öuitenlaniï. Rechtzaken. Het hof van cassatie te Brugge heeft zich jl. Maan dag en Dinsdag bezig gehouden met de behandeling der zaak van mevrouw de By en haar zoon Panl de By, die den 7en Februari jl. door het hof van assises zijn veroordeeld de eerste tot vijf en de tweede tot vier jaren gevangenisstraf, ter zake van medeplichtig heid aan den diefstal van 85,000 frankenden 3en September jl. gepleegd in bet kasteel en ten nadeele van den beer Peneranda deFranchimont, te St.-Michiel bij Brugge. Zeven middelen van cassatie werden tegen het arrest aangevoerd, doch door het openbaar minis terie bestreden. Het hof heeft zich met het gevoelen van het openbaar ministerie vereenigd en het beroep in cassatie verworpen. bnurtspoor het belangrijk gevolg hebben dat men aldaar in plaats van smalbreed spoor verkrijgen zal. De heer Oscar Carré ontving Dinsdag avond van eenige trouwe bezoekers van zijn paardenspel te Amster dam een zilveren beker en een lauwerkrans tot ge schenk. Vorkoopinsen en aanbestedingen. Gisteren avond is alhier in het openbaar te koop aangeboden een huis en erf op de Rouaansche kaai, wijk G n° 117. Verkocht voor f 2111. Tliermome terstand. 16 Apr.'sav.llu. 49 gr. 17 'smorg.7u.45gr.s'midd.lu.54gr.'sav.6u.51gr. De heer van Houten meende dat de geheime dis- cussiën zich tot zoo weinig mogelijk moesten bepalen, opdat het zwaartepunt van het debat niet in eene geheime zitting wierd gelegd. Hij voor zich althans reserveerde zich de deelneming aan het debat, dat in 't openbaar zal worden gehouden en zou in de geheime zitting zich niet mengen in eenige discussie, welke niet tot de geheime stukken betrekking heeft. De heer van Zuylen sloot zich geheel bij de meening aan van den vorigen spreker, dat in deze volstrekt geen bezwaar bestaat om de publieke zaak publiek te behandelen. De minister van koloniën verklaarde volstrekt geen geheime discussie te verlangen over al wat in bet open baar kan worden gezegd. De minister heeft steeds ge vraagd een oordeel over hetgeen publiek gemaakt is en geen geheimhouding verlaDgd. De regeering heeft, bij de beantwoording der interpellatie, van de gelegen heid gebruik gemaakt om te voldoen aan den herhaal delijk uitgedrukten wensch om meer inlichtingen; de minister heeft die onmiddellijk verstrekt, de zaak volstrekt niet willen afleiden of verdagen en hij wenscht ook nu niet door eene verwijzing naar het verledene zich aan eenige verantwoordelijkheid te onttrekken. Onjuist overigeris was 't, dat in do kamer strijd zou zijn geconstateerd tusschen de woorden en daden der regeering. Daarvan was nietB gebleken. De heer Insinger merkte den minister op, dat bij den 21en Maart wel degelijk geheimhouding had opgelegd; hij wilde die zooveel mogelijk beperkt zien. De heer van Lijnden stelde tegenover de opvatting van den beer Cremers die van den liberalen schrijver van het bekende ingezonden stuk in het Handelsblad en merkte o. a. nog op, dat uit de overgelegde stukken in de publieke zitting o. a. kan worden geconstateerd, dat het votum over de begrootiDg van marine volkomen gerechtvaardigd is. De minister van koloniën antwoordde op het verwijt van tegenstrijdigheid tusschen zijne vroegere onthou ding van stukken en zijne tegenwoordige gedragslijn, dat hij nooit gezegd heeft alles te hebben medegedeeld wat bij wist, maar wel wat hij in 's lands belang kon mededeelen. Ten slotte verklaarde de minister nog maals dat de regeering niet wenscht in geheime zitting behandeld te zien wat de natie recht heeft te weten. Het voorstel van den voorzitter werd daarop aange nomen met 62 tegen 3 stemmen, die van de heeren van Zuylen, Kuyper en