MIDDFXBIJRGSCHE COURANT. F 73. Donderdag 1874. 26 Maart. Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2cn Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m.franco is f 3.50. Middelburg 25 Maart. Id de zitiiDg der tweede kamer van den 17fn Maart jl. zeidc do heer van Kerkwijk, «prekende oyer do wen- Bchelijkheid der verbinding van de eilanden Schouwen, Duiveland en Philipslaud met den vasten wal van Noord-Brabant, onder anderen het navolgende „Brouwershaven kaD, wanneer de spoorweg van Zevenbergen naar Brouwershaven gereed isvoor Rot terdam en Dordrecht eene voorhaven worden, wat Vlissingen niet kan zijo. De schepen kunnen te Brouwers haven binnenvallen en gedeeltelijk lo38enen daarna op var n Daar Rotterdam en Dordrecht. Sinds meer en meer de overtuiging veld schijnt te winnen dat de nieuwe waterweg van Rotterdam naar zee niet zal voldoen voor de groote schepen van de O jst en Amerika, is het eenige middel om den handel op Amerika en Indië naar Rotterdam te behouden dat Brouwershaven gemaakt wordt tot een voorhaven van Rotterdamtot hetgeen Cuxhaven voor Hamburg is en Bremerhaven voor BremeD. Vlissingen kan dit niet zijn: de schepen, die aldaar binnenvallen, moeten een te langen en moei- lflken waterweg afleggen om van daar naai Rotterdam te varen, dan dat zij te Vlissingen binnenvallende,een gedeelte hunner lading aldaar zouden lossen en dan opvaren naar Rotterdam." Wij moeten tegen deze bewering protest aanteekenen. Ons plaatsende op het standpunt van den heer van Kerkwijk en de toekomst van Vlissingen alleen be schouwende uit het oogpunt van de bestemming dier zeeplaats als voorhaven van Rotterdam en Dordrecht, houden wij het er voor dat zij tot dat doel oueiudig beter geschikt is dan Brouwershaven, zells ai wordt het door een spoorweg met den vasten wal verbondeo. Bet Viissi.fgsche zeegat, te allen tijde bevrijd van ijsgang en voor de meest diepgaande schepen bevaar baar, is zeker niet minder toegankelijk dan Brouwers haven, dat door den heer van Kerkwijk „odzo beste reede" genoemd wordt, zeker zonder daarbij aan den Banjaard te denken. Te Vlissiogen aangekomen, vin- deu de schepen daar zoowel als te Middelburgtengevolge der tegenwoordige inrichtingen, eene gemakkelijke los- en ligplaats, met de plank aan den wal en de lichters, zoo die noodig zijn, langszijde. Wie ooit het lossen op de reede van Brouwershaven bij stormachtig weder heelt bijgewoond, waar de schepen somtijds dagen achtereen werkeloos moeten liggen omdat de lichters niet op zijde komen of het daar uithouden kunnenzal de bewering dat dit werk even goed daar als te Vlissingen of te Middelburg kan geschieden, met een schouderophalen beantwoorden. Maar dan die lange en moeilijke waterweg't Is inderdaad iets verschrikkelijks, de goederen die uit de Oost of Amerika zijn gekomen, indien ze eenmaal over geladen moeten wordenden afstand af te aten leggenniet van Brouwershavenmaar van Vlissingen of Middelburg naar Rotterdam. Wij hebben ons niet de moeite gegeven met een passer op do kaart af te meten hoeveel langer de weg inderdaad is van Vlissingen tot aan het vaarwater Het Krammerdan van de reede van Brouwershaven tot aan datzelfde puntmaar geven gaarne toe dat de afstand wat grooter is. Weet de heer van Kerkwijk echter niet dat het bezwaar om te Rotterdam te komen niet gelegen is in een uur of wat langer varen, ook niet in de vaarwaters van Vlis singen tot benoorden Schouwen en Duiveland, maar veel hoogerop, in het Hellegat, hetwelk men passeeren moetonverschillig of de reis te Vlissingen dan wei te Brouwershaven aangevangen is? Weet de spreker uit Zierikzee niet dat reeds nu reederijeD, te Rotter dam en te Dordrecht gevestigd, het voordeelig vinden hunne schepen vau groote afmetingen te Middelburg aan de kade te laten lossen en vervolgens de lichters, of, indien het nog noodig is, de schepen zelf verder te laten opkomen? Wij hebben in de boeken dier reede- rijen niet gizien en kunnen dus