MIDDELBURGSCHE COURANT. F 134. Maandag 1374. 8 Jnni. HET MIDDELBURGSCHE MUZIEKFEEST. Dit blad verschijnt- dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2ec Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.£>0. Middelburg 6 Juni. Z. M. de koning wordt Zondag namiddag van het Loo in de residentie terng verwacht. De minister van binnen landscho zaken heeft bepaald, dat de verkiezing van eeu lid der tweede kamer in het hooidkiesdistriet Amersfoortnoodzakelijk gewor den door het nemen van ontslag van mr. E. L. baron van Bardenbroek van Lookhorst, zal geschieden op Dinsdag 23 Juni a., en de herstemming, zoo die nood zakelijk is, op Dinsdag 7 Juli daaraanvolgende. Aan ieder der drie candidaten voor de betrekking van commies van staat, zijude do heeren mr. J. van Steenbergen Staal, mr. Wintgeus jr.en E. R. van Weideren baron Reugers, is na afgelegd examen een diploma uitgereikt. De benoeming zal eerstdaags plaats hebben. Slechts éeue plaats is vacant. Zr. M\ kanouueerboot n° 35, bestemd naar Vlissin- geu, is eergisteren onder bevel gesteld van de» luite nant ter zee 1" klasse F. K. Eogelbrecht. De Friesche courant maakt do aanmerking, dat tij de regeling van den zomerdienst op de staatsspoorwegen weder de sneltreinen geen gelegenheid geven aan passagiers voor de derde klasseom groote afstanden zoo spoedig en goedkoop mogelijk af te leggen. Ook voor personen uit de werkende klassenvoor die der lagere standen, komt nu en dan de tijd, dat zij zich op het spoedigst naar verre afstanden moeten verplaat sen. Verreweg het grootste getal dergenen, die van de eerste en tweede klassen gebruik maken, doen dit voor bun genoegen althans niet uit noodzaak. Bij de derde klasse-reizigers is dit laatste veelal wel het geval, doch de exploitatie-maatschappij laat hen gevoelen, dat zij maar derde klasse reizigers zijn zij zullen óf tweemaal zoo lang onderweg blijven, óf de verhoogde uitgave eener kaart voor de tweede klasse als boete betalen. Benoemingen en besluiten. EERETEEKENEN. Vergunning verleend aan den voor den dienst in Oost-Indië bestemden soldaat P. Henk tot het dragen van de Duitsche medaille ingesield ter herinnering aan den veldtocht tegen Frankrijk in 1870 en 1871. Onderwijs. Wij ontvangen van de uitgevers Noordhoff en Smit te GroniDgen de navolgende boekwerkjes voor school gebruik, tot welker verspreiding wij gaarne behulpzaam willen zijn. De meeste der schrijvers hebben reeds een gevestigden naam op het gebied der schóól-littera tuur verworven. Van den heer J. N. Valkhoff, leeraar aan de rijks bcogere burgerschool te Heerenveeo, verschijnen de 2e druk van het eerste stukje, benevens het dei de stokje van een vol ledigen leercursus der Fransche taal een Manuel de lecture et de Conversationbenevens het eerste stukja van een volledigen leercursus der Engelsche taal. De heer S. Susan, leeraar aan de hoogere burgerschool te Groningen, schreef eene Sammlung Dentscher Würter, Sprichwörter und Redensarten. Van de hand des heeren F. Bruins, hoofdonderwijzer te GroniDgen, ontvingen wijde Practische Taalmeester, een stel taaloefeningen voor de volksschool in drie deeltjes. De heer O. Baas, hoofdonderwijzér to Oosthuizen, gaf eene verzameling Kijkjes in de Geschiedenis van alle volken, in twee stukjes; de heer R. K. Kuipers een leerstuk voor de hoogste klassen der volksschool onder den titel van „Madeliefjes", terwijl eindelijk de heer I. F. Jansen, hoofdonderwijzer te Hariingen, twee 'eesboeken, „Ons land en volk" en „Ons Vaderland en zijne Bewoners", in het licht zond. De heer H. J. Lenderink, docent in de nieuwere talen aan het gymnasium te Winschotenheeft bedankt voor de hem aangeboden betrekking vaa leeraar in de Fransche en Duiteche talen en in do wiskunde aau het gymnasium te