nationale kleuren versierdeen optochtonder bet
zingen der vaderlandeche liederen.
Van 2 tot 7 uren hadden eene r in gr ij der ij en andere
volksvermakelijkheden plaatsdes avonds was het ge
meentehuis geillumineerd en werd vuurwerk afgestoken,
terwijl brandende teer- en petroleum-tonnenondanks
het ongunstige weder, hun gloed door het geheele dorp
verspreidden.
Woensdag middasr werd door de kinderen van de
door den heer J. W. Vader en zijne ecktgenoote ge
stichte en onderhouden wordende bewaarschool met
hunne onderwijzeressen een optocht gehoudenwaarna
de kleinen door de eigenaars der school feestelijk werden
onthaald.
Te Kapelle bepaalde de feestviering zich tot het
onthalen der schoolkinderen, het uitreiken van feest
liederen enz.
Ook te Nieuwvliet werd eergisteren het feest op
waardige wijze gevierd. Uit bijna alle huizen wapper
den Nederlandsche en Oranjevlaggen, evenals van de
opgerichte eerepoorten. De armen werden rijkelijk be
deeld en de schoolkinderen onthaald. Een praalwagen,
de schoolkinderen, en wagens met feestvierenden, voor
afgegaan en gevolgd door een eerewacht te paard,
trokken door de gemeente. Daarna hadden verschillende
volks vermakelijkheden plaats, terwijl des avonds de
eerebogen en verscheidene particuliere huizen werden
geïllumineerd en vuurwerk werd afgestoken.
De Tholen8che feestcommissie had zich, daar het
haar niet was gelukt om een muziekkorps te verkrijgen,
ontbondenwaarop de wijze van feestviering te Tholen
aan de burgerij was overgelaten. De uitkomst was
dat op 12 Mei niet alleen van den toren en van alle
openbare gebouweD, maar ook uit alle particuliere wo
ningen, tot zelfs van de kleinste huizen de nationale
vlag met oranjewimpel wapperde, terwijl de Markt
en vele huizen met groen en oranje waren versierd
Des middags te 12 uren werd een optocht gehouden,
voorafgegaan door een eerewacht te paard. Des avonds
werden verscheidene woningen verlicht en werd op de
Markt en andere pleinen vuurwerk afgestoken.
Ook te Poortvliet werdnadat aan de schoolkinde
ren boekgeschenken en versjes waren uitgereikt en
zij feestelijk waren onthaalddoor hen met begeleiding
van muziek en vergezeld van een eerewacht te paard,
een optocht door het dorp gehouden. Daarop volgden
volksspelen om uitgeloofde prijzenterwijl het feest
met het afsteken van vuurwerk werd besloten.
Te Bruinisse bepaalde de feestviering zich voorna
melijk tot bet uitdeelen van feestplaten en toepasselijke
insignes aan de leerlingen der openbare en bijzondere
scholen en tot een feestrede in de kerk. Daarenboven
werden tal van feestschoten gelost en kleine vuurwer
ken afgestoken.
Na gisteren de voornaamste bijzonderheden te hebben
medegedeeld van de plechtigheid die den 12en Mei in
de Nieuwe kerk te Amsterdam heeft plaats gehad,
mceten we thans vermelden wat verder op dien dag
in de hoofdstad des rijks, in de onmiddellijke omge
ving der hooge jubilarissen is geschied.
Te half elf uur was de plechtigheid in de Nieuwe
kerk geëindigd; te 1 uur zou de keizer van Rusland
per Rijnspoorweg aankomen. Eene sterke militaire
wacht (voetvolk en ruiterij) en politie weerden ieder
van het uitgestrekte terrein. Slechts enkele bevoor
rechten werden op het terrein en het perron toe.
gelaten.
De versieringdie op bet perion en in de wacht
kamer was aangebracht, was prachtig. Allerwege een
rijke schat van bloemen, planten en Oranjeboomen?
met smaak gerangschikt en omgeven door draperiën
van nationale kleuren. De Russische vlag hing zuster
lijk naast de Nederlandsche. De bodem was met ta
pijten bedekt, die zich van het perron door de wacht
kamer tot aan het buitenplein uitstrekten.