niet instaan voor de waarheid van het ons medegedeelde feit dat het lossen te Middelburg boveu de vroegere manier te Brouwers haven, een voordeel van vele duizenden op eene enkele lading oplevert, maar het komt ona voor dat alleen het feit dat zulks beproefd en voortgezet wuidt, de geschiktheid der Walchersche losplaatsen, als voorha vens voor de Hollandsche handelssteden, voldoende bewijst. Hierbij moet ook nog in aanmerking genomen worden dat thans de vracht voor geloste goederen van Brouwershaven of v m Middelburg naar Rotterdam gel A gelijk, en dus de laogere vaart van geen geldelijken invloed is. Wij voor ons hebben bovendien hooger gedachten omtrent de toekomst van Vlissingen dan die stad alleen te beschouwen als eene goede voorhaven voor Rot terdam." Wij zien niet in dat het algemeen belaDg van Nederland zoozeer benadeeld zou worden indien „de handel van Rotterdam op Indië en Amerika zich geheel naar Vlissingen giog verplaatsen." Blijft die handel slechts voor ons land behouden, dau zal het wel het zelfde zijn cf de kooplieden, die er hunne iortuin mede maken, te Vlissingen of wel dieper in het land gevestigd zijn. Rotterdam vindt in zijne ligging, als punt van uitgang voor de naar Duitschland voerende riviereD, voordeelen welke toch wel altijd het verval dier stad als voorname handelsplaats zullen voorkomen. Boven dien als het eenmaal dies weg op moet, als de handel werkelijk overtuigd raakt dat zijne schepen veiliger en goedkooper te Vlissingen en te Middelburg geheel lossen, dan half te Brouwershaven en later te Rotterdam, dan zal geen spoorweg van Brouwershaven naar Zevenber gen in staat zijn den stroom te keeren, die naar de Walchersche havens voeren zal. Wij zijn dus over de toekomst van Vlissingen en Middelburg vrij gerust en hechten aan het meer of minder gunstig oordeel van den heer van Kerkwijk in dit opzicht geen overwegend belang. Maar zelfs als voorhavens voor de flollaudsche handelsplaatsen leveren onze steden, met hare uitste kende, door groote kosien in het leven geroepene los plaatsen en andere inrichtingen, zulke aanzienlijke voor deelen op boven de onherbergzame reede van Brou wershaven, dat hef eigenlijk belachelijk is, den kleinen afstand dien zij af te leggen hebben om van bier tot aan het gemeenschappelijk vaarwater naar Holland te komen, daar tegenover te stellen. Was de verwachting van het publiek, ten opzichte van bet concert der Middelburgsche muziekvereeniging op gisteren hooggespannende uitslag heeft aan die verwachting ten volle beantwoord. De eerste afdeeling werd geopend door de grootsche 5e symplionie van Beet hoven, met warmte door het orkest uitgevoerd. Mejuf frouw C. de Nocker, een jeugdige élève van den heer Nicolaï uit 'sGraveuhage, trad vervolgens op met het in drukwekkende recitatief en aria uit Glück's Iphigénie en Aulide: Seigneurfembrasse vos genoux etc., door haar met smaak, doch eenigszins onder den zeer vergetelijken indruk van bet optreden voor een vreemd publiek, voor gedragen. Door bet spel van professor August Wilhelmj met het concert voor viool van Fritz Hegar werden wij daarna plotseling in de hoogste sferen van het paradijs der tonen verplaatst. Die breede streek, die krachtige, zielvolle toon, die fijn geschakeerde overgangen van het zachtste pianissimo tot forto's van schier onbegrij pelijke kracht en volheiddie bewonderenswaardige opvatting der compositiën, dat alles maakt het spel van den heer Wilhelmj tot een zielsgenot, waarbij inderdaad de bewondering voor de onvergelijkelijke geoefendheid, waarmede de zwaarste moeilijkheden overwonnen wor den op den achtergrond treedt. Wat de opvatting betreft, heeft ons in het concert van Hegar vooral het Intermezzo, het gelukkigst geslaagd gedeelte tevens van het stuk, getroffcD. In eene romance van eigen compositie en een Lar ghetto van Chopin betooverde ons andermaal het spel van den heer Wilhemj, die door zijne gevoelvolle voor dracht en door de wegsmeltende