MIDDELBURGSCHE
1° 118.
Dinsdag'
1874.
COURANT.
19 lei.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2« Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Middelburg- 18 Mei.
Onze vrees dat het gebeurde met het Russische stoom
jacht, naarmate der voorstelling, die men van de zaak
gaf, tot ongunstige gevolgtrekkingen voor de Vlissing-
sche haven zou kunnen leiden, beeft zich reeds bewaar
heid. Wij lezen ia Het Vaderland:
„Aangaande het vastraken van het stoomjacht Derjava
te VlissiDgen wordt in the Times het volgende verslag
gegevenafkomstig vaa sir Frederik Arrow, den deputy -
master van Trinity-House, die aan boord van het jacht
Galatea bij het vertrek van Vlissingen tegenwoordig was.
„De Derjava, een groot schip van ruim 3000 tonnen,
heeft een grooten diepgang, en de Nederlandsche loods
had verklaard dat het tij niet toeliet, dat het schip een
oogenbük na elven uitliep. Door verschillende omstan
digheden was het vertrek vertraagd, en het reeds elf
uren geworden voordat het anker gelicht werd. Het
gevolg was dat het jacht op het droge liep en dea
ganschen nacht moest blijven liggen. De hertog van
Edinburg had aan boord van de Galatea de reede van
Vlissingen in den namiddag bereikt, en was terstond
na 'a keizers aankomst uit Amsterdam aan boord van
de Derjava gegaan. Z. K. H. had met sir Frederick
Arrow afgesproken dat de Galatea op een zeker signaal
het Russische schip zou assisteeren; zoodra het jacht
vast raakte, werd dit signaal gegeven, en toen de
Galatea er bij kwam, vond zij twee Nederlandsche
stoombooten, vergeefsche pogingen doende om de Derjava
af te sleepee. Er werd een tros naar de Galatea uitge
bracht en deze zou er stellig in geslaagd zijn het schip af
te brengeD, ware 't niet dat de tros gesprongen was."
Dit verhaal is voor een vreemdeling, die in eene onbe
kende zeehaven gedurende den nacht getuige is geweest
van het vastraken van een schip, nauwkeurig genoeg.
Sommige uitdrukkingen er van zijn echter onjuist en aan
die onjaistheden zouden de verkeerde gevolgtrekkingen,
waarop wij boven doeldenzich vastknoopen. Een paar
woorden dus tot verbetering.
De aangevoerde verklaring van den loodsdat de
Derjava „een oogenblik na elven" niet meer zou kunnen
uitloopen, is miust genomen onwaarschijnlijk. Een der
Vlissiogsche deskundigendie zelf, door boodschappen
en waarschuwingen, het zijne heeft toegebracht om he t
afscheid der vorstelijke personen te doen bekorten, ver
klaarde ons dat hij zulks gedaan had „niet omdat er
op het oogenblik gevaar bestond van vastraken, maar
teneinde, zooals men 'tnoemt, een slag om den arm
te houden."
Het schip is dan ook, zooals wij reeds in onsnom-
mer van Zaterdag meldden, niet op het drogein
den zin welken men in den regel aan dat woord
hecht, maar op het kraagstuk van den OoBtelijken
havendam geloopen.
Teneinde voorts de vruchteloosheid der pogingen, door
de Galatea aangewend om het jacht vlot te krijgente
verklaren is het voldoende op te merken dat het schip
vastgeraakt was met vallend water. In ieder ander
geval brengt de voorzichtigheid mede dat een groot
schip eene haven met afwisselenden waterstand niet
anders verlate dan met wassend getij. Raakt het dan
den grond, dan wordt het er licht door het stijgende
water weder afgetild. Is het water echter eenmaal aan
het vallen, dan vermeerdert met ieder oogenblik de
moeilijkheid om het vastzittende vaartuig weder van
den grond te trekken.
Onnoodig is het bijna op te merken, dat zelfs deze
discussie ten opzichte der Ylissingsche haven in de
toekomst tot de onmogelijkheden zal behooren. Is een
maal het werk voltooid, waaraan nu nog met kracht
van baggermachines gearbeid wordt, en de buitenhaven
op eene diepte van 8.5 meter gebracht, dan zal van
het aan den grondraken van een schip met 54 deci
meters diepgang wel in 't geheel geen sprake meer
kunnen wezen.