Arnoldts. De kamer is daarna overgegaan in comité-generaal. Zitting van Vrijdag 17 April. {Per telegraaf,l) Wordt bepaald dat na afloop der interpellatie be trekkelijk Atcbin de beraadslagingen gehouden zullen worden over de uitzetting van den heer mT. C. P. K. Winckel uit Indië, vervolgens die over de aangelegen heden van Curasao en daarna die over den spoorweg van Rotterdam naar den Hoek van Holland. De af deelingen worden aangevuld, met het oog op een eventueel nader onderzoek der stukken betreffende de census-wet. De zitting gaat vervolgens weder over in eene in comité-generaal, welke tot des middags 4 uren voort duurt. Morgen voortzetting der geheime zitting en te 3 uren eene openbare, tot regeling der werkzaamheden. Algemeen overzicht. De Belgische liberalen hebben gisteren eene over winning behaald bij de verkiezing van een lid van den seDaat voor Gent, in de plaats van den heer van de Woeatijne. Van de 7079 kiezers waren 1972 opge komen, waarvan 1895 hunne stem hadden uitgebracht op den candidaat der liberalen graaf de Kerekhove de Dentergem, burgemeester van Gent, terwijl 77 briefjes oningevuld waren. De liberale bladen zijn over dezen uitslag tevreden, vooral omdat de verkiezing nog volgens de oude kiezerslijsten plaats had, en zien er een gunstig voorteeken in voor den afloop der verkie zing in Juni a. Het kemt ons echter voor, dat het resultaat van deze verkiezing geen juiste maatstaf is, daar thans geen verkiezingsstrijd is gevoerd; de ultra - montanen hebben geen candidaat gesteld omdat het nieuwe lid toch slechts tot Juni zitting heeft en dan bij de partieele verkiezingen moet aftreden. Eergisteren kwam in den senaat het wetsontwerp in behandeling betreffende de havenwerken te Antwerpen, waaraan de voorrang werd toegekend boven dat op de preventieve gevangenisstraf, en, nadat de beraad slagingen daarover de geheele zittiDg van gisteren hadden in beslag genomenwerd het met 34 tegen 8 stemmen aangenomenterwijl 5 leden afwezig waren. De officieele mededeeling van het aanstaande huwe lijk van prinses Louise met piins Ferdinand hertog van Saksen, is beantwoord met een adres van geluk- wenaching, dat gisteren, namens den senaat, door eene commissie aan den koning en de koningin is aange boden. Zijdie van het tegenwoordige Engelsche ministerie geheele afschaffing van den income-tax hadden verwacht, zijn in die verwachting teleurgesteld. In het lagerhuis heeft gisteren de lord kanselier van de schatkist zijn financieele plannen voor den loopenden dienst uiteen gezet. De ontvangsten zijn geraamd op 77,335,657 Koloniën. Aan een particulieren brief nit Batavia aan de Nieuwe Rotterdamsehe courant gericht ontleenen wij het volgende: De ontvangst te Batavia van de artillerie-troepen, op 21 en 28 Februari 11., was hartelijk en feestelijk. Vermelding verdient, dat de troepen, bij hetpasseeren der woniDg van den generaal Verspijck, waar diens echtgenoot zich in de voorgalerij ophield, eene ovatie brachten ter eere van dien waardigen bevelhebber. Door de troepen werd namelijk met geestdrift een driewerf herhaald hoerah! aangeheven, terwijl de offi cieren met de sabels salueerden. Zeker een treffend bewijs, hoe hoog de generaal Verspijck in de achting staat aangeschreven. Hij moet zich dan ook, volgens een stemmige mededeelingen van ooggetuigen, weder als hij zoo menige vroegere gelegenheid, hebben doen kennen als een bedaard en onverschrokken aanvoerder, die, als 't noodig is, geen gevaar ontziet, en het voor beeld weet te geven aan anderen. Bij deze espeditie trouwens hebben zeer velen zich door kloeke daden onderscheiden. Niet het minst wordt de heer von Bülsingslöwen