Omstreeks te 127» uur verscheen de stoet van den
Dam, om den czaar af te halen: zijne majesteit de
koning, de prins van Oranje, prins Alexander, en
de hertog van Saksen-Weimar, allen met eene aan
zienlijk gevolg.
Te 1 uur verscheen de keizerlijke extra-trein,
waarin zich de czaar met prins Hendrik en het aan
zienlijk gevolg van den keizer bevonden. Odzs koning
stond aan den rand van het perron, kennelijk met het
levendigst verlangen om den czaar zoo spoedig moge
lijk te begroeten, die zijnerzijds den koning op het
platform van het rijtuig tegemoetkwam, nog voor de
trein stopte. Op hetzelfde oogenblik lagen beide vorsten
in elkanders armen; de omhelzing was langdurig en
innig en herhaalde zich met onverflauwde warmte.
De groep door de beide monarchen gevormdomringd
al3 zij waren door zoo vele aanzienlijken in de schitte
rendste en meest verscheiden groot-uoiformenen ter
wijl de militaire muziek het Russisch volkslied speelde,
maakte grooten indruk.
De koning riep Vive VEmpereurwaarmede al de
aanwezigen herhaaldelijk instemden.
Daarop volgde eene korte presentatie, en toen deze
was afgeloopen namen de vorsten met al de overigen
in de hofrijtuigen plaats en vertrok de stoet te
midden van het gejubel der menigte naar het paleis.
Z. M. de keizer heeft Amsterdam te 4 uren weder
verlaten.
Niettegenstaande den aanhoudenden regen nam te
ongeveer half twee de optocht een aanvang, waarvan
vooral het gecostumeerde gedeelte indrukwekkend moet
zijn geweest. De stoet bestond uit twee afdeelingen:
eene historische en eene allegorische. De eerste telde
7 groepen, welke elk ongeveer uit een 50tal per
sonen was samengesteld. Deze groepen stelden elk afzon
derlijk de tijdvakken der zeven stadhouders uit het
huis van Oranje voor. De hoofdpersonende prinsen
en hnnne bloedverwanten, de edelen en bevelhebbers
waren te paard gezeten, terwijl beroemde personen en
eigenaardige groepen uit elk tijdperkbenevens voet
knechten en lijfwachten te voet volgen. De costumes
moeten over 't geheel schitterend en getrouw historisch
zijn geweest; zelfs hadden enkele personen zichtbaar
getracht hun geheele uiterlijk zooveel mogelijk in over
eenstemming te brengen met de traditioneele afbeel
dingen, die van onze stadhouders bestaan. In dit opzicht
moeten Willem de Zwijger, prins Maurits, Engeland's
koning Willem de Derde en Willem de Vierde ver
dienen te worden genoemd.
Als historische personen in de eerste groep, die van
prins Willem I,. zag men zijn ondsten zoon en vier
zijner broeders, de roemruchtige graven van Nassau,
graven van Egmond en Hoorne, Bloys van Treslong,
en Marnix vau St. Aldegonde, allen te paard, terwijl
onder de voetgangers Leiden's burgemeester, Pieter
Adriaanszoon vau der Werff, Coornhert, Leonius en
anderen volgden.
Onder de tweede groep, die van den held prins
Manrits, reden, behalve vier graven uit het huis Nassau,
de bekende en roemruchtige aanvoerders van Maurits'
ruiterijPaulus en Marcelis Baxen de stichter van
BataviaJan Pieterszoon Koengevolgd door Javanen.
Te voet gingen o. a. in deze groep Joan van Oldenfcar-
neveld, de noordpoolreizigers Willem Barendts en
Jacob van Heemskerk, de schilder Frans Hals, de
hoogleeraar Vorstius, de waterbouwkundige Leeghwater
en andere beroemde mannen uit dit aan groote mannen
zoo rijke tijdperk.
