6uitrnlanö. Koloniën. BERICHTEN V&N HET OORLOGSTOONEEL. (Vermltj). liet eenige hoofd, waarmede wij, volgens het rap port van generaal van Swieten van 18 Januari jl., toen in aanraking waren gekomen was dat van Maraksa, Toekoe Neq, die in September jl. zijn vertrouweling Mak Lima naar Troemon zond, om de verzekering te geven van zijn on verandt rijke goede gezindheid, welke reeds tijdens de eerste expeditie was gebleken. Sedert de gebeurtenissen in April was bij echter vrij gereser veerd. In bet laatst van November werd bij hem onderzocht, naar het wegvoeren vsn het lijk van gene raal Nino Bixio, terwijl bij lot eene bijéénkomst werd uitgenoodigd, waarin bij echter geen zin had zoolang de missigit niet w»s genomen. Zr.odra dit geschied was werd h;m en do vier voornaamste hoofden der Sagi's XXV, met name Toekoe Aja Abas, Toekoe Nanta SeteijaToekoe Zumpasee en Toekoe Ney Pocrba, daarvan kennis gegeven, in een brief, waarin hun tevens werd medegedeeld, dat alle kampongs van hun Sagi thans in onze macht zijn en zij als zij zich wil den onderwerpen zich daartoe b;; den opperbevelhebber konden aanmeldendie in het -tegenovergestelde geval plan had om al de kampongs 'en aanplantingen te ver nielen. Den lltn Januari bad daarop eene geheime samen komst van den controleur Kioesen met Tockoe Neq plaats, waarin werd afgesproken, dat deze, als teekeu van zijn onderwerping, den 13on met de notabelen uit 2ijn gebied een openbaar bezoek zou komen afleggen. Hij kjeeg dien dag echter een aanval van de cholera, die zoowel in zijn gebied als elders onder den vijand hevig heersebte en zelfs in den kraton zóo sterk, dat ongeveer 10C0 man van het volk van de Sagi XXV naar hunne woonplaatsen terugkeerden. In zes dagen was 20 tot 30 percent hunner aan de cholera bezweken, terwijl ook de troepen uit Pedir veel moeten hebben geleden. Tcekce Neq stelde een officieel bezoek her- haaldelijk uit, omdat hij te zwak was tegenover zijne vijanden, de een prijs van 500 dollars op zijn kcotd hadden gesteld, eu generaal van Swieten, overtuigd van zijn goede bedoelingen, vo^d er geen bezwaar ic, om hem nog een tijd lang op eigen wieken te laten drijven. Daar de brieven aan de hoofden der Sagi XXV door dezen werden geweigerd en dea 6en Januari door een deel van het volk van Toekoe Nanta Setija c. s. een der voorwerken van den kraton werd bezet, gehouden, weid den 12cn en 13en een gedeelte der Sagi XXV, westwaarts van bet gebied van Maraksa gelegen, door de marine getuchtigd-, tengevolge daarvan keerde Toe- koe Nanta naar zijn gebied terug, zonder echter bet hoofd in den schoot te willen leggen. Door de bezetting van Kotta Potjoet op 12 Januari had men echter van dien kant weinig te vree zee. Na al bet reeds vermelde veel uitvoeriger te hebben beschreven maakt generaal van Swieten voor het eerst melding van zijne veranderde zienswijze omtrent de ten opzichte van Atsji te volgen politiek, en hoewel hij de zaken niet wenscht vooruit te loopon wilde hij toch toen reeds den gouverneur generaal daarvan met een enkel woord meiedeeling doen. Hetgeen hem uit de suprematie of liever de bandeloosheid van hc-t volk was gebleken, had b,;j hem de vraag doen rijzen cf het iu deze omstandigheden en na al bet gebeurde wel overeenkorus'.ig onze waardigheid en ons belang kan worden geacht nog in onderhandeling te treden met een vorstdie zich kenmerkt door meer dan gewone oubeduideudLeid en onmacht, en of wij wel eenigen waarborg voor de toekomst bezitten als wij een con tract sluiten iu den geest ais dat van Siak. Daarbij kwam nog, dat Pangliuia Polim, het hoofd van de voornaamste af deeling van het rijk, zich hoogstwaar schijnlijk naar het binnenland zou terugtrekken eu zal blijven weigeren zich to onderwerpen, terwijl waar- scliijnlgk ook de hoofden van de XXV en XXVI Sagi's ra den val van den kraton in üun verzet zouden bij- ven volharden en door harde middelen tot onderwer ping moeten worden gedwongen. Mtt het oog daarop haa generaal van Swieten de reserve uit Padang laten overkomen, teneinde door mobile kolonnes deu kring vau onze werking en invloed uit te breiden en cle beter geziude bevolking te nopen naar hare