der Fran-
sche herinnerings-medaille voor het deelnemen aan de
expeditie tegen Mexico.
ministerieele departementen. Eervol ontslag
verleend aan H. T. Mensinga uit zijne betrekking van
hoofdcommies bij het departement van financiënbe
houdens aanspraak op pensioen en met dankbetuiging
voor zijne veeljarige en trouwe diensten.
registratie. Benoemd tot ontvanger der registratie
en domeinen: te Noordwijk D. C. H. Smits, thans ont
vanger te Lemmer, en te Woerden P. J. Idema Grei-
dantis, thans ontvanger te Heerlen.
LEGER. Op pensioen gesteld, ten bedrage van f 18C0
'sjaars, de kolonel L. Z. Veeckens, plaatselijk kom-
mandant le klasse te Amsterdam.
Benoemd bij den plaatselijken staf tot kolonel, plaat
selijken kommandant le klasse te Amsterdamde
luitenant-kolonel W. A. Beck van het 4® regiment
huzaren.
Onderwijs.
Gisteren heeft dr. B. J. Stokvis het hoogieeraarsambt
in de geneeskunde aan het Athenaeum te Amsterdam
aanvaard met eene redevoering over de eenheid van
physiologie en pathologie, van de wetten die het
gezonde en het zieke leven beheerschen. De hoog
leeraar bracht ten slotte hulde aan zijne leermeesters
en wekte de studenten op om, evenals hij zich voor
stelde te doen, Marnix' spreuk: „Repos ailleurs" tot
de hunne te maken.
Kerknieuws.
Bedankt voor de beroepen tot predikant bij de
Christelijk gereformeerde gemeente te Rhoon en te
Ambt-VolloDhove door den heer A. Brink, te Neuzen.
Marino en legor.
Zr. M».schroefstoomschip Amstel, onder bevel van
den kapitein-luitenant ter zee J. W F. Frucht, ko
mende van Suriname, is den Gen dezer ter reeöe van
Hellevoelaluis aangekomen. Aan boord was alles wel.
De officier van gezondheid 2® klasse S. F. Krnyt
en de scheepsklerk F. T. Muller, beiden laatst behoord
hebbende tot het eskader in Oost-Indië en den 30en en
29en Mei j'. in Nederland teruggekeerd, zijn met ge
noemde tijdstippen op nonactiviteit gesteld.
Landbouw.
De kersen-oogst in den Tielerwaard belooft zeer over
vloedig te wezen, gelijk blijkt uit de publieke ver
pachtingen tegen 3 a 4 cent het kilo, zooals de vruchten
aan den boom hangen.
Rechtzaken.
ïusschen de heéren A. A. Chassepot, te Parijs, en
E. de Beaumont, te Maastricht, uitvinders der naar
hen genoemde geweren is voor het provinciaal gerechts
hof van Limburg een proces in looger beroep aanban
gig. De eerste vordert van den heer de Beaumont
eene som van f 499,004 met vergoeding bovendien
van schade, winstverlies enz., omdat deze laatste in
de geleverde geweren ten behoeve van het Nederlaud-
sche leger toepassing zou hebben gemaakt van het
vroeger aan den heer Chassepot verleende octrooi.
De arrondissements-rechtbank te Maastricht ontzeide
den Parijschen uitvinder zijne vorderingop grond dat
het aan hem toegekende octrooi alleen betrekking had
op hier te lande vervaardigd wordende gewerenter
wijl de Beaumont-geweren Voor het Nederlandsche leger
in het buitenland vervaardigd zijo.
In hooger beroep werd deze zaak behandeld den
1 en 2 Juni. Voor den heer Chassepot pleitte mr. L.
Nijpels, advocaat te Maastricht en voorden heer Beau
mont mT. D. van Eek, advocaat bij don hoogen raad.
De uitspraak is bepaald op 29 Juni.
Al te veel genot vermoeit. Toen wij Zondag avond
voor de vijfde maal binnen vier dagen onze schreden
naar het Schuttershof richtten waren wij bijna geneigd,
ondanks het buitengewoon genot dat ons in de
concertzaal wachtte, aan thuisblijven en nog eens
na te denken over de genietingen der vorige dagen
de voorkeur te geven. De laatste avond en de daarop
volgende morgen waren voor menigeen al woelig ge
noeg geweest. De eerste stralen der vroege Juni-zon
hadden sommige „plakkers" verrast in hnnce bespiege
lingen over instrumentaal-muziek en Duitsche liederen;
het zeestrand te Domburg met zijne heerlijke omgeviDg
had in den voormiddag een honderdtal feestvierders met.
de solisten aan hnn hoofd in rijtuigen tot die bedevaart
getogen, in zijne nabijheid verzameld gezien. Nauwe
lijks bekomen van deze vermoeiing en een weinig ver-
frïacht na het branden van de zon op het witte zand,
moest men zich alweder opmaken naar de quartet-uit-
voering. Waarlijk er was eeuige reden om voor eene
schraal bezette zaal te vreezen.
