heidspolitie bevindt. De vrije nijverheid moet hier
beperkt worden ten behoeve van het algemeen belang,
omdat de vrije werking der individuele krachten hier
niet voldoende is. Dat, hier geene volledige regeling
wordt voorgedragen, erkende spreker, maar ook En
geland had drie vierde van eene eeuw noodig om tot
zulk eene volledige wetgeving op dat stuk te geraken.
Daarom was 'tzaak en kon het niets praejudicieercn om
althans nu te beginnen met de vestiging van een begin
sel en gaandeweg de regeling uit te breidennaar de
van regeeringswege te «loene voorstellen. Maar ook
hij wenschte afzonderlijke regeling van den leerplicht
en verder achtte hij het toezicht over de handhaving
der wet, slechts dcor speciale inspecteurs mogelijk.
De heer G, van Nispen zon gaarne er toe medewerken
om het ontwerp door amendementen aauuemelijk te
maken. Waar het een groot volksbelang als het tegen
woordige geldt, komen er geeue „noodbruggen" te pas en
kan er volkomen toenadering bestaan. Maar hij verde
digde de kerk tegen de beschuldiging van plichtverzuim.
De kerk heelt integendeel voor het onderwijs der kinde
ren gezorgd. Maar het middel om de openbare schooi
voor allen toegankelijk te makenis niet afdoende.
De kerk wil een onderwijs, dat geheel van een godsdien-
stigen geest doortrokken is. Op Pruisen kan men zich
niet beroepen, want Pruisen is groot geworden door
gezindheid8scholen die de nationale eenheid niet ver
breken: getuige 1870. Dat de heer van Houten, zeido
spreker, om ook hier te lande dat mogelijk te maken
door snb8idiën. In geen geval zal spreker met den leer
plicht méégaan, dien hij gewetensdwang acht.
De heer Saaijmans Vader wenschte gelijk de heer van
Looneene regeling van regeeringswege, doch dau met
inachtneming van de rechten der ouders, voortsprui
tende uit het godsdieustig beginsel van het vaderlijk
gezag. Met het denkbc-eld zelf was spreker ingenomen,
maar het moet anders worden toegepast.
Do heer Fabius brengt den heer van Houten niet alleen
hulde en dank. maar betuigde ook zijne volle adhaesie
aan 't ontwerp.
De heer Bergsma verdedigde mede het hoofdbeginsel.
De regeling berust z. i. op een der hoogste quaestien
van mensehenrecht, uitgaande van het beginsel dat een
kind beneden den leeftijd van 12 jaren alleen zich zelf
behoort cn niet aan de kerk noch aau den staat, noch
aan de ouders. Verder betoogde bij in groote trek
ken de noodzakelijkheid der regeling van het lot der
kinderen, vooral ook die voor veldarbeid gebruikt
worden.
(De heer Kerens heeft voorgesteld de artt. 13 te ver
vangen door deze bepaling.
„Art. 1. De arbeid van kinderen beneden de twaalf
jaren is verboden iu mijneu, fabrieken en werkplaatsen
waarin meer dau 20 werklieden gebezigd worden.")
Zitting van Vrijdag 1 Kei.
(Per telegraaf
Bij de voortzetting der discussiëu over bet wetsvoor
stel van den heer van Houten, betreffende den arbeid
van kindereuwerd dit voorstel door den heer Moens
verdedigd, die echter een afzonderlijke regeling van
deD leerplicht van regeeringswege verlangde.
De heer van Houten heeft vervolgens zijn wetsvoor
stel breedvoerig verdedigd en verklaarde daarbij het
eerste gedeelte daarvan te handhaven. Het tweede
gedeelte, betreffende den leerplicht, heeft hij inge
trokken.
De minister van binuculandsche zaken verklaarde
dat de regeeriug bereid is, om overeenkomstig het hoofd
denkbeeld van den heer van Houten de uitvoering van
bet wetsvoorstel voor te bereiden, doch dat zij hare eind
beslissing afhankelijk stelde van hetlotder voorgestelde
amendementen.
■©uticolcmö.
Algemeen ovorziclit.