kampongs terug te keeren. Volgens de laatste berichten haddeu de sultan en Toekoe Pakik den kraton verlaten eu zich gevestigd in de een half uur gaans van tiaar gelegen kampong Lougbatah. Een tweede rapport is gedagteekend uit het bivouak van Penrjoeng 31 Januari 1874. Daarin deelt de opper bevelhebber mede, dat na den val van deu kraton door verschil ie ode hooiden stappen tot toeoadering zijn ge daan. Toekoe Ney was eindelijk cp 27 Januari open lijk in het kamp verschenen, vergezeld van een afge zant van Toekoe Lempaseé om een brief van dezen te overhandigen, waarin bij zijne onderwerping aanbood. Toekoe Ney vet haalde, dat ook het hoofd der XXV Moekims, Toekoe Nja Abas en Toekoe Nanta, voorne mens waren om zich te onderwerpen. De opperbevel hebber vond in een en ander voldoenden waarborg voor de toetreding van al de andere hoofden dier Sagi, en koesterde goede verwachtingen omtrent de toenade ring der bevolking van Maraksa. Aan Toekoe Lempassé werd geschreven, d-t item amnestie zou worden verleend, op de voorwaarden ver vat in eene proclamatie van generaal van Swieten van den 28eQ Januari, waarin aan de hoofden en ouderboo- righedeu wordt medegedeeld, dat zij, nu zij overwon nen zijn, den overwinnaar bekooren" te eerbiedigen eu al onze bevelen op te volgendnt wij verlangen, dat zij de wapenen zullen nederleggen, de versierkingen en de kampongs slechten; dat ieder met vrouwen en kin deren naar zija verblijfplaats terugkeert, en dat geeuer- lei leed zal geschieden aan hen die daaraan voldoen, terwijl zij die dit Diet deden voor de gevolgen werden i verantwoordelijk gesteld. Van meerdere hoofden van de XXV Moekims kwamen bewijzen, dat zij tot onderwerping geneigd waren en ook uit de XXVI Moekims dee 1 zich een teekeu van toe nadering voor. De Panglima der III Moekims, het meest invloedrijke lid dier Sagi, liet den 29en door een zendeling weten, dat hij den oorlog wilde slaken; van zijn onderwerping we.d een meer afdoend bewijs verlangd, waarop bij drie dagen uitstel vroeg, doch uit het volgend rapport blijkt dat geen onderwerping is gevolgd. In de XXII Moekims was de houding nog zóo vijande lijk, dat zelf op een militaire verkenning bezuiden den kraton, op 29 Januari gehouden, op de troepen werd geschoten, waarbij drie dooden cn zeventien gekwetsten vieiea. Toch verwachtte de opperbe velhebber weldra een gunstige wendir.g tengevolge van den dood van Pauglima Polim aan de cholera, waar aan de "ultau den 26cn Januari was gestorven. Panglima Polim was n. L de ziel va:i den oorlog, en, volgens der. opperbevelhebber meer gevierd dan bemind, zoo tl at naar zijne meening andere hoofden, die zich nu vrij zouden gevoelen wel bet hoofd in deu schoot zouden leggen. Nog veischeidc e andere voorname Atsjineezen stierven aan de cliolev Uit de onderhoorighedeo van Groot-Atsji had de ïadjah van Gigieug gemeld, dat hij den 20É" Januari naar het kamp zou komen, maar den 28cn was hij nog niet verschenen, terwijl de ra dj ah van Pedir voornemens was om naar huis te kesren en aan het gouvernement een brief te schrijven. Van Aoalaboe waren ongeveer 1000 man hulptroepen te lloeroeng Raba aangekomen, die den 20en zich nog aldaar bevonden, doch, na de inneming van i'm kraton eu nadat hen was aangekondigd, dat hunne negorijen zouden worden getuchtigd, indien zij niet terugtrokken, zijn zij weder vertrokken. Gewag makende van de candidaten voor deu troon van deu overleden sultan, geeft generaal van Swieten als zijne meeuing to kennen, dat thans van een ver vanging van den sultan geen sprake meer kan zijn, maar dat do opheffing van het sultanaat en eene inlij ving noodzakelijk ia gewordeu; hot is zijn vaste overtui ging geworden, dat zoowel de dood van den sultan als het hardnekkig verzet der hoefden, ook indien er een nieuwe sultan mocht worden verkozen, iedere gedachte aan een tractaat moeten uitsluiten. Met het oog hierop vaardigde de opperbevelhebber een proclamatie uit „aan de hoofden en voornaamste hoeloebalaugs der drie Sagies", waarin hij cr op aandrong den vruchteloozen tegenstaud op te geven, daar zijue macht voldoende is om hen ten onder ;e brengen en hen dreigde met verwoesting van