WIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 85.
1874.
Vrijdag
10 April.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2<* Paascli- en Piuksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is 3.50.
Middelbu i'g 9 April.
Andermaal is een man alhier aan de gevolgen van
het eten der bekende leverworst overleden.
In de gisteren gehouden openbare vergadering van
den raad van state, afdeeling voor de geschillen van
bestuur, is ouder anderen medededeeling gedaan van
het koninklijk besluit waarbij ongegrond wordt ver
klaard het beroep van het dijksbestuur van den polder
de Perponcher tegen eene uitspraak van gedeputeerde
staten van Zeeland, houdende uitnoodiging aan dat
bestuur tot inzending eener voordracht ter benoeming
van een plaatsvervanger van den dijkgraaf.
Het telegraafkantoor te Walsoorde zal voortaan op
werkdagen geopend zijn des voormiddags van 9 tot
12J en des namiddags van tot 7 uren. Op de Zon-
büjft de dienst onveranderd.
De kiesvereeuiging De hoop, te Oostwald, heeft voor
het lidmaatschap van de tweede kamer der staten-
generaal in het kiesdistrict Appingedam candidaat
gesteld den heer H. Bouman, hoofdonderwijzer te Beerta.
Naar aanleiding der loopende geruchten omtrent eene
samenspanning die tusschen de oppositie en sommige
leden der liberale partij zou bestaan om het ministerie
te doen vallen, verklaart het Handelsblad dat volgens
geloofwaardige berichten dit verhaal geheel onge
grond is.
Z. H. de koning heeft aan de „Illustre Lieve vrouwe
broederschap" te 's Hertogenboschin 1318 opgericht
en waarvan Z. M. de hoogste waardigheid, die van
„Zwacebroeder" bekleedt, zijn laatst vervaardigd portret
doen toezenden.
Het feest te Amsterdam op den 12rn Mei zalnaar
het Handelsblad mededeelt, ook door Z. M. den keizer
van Rusland bijgewoond worden.
Woensdag is op eene te Amsterdam gehouden ver
gadering van aandeelhouders in de Neder landschecentr aal-
spoorvvegmaatscbappij een contract goedgekeurd, door
de maatschappij aangegaan met de Rotterdamsche bank
en het consortium voor den aanleg van spoorwegen.
Het contract heeft ten doel dat de Rotterdamsche
bank c. s. de exploitatie van al de lijnen der centraal-
spoorwegmaatschappij, 102 meter lang, overneemt, o.a.
op voorwaarde dat door het consortium de uitgestelde
schuld der maatschappij dadelijk wordt afgelost, ruim
ƒ167,000 voor de coupons van 1 Juli e. k. en f 208,000
voor die van 1 Januari 1875 der obligatiëu wordt
betaald, op laatstgenoemden dag 175 obligation wor
den afgelost en aan de N. C. S. gedurende de
eerste 9 jaren der nieuwe exploitatie worden uitgekeerd
ƒ476,000 tot 575,000 'sjaars, en elk der volgende
jaren tot het eind der concessie van de maatschappij
ƒ625,000 'sjaars. Die gelden worden voor rente en
aflossing der schulden van de centraal-spoorwegmaat-
schappij gebruikt en om aan de aandeelhouders ach
tereenvolgens 2, 3, 4 en na 10 jaren 5 pet. uit te
keeren; terwijl nog van hetgeen de nieuwe exploitatie
op de lijnen boven 8 pet. oplevert, de helft aan de
centraal-spoorwegmaatschappij komt. De exploiteerende
maatschappij moet vóór 1 Maart 1879 een waarborgsom
van 1 millioen bij de Nederlandsche bank storteo.
De opbrengst van den Nederlandschen centraal-spoor
weg beeft van 1 Januari tot 31 Maart jl. bedragen
151,432.601, of 16.49 per dag en per kilometer. In
hetzelfde tijdsverloop van 1873 bedroeg die opbrengst
134,275.871, of 14.77 per dag en per kilometer.
Kampen aan de gevolgen eener longontsteking overledeD.