geroemd. Over diens hou ding en gedrag gaat maar éen stem opdie van dank baarheid, lof en bewondering. Gij weet, hij verge zelt de expeditie als gedelegeerde van het Roode kruis. Als zoodanig is hij overal waar hulp te bieden of ver zachting van lijden en lafenis aan te brengen is. Onder het hevigst vijandelijk vuur legt hg de gewonden een eerste verband aan, of wekt hij door het toebrengen van een verfrisschenden of versterkenden teug de ge zonken levenskracht weder op. Gemengde Berichten. Bij eene collecte voor het kroningsfeest, Dinsdag jl. te Amsterdam gehouden, werd o. a. opgehaald een gedenkpenning van het jaar 1572vertoonende aan de eene zijde een watergeus en aan den anderen kant het inschrift «Het was de leeuw uit Juda's stam, Die in den Briel zijn zetel nam." De minister van financiën heeftnaar uit den Haag gemeld wordt, een overeenkomst aangegaan met den heer Meijer telegraafbeambte te Parijstot invoering in ons laDd van een nieuwen, door hem uitgevonden sein-toestelmet welken minstens 200 telegrammen per nur kunnen worden overgebracht. In Juli of Augustus zou de eerste toestel, welke tot dusverre nog in geen ander land dan Frankrijk gebruikt wordtgeplaatst en de ambtenaren in de behandeling daarvan onderricht worden. In de omstreken van Kampen laten zoovele boeren knechts zich door de hooge prijzen, welke voor plaats vervangers en nummerverwisselaars betaald worden, overhalen om in den krijgsdienst te tredendat aldaar gebrek aan handen voor den landbouw gevreesd wordt. Bij wijze van aardigheid zijn weder nagebootste bankbiljetten van f 100 onder her publiek verspreid. Zij dienen tot de mededeeling dat een kistje sigaren, gemerkt „Nederlandscbe bank", honderd stuks bevat. Niet geheel overbodig schijnt het, tegen eene vergissing met deze bijzondere soort van „reclames" te waarschuwen. Volgens een bericht in de „Nederlandsche Finan cier" heeft de raad van administratie der mijncompagnie Nederland bij telegram aan baren hoofdagent den heer P. van Diest zijn ontslag verleendzoodat thans aan den heer Anker het hoogste gezag bij de Caribou- zilvermijn is opgedragen. Een met afval van vlas geladen vaartuig dat de Maas kwam afvaren, geraakte gisteren in de nabij heid van Wijk in den brand. Ondanks alle pogingen van den schipper en zijn knecht om het vuur te blusschen, namen de vlammen weldra zoozeer de overhand dat beide personen gedwongen waren hun heil in de vlucht te zoeken. Het schip is tot op het water afgebrand. Volgens de Provinciale Groniger courant zullen de (bij voortduring) in het noorden van Groningen aangewende pogingen tot het verkrijgen van een Staten-gcneraal. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 16 April. Nader verslag.) Aan de orde was de voorzetting der beraadslagingen naar aanleiding der interpellatie van den heer Messchert van Vollenhoven over de aangelegenheden van Atcbin. De voorzitter gaf aan de kamer in overweging "om de interpellatie te behandelen in verhand met de over gelegde stukken betreffende de verhouding van Neder land tot Atcbin. en alsdan zou de zaak in haren geheelen omvang slechts in comité kunnen worden be sproken. De heer van Lijnden van Sandenburg erkende het rationeele van des voorzitters voorstel, maar juist omdat hier twee zaken in aanmerking komen, behoefde ge heime behandeling, waartoe hij het voorstel zelf ook wilde doen later openbaar debat niet uit te sluiten. Terecht had de voorzitter opgemerkt, dat de vragen van den heer Messchert de toekomst betreffen en de overgelegde stukken de verhouding van Nederland tot Atchin betreffen. In verband daarmede merkte hij op, dat 's ministers antwoord