MIDDELBUR GSCHE
F 93.
laandag
1874.
COURANT.
20 April.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2<« Paasclr- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3lm.., franco is f 3.50.
Middelburg 18 April.
Tot aanvulling van bet in ons nomtner van Vrij
dag jl. opgenomen bericht omtrent de wijziging, welke
door het Middelburgsch departement der Maatschappij
tot nut van 't algemeen wordt voorgesteld in artikel 1
van de algemeene wet der maatschappij te breDgen,
wordt ons het navolgend afschrift der door het depar
tement aan het hoofdbestuur over dat onderwerp ge
richte missive toegezonden.
„Middelburg 15 April 1874.
„Daar bet departement Middelburg van de Maat
schappij tot nut van 't algemeen er grooten prijs op
stelt dat, bij de herziening der algemeene wet dier
maatschappij, art. 3 dier wet niet alleen behouden
blijve, maar ook in zijnen waren naam en natuurlijken
zio getrouw worde gehandhaafd, teneinde alzoo, bij
geschillen over godsdienst en staatkunde, menschen
van uiteenloopende meeningen daaromtrent met die
maatschappij zouden kunnen blijven samenwerken tot
verspreiding van algemeen volksgeluk, en het aan dit
departement voorkomt dat art. 1 dier wet, zooals dit
artikel thans is geredigeerd, het dier maatschappij,
vooral in onze dagen, moeilijk maakt, om zich van
partijkeuze in geschillen over godsdienst zorgvuldig
te onthouden, heeft dit departement, daarbij gebruik
makende van de bevoegdheid, door art. 95 der alge
meene wet aan de departementen verleend, en over
eenkomstig een in zijne heden gehouden vergadering
genomen besluit, de eer zoodanige wijziging van art. 1
voor te dragen dat dit artikel aldus gelezen wordt:
„„Het doel der maatschappij is algemeen volksgeluk te
verspreiden door het voortplanten van nuttige kundig
heden voornamelijk onder mingeoefenden, en door het
bevorderen van goede zeden.""
Gisteren avond trad in de Waalsche kerk alhier de
heer L. J. van Rhijn, predikant te Wassenaar, op ten
behoeve van het op te richten seminarie te Depok
nabij Batavia. Eenige bekende vrienden der zendings
zaak te Batavia woonachtigzooals de heer mr. L. W. C.
Keucheniusde predikant Schuurman e. a.staan aan het
hoofd der onderneming. Mea verlangt een kapitaal van
vijf ton, of wel een jaarlijksch inkomen, met de ren te
van dat kapitaal gelijkstaande, teneinde daarmede de
kosten van oprichting en instandhouding te dekken.
De bestemming van het seminarie is het opleiden van
geschikte inlanders voor de prediking van het evangelie
onder hunne landgenooten, als het meest geschikte
middol tot verspreiding van het Christendom. Aan de
benoodigde gelden ontbreekt nog een jaarlijksch bedrag
van /3000 of een kapitaal, in staat om deze rente op
te brengen.
De heer van Rbijn, door het te Amsterdam gevestigd
hoofdbestuur afgevaardigd om in de provincie Zeeland
voor de bevordering der zaak werkzaam te zijn, ktnt
door eigen ervaring Depok en de inlanders, daar hij
vóór eenige jaren in het belang der zendingszaak den
Indiechen archipel doorreisd heeft. Zijne voordracht
werd gisteren avond door het aanwezig publick met
belangstelling eu sympathie aangehoord.
Men schrijft ons uit Breda dd. 17 dezer:
„Heden overleed alhier de beer dr. A. A. van Heus-
denoud-hoogleeraar aan de koninklijke militaire acade
mie, een man, die gedurende de reeks van jaren, die
hij aan genoemde inrichting geplaatst was, steeds met
onvermoeiden ijver en erkende bekwaamheden het
onderwijs aldaar mede leidde.
„Bij de reorganisatie op wachtgeld gesteldbleef hij
toch steeds tot voor kort werkzaam aan alles, wat bet
onderwijs betrof, ook als voorzitter der plaatselijke
schoolcommissie en der commissie van bestuur van de
departementale school der afdeeling Breda van de
Maatschappij tot nut vaa 't algemeen, van welke
afdeeling hy president was. Hij was tevens ridder der
orde van den Nederlandscben Leeuw.
