©uitmlcmö.
Kunstnieuws.
Z. M. de koning heeft Dinsdag in gezelschap der
prinsen Frederik, Hendrik en Alexander een bezoek
gebracht aan het genootschap Arti et Amicitiae te Am
sterdam. Hier werden Z. M. geschenken aangeboden
van de Nederlandsche schilders, van do jeugdige kun
stenaars, die op 's konings kosten hunne studiën voort
zetten van de Nederlandsche bouwkundigen en van
den heer Cnypers.
Het geschenk der schilders bestaat uit 98 miniatuur
schilderijen, gezamenlijk in eene vergulde lijst gevat
en door vakken van rood fluweel afgescheiden. In ieder
vak zijn tien schilderijtjes in vergulde lijstjes gevat. Het
geheel wordt bekroond door bet wapen van Arti.
Twee albums met teekeningen werden Z. M. geschon
ken door de koninklijke pensionaires en door.de ver
schillende bouwkundigen, terwijl de heer Cuijpere als
huldebetoon een verzameling oorkonden van het feest,
in gekleurde Gothische letters bewerkt, aanbood.
De koning zeide in antwoord op de tot hem gehouden
toespraken, dat hij niet genoeg danken kon voor de hem
bewezen hulde en van harte hoopte en overtuigd was
dat onze jongere kunstenaars de voetstappen hunner
groote voorgangers zouden blij ven drukken. Luide
toejuichingen en blijken der warmste sympathie waren
het antwoord op deze koninklijke ontboezeming.
Maandag avond te 9 uren werd den koning vóór
het paleis op den Dam te Amsterdam door de zangver-
eeniging Amstel's mannenkoor een serenade gebracht.
Het weder was gelukkig toen nog vrij gunstig en onder
de verbazende menigte die samengevloeid was, heersch-
ten eene voorbeeldelooze orde en stilte, welke laatste
alleen verbroken werd door het klokkenspel op het
paleis, dat men, jammer genoeg, verzuimd bad voor
deze gelegenheid stil te zetten. De stukkendie gezon
gen werden waren: Jubeltoon, gedicht van W. J.
Hofdijk, muziek van Dan. de Lange, directeur der
zangvereeniging, beide voor deze gelegenheid vervaar
digd Hollands Glorie door Richard HolVlaggelied
van Verhulst en het volkslied. De koning verscheen
gedurende de uitvoering op het balcon en betuigde
aan den componist en den dichter van den „Jubeltoon"
zyne hooge ingenomenheid met het hem gebrachte be
wijs van hulde.
Glanor's „Uitgaan" is dezer dagen, onder den
titel „In der grosze Welt" met bijzonder succes opge
voerd ln het hoftheater te Weimar. De heer H. Kuch-
ling is de vertaler, 't Werd uitstekend gegeven en het
publiek gaf herhaaldelijk blijken van ingenomenheid.
Gemengde berichten.
De koninklijke fabriek van goud- en zilverdraad enz.
van de firma W. J. van Heijnsbergen te 's Gravenhage
heeft den koning een prachtig bewerkt schabrak aan
geboden, vervaardigd van blauw zijden fluweel, ge
monteerd met drie rijen breed massief gonden galon
en aan vier zijden gouden kronenwaaronder vier zil
veren sterren, terwijl het geheel met gouden franje
omzet 18. Dit schabrak is door Z. M. bij den intocht
te Amsterdam op den llen dezer in gebruik genomen.
Tot viering van het zilveren koningsfeest heeft
Maandag jl. op de drukkerij van het Utrechtsch Dag
blad een eigenaardige wedstrijd plaats gehad. Te 3
uren waren alle zetters in de werkplaats op hnn plaatsen
en werd bunop een gegeven teekende gelegenheid
gegeven, een stuk copie, van gelijken inhouden grootte,
te zetten. Wie het stuk, 50 regels groot, het eerst
afgezet bad en daarbij de minste fouten had gemaakt,
was winner van den eersten prijs, een zilveren horloge
met koniDgsportret; de tweede winner kreeg een zilveren
horlogeketting; de derde een zilveren luciferdoosje,
terwijl de 4e eu 5' elk een zilveren teestinsigne uit de
fabriek van den heer S. van Kempen ontvingen.
Voor de jongens was eerste prijs een mooi stuk broek-
stof, de tweede een zilveren feest-insigne uit de Utrecht-
sche zilverfabriek.