Heilige tyd geleden werden door de Wiener Pr case
eenige diplomatieke stukken openbaar gemaakt, die in
de politieke wereld in Dnitschlaod groote sensatie hebben
veroorzaakt. Zij bestonden uit twee brieven en eene
memorie docr graaf Aruim, toen gezant van Pruisen
bij den paus, in 1870 tij deus het oecumenisch concilie,
betreffende hot oafeilbaarheids-dogma geschreven. Met
bewonderenswaardige juistheid werd daarin voorspeld
welke de gevolgen van de afkondiging van dat leerstuk
zoudeu wezen en welk een hevige strijd tusscheu staat
en kerk daaruit in Pruisen zou voortvloeien. Hij wees
er op dat in Rome eene machtige oppositie bestond tegen
de vorderiugeu der beschaving, legen de moderne wereld
beschouwing en baar politieke beginselen. Wanneer de
macht van die oppositie werd bevestigd on bet dogma
der onfeilbaarheid werd afgekondigd dan zou daarvan
niet een volledige scheiding vao kerkenstaat het gevolg
wezen, uiaar wel een scherp: strijd van geestelijk gezag
tegen de wereldlijke macht. Die strijd zou een aanvang
nemen ov^r de verkiezing van bisschoppenhet zou
niet mogelijk zijn om do vakante bis&obopzetels te be
zetten de jezuïeten zoudeu worden verdrevenmen zou
maairegelen Lemen tot beperking der individueele vrij
heid, eu die van de kloosterorden aan banden leggen;
aau aanstaande geestelijken zou worden verboden in
Rome te gaan studeeren, en behalve dit alles zou men
aan de kerk iederen invloed op do scholen ontnemen.
Leze voorspellingen zijn zoojuist uitgekomen, dat de
onderstelling niet gewaagd schijnt, dat graat Arnim
volkomen op de hoogte was van de plannen vau Bismarck
ten opzichte van de tegenover de kerk te volgen poli
tiek; slechts de maatregelen tegen de bisschoppen ge
nomen ontbroken aan het programma door den Duitschen
diplomaat medegedeeld. Dat dit terstond aanleiding gaf
tot een levendige polemiek in de Duitsche bladen kan
geen verwondering baren. De uliramoutaanschen vooiden
deze documenten terstond aan als een bewija, dat de Prni-
sischo regeering toen reeds, in 1870, naar een conflict met
de Roomsohe curie haakte. De Norddeulsche nligemeine
Zeituog echter deelde in antwoord op deze beschuldiging
de instructiëu mede, die door de Pruisische regeering aan
den gezant te Rome waren gezondeu ea waaruit moot blij
ken, dat prins Bismarck aanraadde om alles te vermijden
wat tot eeu openlijke b-euk met den heiligen stoel zou
kunnen leiden of aanleiding zon kunnen geven tot een
strijd mot de clericalen in Duitschland. Dit bewijst
echter niet dat het door den heer von Arnim medege
deelde programma niet bestor d en de offieieuse Duitsche
bladen toonden zich dan ook zeer vertoornd over de
handelwijze van graaf Arnim om d.eze officieel e documenten
openbaar te maken, hoewel de echtheid daarvan nog
niet boven allen twijfel verheven was. Aau dien twijfel
maakte graaf Arnim echter een einde door een brief,
die in de Augsburgsche Zeiting werd openbaar gemaakt,
cn welke hij den 21cn April jl. aan den hoogleeraar
Döllinger te Müachcn Leeft gezonden, waarin hij ver
klaart, dat de medegedeelde documenten volkomen
authentiek zijnbeba-ve dat er eenige kleine wijzigingen
in zijn gemaakt cm geen personeB te kwetsen.
De verbittering der offieieuse organen werd daardoor
nog grooter en dezer dagen kwamen geruchten in
omloop, dat graaf Arnim van zijn gozautschaps-post te
Constantiuopel, waartoe hij pas is benoemd, zou worden
ontzet. Men verweet hem, dat hij in zijae betrekking
van gezant te Rome omtrent de belangrijkste politieke
vraagstukken denkbeelden had voorgestaan, die geheel
in strijd waren met de politieke beginselen der regeering
en dat hij zijne verplichtingen als diplomaat had ge
schonden door het openbaar maken van de genoemde
documenten. Gisteren werd echter uit Bcriijn getele-
grapheerddat de heer von Arnim niet zou worden
ontslagen, doch door zijne regeering tot verantwoording
was geroepen, maar heden wordt gemeld, dat het
omslag van den heer von Arnim zeker is en dat de heer
Eicbmann, in wiens plaats de heer von Arnim tot
gezant was benoemdlast had gekregen om te Constan-
tinopel te blijven totdat zijn opvolger zou aankomen.