Ijverig beoefenaar der mathematische wetenschap en
bekwaam leermeester, werd bij daarenboven door zijoe
uitnemende hoedanigheden van hart en geest bij velen
hoog gewaardeerd, zoodat zijn overlijden een zwaar
verlies voor het leger is. Eerst gisteren bevatte de
Staatscourant het bericht dat hij op zijn verzoek, tot
herstel van gezondheid, cp nonactiviteit werd gesteld.
Op eene door de algemcene kiesvereeniging te Assen
gehoudene vergadering is met 31 tegen 2 stemmen
eene door den heer G. A. de Waard voorgestelde motie
aangenomen van den volgenden inhoud: „Devergade
ring betuigt haar leedwezen over de tegenwerking, die
de plaatsing van het standbeeld van Thorbecke te
's Gravenhage ondervindt."
Door een aantal werklieden te Rotterdam is vóór
eenigen tijd aan den gemeenteraad aldaar een verzoek
schrift gericht tot kostelooza toelating van sommige
leerlingen op de openbare scholen. De raad heeft op
grond van artikel 172 der grondwet, waarbij alle pri
vilegie in zaken van belastingen verboden wordt, op
dat verzoek afwijzend beschikt.
Naar aanleiding der bij die gelegenheid gevoerde
discussie vestigt de heer Lindo in een hoofdartikel
van Het Vaderland de aandacht op deze zaak. Hij
begint met hulde te doen aan de mildheid der Rot
terdamsche burgerij, die op hetzelfde ©ogenblik dat de
raad deze beschikking nam, een schoolfonds oprichtte,
om kinderen uit den minderen stand, die bijzonderen
aanleg toondeD, de middelen te verschaffen om de
inrichtingen voor middelbaar onderwijs te bezoeken.
Onder de raadsledendie voor de afwijzing van het
verzoek der werklieden stemden, waren zelfs oprich
ters van het schoolfonds geweest. De heer Lindo meent
echter dat de zoogenaamde „mindere stand" in onze
eeuw recht heeft, dat op andere wijze dan door publieke
liefdadigheid in zijne behoefte aan goed onderwijs voor
zien worden.
De schrijver deelt daarom met instemming de woor
den mede door den heer Jacobson bij die gelegenheid
in den Rotterdamschen gemeenteraad gesproken. Deze
verlangde de stichting van scholen voor meer uitge
breid lager onderwijs met een zeer laag schoolgeld,
en voor het middelbaar onderwijs de vaststelling van
een verschillend schoolgeld op dezelfde school, in ver
band met de financieele positie der ouders, waarbij
het aandeel, door de ouders in de plaatselijke belasting
betaald, als grondslag zou kunnen dienen. De heer
Lindo hoopt dat deze woorden van het Rotterdamsche
raadslid door het geheele land weerklank zullen vinden.
De heer G. Doyle is erkend en toegelaten als consu
lair agent der Vereenigde staten van Amerika op
St. Eustatius. (Staats cour.)
Benoemingen en besluiten,
eereteekenen. Vergunning verleend aan vrouwe
S. M. Cock Blomhoff, geboren van de Poll, en aan
dr. J. M. C. E. Ie Rutte, te 's Gravenhage, tot het aan
nemen en dragen van de herinnerings-medaille aan den
oorlog 1870/71, voor niet-strijdenden, hun door Z. M.
den Duit-schen keizer, koning van Pruisen, geschonken.
De kolonel J. C. J. Kempees, kommandant van het
instructie-bataljoD, is in den nacht van den 8cn April te
Kerknieuws.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeente te Benschop door den
heer H. Bax, te Poortvliet, en voor het beroep naar
Wissekerke door den heer C. C. J. Hiebendaal, te Driel.
zee D. Schuurman, thans dienende als 1° officier aan
boord van Zr. M\ wachtschip te Willemsoord, in welke
betrekking hij met laatstgenoemden datum wordt op
gevolgd door den kapitein luitenant ter zee E. F. Hanel
von Cronenthall.
De luitenant ter zee 1° klasse J. van Burg, thans
gedetacheerd bij 's rijks werf te Amsterdam, ter waar
neming der betrekking van onder-equipagemeester der
marine, wordt met den laatsten dezer op noDactiviteit
Marine en leger.