en soms weder zoo for8che tonen, die hij aan zijn schijnbaar nietig instru ment wist te ontlokken, de geestdrilt der toehoorders tot zulk een hoogte opvoerde, dat het hem slechts door het voordragen van nog een nommer als toegift moge lijk was de aanhoudende toejuichingen tot zwijgen te brengen. Het was eene zware taak voor mejuffrouw de Nocker om na deze zegepraal van een der grootste meesters in de kunst, de aandacht van bet publiek weder te boeien, liet zeer moeilijke aria der gravin uit Figaro's Ilochzeit was door haar, vóór het tweede optreden van Wilhelmj, niet onverdienstelijk gezongen. Thans droeg zij, na een eenvoudig en schoon lied van Mendelssohn, eene Pasto- relle van Haydn, eene ware idylle in tonen, voor, welke zoo door het verrassend schoone der muziek als door de waarlijk uitstekende voordracht, een nieuwen storm van toejuichingen verwekte, welke andermaal alleen door het zingen van nog een lied buiten het programma door de zangeres tot bedaren was te brengen. De jeugdige artiste heeft door haar optreden dezen avond bewezen dat de meest verschillende genre's der toonkunst door baar met vrucht beoefend zijn. Zet zij hare studiën met ijver voort en vergt zij van het baar geschonken schoone orgaan, in de jaren der nog niet volkomene ontwikke ling, niet al te veel, dan meenen wij haar eene schoone toekomst op het moeilijke fad der kunst te mogen voor spellen. De tweede afdeeling was geopend wet eene tran scriptie door den orchest-directeur, den heer Kirrwald, van het bevallig andante uit opus 34 van Woldemar Bargiel, dat door het orkest verdienstelijk gespeeld werd en zich gunstig bij het welgekozen programma aansloot. Gisteren heeft Z. K. H. prins Hendrik te Egmond aan zee den eersten steen gelegd vau het asyl voor ouden van dagen en vergunning verleend dat het gesticht naar hem genoemd worde. Do Noderlandsche financier verneemt, dat inde Maan- dag jl. gehouden vergadering der mijn-compagnie Neder land, de directie, vertegenwoordigd door de heeren van Bosse en du Bois, heelt medegedeeld, dat in den laatsten tijd tegenstrijdige en eindelijk in het geheel geen tijdingen meer van de mijn ontvangen zijn, zoo dat over deu feitelij ten tegenwoordigen toestand der onderneming geen inlichtingen konden wordea verstrekt; dat van de aangeboden 500 preferente aandeelen niet meer dan 80 zijn geplaatst, en dat de heer du Bois ter vergadering heeft verklaard geen plan te hebben, evenmin a.ls de heer de Groot, om hun missie door te zetten, tenzij minstens 200 preferente aandeelen geno men zijn. Het hoofdbestuur der Maatschappij van landbouw, tuinbouw en veeteelt in het arrondissement Breda en omstreken heelt zich met een adjes tot de tweede kamer gewendwaarin adhaesie wordt betuigd aan het hoofdbeginsel van het wetsvoorstel der heeren Gratamac.j. De gemeenteraad van 's Gravenhage heeft tot directeur der 's Graveuhaagsche duinwaterleiding benoemd den heer J. Tb. Stang, aan wien ook de reorganisatie der gasfabriek is opgedragen, waarvoor hem eene belooaing van 23000 a 24000 is toegestaan. De Vereenig'wg Sckuttevaor heeft aan de tweede kamer een scbetsteekening van een vluchthaven te Hindelopen gezonden met begrootiog van kosten en memorie van toelichting. Zij schat de kosten op f 391,895. De brief van prof. Vissering aan deu beer Gratama zegt Het Vaderland heeft een dieper iadruk gemaakt dan de schrijver misschien zelf wel verwachtte, en, hoewel bij een waarheid zeide, bedoelde hij misschien niet d i e waarheid te zeggen, die thans wordt toegejuicht. Het is juist eu geenszins overbodig om aan sommige leden der tweede kamer hun scherpe individualiteit voor te houden, maar hg, die meent daarin de reden, de uit sluitende reden onzer politieke malaise te hebben ge vonden, dwaalt schromelijk. De oorzaak ligt veel die per. Dat individualisme, hoewel een kwaad op zich zelf, is in de eerste plaats gevolg eener meer verwij-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1