F 88.
MIDDELBIJRGSCHE
Dinsdag
1874.
COURANT.
14 April.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2p" Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco ie 3 50.
Middelburg 13 April.
De gemeenteraad alhier zal a. Woensdagdes namid
dags te 2 uren, een openbare zitting hondenter
behandeling der volgende zaken missives gedeputeerde
staten, bedenkingen kohier plaatselijke directe belas
ting op de inkomsten 1874; idem van den heer Conradom
eervol ontslag als lid der commissie voor middelbaar onder
wijs; rekening van den schuttersraad 1873; wijziging
der begrooting van het burgerlijk armbestuur 1873;
staten van oninbare posten en restitutie plaatselijke
directe belasting 1873; voorstel burgemeester en wet
houders aanleg van trappen in den kanaaldijkvoorstel
burgemeester en wethouders bank van leening; idem
wijziging Pinksterp&rtijidem medewerking feestviering
12 Mei.
Naar de Stoompost verneemt heelt de ingenieur
C. G. J. PietereeD, te 's Gravenhagebij de jegeering
concessie gevraagd voor den aanleg en de exploitatie
van een paardenspoorweg vaD Middelburg naar Vlis-
singen en naar de badplaats Domburg.
De zuivere opbrergBt der jl. Donderdag alhier ge-
geveD toirée déclamatoire et musicale bedraagt de som
van 456,62. Hiervan is f 300 gesteld in handen van
den heer d*. J. M. Bonvin tot aankoop van versterkende
middelen voor de lgdersaan de bekende ziekte, terwijl
het overige bedrag van f 156 62 ter beschikking is van
eene commissie, bestaande uit drie heeren medewerkers,
teneinde daarvan de behoeltigste weduwen en weezen
voor eenigen tijd eene wekelijksche toelage te verschaffen.
De heer H. A. Boasson alhier heeft in zijne ververij
stoom- en appreteer-machioes geplaatst tot het opmaken
der geverfde goederen, terwijl de stoom ook wordt
aangewend tot het heet maken der verfstoffen.
Naar wij vernemen wordt het Russische keizerlijke
stoomjacht Livadia reeds over eenige dagen te Vlissin-
gen verwacht.
Bij- ministerieele beschikking van 10 dezer is de
vergunning voor een stoomsleepdienst langs de rivieren
in de provinciën Noord-Brabant, Gelderland, Zuid Hol
land en Zeelandaan P. Smit jr., te Slikkerveer, verleend
bij beschikking van 24 November 1871, overgeschreven
teD name van J. Bitter, te Schiedam.
Het provinciaal gerechtshof van Gelderland heeft de
volgende nominatie opgemaakt ter vervulling van de
vacature in dat college, ten gevolge van het ontslag
van mT. Pb. Serrurierde heeren mTB. 1° E. H. Karsten,
rechter te Tiel, 2° G. A. Visscher, substituut officier
van juBtitie te Arnhem, 3° P. van Bemmelenrechter te
Leiden, 4* J. J. Del Baere, president van de recht
bank te Goes, 5° J. H. Andié de la Porte, rechter te
Arnhem, 6° R. Sandberg, officier van justitie te Almelo.
De Yereeniging voor statistiek in Nederland hield
jl. Vrijdag te Amsterdam een algemeene vergadering.
De voorzitter, professor J. de Bosch Kemper, opende
haar met mededeelingen omtrent de vereeniging en de
uitgave van het staatkundig en staathuishoudkundig
jaarboekje voor 1874.
Tot leden werden benoemd de heerenjonkheer
mr. A. L. E. de Stuers te Brussel, jonkheer m'. Victor
de Stuers te 'sGravenhage, mr. H. J. Dijckmeester te
'sGravenhage, mr. A. Kerdijk te 's GravenhageA. G. J.
Dozy te Deventer, mr. J. Spekbam Duyvis te Rotter
dam, S. Katz Jzn. te Amsterdam, dT. H. J. Rick te
Delft, E. A. van Tenderen te Haarlem, W. J. N.
Landré te Middelburg, A. C. Broekman te Vlissingen,
J. J. Wissekerboff te Utrecht, C. D. Roëll te Roermond,
jonkheer mr. J. J. Pompe van Meerdervoort te Goes,
m'. A. W. Thöne te Haarlem, jonkheer A. W. Teding van
Berkhout te Utrechf, m*. W. K. baron van De dom te
's Gravenhage, m\ P. L. T. Blussé te 's Gravenhage,
P. J. van de Kasteele te 'sGravenhage, jonkheer mr.
D. O. Engelen te Leeuwarden, dr. H. M. Duparc te
AmsterdamE. F. Stemler te Amsterdammr. H. van
Manen te HoornD. Hartevelt te Leidenmr. R. C.