„Algemeen geacht en bemind om zijne boedanighe
den als geleerde en als menschwordt zijn verlies levendig
betreurd."
De kamer van koophandel eu fabrieken te Rotter
dam heeft een adres ran den minister van financiën
gericht, teneinde voorziening te verkrijgen in de ge
brekkige aankomst der postenspeciaal de Noortduit-
sche en de Russischeterwijl ook de Franscbe en En-
gelsche brieven oponthoud ondervinden in België.
In antwoord hierop heeft de minister te kennen gegeven
dat de vertragiDg der Franscbe post niet aan België ligt,
maar aan toevallige omstandigheden moet worden toe
geschreven; dat pogiDgen om de tweede Engelsche
post vroeger te doen aankomen de gewenschte uit
komst niet hebben opgeleverd; maar dat ten aanzien
van de Noordduitsche post het uitzicht bestaat, de
brieven reeds des morgens te half elf uren te Rotter
dam te doen aankomen.
Dezelfde kamer ontving Van den heer J. de Kater,
te Brouwershaven, het verzoek hare medewerking te
verleenen, tot de door hem aangewend wordende po.
gingen om van de regeering to verkrijgen het plaat
sen van boeien op de reede van Brouwershaven,
teneinde daaraan de schepen te kunnen vastmeeren en
op die wijze het lossen der lading, thans dikwijls met
veel bezwaar gepaard gaandete vergemakkelijken. De
kamer heeft daarop geantwoord dat het vergeefache
moeite zou zijn hierop aan te dringendaar de regee
ring waarschijnlijk antwoorden zou dat Brouwershaven
wel eene haven is om binnen te loopenmaar niet om
te lossen. Wendt Brouwershaven zelf zich tot den mi
nister, dan zal de kamer, indien haar advies alsdan
wordt ingeroepende zaak iu nadere overweging nemen.
De Staats courant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 16en dezerwaarbij de voorwaarden
worden vastgesteld voor benoembaarheid van hen, die
tot adjunct-landmeters bij het kadaster in Nederlandscb-
Indië wenschen te worden aangesteld. Ooi als zoodanig
te worden benoemd moet zijn voldaan aaneen examen,
in Nederland of iu Nederlandsch-Indië af te leggen, in
de meetkunde, tot en met de inhoudsberekening van
de vlakken, in de landmeetkunde en het vlug en vaardig
verrichten van de berekeningen noodig voor de toe
passing van de onderdeelen in het programma vermeld.
Van het examen zijn vrijgesteld: a de personen, ver
meld bij n° 1 tot en met n° 4 van artikel 5 van het
koninklijk besluit van 24 Januari 1866, n° 92 (Indisch
Staatsblad n° 46)b landmeters bij het kadaster in Ne
derland c zij die vóór 1 Januari 1873 zijn benoemd
tot adspirant-landmeter bij het kadaster in Nederland;
d zij die het examen, volgens het programma vaD
artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 September
1864, n° 47 (Indisch staatsblad n°194), afgelegd, en in
het daarbij door hen gekozen vak van landmeten en
waterpassen voldaan hebben.
Te Groningen en te Nijmegen is de aanneming der
vestingwet door de eerste kamer feestelijk gevierd.
Door het departement Amsterdam der Nederlandsche
maatschappij tot bevordering der pbarmacie is een
adres ingediend aan de tweede kamer der staten-gene-
raal, strekkende om eene wijziging te brengen in het
aangeboden wetsontwerp tot regeling van het hooger
onderwijs in de pbarmacie in den vo'genden zin:
1° dat aan de hoogescholen een afzonderlijke leer
stoel voor de pbarmacie wordt opgericht, waardoor de
gelegenheid wordt geopend deze wetenschap in haar
geheelen omvang en zelfstandig te beoefenen;
2° dat nevens de in het wetsontwerp vermelde weten
schappelijke titels ook die van artis pharmaceuticae
doctor worde opgenomen.
