MIDDELBURG SCHE
C O U R A N T.
F 104.
Zaterdag
1874
2 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2« Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m.., franco 5b f 3.50.
Middelburg I Mei.
De minister van koloniën heeft, uit naam en op ver
zoek van den luitenant-generaal van Swieten, aan de
eersto kamer deu dank van do zeo- en landmacht bij
de expeditie tegen Atchin en die van den oppei bevel
hebber betuigdwegens het door de kamer op den
9*u April uitgebrachte votum van hulde.
Ten voordee'e der nagelaten betrekkingen van de
gesneuvelden in Atchin zal uitgegeven worden eene
dezer dagen bij het ministerie van koloniën ontvangene
prachtige reeks photographiache afbeeldingen van den
kraton den missigit en andere belangrijke plekken
van het tooneel des oorlogs. Deze platen zijn vervaar
digd door de geëmployeerden van het topograpbisch
bureaudat de expeditie vergezelde en photographie-
toestelkn met zich veerde.
Naar wij vernemen hebben ook de niet gegoede be
woners van het Seisplein alhier met bijna eenpaiige
stemmen besloten om op hunne wijze en overeenkomstig
hnnne krachten den 12cn Mei hunne wijk te versieren.
De keizer van Rusland zalnaar wij vernemen, met
zijn particulieren trein over Keulen en Kempen, verder
over Veu'o langs de staatsbaan, en van Utrecht langs
den Rijnspoorweg naar Amsterdam reizen.
Dcor den gemeenteraad van Rotterdam is, op voor
stel der kamer van koophandel aldaar, bepaald dat
den 21'-" Mei aldaar geen beurs zal worden gehouden.
Het rijksmuseum van schilderijen Ie 'a Gravenhage
dat wegens reparatiën gedurende eeoigen tijd gesloten
is geweeBf, wordt Maandag den 4en Mei weder voor
het publiek open gesteld.
De Staats-courant van heden bevat de wet van den
I8tn April jl., houdende bekrachtiging van kredieteD,
door den gouverneur generaal van Nederlandsch-Indië
geopend boven de begrooting van Nederlandsch-Indië
voor het dienstjaar 1873, vastgesteld bij de wet van
15 November 1872 (Staatsblad n° 127) en verhoogd bij
de wet van 17 Juni 1873 (Staatsblad n° 89).
Op de voordracht ter voorziening in de vacature van
raadsheer in het provinaal gerechtshof van Groniogen,
ontstaan door het overlijden van mr. C. W. Dull, zijn
geplaatst de bceren: mr. J. Gockinga, rechter te Gronin
gen mT. J. Modderman, griffier bij bet bof van Groningen;
m7. H. D. Guyotrechter te Groningenmr. M. A Eek-
hout, rechter te Dordrecht; mr. J. Offerhaus, kanton
rechter te Winschotenen jonkheer mr. J. R. vanldde-
kinge rechter te Groningen.
Benoemingen en besluite».
ridderorden. Vergunning verleend aan J. H. graaf
vaD Rechteren Lirapurg, te Dalfsen, tot het aannemen
en dragen der versierselen van ridder 4e klasse der
Kroonorde, hem door Z. M. den Duitschen keizer,
koning van Pruisen, geschonken; aan den onderinten
dant 2e klasse bij de militaire administratie van het
leger in Ncderlandsch-Indiö P. F. Kraal, en aan den
officier van gozondheid 2e klasse bij dat leger dr. C. H. A.
Westhoff, voor zooveel eerstgenoemden betreft tot bet
aannemen der decoratie van ridder der orde van de
Kroon van Italië, hem door Z. M. den koning van Italië
geschonken, en voor zooveel laatstgenoemden aangaat,
tot het aannemen der medaille voor niet-strijdenden,
ter herinnering aan deo oorlog van 18701871, hem
door Z. M. den Daitsckeu keizer, koning van Pruisen
geschonken; aan den gouverneur-generaal van Neder
landsch-Indië, mr. J. Loudon, en aan diens adjudant,
den luitenant-kolonel der artillerie van het leger daar
te lande, J. I. de Rochemont, tot het aannemen der
versierseleu respectievelijk van grootkruis en van rid
der le klasse der Hertogelijk Saksische huisorde van
Ernest, bun door Z. fl. den hertog vau Suksen-Coborg-
Gotha geschonken.
leger. Benoemd bij het wapen der artillerie tot
gen era al-majoor de kolonels F. van Exter, van den
staf van het wapenkommandant in de nieuwe Hol-
laodscho waterlinie benoorden de Lek, en E. J. Jacobs,
inspecteur vau het wapen.
Eervol ontheven van de waarneming der furctiën
van gouverneur der residentie de generaal-majoor F. C. H.
baron van Tayll van Serooskerkenaan wien bij be
sluit van 15 April jl. pensioen is toegekcud, en met
de waarneming dier funetiën belast de generaal-majoor
O. H. J. Michelhoff, benoemd plaatselijk kommandant
der residentie.