In de groep van prins Frederik Hendrik trof men
o. a. Ernst en Hendrik Kasimier aan, Hugo de Groot,
Pieter Cornelisz. Hooft, Vondel en Cats, Brederodeen
Vossins, Piet Hein en Tromp, Witte Cornelisz. de
Witt en den bouwer van „'t achtste wonder" op den
Dam, Jacob van Campen, de schilders Rembrandt en
van der Helst, en anderen.
In de vierde groep, die van Willem den Tweede,
vond men onder de personendie te voet volgen, Abel
Tasman, Jacob Ruyadael, Meijndert Hobbema en andere
groote mannen.
Onder de vijfde groep was ook begrepen het roemrijk
tijdperk van Johan de Witt, die zelf met van Beu-
mogen, de Ruiter, Tromp en de Evertsens dien tijd
vertegenwoordigden. Fagel en Coehoorn volgden onmid
dellijk achter den derden Willem.
Bij de groep van Willem den Vijfde trok vooral de
aandacht de hoogst interressante en eigenaardige groep
van Javanen, aangeboden en samengesteld door het
koninklijk zoölogisch genootschap Natura Artis Magistra,
waaronder twee Javaansche regenten en een jonge
Javaansche prins, gezeten op Javaansche paardjes en
geheel omgeven van het gevolg en het ceremonieel van
hun land.
Na deze zevende groep begon de tveede af deeling,
welke geopend werd door den zoogenaamden konings
wagen, waar tegen de drie zijden van een kolom,
welke op een ruod flaweelen kussen de emblemen der
koningswaardigheid, scepter en kroon, draagt, de borst
beelden der drie koningen uit het huis van Oranje
geplaatst zijn. De bodem van den wagen was opgevuld
met kenr van prachtige bloeiende bloemen, terwijl voor
en achter op den wagen tropeeën van nationale vlag
gen geplaatst zijn. In den rand waren de wapenschilden
der provinciën en der hoofd- en hofstad geplaatst.
Hierop volgde een reeks van allegorische voorstel
lingen, te lang om in eene beschrijving te treden, doch
die evenzeer door schoonheid van uitvoering moeten
uitgemunt hebben. Te 6 uren verschenen de vorstelijke
en andere gastenonder de tonen van het Wilhelmus,
in de feestelijk versierde zaal van het Paleis van volks
vlijt, waar het diner hun werd aangeboden. De tafels
wartn in den vorm van een hoefijzer ingericht en in het
midden daarvan een lange tafel. Aan het hoofd zat de
koning, rechts de koningin, links prinses Sophia, ver
der rechts de groothertog van Saksen Weimar,zwager
des koriïngs, en daarnaast prins Alexanderweder links
prins Frederikverder aan eene tafel rechts en links
dames van het hof, grootwaardigheidsbekleeders en
gezanten, onder welke de pauselijke nuntiu3. Recht
tegenover den koning was de commissaris des konings
van de provincie Noord-Holland, baron Röëll, rechts
van dezen de burgemeester van Amsterdam en links
dieDS echtgenoote gezeten. De ministers en andere
autoriteiten, onder welke de commissarissen der ver
schillende provinciënzaten aan de hoofdtafel. De tafel
was rijk en sierlijk met bloemen getooid; vóór het
vorstelijk paar stond een groot zilveren plateau met
reusachtigen bloemenruiker, terwijl het licht uit duizen
den waskaarsen wedijverde met de gasverlichting. Te
ruim 9 uren stond de burgemeester van Amsterdam op
teneinde een toast uit te brengen op den koning, de
koningin en de verdere leden van het koninklijk huis.