Men leest in de Vlissingsche courant eene waar
schuwing van den commissaris van politie te Vlissingen
tegen zekeren Janis Houmesoud 24 jarentimmer
mansknecht, wonende te Westkapelle, die tracht op
handige en listige wijze goederen op krediet te ont
vangen en daarna in gebreke blijtt te betalen. Hij is
lang en flink van gestalte, heeft eene gezonde kleur,
blond haar zonder baarden is vrij goed gekleedge
woonlijk met zwarte jas en pet.
De commissaris van politie te Middelburg verzoekt
ons te melden, dat genoemde Houmes ook hier dezeltde
praktijk tracht uit te oefenen en reeds uitgeoefend
heeft.
Uit Zierikzee wordt ons nader gemeld dat door het
muziekkorps der stedelijke schutterij aldaar, na afloop
van het concert, eene serenade gebracht werd aan den
kapitein ter zee J. K. van de Kruijsse Pilaarbij ge
legenheid van diens benoeming tot ridder der orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Na afloop hiervan werd door geuoomd korps met eene
wandeling door de stadwelke door eene ontelbare
volksmenigte begeleid werdde feestviering besloten.
Het bestuur der liberale kiesvereeniging Da Grond
wet heeft naar aanleiding van het oulangs gevallen
votum over het bekende liberale programma zijn ont
slag genomen.
Op de voordracht voor de benoeming van een kan
tonrechter te Haarlem zijn geplaatst de heeren m".
J. P. F. van der Mieden van OpmeerJ. H. van Nierop
en J. de Clercq van Weelkantonrechters te Alkmaar,
Gouda en Schiedam.
Z. M. heeft benoemd in de orde van den Nederland
schen Leeuw, tot kommandeur den minister van justi
tie de Vries, den minister van oorlog Weitzel, enden
minister van binnenlandsche zaken Geertsema, tot rid
der den minister van financiën van Delden en tot groot
kruis der orde van de Eikenkroon, den minister van
koloniën Fransen van de Putte.
De burgemeester van Amsterdam heeft namens Z. M.
den koning de ingezetenen der hoofdstad dank gezegd
voor de vele bewijzen van innige gehechtheid aan hem
en zijn huis gedurende zijn verblijf aldaar betoond, en
bekend gemaakt dat door Z. M. eene som van twee
duizend gulden ten behoeve der algemeene armen te
Amsterdam was geschonken.
Te Leeuwen is den 13" Mei de eerste steen gelegd
voor een aldaar op te richten monument, ter herinne
ring aan de liefdadigheid en het hulpbetoon door
Z. M. den koning en prins Hendrik bij gelegenheid
der doorbraak te Wamel aau den dag gelegd.
Vrijdag namiddag is te Amsterdam een diner aan
de Belgische scherpschutters gegeven in het lokaal de
Keizerskroon waarbij ook hoofdofficieren der schutterij
en van het leger tegenwoordig waren. De heer J. Se-
queira, voorzitter van de commissie voor den wedstrijd,
bracht den eersten dronk nit op de verbroedering en
vriendschap met België, op de gezondheid van Willem III
en Leopold II. Voorts spraken nog kolonel jonkheer
D. Bicker, kolonel Humbeeck, majoor mr. J. Wertheim,
jonkheer van Spengler en nog vele Belgische en Neder
landsche officieren. De toast van den voorzitter werd
onmiddellijk aan beide koningen getelegrapheerd en
weldra kwam van Z. M. den koning der Belgen ant
woord, hetwelk vertaald aldus luidt:
„De koning, zeer gevoelig voor uw telegram, belast
mij u daarvoor zijn hartelijkaten dank te betuigen
Z. M. vereenigt zich van ganscher harte met de wen-
schen, welke gij hebt uitgebracht opdat de banden van
vriendschap en goede nabuurschap, welke gelukkig
tQ8scbea de beide landea bestaan, bij voortduring na u
wer toegehaald worden.
De generaal, adjudant vau dienst.