Gemengde berichten.
Te 's Gravenhage zijn in bet hotel Paulez afge
stapt eenige officieren vau het te Vlissingen liggende
keizerlijke Russische stoomjacht Livadia.
Te Breda is op de civiele terechtzitting der arron
dissementsrechtbank de beer ir.r. J. G. A. Gouverneur,
sedert Sü jaren het ambt van procureur uitgeoefend
hebbende, na in eene zaak zijne conelusiëu te hebben
genomen, plotseling door eene hevige beroerte getroffen,
tengevolge van welke hij twee uren later in de audiën
tiezaal overleed.
Uit Amsterdam wordt medegedeeld dat het pas
sief der gefailleerde kassiers futoa J. H. Sehuijmer en
zonen 600,000 bedraagt. De gevluchte firmant heeft,
naar men beweert, ongeveer 130,000 medegenomen.
Te Amsterdam heeft do beer Li ysou (père Hya-
cintbe) voor een talrijk gehoor i.i de Waalsche kerk
gesproken over de hervorming in het huisgezin, welk
eene behoefte van de katholieke kerk is.
Mr. J. C. M. van den Honert, voorzitter der arron
dissementsrechtbank te Gori'flcijem, en bekend als de
opvolger van wijlen zijn vader in het bewerken der
verzameling van arresten van den faoogen raad der
Nederlanden, is den 30cn April overleden.
Thermometerstand.
30 Apr. 'sav. 11 u.49gr.
1 Mei'a morg. 7 u. gr.'s50 midd. 1 a. - 6 gr. 'sav.ö u.50 gr.
Verkoopingeu en aanbestedingen.
Heden werd aao het gebouw van het gewestelijk
bestuur alhier aanbesteedhet maken van eenige bui
tengewone werken aan de haven te Breskens waarvoor
het minst werd ingeschreven door dea heer A. Rinders
te Breskens, voor ƒ4298.
Het bestuur van het waterschap Scbonwen heeft
gisteren te Zierikzee ia bet openbaar aanbesteedbij
inschrijving en opbod, het vernieuwen en herstellen vao
de gewone aarde-, kram-, ija- en steenglooiingswerken
vau gemeld waterschap in 1874 in zes perceelente
weten: lc perceel (Zuidhoek) aannemer J. de Rijke jr.,
te Stavenisse, voor 5250; 2° perceel (Borrendamaie)
aannemer L. vau der Ploeg, te Zierikzee, voor ƒ5900;
3e perceel (Flauwer?) aannemer J. van der Linden te
Zierikzee, voor ƒ2075; 4e perceel (Koudekerke) aanne
mer K. Zouoerte Burghvoor 55005e perceel
(Scbarendijke) aannemer H. Ringelberg, te Duivendijke,
voor ƒ10900; 6° perceel (LangeDdijk en Brouwershaven
aannemer H. R.ngelberg, te Duivendijke, voor ƒ124,50.
St.it en-generaal.
tweede kamer.
Zitting van Sondcrdag 30 April.
(Nader verslag.)
De beraadslaging werd voortgezet over het wetsvoor
stel van don heer van Houten om den overmatigen
arbeid en de verwaarloozing van kinderen te beletten.
De heer Mackay wees er op hoe staatstusschenkomst
hier wordt ingeroepen door de ouders zeiven en ook
door vele werkgevers. Dat deed zijne aarzeling om de
staatsbemoeiing in te roepen wijken. Hij wilde die
echter tot een minimum, zou zich verzetten tegen be
perking van het aantal werkuren en tegen ai wat zou
kunnen leiden (dit ontwerp had echter die strekking
niet) tot regeling van den arbeid door den staat. Mate-
rieele nadeelcn van dezen maatregel voor de industrie
vreesde hij niet. De ervaring in Engelandwaar ook
het staatstoezicht op de fabriekskinderen beslaat, verge
leken met die van België, waar zij niet gevonden wordt,
bewijst dat. Ook wat de resultaten betrelt, beriep hij
zich op Engeland en op het oordeel van gezaghebbende
mannen daar te landewaar de Tories bet hier voorge
dragen beginsel, dat dan ook een wezenlijk conservatief
beginsel is, hebben ingevoerd. Maar hij wtnschte dat
de heer van Houten het element van den leerplicht uit
het ontwerp verwijderde, omdat het er niet in behoort.