Onder een doodelijkestilte werd, uadat 9 minuten na
3 ure de strijd begonte 3 u. 59 m. 20 sec. het eerste
stuk ingeleverd3 u. 59 m. 40 sec. het 2" en 3 u. 59 m. 48
sec. het derde, enz. Toen de correctie gedaan was bleek
het dat overwinnaars waren: P. van der BaaD, le prijs;
J. Vermeulen, 2e prijs; J. Slingerland,3®prijs, A. Storm,
4® prijs en Tb. J. Baljet, 5° prijs. Van de jongens
won de 1* prijs W. Lorrierde prijs G. Takke.
Te Oosterhout figureerde in den optocht o. a. de
Arke Noach's, in welke de patriarch van dien naam
met zijn zoonsgekleed met costumes van mos, klimop, riet
en gras, verder omgeven door hokken met zeer vele diereu.
De keizersklok, gegoten ten behoeve van den
Keulschen Dom, zal tegen het einde van de volgende
maand geheel afgewerkt zijn en dan naar de plaats
harer bestemming wórden vervoerd. De hoogte der
klok is 4,40 meter, de doorsnede aan den onderrand
3,50 meter en de omvang aldaar 10,85 meter. De klok
hangt aan eene schroef, waaraan tevens de klepel is
bevestigd; de schroef weegt 500 kilogram; de klepel,
ter lengte van 3,30 meter, weegt 800 kilogram. De
mantel heeft van onderen eene metaaldikte van 27 cen
timeter, aan het bovengedeelte van 10 centimeter. Het
mengsel, waarvan de klok is gevormd, bestaat uit
ongeveer 100 centenaars tin; de rest is brons van ver
overde stukken geschut, ten getale van 22 daarvoor
gebezigd; het totale gewicht der klok is 500 centenaars
of 25,000 kilogram.
De groothertog van Luxemburg heeft in de orde van
de Eikenkroon benoemd tot grootkruis: F. H. R. R.
baron Fagel, opper-intendant der koninklijke paleizen,
W. A. J. baron Schiinmelpenninck van der Oije, opper
ceremoniemeester.
Groot-officier: F. A. A. Gregory, schout-bij-nacht;
E.J.Jacobs, generaal-majoorinspecteur van de artil
lerie; jonkheer F. G. A. Gevers Deynoot, burgemeester
van 's Gravenhageen J. van Yollenhoven, burgemees
ter van Rotterdam.
Kommandenr: J. Dolmatow, keizerlijk Russisch eol-
legeraad en lid der directie van de Riga-Dumburger
spoorweg-maatschappij L. Perlchef de bureau van
deD raad van bestuur der groote Russische spoorweg
maatschappijjonkheer J. A. Singendonck, griffier van
de eerste kamer der staten-generaal; D. Veegens, grif
fier van de tweede kamer der staten-generaaljonkheer
P. de Beaufort, lid van gedeputeerde staten van Utrecht;
baron G. W. van Zuylen van Nyevelt, lid van gedepu
teerde staten van Gelderland; W. L. Dijkhuis, lid van
gedeputeerde staten van Groningen; jonkheer R. A. van
Boltbe tot Echten, lid van gedeputeerde staten van
Drenthe; jonkheer P. Damas van (fitters, lid van gede
puteerde staten van Zeeland; J. H. Albarda, lid van
gedeputeerde staten van Friesland; A. 0. H. baron
Gansneb genaamd Tengnagel, kolonel van het 4e regi
ment huzaren; E. J. van Bel, luitenant-kolonel van bet
regiment grenadiers en jagers; C. L. Loder, kolonel
van het 4C regiment infanterie; H. J. R. Beijen, kolo-
nel-komraandant van het 3e regiment vesting artillerie,
en F. H. P. van Alphenkapitein-luitenant ter zee.
Officier: P. G. van Lennep, consul-generaal te Athene;
C. G. Schultz, consul-generaal tePort-au-Prince; J.A.H.
de Frauchère, bestuurder van de groote Russische
spoorwegmaatschappij; J. M. A. Hellenberg Hubar,
majoor van het 2e regiment infanterie; R. F. Jehu,
majoor van het 8e regiment infanterie; A. C. J. de
Favange, majoor van het 6° regiment infanterie; B.J. F.
Prager, majoor van het 8® regiment infanterie; F. J.