Het schynt dus dat de heer von Arnim aan de onte
vredenheid van Bismarck zal worden opgeofferd.
De graaf vau Ci ambord is zoek; niemand schijnt te
weten waar hij is. In plaats van te Versailles te zijn
aangekomen, waar hij, zooals wij eergisteren op gezag
van de Rèpublique Iramjaisc meldden, bij ziju vrieud,
den heer de la Rochette werd verwacht, werd gisteren
uit Parijs getelegrapbetrddat de graaf' den 23tn April jl.
vau Weenen naar Frobsdoiff was vertrokken en sedert
die plaats niot meer had verlaten. DeParijscheLiberié
verzekert echter, dat Henri V den 29:u April jl. van
Frohsdorff was vertrokken, dcch zender vermelding
waarbeen hij zich heeft begeven. Wellicht is hij toch
in stilte naar Frankrijk gegaan om zich incognito eens
te overtuigen van den toesiaud in zijn rijkwanneer hij
onpartijdig wil cordeeleu zal bij moeten erkennen, dut
de teekenen des tijds hem niet gunstig zijn.
Griekenland, iets minder vruchtbaar dau Spanje iu
mieisterieele kabiuettenverkeert weder in een ministo-
rieele crisis. Het kabinet Buigaris heeft aan de kamer
medegedeelddat het zijn ontslag had aangeboden,
doch de beslissing van den koning is nog niet bekend.
Na de aanneming vau het legeeringsvoorstel tot
afschaffing van de belasting op de paarden, zoodanig
gewijzigd dat het iu plaats van met 1° Januari a. reeds
met 1° Juli a. iu werking treedt, besloot bet Eugeltrcho
lagerhuis de discussiëu over de begrooting te verdageu
tot Maandag a. Door den heer Cross werd een wets
voorstel ingediend strekkende om wijzigingen te bren
gen inde wet, onder let ininisterie-Gladstone ingevoerd,
betRffsnde den verkoop vau sterke dranken. Daar de
dronkenschap geweldig toeneemt wenscht hij dat stren
gere bepalingen zuilen worden gemaakt en het uur
der sluiting van de herbergen bij do wet zal worden
vastgesteld. Hot voorstel is tot de eerste lezing toege
laten.
Belgische brievea.
Brunei 30 April.
Drie jaren geieden heeft de heer Juies Malon in twee
redevoeringen, waarin hij zijn programma ontwik
kelde, te St. Nicolaas uitgesproken, hetwelk hij als
senateur vertegenwoordigt, de liberale partij aangeval
len en door het slijk gebaald, vooral liet ministerie
Frère-Bara, dat hij beschuldigde agitatie en span
ning te verwekken cd in do meest scherpe en bijna
beleedigende woorden verweet dat hot de nationaliteit
van België geweld aandeed, door het te vervreemden
van het catholicisme.
Gedurende drie jaren heeft de heer Frèrc Orbau zich
op de lippen gebeten en gezwegen. Hij heeft geen
eigeulijke oppositie willen voeren tegen den man, die,
hoewel zijn tegenstander, steeds zekere beleefdheid jegens
hem in acht Dam, gedachtig aan den tijd waarin zij
te zamen op de schoolbanken zaten. Maar de lieer Fiére
Orbai. was echter niet tuinder gevoelig voor den trap
in do lendenenom deze uitdrukking te gebruiken, die
de heer Jules Malou hem toebracht op bet oogenblik
waarin hij uit het bewind werd gedreven, meer nog
tengevolge der groote gematigdheid, die hij tegenover de
clericalen had in acht genomen, dan door hun toedoen.
Gedurende drie jaren heeft de heer Jules Malou, die
deu held rou blik en de verpletterende dialektiek van
den heer Fiére Orban vieesde, dezen en ziju politieke
vrienden met allerlei liefelijkheden overladen, om den
naijver van de leden der rechterzijde op te wekken.
Ik heb n indertijd de bittore klachten medogedeeld,
die 8ommigo clericalen daaromtrent hebben uitge
sproken.