aan den interpellant de zaak op ander terrein heeft gebracht. De interpellatie was geheel afgescheiden van politieke beschouwingen. Ant woord werd echter gegeven met verwijzing naar, met beroep op het politiek beleid der regeering. Van belang is 't dat te constateeren met het oog op de pogingen, die aangewend worden om de bedoelingen der oppo sitie in een verkeerd daglicht te stellenhij protes teerde tegen de bewering alsof men hier te doen had niet met het uitvloeisel eener objectieve overtuiging, maar met h.t subjectieve recht om oppositie te voeren, teneinde het ministerie tot aftreding te nopen. Niet de oppositie, maar de regeering heeft de Atcbineesche quaestie gesteld als politieke quaestie om daarop een votum der kamer in politieken zin uit te lokken. De minister heeft aan de bespreking der zaak eene politieke richting gegeven en ware het der oppositie te doen geweest om bet ministerie te bemoeilijken; z'jbadvan de gelegenheid kunnen gebruik maken, die zich den 18 December 11. voordeed, bij de behandeling der be grooting om eene nadere discussie uit te lokken over de tegenstrijdigheden, die toen erkend werden te be staan tusschen de woorden en daden der regeering. Thans echter mocht het aanbod der regeeriDg om dat politiek debat voort te zettenniet ongebruikt worden gelaten. De heer Cremers ondersteunde mede het voorstel in dien zin, dat op het debat in comité-generaal stellig nog eene discussie in openbare zitting zal volgen. Bij 1 deze gelegenheid protesteerde hij tegen de bewering van den heer van Lijndenalsof de oppositie de Atchi- neesche quaestie niet zou hebben gebezigd om het ministerie te bestrijden. Sedert den 18cn April van het vorige jaar hebben niet minder den zes interpel lation over Atchin plaats gehad. Met de hevigste argumenten werd de regeering bestreden en aangeval len. Men vroeg om licht en tegelijkertijd bracht men tevens een zeer ongunstig oordeel uitwerd eene sterke afkeuriüg over het beleid en de handelingen der regee ring uitgesproken. Eerst daarna heeft de minister van koloniën de oppositie uitgenoodigd een votum van wan trouwen voor te stellen. De oppositie vroeg van de tegenpartij eeD votum van vertrouwen. Zóo heeft de zaak zich toegedragen. Hij constateerde nog, dat zeer vele ledenop wier stem men bij het stellen van eene motie van wantrouwen rekende, na kennisneming der stukken verklaarden, dat het bij de regeering werke lijk wensch noch doel was geweest eene annexatie politiek te volgen. Hij beriep zich ook op het oordeel van Elout, doch vervolgde zijne rede niet, omdat hij meende ongeduld bij de vergadering op te merken. De heer Haffmans verklaarde zich tegen het voorstel om comité generaal te houden, doch in de ontwikke ling der redenen werd hij verhinderd door de opmer king van den voorzitter, dat hij daartoe het voorstel nog niet had gedaan. De heer Nierstrasz merkte den heer Cremers opdat alléén in zóóver de politiek de oppositie tegen het beleid aangaande Atchin heeft geleid, als men denkt aan eene vaderlandslievende politiek, de politiek om regeering en natie te waarschuwen voor de geva ren, welke uit de houding der regeering voor het vaderland kunnen voortvloeien. De feiten bewijzen dat de oppositie van do Atchin-quaest'ie volstrekt geen hefboom heeft gemaakt om het ministerie omver te werpen en de conservatieve oppositie is dan ook geen vriendin van motien van wantrouwen, die niet dan in den uitersten nood worden gesteld, als er periculum in mora isterwijl de gepraejudicieerde toestand waarin men telkens de Atchin-zaak vondde aarzeling der oppositie verklaart.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2