G. W. Leers, majoor van het 3® regiment infanterie;
W. G. E. de Yilleneuve, majoor van het regiment
grenadiers en jagers; S. J. van Huguenin, majoor
van de cavalerie; G. Holtins, majoor van het 4e re
giment huaren; S. R. A. van der Meulen, majoor
van het le regiment huzaren H. E. J. Heijmans, majoor
van het regiment grenadiers en jagers; T. Ongerboer,
kapitein-adjudant van het regiment grenadiers en
jagers; jonkheer A. J. B. van Suchtelen tot de Haere,
H. Menso, C. W. T. van Jeetze, C. F. Pabst, A. W.
Greve, jonkheer F. F. von Muhlen, R. W. A. Btjleveld
en A. G. F. de Petitalle kapiteins bij het regiment
grenadiers en jagers; J. B. L. J. KolkmaD, kapitein bij
het le regiment infanterie; A. W, van Dionant, A. A.
F. Lanzing en R. P. Verepijck, kapiteins van het2e regi
ment infanterie; M. B. Erdtsieok en H. A. Dorré, kapi
teins bij het 3e regiment infanterie; J. J. Roelants, H.
J. G. Furstner en L. Scheltus, kapiteins bij het 4e regi
ment infanterie; A. A. J. Nijland, W. Bannier, Wey-
tingh en J. M. Boombergen, kapiteins van het 5e regiment
infanterie; H. Sasburg, kapitein bij het 6® regiment
infanterie; J. StröhmsdorfferJ. P. M. Gevelaer, L.G.
G. van Loo, J. C. Santhagens en D. Aeyelts kapiteins
van het 7® regiment infanterie; J. C. D. Janson, H. P.
J. Hennus, A. Grevers en D. J. Eerkens, kapiteins van
het 8e regiment infanterie; D. N. de Fremery, luitenant
kolonel van het 4e regiment infanterie; H. J. Herbig,
majoor van het le regiment infanterie; P. J. deVassy,
luitenant-kolonel van het 8e regiment infanterie; P. D.
C. Pottgieter van Laar, kolonel van het 4e regiment
infanterie; K. A. Wimmer, luitenant-kolonel van het
korps pontonniers; F. F. Steenberghe, majoor van de
rijdende artillerie; F. G. F, L. Cbarliermajoor van het
5® regiment infanterie C. J. van Oreoy Veeren, majoor
van de veld-artiilerie; R. A. W. Sluiter, majoor van de
artillerie; A. Tutein Nolthenius, luitenant-kolonel van
de genie, F. P. Klijnsma, majoor van de genie: H. E.
Beekman en J. H. van der Dussen, kapiteins van het
bataljon minenrs en sappeurs. En tot ridders: G. Thin
van Keulen; consul te Dresden; A.deLiagre, consul
te Leipzig; H. T. Brinckman, consul teDantzig; Cb.
Klemtz, hoofdbestuurder van de spoorwegwerkplaats
der Oostzee-maatsehappijG. Knibbeler, leeraar aan
het koninklijk Atheneum te NamenH. F. Alings, kapi
tein-adjudant bij het 1® regiment infanterieE. F. C. A-
Henckens, kapitein-adjudant bij het 6e regiment infan
terie; J. D. Saueressig, kapitein-adjudant bij bet 8®
regiment infanterie; F. IJpeijritmeester-adjudant bij
het 1®regiment huzaren; E. Visser, ritmeester-adjudant
bij het 3e regiment huzarenen G. J. 1 Jssel de Schepper
ritmeester-adjudant bij het4e regiment huzaren.
Thermometorstand.
13 Mei '8av. 11 u.48 gr.
14 'smorg.7u.50gr.'8midd. 1 n.50gr.s'av.6u.51gr.
Algemeen oyerziclit.
Terwijl de verschillende fractien van de linkerzijde
der nationale vergadering reeds hadden vastgesteld
welke politieke gedragslijn zij in de thans aangevan
gen zitting zouden volgen, bestond bij de rechterzijde,
de uiterste rechterzijde en het rechter-centrum nog geen
zekerheid ten opzichte van hunne houding; in deze
fractiën heerscht nog de meest mogelijke verwarring.