De lieer Bredius zag in 't ontwerp een begin van
oplossing der sociale quaestie, omdat men hier te doen
had met een maatregel als gevolg van den aandrang uit
de arbeidende klasse zelve opgegaan, om hulp van dea
staat tot ontwikkeling van haar physiek en intellectueel
gehalte. Wanneer de werklieden zeiven niet zorgen
voor de verstandelijke en h'cliamelijke ontwikkeling der
kinderen, dan was't, omdat niet allen denzelfden weg
opgingen en van eenzijdige toepassing in deze ongelijk
heid van concurrentie zou ontstaan en ten andere omdat
-' dïèt geringe loon der werklieden in verzoeking brengt
van de kinderen verdiensten te trekken. Derhalve
racet de staat tot beteugeling van den kinderarbeid
optreden. Daardoor zal de industrie niet benadeeld,
maar ten langen laatsten bevoordeeld wordenomdat
men de lichaamskrachten spaart en de verstandskrach
ten oefent en daardoor gezonde en degelijke arbeiders
vormt. Hieruit blijkt tevens dat het een algeracen, een
staatsbelang is. Zonder te vragen naar politieke kleur,
onderzocht hij slechts of het voorstel beantwoordt aan
delessen der zedelijkheid en humaniteit, enalszoodanig
nam hij 't aan. Den leerplicht wilde hij absoluut; wan
neer op dat beginsel het tegenwoordige ontwerp zou
afstuiten, zoo wilde hij daaruit gelicht hebben al wat op
't onderwijs betrekking heett. Eukele bezwaren had hij
tegen de voorgestelde toepassing van het beginselbij
zou die trachten weg te nemen, maar het piincipe wilde
hij althans zien uitgemaakt, hetzij door een stemming
over 't ontwerp, hetzij bij wijze van motie.
De heer van Loon hield zich overtuigd, dat de heer
van Houten de bepalingen omtrent den leerplicht thans
wel uit 't ontwerp zal lichten, om althansop dit punt
het, van heterogene bestanddeelen ie zuiveren. Het
ontwerp was echter ook nog tweeslachtig doordien het
't Duitsche (prohibitieve) en liet Engelsche (regulatieve)
stelsel tegelijk huldigt. Hij waarschuwde dan ook tegen
het zetten van deu eersten stap op een gevaarlijken
weg en achtte 't beter, dat eene regeling werd voor
gedragen, met gebruikmaking van alle voorhanden
gegevens en waarvan men de gevolgen behoorlijk
kan overzien. Daarom was het de plicht der regeering
om hier handelend op te treden, en in dien zin trachtte
spreker eeno verklaring van den minister van binnen-
landsche zaken nit te lokken.
De heer Wintgens herinnerde reeds herhaaldelijk dc
noodzakelijkheid van de beperking van den arbeid dei-
kinderen en de gehoudenbeid der ouders om schoolon
derwijs aan hunne kiuderen te verschaffen, te hebbeu
aangetoond. Uit de discussie releveerde hij eenige
punten om die noodzakelijkheid nader te bewijzen. Met
genoegen constateerde bij den geest van toenadering,
welke uit de debatten blijkt en die hier vooral niet mag
gemist werden. Spreker sluit zich hier bij deu lieer
Kuyper aan, ook wat de schets der mishandelingeu
betreft, waaraan de kinderen blootstaan. Beide be
ginselen: regeling van den fabriekarbeid en van den
leerplicht, was spreker ten volle toegedaan. Wat het
laatste beginsel betreft, vroeg spreker, ware op dat
terrein geene toenadering te verkrijgen tot oplossing
van de quaestie van ouderwijs? Spreker had daarbij
'toog op Pruisen. In art. 23 van de schoolwet ligt
reeds het beginseldat de 8chool beschikbaar moet zijn
voor het godsdienstig onderwijs. Hij begreep volko
men dat men zich niet tevreden stelt met een zooge
naamd Christendom boven geloofsverdeeldheid en met
de philosifische waarheden, die op de openbare schooi
geleerd worden. Maar daarom moet de kerk ook zorgen
voor godsdienstonderwijs in de tusschenureti. In plaats
van te agiteeren, had tnen in dien geest moeten werk
zaam zijn; men bad dan het. lager onderwijs kunnen
completeeren,zonder de nationale eenheid te verbreken,
die met de gemengde school verbondeu is.
Iïoe 't zij, ondanks de leemteu die het ontwerp bevat,
in elk geval zou hij zich daarmede vereenigen om
althans eene eerste schrede te zetten op een goeden weg.
De heer van den Berch van Heemstede vereenigde
zich ten volle met de hoofdgedachte van het ontwerp,
waartoe de regeering reeds voor Jaog het initiatief had
moeten nemen. Maar hij formuleerde eenige wijzigin
gen welke hij in het ontwerp wilde brengenwaaruit
hij wenschte te lichten de bepaling omtrent het straffen
der ouders en al wat betrekking heeft tot den leerplicht,
omdat deze moet blijven rusten totdat eene herziening
van de schoolwet de concurrentie van het bijzonder
onderwijs zal hebben mogelijk gemaakt.
De heer de Bruyn Kops betoogde hoe de kamer zich
ten opzichte vau dit onderwerp op een normaal terrein
Ynu wetgeving, op het gewoon gebied van de nijver-