Toch werd die vrees gelukkig niet bewaarheid. Had
den ook enkele der feestvierders van de vorige dagen
zich laten afschrikken, een aantal andere, in de week
door hunne zaken verhinderd, hadden daarentegen van
den Zondag avond gebruik gemaakt om zoo niet bet
muziekfeest zelf, dat afgeloopen wasdan toch een
aanhangsel daarvan bij te wonen. De zaal was dus goed
bezet, hetgeen voor de vier uitstekende kunstenaars
uit Rotterdamdie in vertroawea op de kunstliefde van
hot Middelburgsch publiek herwaarts warea gekomen,
ons veel genoegen deed.
Wij achten bet overbodig over de prachtige uitvoe
ring der beide quartetten (opus 41 n° 2 van Schumann
en opus 59 n° 1 van Beethoven) veel te zeggen. De
heeren Wirth, Sehnitzler, Eberlë eo Meerlo hebben hun
naam als schier onovertroffen quartet-spelers zoozeer
gevestigddat het in waarheid gelijk zou staan met
water naar de zee te dragenindien men dien naam
nog wilde vergrooten. In het piano quartet van Rein-
berger (in Es) werkte de heer Kirrwald met zijne
gewone netheiden nauwkeurigheid mede. Aan de krach
tige bijvalsbetuigingen, die de spelers na hunne uit
voering inoogstten, dankten wij als toegift nog de zan
gerige canzonette uit Beethoven's quartet, op. n° 131.
Toen ons nog eene verrassing bereid. Mejuffrouw
Weyringer, die onder het publiek gezeten was, plaat
ste zich aau de piano op het orkest en begeleidde zich-
zelve bij de voordracht van een paar schoone liederen,
een Liitauisches Volkslied van Chopin en een der diep-
gevoelige liederen van Schumann. Dat een daverend
applaudissement van bet publiek de lieve verschijuing
op het orkest begroette, behoeft niet gezegd te worden,
evenmin als dat het bravo-geroep de zangeres weder
tot aan hare zitplaats vergezelde. Mejuffrouw Weyrin
ger heeft in de weinige dagen vau haar verblijf alhier
zich meer dan hoogachting voor haar talent, zij heeft
zich de hartelijke genegenheid van het publiek ver
worven. Daar zijn van die kleine attenties, welke in
dat opzicht dikwijls meer doen dan groote begaafd
heden. Mejuffrouw Weyringer, die aan de laatsten in
zoo hooge mate den tact paart om de eersten te bewij
zen, is zeker zich overal waar zij optreedt de lieveling
van hare toehoorders te maken.
Do algemeene toejuichingen en de dringende bede
der in zijne nabijheid zittende personen waren niet in
staat den heer Hill, die mede tegenwoordig was, te
bewegen het voorbeeld van mejuffrouw Weyringer te
volgen. Het deed ons genoegen dat bet publiek met
zijne uitnoodigende toejuichingen niet al te lang vol
hield; maar naar onzen zin duurde het toch juist nog
een paar oogenblikken te lang. Wij moeten onze kun
stenaars hoogachten; wij moeten ons niet voor hen
vernederen. Voor hen moet het eene eer blijven zich
te doen hoorengelijk het voor ons een genot blijft
naar hen te luisteren. Te bedelen is te gelijk verne
derend voor het publiek en onkiesch tegenover den
kunstenaar.
Na de quartet-uitvoexing werd door het opruimen der
stoelen in de concertzaal gelegenheid tot dansen gegeven.
Na zooveel muzikale iuspanning mccht dit lichter genot
ook wei eens volgen. Het bal was tamelijk geanimeerd
en hield de dansende paren nog geruimen tijd bsaig.
Gisteren avond begaven wij ons eindelijk voor de
zesde maal naar het Schuttershof om de reeks der
zomer concerten van het mnziekkorps der Middelburg-
sche schutterij te helpen inwijden en teveDS achter het
reeds sedert twee dagen afgeloopen muziekfeest voor
goed de deur te helpen sluiten. Weder was in den
fraaieu, gezelligen tuin, later door verlichting a giorno
en gas illuminatie in eene feestzaal herschapen, eea tal
rijk publiek vereenigd. Het muziekkorps hield zich
dapper eu werd door de toejuichingen der hoorders
herhaaldelijk voor zijne gemaakte vorderingen beloond.
Eene loffelijke vermelding der clarinet-soio nit de opera
Givalda, door den directeur, den heer de Jong, zoo
kenrig voorgedragenmag hier niet ontbreken.
Eenige oogenblikken nadat wij tehuis waren geko
men, flikkerde het weerlicht in de lucht. Moeder natuur,
die het Middelburgsche feestgejuich vau het begin tot
het einde met een vriendelijk gelaat aanschouwd had,
scheen er nu óok genoeg van te krijgen. Dank intU3-
schen, mama, dat gij zoo beleefd zyt geweest ons
genot niet te verstoren!
Het einde der feestelijkheden was hiermede aange
broken en met dit woord is ook onze taak afgeloopen.
Dat alles zoo goed is gelukt, dat het publiek zooveel
heeft genoten, dat de directeur, de zangers en de
zangeressen zooveel toejuiching op hun arbeid ingeoogst
hebben, is zeker wel de schoonste zelfvoldoening, die
het feest-cocsité van zijn vermoeienden en niet altijd
aangenamen arbeid hebben kon. Toch zouden wij mee-
nen aan een plicht te kort te doen, indien wij ook
aan zijne leden niet den oprechten dank van het publiek
overbrachten.
Alvorens te eindigen willen wij gaarne een verzuim