hun kampongs, terwijl hij ten slotte zegt, dat zoo er soms aan gedacht mocht word.n een nderen sultan te kiezeu, hij die keuze als onwettig eu van geen waarde beschouwt eu geen anderen souve- reia erkent dan het Nederlacdeche gouvernement. Iu bet derde rapport vau 4 Februari zegt generaal van Swieten, dat zich weinig vc-rschiji selen van meer dere toenadering, maar veeleer vau achteruitgang in goede gezindheid hebben' voorgedaan, daar Toekoe Nanta, die aanvankelijk stappen tot vrede scheen te willen doen, zich, volgens geruchten, had teruggetrok ken en versterkingen aangelegd. Dit geschiedde ook in de III Moekims, doch, zooals reeds van vroeger bekend was, de opperbevelhebber maakte zich niet ongerust. Den 2en Februari had een bezoek plaats van deu zoon en den schoonzoon van Toekoe Neq, v?.n welken men vernam, dat Iman LoDgbatta 50 dollars op het hoofd van Toekoe Neq en op dat van zijn schoonzoon üaii gesteld en dat het lgk van den sultan uaar du boven landen was overgebiacht. 'Als een gunstig verschijnsel werd beschouwd, dat Toe koe Leicpassé met zijne bc volking, ook vrouweu en kinderen, in zijn kampong is teruggekeerd, en dat hier en daar levensmiddelen te koop werden aangeboden, terwijl uit de vlakte ten Oosten van het. kamp na 24 Januari geen schot meer werd gelost en het volk, dat zich in de vlakte bewoog om padie te snijden ot vau ds eene kampong naar de audere te ga n steeds ongewapend was. Eenige omzichtigheid en het aannemen cener meer vreedzame bonding onzer- zyda scheen deu opperbevelhebber aanbevelenswaardig toe. Daarom had hij zich in de laatste dagen onthouden van het doen van militaire verkenningen en geheel en al een afwachtende houding aangenomen, iu de over tuiging, dat de gespannen houding tegen ons s'echts langzamerhand zal verdwijnen. Gemengde berichten. Het buitengewoon boogwatergetij vau 20 Maart jl. heeft aan de bedijkiugswerken der schorren van het Schenge onder 'sHuer Areudskerkc en Wo faartsdijk nog al ecbade aangericht. Iu de verskade eu de om ringing der Blnisput ziju op veischeidene plaatsen gaten gebroken d:e der verskade zijn echter voor het grootste deel reeds hersteld, zoodat aan de vordering van het werk geen noemenswaardige vertraging zal ondervonden wor den. Gelukkig dat de hooge vloed op den vol en dag plaats had, zuodat geen persoonlijke ongelukken to betreuren ziju. De opzichters en de polderjongens hebben hunne keeten moeten verlaten, sommigen met achterlating vau al hunne goederen. Twee hunner zijn nog door ande ren met een boot verlost, daar zij halverwege in het water moesten blijven staau. Qoessche courant.) Te Amsterdam vindt veel bijval een adres,waarin wordt verzocht op 12 Mei geen beurs te houden. Te Brussel is voor het eerst voor een buitenge woon talrijk publiek opgevoerd een nieuwe opera comique, Gircflis GirufU getiteld, vau Lecocq, den componist en schrijver van La fille de Madame Angot. De decora- tiëu en costumes moeten bij de uitvoering in het Alca zar prachtig ea de mise en £cè/<e schitterend zijn geweest, terwijl het stuk zeur origineel en komiek moetwezeD. Thermometerstand. 23 Mrt. 'sav. II u.48 gr. 24 'smorg,7u.4i>gr.s'midd. Iu.52gr.'sav.6u.50gr. Staten-gencraal. TWEEDE KAMER. Zitting van Maandag 23 EXaart. Nader ver stag De beraadslaging werd gecpond over het wetsont werp tot vaststelling van het tarief van gerechtskosten in strafzaken, waarvan de gewone rechter keunis neemt. De heer van Lijnden van San den burg, ten volle de noodzakelijkheid erkennende van de herziening dezer tarieven, meende evenwel dat dit immers vooralsnog niet bij de wet behoorde plaats te hebben. De wet van 1838 bepaalt dat dit behoort te geschieden bij konink lijk beBluif, hetwelk binnen drie j-iren do.r den wet gever moest worden herzien. Daaraan is t.t dusver geenc uitvoering gegeven. De omstandigheden waren in dit opzicht dus onveranderd gebleven. De wetgever had bedoeld eerst de ervaring te raadplegen alvorens de hier bedoelde tarieven definitief vast te stellen; daarom behoorde ook thans nog eene tijdelijke machts- deligatis vau de wetgevende macht op het uitvoerend gezag, omdat de leden der kamer zonder de wetenschap die