De koning, onmiddellijk opstaande, zeide ongeveer:
„Ik voel mij gelnkkig den dronk op de koningin, op
mij en op mijn huis uitgebracht, te beantwoorden. Ik
wenech dit te doen door een feestdronk in te stellen
op den bloei en de welvaart, op de ontwikkeling, op het
welzijn van Neêrlands hoofdstaden ik zal dezen toast
besluiten met de bededat Amsterdam steeds dezelfde
liefde jegens het huis van Oranje moge blijven koeste
ren. Wat in mijn vermogen is, zal ik bijdragen om de
toegenegenheid en liefde onwankelbaar te doen blijven
van het huis van Oranje tegenover Amsterdam."
Persoonlijk hief de koning daarop een hoera! aan.
Kort daarna, omstreeks half tien, werd de tafel
opgebroken.
De Staats courant van 12 Mei jl. bevat een konink
lijk besluit van den dien dag, waarbij een afzonder
lijke medaille wordt ingesteld ter uitreiking aan allen,
zonder ouderscheid van rang of graad, die deel heb
ben uitgemaakt van de in 1873 en 1874 of in éen
dier jarennaar Atchin gezonden of in 1874 nog te
zenden zeemacht of expeditionaire troepen, of die
daarbij in eenig burgerlijk ambt of bediening plaatse
lijk zijn werkzaam geweest.
Deze medaille zal worden vervaardigd uit het in
Atchin gedurende de jongste expeditie veroverde ge
schut.
Zij zal zijn rond en verguld, dragende op de voor
zijde 'skoniDgs beeltenis, omringd door het gebruike
lijke randschrift, en op de keerzijde het opschrift:
Atchin/1873 en 1874, omringd door een krans van
lauweren en eikenbladeren.
Deze medaille wordt op de linkerborst gedragen aan
een Oranjelint, ter breedte van 3.8 centimeter.
Het lint wordt niet zonder de medaille gedragen.
De medaille wordt slechts eenmaal uitgereikt.
Het programma der liberale partijonlangs te Am
sterdam opgemaakt, is op twee vergaderingen van de
kiesvereenigingen de Grondwet en Burgerplicht ter
sprake gebracht. Eerstgenoemde vereeniging is, na
eene weinig geanimeerde, doch welwillende discussie,
tot het besluit gekomen: 1<> dat samenwerking der
liberale kiesvereenigingen te Amsterdam op een pro
gramma wenschelijk is; 2" dat daartoe het opgemaakte
ontwerp-programma niet als grondslag kon strekken,
doch het bestuur gemachtigd werd tot het opmaken
van een nieuw ontwerp.
In Burgerplicht waren de beraadslagingen levendiger*
De eerstgestelde vraag: Wil de kiesvereniging samen
werking tnsschen de liberale partij in Amsterdam?
werd toestemmend beantwoord. De tweede vraag,
door den voorzitter mr. J. Domela Nieuwenhuijs gesteld,
luiddeZal de samenwerking plaats hebben op grond
van het in behandeling zijnde concept-programma?
Na eenige redevoeringen over de onderdeelen van het
programma, zoomede over de richting en de verhouding
der verschillende kiesvereenigingen tot elkander werd
deze vraag vervangen door eene motie van den heei
dr. H. F. R. Hubrecht, strekkende om het programma
te stellen in handen van het bestuur, teneinde daar
over een prae-advies uit te brengen. Terwijl hierover
beraadslaagd werd, kwam het bericht binnen de ver
gadering dat de Grondwet zich niet met het concept
programma vereenigd had. Gedeeltelijk onder den
indruk hiervan, werd de motie van deu heer Hubrecht
met 37 tegen 19 stemmen aangenomen.
Bij koninklijk besluit vau den 29" April jl. is de
heer J. C. F. Reelfs erkend en toegelaten als consul van
het Duitsche rijk te Paramaribo.
Benoemingen en besluiten.
VEREENIGING3N. Eervol ontslag verleend, op verzoek,
aan G. Eisen, Roomsch-katholiek deken en pastoor te
's Gravenhage, uit zijne betrekking van lid van het
hoofdcomitó der Nederlandsche vereenigiDg tot het ver-
leenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in
tijd van oorlog, en zulks onder dankbetniging voorde
door hem in die betrekking bewezen diensten.