Stellenboschaan de Kaap de Goede Hoop. Landbouw. Gedurende de laatste jareu heelt do handel in ko nijnen in Vlaanderen eene bijna ongeloofelijke uitbrei ding bekomen. Wekelijks worden 50,000 dezer dieren uit de hoofdfokkerij naar Engeland verzondenterwijl meer dan 2000 mensehen te Gent werk vinden in het bereiden en kleureo der vellen. Ia verband hiermede wordt onder de vraagpunten, ter behandeling opgegeven in de algetneene vergadering der Maatschappij van Nijverheid, dio den llea en lGe" Juli te Alkmaar gehouden zal worden, ook de vraag gedaan hoe het komt dat in ons land vroegere proef nemingen met de konijnenfokkerij mislnkt zijn en of nieuwe pogingen tot de invoering van dezen tak van nijverheid wellicht betere uitkomsten kunnen geven. Ia zuidelijk Frankrijk wordt als middel tegen de nachtvorsten een kunstmatige nevèl gebezigddie men door het branden van zware oliëu verkrijgt. Door dit middel moeten uitgestrekte terreinen voor nachtvorst bewaard gebleven zijn, hetgeen verklaarbaar is, daar nachtvorsten gewoonlijk bij helders luchten voorkomen. Weder was de Juni-maand zoo beleefd haar vriende lijkst gelaat te toonenterwijl eene feestelijk gestemde menigte zich gisteren avond naar het Schuttershof spoedde. Voor wie aan de gewone physiomieëu onzer straten en kaden gewend was, was er onder die me nigte vrij wat nieuws eu uiteenloopends te zien. Daar waren muziekliefhebbers van hier en elders, critische kenners, bezield met het heilige plan om het nieuwe muzikale verschijnsel dat zich aan heu zou voordoen eens „onder handen te nemen", en eenvoudige bewon deraars van al wat tchoon is, in de muziek of overal waar het zoo vriendelijk is zich te vertoonen; geoe fende dilettantenveteranen in den eeredienst der muziek, en anderen die er niet zoo heel veel van wisteD, die kwamen om niet afwezig te zijn waar zooveel mecsehen bijeen waren om te kunnen meepraten over „den Bonifacius", ook wel om te laten zien hoeveel moois men bezat, dat maanden lang" in kasten en laden verscholen kon Jiggen, doch slechts een schoonen Juni dag en een muziekfeest noodig had om voor bet bewon derend oog van vrienden en buren te voorschijn te komen. De ruime frissche zaal van het Schuttershof, met het wuivende groen buiten en later de daar tusschen ontstokene lampions tot óenige versiering, vertoonde slechts eene enkele decoratie die aan het ieest, dat men vierde, herinnerde. Op de estrade vóór het orkest prijkten in witte cijfers op eeu rooden grond de jaar tallen 18341874. Slechts weinigen onder de aanwe zigen zullen zich in bijzonderheden de geschiedenis kunnen herinnerenwelke door die twee cijfers voor gesteld werd. Toch zeiden zij genoeg. Wie de geschie denis der meeste zangvereenigingen weet, kent ook die van Oefening en Uitspanuiug. Gelijk allo anderen, zoo heeft zij haar tijden beleefd van luister eu van verval; baar tijden toen haar vroegere directeur eu oprichter de in 1868 overleden en nog steeds met erkentelijkheid herdachte Wilhelm Remigius Ceulen, aan wiens ijver en belangstelling de muziek te Middelburg in vroeger jaren zooveel verplicht is geweestmet weemoed, bijna lusteloos het oog vestigde op bet kleine troepje zangers, dat aan de wenken van zijn dirigeerstok gehoorzaamde. Ea ook zijn er 'ijden geweest, waariu men,nog in verband staande tot de Nederlandscho maatschappij van toon kunst, grootsche muziekfeesten gaf, luisterrijker dau het tegenwoordigeverhaalde ons eeu oud liefhebber; - beter geslaagd dan het onze kuunen er niet geweest zijn, namen wij de vrijheid er zelf in stilte bij te voegeD. Wat echter van het verledeae zijvoor het oogenblik zagen wij op het orkest alleen de welbezette koren van dames en heeren, met het legerkorps der instrumenten in hun midden, als in dagorde geschaard om