De algemeene illuminatie te 's Gravenbage is Zater
dag avond uitmuntend geslaagd. De pleinen, straten,
grachtenopenbare en bijzondere gebouwenwaren allen
verlicht met gas, lampions en bougies, sommigen met
electrisch licht en Bengaalsch vuur. De koning en de
koningin, de prinsen Alexander, Hendrik en van Saksen-
Weimar hebben de stad in alle richtingen doorgereden,
voorafgegaan door de eerewacht te paard en den bur
gemeester aan het hooid van den stoet. Ontelbaar was
overal de menigte, die bij de komst der koninklijke
familie luide deelneming in het vreugdefeest betuigde
en blijken gaf van hare liefde en gehechtheid aau het
koninklijk gezin. Tot in 'den vroegen morgen hield
het feest aan, dat in goede orde is afgeloopen.
Uit Dillenburg, de wieg en bakermat van ons vor
stenhuis, werd den 12" Mei doer den hoogleeraar Spies
bet volgende aan den heer W. Francken Aza., predi
kant te Rotterdam, getelegrapheerd
„Van dea voet van het stamslot der Oranjes, waar op
dezen jubeldag de Nederlandsche vlag waait, worden
aan het Hollandsche comité de hartelijke gelukwea-
schen met de nationale feestviering gebracht door het
comité alhier voor de oprichting van den Willemstoren,
en andere Dillenburgers."
Tevens kan gemeld worden dat de gelden voor den
toren, op te richten ter eere van prins Willem I, geheel
bijeen zijn en dat het monument in den zomer van
1875 zal worden ingewijd.
De Staats-courant van Woensdag bevat de wet van den
16" April 1874, houdende goedkeuring van eenige
artikelen der overeenkomst tuascheu Nederland en het
Duitsche rijk, betreffende de wederzij dsche toelating
vau geneeskundigen in grensgemeenten van het eene rijk,
tot uitoefening der geneeskunst of van eeu harer takken
in die van het andere, en die van den 38" April 1874,
tot overbrenging van enkele bevoegdheden der arron-
dissements-rechtbanken bij de kantonrechters.
Bij ministerieele beschikking van den 11" Mei jL
ismet intrekking der vergaaning, bj beschikking
van 10 December 1870, n° 193, aan B. D. van Riet
schoten en P. Thomsen, te Rotterdam, verleend aan
Lenders en C»2. aldaar tot wederopzegging vergun
ning verleend voor een stoomsleepdieust op alle stroo-
men, rivieren en kanalen van het rijk waar sleepbooten
worden toegelaten.
Benoemingen en besluiten.
RECHTERLIJKE MACHT. Benoemd tot raadsheer in
het provinciaal gerechtshof in Groningenmr, J. Goc-
Uinga, thans rechter in de arrondissementsrechtbank
te Groningen.
BELASTINGEN. Opgeheven de ontvangkantoren der
directebelastingeo en accljnsea te Leonde c. aen te
Geidrop c. a.} zooals die thans bestaan: ingesteld een
ontvangkantoor der directe belastingen en accijnsen te
Geldrop c. abevattende de gemeenten Geidrop, Nuenen,
Zes Gehuchten, Heeze, Leende, Maarheeze, Soeren-
donk en Budel, en dat kantoor gelalen onder het
voortdurend beheer van den tegenwoordigen titularis
te Geldrop c. a., J. H. A. Modderman; en de gemeente
Mierlo toegevoegd aan het ontvangkantoor der directe
belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te
Helmond c. a., zooals het is ingesteld bij Zr. M". besiuit
van 14 Maart 1874, en de gemeente Tongelre aan dat
derzelfde middelen te Eindhoven c. a.
LEGER. Benoemd tot 2CU luitenant bij het regiment
veldartillerie de cadet A. van Seters; bij het 3e regiment
vesting-artillerie de cadetten R. AL Hoogeveen en J. Hora
Adema; bij het regiment rijdende-artillerie de cadet
A. W. J. J. baron van Nagel!allen herkomstig vau
de koninklijke militaire akademie.
Kerknieuws.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeente te WemelQinge door den
heer A. F. Simons, te Kesteren.