Nicuwenhuys te Deventer, L. A. de Sitter te Sneek en
jonkheer mr. B. H. Gevers Deynoot te 'a Gravenhage.
De voorzitter bracht onder anderen hulde aan de na
gedachtenis van het overleden lid dr. Kiehl eu deelde
mede dat het getal leden thans 381 bedraagt.
De gemeenteraad van Roiterdam heeft van den
directeur van het kabinet des konings bericht ontvan
gen dat HH. MM. de koniDg en dé koningin voorne
mens zijn den 21en Mei a. de feesten te Rotterdam te
komen bijwonen.
Aan burgemeester en wethouders met drie raadsleden
is een onbepaald krediet toegestaan t^r bestrijding der
kosten van de feestviering.
Het Handelsblad deelt mede, dat de kostbare ver
zameling autografen van den heer Diederichs voor een
onzer wetenschappelijke instellingen is bestemd.
In eene Vrijdag te Arnhem gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders der op te richten
naamlooze vennootschap De Arnhemsche omcibusmaat-
schappijten doel hebbende het vervoer van passagiers
van Arnhem naar Velp en omgekeerdzijn de statuten
vastgesteldhet bestuur benoemd en op een en ander
's konings goedkeuring aangevraagd.
De kamer van koophandel en fabrieken te Leiden
heeft een adres aan de tweede kamer der staten-gene-
raal gericht, naar aanleiding van het voorgestelde
wetsontwerp strekkende om overmatigeu arbeid en
verwaarlooziDg van kinderen tegen te gaao. Zij acht
het voorstel noch rationeelnoch doeltreffend, en zijne
aanneming dus niet wenschelijk.
In de Staats-courant van Zondag en Maandag 12 en
13 dezer is opgenomen het koninklijk besluit van den
21"! Maart jl., bepalende de plaatsing in bet Staatsblad
van de overeenkomst, door Nederlandsche en PrniBische
commissarissen op 12 Augustus 1872 gesloten tot rege
ling der grensscheiding tusschen de Nederlandsche ge
meente Dinxperlo en de Pruisische gemeente Süderwick.
Onze Haagsche correspondent schrijft ons:
„Ik eindigde mijn brief over de censuswet met een
vervolg later. Ziehier wat ik nog te zeggen had.
De minister heeft indertijd gezegd dat er geen bezwaar
in bestond de kiezers voor den gemeenteraad tot kie
zers van de hoogere collegiën te bevorderenomdat
ze voor den gemeenteraad goede keuzen deden en die
dus ook voor de hoogere colleges zonden doen. Maar
die gevolgtrekking gaat in het geheel niet op. De
kiezers voor den gemeenteraad kiezen menschen nit
hun eigen midden, die ze ia woord en daad in handel
en wandel kennen en zij gaan de handelingen van hunne
uitverkorenen trouw na omdat die van onmiddellijken
invloed zijn op hunne beurs en huune belangen. Maar
voor de tweede kamer kiezen is eene geheel andere
zaak; de belangstelling daarvoor is bij de kiezers nog
al flauwen zal niet zeer opfleuren wanneer de tweede
kamer volhardt bij hare tegenwoordige hebbelijkheid
van afstemmenzoodoende worden er ook geen
positieve besluiten genomen, waarvan de natie de ge
volgen ondervinden ban en waardoor de kiezers tot
opkomst worden opgepord. Bij eenegroote, algemeene
verlaging van den census, waarbij mener mogen in deste-
den dan ook enkele goede elementen gewonnen wordenten
platten lande hoofdzakelijk minder ontwikkelde kiezers
aanwerft, ontoegankelijk voor allerlei invljedenbrengt
men de politieke verkiezingenmeer nog dan thans, onder
den invloed van orders uit-politieke hoofdkwartieren
en van beweeglijke leiders der partijen. Het animo der
verkiezingen mag er bij winnende onaf hankeljjkheid
d^r kiezers zal ban althans er bij verloren gaan
en is dit dan geen groot gevaar?