Tusschen het rechter-centrum en de rechterzijde hebben
confereutiën plaats gehad, die aanvankelijk in zooverre
tot overeenstemming hebben geleiddat in overleg met
de regeering werd besloten, om deze te steunen in haar
verlangen om de prioriteit tos te kennen aan het wets
ontwerp op de verkiezingen, doch het schijnt dat later
de overeenstemming weder is verbroken. De fractie
Colbert, de gematigde rechterzijde, is voornemens de
regeering te steunen bij de regeling der werkzaamhe
den, terwijl eene conferentie tusschen het bureau van
de Réunion des Réservoirs met den heer Baragnon om
tot overeenstemming te geraken over de orde van den
dag tot geen resultaat heeft geleid. De regeering moet
zich volstrekt niet op haar gemak gevoelen en
bepaald voornemens zijnom de kabinets-quaestie te stel
len voor het verleenen vau de urgentie voor het wetsont
werp op de verkiezingen. Daarenboven schijnt zij de
overtuiging te koesteren, dat het einde van deze natio
nale vergadering nadert en dat deze uiterlijk tot Februari
van het volgende jaar haar bestaan kan rekken, ten
gevolge van de overeenstemming der linkerzijde en
haar krachtig optreden, terwijl ook de Bonapartisten
meer en meer zich geneigd toonen om tot de ontbin
ding der kamer mede te werken, teneinde door alge-
meene verkiezingen te trachten hunne gelederen te
versterken.
De nationale vergadering hield gisteren eene verga
dering waarin de beer Buffet weder tot president werd
verkozen, met 360 stemmen, terwijl de linkerzijde zich
van stemming onthield.
De ministerieele crisis in Spanje, die gedurende den
strijd bij Bilbao werd onderdrukt door den wil om tot
zoolang die stad zou zijn bevrijd, alle politiekequaes-
tiën te laten rusten is terstond weder uitgebroken toen
de overwinning verzekerd was. Na eenige moeilijkheden,
is het toch gelokt een nieuw kabinet samen te stellen,
waarin de Sagastisten het leeuwendeel hebben verkre
gen, daar hun hoofd Sagasta zelf, de portefeuille van
binnenlaudsche zakeu op zich neemthoewel hij het pre
sidium van den ministerraad heeft moeten overlaten
aan generaal Zabala, tevens minister van oorlog; voorts
zijn benoemd tot ministers van buitenlandsche zaken
Ulloa, van financiën Camacho, van justitie Alonso
Martinez, van openbare werken Alonso ColmeDares,
van koloniën Romero Ortiz en van marine Rodriguez
Arias.
De erkenning van de Spaansche republiek door de
buitenlandscbo mogendheden lukt nog niet. In den
laatsten tijd waren weder gerachten in omloop, dat
daartoe van de zijde de regeeriug van dat land op
nieuw pogingen waren aangewend. Voor zooveel Duitsch-
land betreft wordt dit door het Mémorial diplomatique
tegengesproken, die tevens verzekert, dat ten aanzien
van de politiek tegeuover Spanje volkomen overeen
stemming heerscht onder de buitenlandsche mogend
heden en dat de nieuwbenoemde gezant te Madrid,
graaf Hartzfeldt, zich persoonlijk zal presenteeren zonder
dat hem thans officieels geloofsbrieven ter overhandi
ging zullen worden uitgereikt.
De bekende interpellatie ten opzichte van de kansen
van oorlog of vrede onlangs door lord Russell in het
Engelsche hoogerbuis gehouden geeft de officieuse Pro-
vinzial Correspondenz aanleiding om te wijzen op de
gewichtige verklaringen door lord Derby bij die gele
genheid afgelegd omtrent het stellige voornemen van
Engeland, om de gesloten tractaten te handhaven, waarin
genoemd blad eene zinspeling ziet op de neutraliteit
van Luxemburg en België. Een onverwachte aan
val van Frankrijk op Duitschland is, sedert dat land
Straatsburg en Metz bezit, volgens de Provlnzial Corres
pondenz, zeer moeilijk. Frankrijk zon daartoe slechts
kunnen geraken door, met miskenning van de verplich
tingen der neutrale landen, van de zijde van België
en Luxemburg eeu inval te doen over de Luxemburg-
sche bergen, en daarom is de verzekering dat Engeland
vast besloten is om zijn verplichtingen na te leven
van groot belang. Het schijnt dus dat de Duitsche
regeering de verklaring van lord Derby zeer
in haar voordeel acht en ingeval Frankrijk tot een
inval langs den aangewezen weg mocht overgaan,
rekent op de gewapende tusschenkomst van Engeland,