de ervaring alleen kau schenken, de materie niet volledig kuunen beoordeelen. De heer Wintgens ondersteunde dat denkbeeld en vestigde tevens de aandacht van den minister van justitie op bet feit, dat in de laatste tijden zeer ernstige misdaden hebben plaats gehad zonder dat de arm des rechts of der gerechtigheid do Gcbuldigen kon bereiken. Dat is een groot maatschappelijk kwaad. Onze maat schappij wordt niet behoorlijk 'beschermd. De beer Godefroi achtte het iu strijd met de con- stitutioceele beginselen om zelfs tijdelijk eene materie, die reeds in 2838 alleen voor wettelijke regeling vat baar werd geacht, te regelen bij besluit. Te minder behoorde dit bier te geschieden, omdat gesne wezenlijke bezwaren tegen wettelijke regelen bestaan. De minister van justitie verklaarde den heer Wint gens, dat de feiten van den laatsten tijd bewijzen dat de aandacht der regeering is gevestigd op het door hem besproken belang. Wat het denkbeeld van dea heer van Lijnden betreft, sloot de minister zich aan bij het gevoulen van tien heer Godefroi. Voor eene machtsdeligatie op het uitvoerend gezag mogen slechts zeer exeeptioneele redenen bestaan. Hij zou die thans niet kunnen aanvaarden. Wat men in 1838 beoogde: de ervaring te raadplegen alvorens tot wettelijke rege ling der tarieven over te gaaD, is ruimschoots sedert dien tijd verkregen. De zaak is grondig aan het depar tement en in de atdeeliugen der kamer onderzocht. De minister verzocht dan ook met aandrang de behande ling van het ontwerp voort te zetten. De heer van Lij eden merkte op, dat het oorspronkelijk ontwerp veel meer bepalingen omvatte, die er later uit zijn gelicht, waaruit althans, wat het departement van justitie betreft, bleek van groot verschil van ziens wijze met de kamer. IIij 3telde ten slotte de volgende motie voor: „De kamer, van oordeel dat het wenocho- lijk is bij het vaststellen van nieuwe tarieven vao ge rechtskosten in strafzaken deu weg te volgen, aange wezen bij artikel 2 der wet van 15 December 1838 (Staatsblad n°43), stelt de behandeling vau het tegen woordig wetsontwerp uit en gaat over tot de verdere orde van den dag. De heer Oremers wees op de inconsequentie van dea voorsteller om eensdeels te waarschuwen niet te veel vertrouwen te stellen in de ambtenaren van bet depar tement vau justitie, en anderzijds voor drie jaren aan het uitvoerend gezag eene materie van wettelijken aard te deligeeren. De heeren van Baar, Godefroi en de minister be streden de motie. De minister ontried sterk door hare aanneming de zaak weder op de lange baan te schuiven. De motie werd daarop verworpen uiel 34 tegen 17 stemmen ea de algeracene beraadslagingen over het wetsontwerp werden gesloten. Met de behandeling der artikelen werd daarop aan gevangen. De artt. 148 werden goedgekeurd, som mige eenigszios gewijzigd door overneming van enkele amendementen van den heer Godefroi. Eene dier wijzigingen strekte om uit te maken dat gemeenten, die voor de verstrekking van lokalen ten behoeve vau het gerechtelijk genees- of heelkundig onderzoek zelveu kosten makeD, die zullen vergoed krijgen. Zitting van Dinsdag 24 maart. Per telegraaf.) Door den heer de Jong is eene interpellatie aange kondigd over de voornemens van den minister vau financiën ten aaozien van de munt quaestie. De wets >ntwerpen tot vaststelling der tarieven van gercchtskosteu in strafzaken, waarvan de gewone rech ter kennis neemt, werden met eenparige stemmen aan genomen. Daarna zijn do beraadslagingen aangevangen over het wetsontwerp tot regeling der consulaat rechten. Algemeen overzicht. De pennestrijd in de Fransche dagbladen over de bcteekenis der woorden van den maarschalk president duurt voort. Niet als proeve van do grootere of klei nere begaaldheid der heeren journalisten', maar als bewijs voor de stemming der partyeu, is deze strijd van eenig gewicht. De legitimisten trachtten nog altijd uit den brief van den maarschalk dien zia te halen dat bij, indien de koning aan de deur der republiek kwam kloppen, toch wel zoo beleefd zou zijn op te staan en zijco majesteit binnen te laten. De officieuss Fracgais

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2