Door de commissie voor de te houden tentoonstelling
van Zaanlandsche oud- eu merkwaardigheden wordt ons
eene circulaire toegezonden, waarin zij tot alle beheer
ders van archieven en museaalsmede tot de verza
melaars van oudheden en curiositeiten het dringend
verzoek richt om die voorwerpen, welke min of meer
tot de Zaan en hare bewoners in verband staan in
bruikleen af te staan, gedurende den tijd dat de
tentoonstelling zal worden gehouden.
De commissie stelt zich ten doel eene verzameling
bijeen te brengenwaardoor zoowel de geschiedenis
der Zaanlandsche gemeenten in het algemeenals het
leven en het bedrijf, de gebruiken en de gewoonten
van de vroegere bewoners der Zaanstreek in bun eigen
aardig karakter worden wedergegeven.
Zij verzoekt tevens, teneinde bij tij ds voor de noodige
localiteiten en voor de uitgave van een catalogus te
kunnen zorgdragenzoo spoedig mogelijk bericht te
mogen ontvangen welke voorwerpen men geneigd is af
te staan, met vermelding tevens van alles wat op de
voorwerpen betrekking heeft.
De commissie, uit achttien leden, in verschillende
Zaanlandsche gemeenten woonachtig samengesteldheeft
de heeren mr. A. Greebe en H. Zwaardemaker beiden
te Zaandam, respectievelijk tot haren voorzitter en pen
ningmeester verkozen.
Gaarne voldoen wij aan het met de toezending beoogde
doel, de bekendheid en het welslagen der zaak bevor
derlijk te zijn.
Onderwijs.
Door de onders van eenige jongelieden, welke aan
het onderwijs op het gymnasium te 's Gravenhage deel
nemen is een adres aan den gemeenteraad aldaar ge
richt naar aanleiding van het op voorstel van den
heer de Pinto genomen besluit om het schoolgeld van
die inrichting te verhoogen.
De adressanten zeggen dat zij, hoewel het genomen
besluit betreurende, daarin geen aanleiding gevonden
zouden hebben om zich tot den raad te wenden, in
dien hun niet gebleken was dat het voornemen bestond
om de verhooging ook toe te passen op die leerlingen,
welke thans het gymnasium reeds bezoeken. Deze
toch zijn hunne opleiding aangevangen onder de vroegere
voorwaarden en zouden in hunne rechten alzoo ver-'
kort worden, indien deze voorwaarden thans meer
bezwarend werden gemaakt dan toen zij als leerlingen
werden aangenomen. Op grond hiervan verzoeken de
adressanten aan het bedoelde voornemen geen gevolg
te geven.
Men maakt aan de Arnhemsche courant de op
merking, naar aanleiding van het in baar nommer van
15 dezer geplaatst en ook door ons overgenomen be
richt, dat reeds in 18E9door den heer G.A. Vorsterman
van Oijen met gunstig gevolg het examen voor land
bouwkunde, volgens art. 1 der wet op het lager onder
wijs, is afgelegd. Hij was de eerste aspirant.
Kerknieuws.
Woensdag werd in de twee te Amsterdam gehouden
ochtend- en avond-vergaderingen van moderne theolo
gen het debat van den vorigen avond over „deo gods
dienst los van alle metaphysica" en het „zedelijkidea-'
lisme" voortgezet.
Daarna bracht professor C. P. Tiele het nieuwe wets
ontwerp op het hooger onderwijs ten aanzien van
godsdienstwetenschap en theologie ter sprake. Een der
sprekers legde de vrees aan den dag dat, door de
theologie van de vrije universiteit naar het dompig
seminarie 'te bannen„protestantsche pastoors" ge
kweekt zouden worden, en daar de geestelijken ook
invloed op do kiezers uitoefenen, zou men dan spoedig
in de tweede kamer zelve de werking van het obscu
rantisme ondervinden.
De vraag wat de kunst in den meest uitgestrekten
vorm bedoelt en vermagwerd door dr. G. van Gorkom
in den vorm eener causerie en nog door andere spre
kers behandeld, waarna de bijeenkomst met een op
wekkend woord van den voorzitter gesloten werd.