hun aanvoerder af te wachten. Te half zeven verscheen de heer Nicolaï, hoopvol eu vertrouwendzooals eeu muziek-direeteur op den grooteu avond zijn moet, eenige oogeublikkeu later gevolgd door de solisten, mejuffrouw Weyringer en den heer Hill. Alle drie werden met toejuichingen begroet. Nog eeaige cogenblikken, en toen maakten drie doordriu- gende, droge tikken van den dirigeerstok een einde aan het gegons en geschuifel, dat ia de zaal heerschte. Toen alles tot stilte gekomen wasweerklonken de eerste, plechtige akkoorden, met welke de inleiding Na bet eerste koor, met zijne pittoreske schilderin gen en de plechtige aanroeping van Wodan door den beidensehen priester, treedt dadelijk de grootsche figuur van Bonifaeius op den voorgrond. Waarlijk, het is een geluk voor den heer Nicoiaï, dat voor de titelrol van zijn werk zulk een vertolker gevonden is, Hoe meer men den heer Hiil hoort zingenhoe meer men tot de overtuigiug komt, dat het slechts bij zeldzame uitzondering ons gegeven kan zijn de trenschelijke stem, dat schoonste aller instrumenten, op zulle ec-ne wijze te hooren gebruikeD. Men weet niet wat meer te be wonderen, de schoonheid, de volheid, de kracht van het geluid, of de oneindige zorg, welke besteed wordt om aan ieder woord zijne ware beteekenis en er die mate van nadruk aan te geven, welke op dat oogen blik juist to pas komt. De heer Hill zingt niet en hij spreekt niet, maar hij predikthij profeteert. Wan neer men uit zijnen mond den lautsten regel zijner eerste solo hoort „Vor Dein sind eure Götzen eitler spott"met dien machtigen nadruk op het woordje Dem, en de onuitsprekelijke minachting die uit den naam Götzen (afgodsbeelden) spreekt, dan is het wel on mogelijk te twijfelen aan de grootheid van dien God, voor welken Bonifaciu8 zij a leven offerde en aan de belachelijke nietigheid der steeaen poppen, welke het heidendom tegenover Hem stelde. Deze opmerking geldt voor alles wat wij van Hill dezen avond gehoord hebban. Nergens hebbeu wij bij het meest oplettend toeluisteren, een enkel oogenblik gevon den, waarin zijne opvatting ons voorkwam in strijd te zijn met den geest en de beteekenis der woorden. De stem mocht nu en dan baar momenten van grooter of kleiner glans bezittendaar mocht eene zeer enkele maal voor den scherpen luisteraar een zweem van heesch- heid in het geluid voorkomen, die herinnerde dat de heer Hill reeds tal van muzikale veldtochten achter den rug heeft, de bedoeliog bleef altijd onberispe lijk, ea de voordracht altijd even eenvoudig, even vrij vau alle affectatie en zoo schitterend, als de immer nog prachtige stemmiddeleu die toelieten. Hetzij wij in de eerste solo de ironie van den apostel tegenover het heidendom opmerken, in de solo n° II van het tweede gedeelte de teedere zorg van den zieleherder voor zijne kudde, het kalm vertrouwen op God bewon deren, hetzij wij in het derde gedeelte in de solo n° VI ontroerd worden door de waarlijk verbazende kracht waarmede betuigd wordt: „Als die Erde nicht war, noch Himmelsgewö'.be, Da war der cineallinach- tige Gott," en waarmede later de gewijde eik der hei denen in de drie geweldige slagen geveld wordtof dat wij eindelijk de teedere zachtheid en zalving van het einde des stervenden Christens bewonderen, altijd blijft Hill dezelfde kunstenaar in de hoogste beteeke nis van het woordde ware hoogepriester in den diens zijner heerlijke goddelijke kunst. Mejuffrouw Weyringer is op de Ncderlandsche mu ziekfeesten eene oude en geliefde bekende. Ook van haar kan gezegd worden dat zij de hoogere wijding ontvangen heeftdoor welke de kunstenaar in staat wordt gesteld iets meer te doen dan zingen, iets van de aandoeniogen der ziel te doen trillen in het lied,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1