De kapitein ter zee W. B. F. Escher wordt met den
laatsten dezer eervol ontheven van de waarneming der
betrekking van havenmeester der marine te "Willemsoord
en op nonactiviteit gesteld, en met den lcn Mei daar
aanvolgende vervangen door den kapitein-luitenant ter
Kunst- en tooneelnieuws.
Een van de grootste levende kunstenaars van Europa
is door den dood weggerukt. Wilhelm von Kaulbach
overleed den 7e° April te Munchen aan de cholera.
Hij werd den 15en October 1805 in het vorstendom
Waldeck geboren en op zeventienjarigen leeftijd aan de
schilder-academie te Dusseldorf onder de leiding van
den beroemden Cornelius gesteld. De eerste jaren zijner
jeugd werden in eene treurige omgeving geslotenhet
leven in het ouderlijk huis en bij vreemde bloedverwan
ten schijnt weinig bevredigends voor zijn gevoelig
gemoed te hebben opgeleverd en de in dien tijd opgedane
droevige indrukken hebben voor zijn geheele volgend
leven den grond tot het sarcasme en de bitterheid ge
legd, welke in vele zijner stukken gevonden worden.
Een zijner eerste werken was het schilderen van
eenige engelen-figuren in de kapel van het krankzin
nigen-gesticht te Dusseldorf. Bij die gelegenheid had
hij natuurlijk een aantal der ongelukkige daar ver
pleegd wordende zinneloozen bespied, en de vruchten
zijner gemaakte opmerkingen werden later in zijn be
roemd werk, het Krankzinnigen-gesticht,teruggevonden.
In 1828 en het volgende jaar schilderde hij te Miin-
chen zes groote symbolische figuren in de booggewelven
van den slottuin en weinig tijds daarna in het paleis
van den hertog Max te Miinchen 16 muurschilderingen
naar de fabel van Amor en Psyche. In 1837 begon hij
aan zijne kolossale schilderij,'de Hunnenslag, die hij voor
graaf Raczynsky vervaardigde. Boven het slagveld, met
lijken bedekt, ziet men de schimmen der gevallen vijan
den Hunnen en Romeinen, den strijd voortzetten. Kor
ten tijd daarna schilderde hij de Verwoesting van
Jerusalem door Titus, welke schilderij, ter grootte van
achttien op twintig voet, op verlangen van koning Lode-
wijk van Beieren vervaardigd, eene eereplaats in de
Munchensche Pinakotheek bekwam. In 1845 ontving
Kaulbach, de opdracht om voor de portalen van het
nieuwe museum te Berlijn zes groote muurschilderingen
te vervaardigen. Een dezer stukken stelt den torenbouw
van Babel voor, van welks top koning Nimrod op de
groote verstrooiing der volken nederziet. Een der ande
ren, de Eeuw der hervorming, is door photographiê'n en
graveerkunst tot algemeene bekendheid gekomen. Te
Munchen vervaardigde Kaulbach nog eene groote muur
schildering, de Ontwikkeling der kunst in den nieuwe-
ren tijd en eene andere, den zeeslag bij Salamia voor
stellende.
Behalve deze groote werken schilderde de meester nog
een aantal portretten en kleinere stukken. Onder de
groote menigte is hij echter het meest bekend en geliefd
door zijne teekeningen bij de werken van Schiller,
Goethe en Shakespeare, zijn Reineke Fuchs en andere
door graveerstift en photographie algemeen verspreide
kleinere werken. Zijne deels liefelijke, deels forsch ge-
teekende, doch altijd even oorspronkelijke figuren, zijn
meesterschap over de ordonnantie, de neiging tot satire
eindelijk, van schalke scherts tot het bitterst sarcasme
afwisselend, welke in bijna al zijne werken te vinden is,
maakten dezen tot onderwerpen van den hevigsten strijd
onder de beoordeelaars. Het groote talent, de vonk van
het genie, die in alles wat van Kaulbach 's hand is met
den levenuigsten glans schittert,worden echter zelfs door
zijne grootste tegenstanders, die hij in aantal heeft,
niet in twijfel getrokken.
Kaulbach was directeur der academie te Munchen en
lid van een aantal kunstgenootschappen, terwijl het hem
ook aan ridderorden en andere onderscheidingen niet
ontbroken heeft.