„Wat heeft die censusquaestie toch reeds eene ge
schiedenis vol incidentenAanvankelijk niterst eenvou
dig on bescheiden van afmetingenis ze door onhandige
handigheden van de haastige liberalen in een paar jaren
tijds tot een struikelblok geworden, waartegen de libe
rale partij zich reeds een paar malen duchtig de schenen
gestooten heeft. In 1867 bra cl t van Kerkwijk de zaak
in de tweede kamer het eerst ter sprake, Hij wees zeer
terecht op de onregelmatigheid der regeling van den
census in de steden, die op onderscheiden plaatsen zeer
in het oog vallend is, zoodat men, hoe rnimerekening
men ook met de „plaatselijke gesteldheid" houdt, niet
ontkennen kan dat eene redelijke verhouding ontbreekt.
De toenmalige minister Heemskerk, toen nog in de
meeoirg verbeerende dat de mterdeiheid van de kiezers
in Nederland zijne richting steunde en dns niet voor
verandering gezind, gaf het bekende ontwijkende ant
woord, dat eene zoo ernstige zaak niet zonder rijpe
voorbereiding in behandeling kon komen, en de zaak
bleef insteu. Maar in 1869, toen de censusverlaging in
België aan de orde kwam en tevens uit dat land
de benaming van doctrinairen kwam overwaaien,
waarmede men zeer ten onrechte de liberalen be
stempelde die niet wilden medewerken oin terwille
eoner theorie, tegen wind en stroom op, wilde spron
gen te ondernomen, toen begonnen ook de haastige
liberalen hier in den Haag er van te praten om dat
zelfde balletje ook hier te lande eens op te werpen.
Dat was nn eens wat nieuws, zeiden die haastige
lieden binnen en buiten de kamer, en de liberale partij
moest noodzakelijk wat nieuws doen, wilde ze haar
door vroegere werkzaamheid wèlverdiend prestige bij de
natie niet verliezen. (Alsof er geen werk met hoopea
voor de liberale partij te doen lag, welks afdoening
zeer ten nutte der natie strekken zou!) Inmiddels was
Heemskerk door de kiezers in 't ongelijk gesteld en
van meening geworden dat er nn toeh wel verandering
noodig was en dat er niet eens rijpe overweging ver-
ei8cht werd om censusverlaging te provooeeren en toen
de herziening der indeeling van de kiesdistricten in
behandeling was, volgde zijn onbekookt amendement.
De haastige liberalende bedoeling van het amende
ment niet begrijpende en in den waan dat Heemskerk's
voorstel alleen strekben moet om een wit voetje bij
de natie te halenzageo in het voorstellen van cen
susverlaging een onfeilbaar recept van populariteit. Zij
verlieten den vasten grondslag, waarop van Kerkwijk
de cen8us-quae8tie had geplaatst, en holden Heemskerk na
en weidia voorbij. Op het amendement Heemskerk
volgde het wetsontwerp-Fock en daarop het wetsont
werp Gaertsema, en in plaats van dien met eene wijze
tactiek om te trekkenlaat deze regeering geene gele
genheid voorbijgaan om tegen den hinderpaal aan te
loopen en dien diept r te slaan in het pad der liberale
partij. Welke booze geest hierachter gezeten heeft
en aan de liberalen zijne politiek van wildheid en
lichtvaardigheid heeft ingeblazen weet ik niet, maar
de drijver van de censusverlaging is een booze geest
voor de liberale party cn voor het geheele landomdat
bij de krachten der eenige parti}van welker werk
zaamheid de natie voor de toekomst iets hopen kon,
heeft verlamd en verbroken. Redeneeren met haastige
lieden is onmogelgk; geen wonder dat deze zich, vroe
ger reeds in censusverlaging een echt liberalen maat
regel ziende, als minister legen den drijver niet hebben
kuunen of willen ver/el ten maar wat een bezadigd en
scherpzinnig man als den heer de Vries ban bewogen
hebben zich zoo diep in dat misverstand te begeven,
dat bijna onmiddellijk na de aftrediog van het ministe
rie, zonder overleg met een enkelen medestander binnen
of buiten de kamers, door' de regeering het wetsont
werp tot censusverlaging kon worden ingediendziedaar
wat my geheel en al onverklaarbaar toeschijnt.
„Wat het lot van bet wetsontwerp thans zijn zal
is niet gemakkelijk te voorspellen. Ik houd echter
aanneming door de tweede kamer voor meer waarschyn-
lijk dan verwerpingover het lot van het voorstel
aan de overzyde van het Binnenhof zou ik wel eene