De heer Frère Orban heeft hem laten begaan. Hij
scheen geheel ongevoelig te zijn geworden. Sedert
eenigen tijd echter het tijdstip der vernieuwingen
voor de helft van do beido kamers nadert heeft hij
zich weder opgericht eu dreigt bij den heer Jules Malou
te zuilen omverwerpen. Het is bekend op welke wijze
de heer Jules Malou is aangevallen iu de onlangs plaats
gehad hebbende discussie over de havenwerken te
Antwsïpen en over de ongelukkige verbintenissen die
hij had aangegaan. Dit was echter niet het oogenblik
waarin men bres wilde m3ken ter bestorming van het
ministerie. Dinsdag en Woensdag, bij gelegenheid der
behandeling van het budget van openbare werken, heeft
de heer Frère Orban den strijd aanvaard, en hoewel
hij nog geen meester is van de vesting, is hij toch
reeds zoover gevorderd, dat verwarring en ontmoedi
ging heerschen in bet ciericale kamp.
Na betoogd te hebben dat de ciericale party geen
enkele der plechtige beloften nagekomen was, welke
zij in haar programma opgenomen had, zette hij uiteen
hoezeer het beheer der spoorwegendat de clericalen
beweerden te zullen hervormenonder de leiding der
twee katholieke kabinetten sedert 1870 achteruitge
gaan was.
Iu 1870, zeide do redenaar, na de verlaging der ta
rieven, outviDg de staat 16 millioen. In 1873, het jaar
nadat de groote hervormers van de spoorwegen zijn
opgetreden, zijn de exploitatie-kosten geklommen tot
80 ten honderd. Nu zal inen zeggen dat de uitgaven
ook grooter zijn geweest dan in vroeger jaren. Dit
is waar. Maar andere maatschappijen, met wie het
zelfde gebeurd is, hebben zulk eene schade Diet geleden.
De exploitatiekosten van de grand central-maatschappij
by voorbeeld zijn gestegen van 49 tot 56, terwijl die
van den staatsspoorweg op eens geklommen zijn tot 73
ten honderd.
Het is waai lijk ongelukkig voor het ministerie dat
het zulke schoone beloften gedaan heeft, om tot een
dergelijke uitkomst te geraken. De exploitatie der spoor
wegen is in hauden dezer regeering bepaald allerna-
deeligst geweest.
Men zou het tegenwoordige ministerie den naam
kunnen geven vanministerie van het baukroet.
Geen zijner verbintenissen is het nagekomen en het
heeft de meerderheid op dien weg medegesleept.
Van het geheele staatkundig programma is goen let
ter tot stand gebracht.
In plaats van staatslieden hebben wij zaakwaarne
mers aan het bswind gehad. Heeft het land er iets bij
gewonnen? Zijn de zaken ten minste behoorlijk waar
genomen?
Do heer Frère stelde niet alleen deze vraag, maar
hij gaf er ook het antwoord op. Indien hij aan den
verpletterden bijnaam „ministerie van het bankroet" nog
geen woord toegevoegd heeft, dat nog meer vernieti
gend en nog grievender voor den heer Malou zou ziju
geweest, zweefde die uitdrukking toch op de lippen
van allendie den leider onzer oppositie op de vol
gende wijze hoorden vervolgen:
„Ik zeide dit mij feiteu bekend waren, vau welke
ik geen gebruik gemaakt heb. Ik heb daarmede een
plicht verzuimd, en ziehier het bewijs vau dat verzuim.
De Graud-central vormt eene groep van verschillende
iu exploitatie zyude spoorweglijuenhet is niet zoozeer
eeue maatschappij als wel een syndicaatopgericht mot
het doei om concurreerende lijnen tegenover die van den
staat in het leven te roepen.
„Het gevolg hiervan is dat alle maatregelen der
regeering een rechtstreekschen invloed op de Grand-
ceutral uitoefenen. De Graud central beklaagde. zich
bij voorbeeld in brochures over de verlaging dei tarieven.
De heer Wasseige heeft de tarieven verhoogd. Hier
door komt het dat men nu goedkooper vau Brussel
naar Charleroi reist met de Grand-centraldan met
den staatsspoorweg.
„Het geheele bestaan van de Grand-central berust in
zekeren zin op losse en kunstmatige grondslagen. De
lijnen, waaruit deze maatschappij samengesteld is, zyn
oorspronkelijk locaal geweest, maar Jn groote ïynea