fjjanöclsbmcljtm TUrnrrtentiën. Rich" tegen het denkbeeld, dat de regeering nog meer dan" dit reeds bij de wet van 1863 geschied was zich in dat onderwijs zou mengen. De heer Fabius schreef den door hem erkenden ach teruitgang van de handelsvloot toe aan gemis van finan- cieele voordeelen, voortspruitende uit de hooge kosten van alle materialen en vooral uit de hooge gagiën van de equipages door gebrek aan zeevolk. Daarbij komt de weinige bescherming onzer koopvaardij vloot'in het buitenland en eindelijk de onuitvoerbaarheid van de wettelijke bepalingen omtrent de tucht op de koopvaar dijschepen. Bovenal moest dus voor herstel van den Nederlandsehen matrozenstand gezorgd worden, opdat de schepen in den kortst mogelijken tijd hunne lading kun nen innemen en op hunne bestemming teruggekeerd zijn. Spreker kwam tot de conclusie dat als er tot eene enquête wordt overgegaan en de puntjes op de i gezet wordendat wel goed zal werken. De heer van Naamen wenscht ook gerustgesteldte worden omtrent de bedoeling der voorstellers met de „zorg van overheidswege." Ligt daarin niet eene pro tectie. Deze zou hij niet willen. Daarentegen kan de regêering veel doen voor het zeevaartkundig onderwijs en voor de tucht op de schepen maar daartoe is geene enquête noodig. Dat bet premiënstelsel nadeelig heeft gewerkt, sprak hij de voorstellers tegen en hunne ver gelijking van de handelsbeweging met de scheepvaart ging in zoover niet op als onder do eerste ook de com missiehandel begrepen was, en daaruit ontstond de wan verhouding. Zonder nadere inlichting omtrent de ver- eischte resultaten der enquête, kon hij die niet toestaan. De heer Messchert van Vollenhoven daarentegen kon zich van de enquête zelve alleen resultaten denken. De deskundigen moeten beslissen en bleek zelfs subsidie ring noodig, dan zou men de daartoe strekkende voor stellen kunnen afwachten. Niet dat ook hij zoo groote uitkomsten van het onderzoek voorzag, maar de alge- meene aandacht zal er op gevestigd en licht kan or door over de zaak verspreid worden. De heer Fabius deed nog uitkomen hoe wij ten aan zien van den scheepsbouw en van de opleiding van ge zagvoerders niet bij het buitenland behoeven achter te staaö.' De clippers bijv., op de werven van Blussó en Fop Smit gebouwd, kunnen met de Engelsche en Ami- rikaansche wedijveren. De heer Tak verdedigde eerst tegen den heer de Jong den grondslag van het voorstelde aanwijzingen omtrent den achteruitgang der koopvaardijvloot. De vergelijking met Hamburg en met België was zeker niet afdoende, want wij stonden vroeger op éene lijn met Engoland, met Zweden en Noorwegen. De achteruitgang is dan ook een feit. De oorzaken werden gecompliceerd ge noemd; inderdaad, zij liggen diep: vandaar dan ook het voorstel. Wij moeten doen wat in het buitenland geschiedt, in Engeland, in Duitschland waar de regee- ringszorg zonder natuurlijk aan protectie te denken aanhoudend óp dei toestanden van handel en scheep vaart gericht is, terwijl bij ons te lande bijna niets voor de handelsvloot is geschied. Om dit te veranderen, dient de enquête. Van het recht daartoe mag by uit nemendheid hier gebruik worden gemaakt, want het geldt een groot nationaal belang, en soortgelijke en quêtes iu Engeland en Amerika hadden tot wezenlijke en praktische uitkomsten geleid. Wat zal men hier verkrijgen? natuurlijk is het niet vooraf te zeggen. Maar men werpo geen schrikbeeldefi óp. De voorstellers wenschen slechfs éene uitkomst, die verkregen moet worden als de enquête goed geleid wordt: eene behoor lijke kennis van den toestand der koopvaardijvloot. Daardoor zal men belangstelling opwekken by het volk en zal men eene leiding kunnen verkrijgen voor de wetgeving, waaromtrent men thans, bij het vragen van voorzieningen, in het duister rondtast. Redactie-wijzigiiigen, door de bóeren Heydenrijck en Teding van Berkhout ió overweging gegeven,'achtten de voorstellers hetzij overbodig, hetzij bezwaarlijk. De drie vraagpunten werden onveranderd goedge keurd. Het voorstel in zijn geheel'werd met 50 tegen 13 stemmen aangenomen. - Tegen stemden de heeren van Berkhout, Gevers, Kien, Virulyde Jong, van Loon, Bergmann, Mees, van den Bercb, van Zuylen, Rombach, van Lynden en Blom. De commissie van enquête zal bestaan uit 7 leden; 4 leden zullen de deskundigen hooreri; hoogstens 1 Ja nuari 1875 zal de enquête moeten zijn afgeloopen. Zitting van Woensdag 4 Maart. {Per telegraaf Tot leden der commissie van enquête naar den toe stand van onze koopvaardijvloot zijn gekozen de heeren Messchert van Vollenhoven Tak, Insinger's Jacob, Mirandolle, Mackay en van Houten. Ouitrt latiö. Algemeen overzicht. De brief, door den Duitschen keizer aan graaf Rus sell geschreven, teneinde zijn dank te betuigen voor de gevoelens op de Engelsche protestanten-meeting te Londen geuit, is voor de ultramontaansche partij in Duitschland het sein geweest om eene scherper gelee- kende houding tegenover het wetsoutwerp op de leger- organisatie aan te nemen. Men had zich tot dusverre altijd nog gevleid in de kerkelijke politiek door de regeeriDg gevolgd, meer de band van prins Bismarck dan die des keizers te moeten zien. Zelfs de bekende brief aan den paus, waarin de keizer met zekere ge raaktheid verklaarde dat in zijn rijk geen bepaalde staatkunde gevolgd kon worden zonder zijn wilhad de ultramon i.óeu nog altijd ..:e. van het tegendeel overtuigd. Men wilde in den keizer nu eenmaal den ledepop zien door de vingeren van von Bismarck in beweging gebracht, en het is moeilijk, gelijk men weet, lieden te overtuigen, die niet overtuigd verkiezen te zijn. Nu heeft de keizer zich de moeite gegeven den brief aan lord Russell van het begin tot het einde niet eigen hand te sebrijveD. Ofschoon dit nn eigenlijk wel niet meer beteek ent dan het onderteekenen van den brief aan den pausheeft men zich ditmaal in het kerkelijke kamp laten overtuigen. De taal der Ger- mania is dan ook in de laatste dagen in scherpte en hevigheid nog toegenomen. De te Munster verschij nende Westfalische Merkur zegt in haar nummer van 28 Febraari: „De merkwaardige brief bevestigt op stelligen en afdoenden toon de sedert drie jaren door de Pruisische regeering tegenover de kerk gevoerde gedragslijn. Het karakter van het Duitscbe keizerrijk wordt daardoor met juistheid, zonder dubbelzinnigheid en zoo gced als officieel omschreven. Geen terugkeer is thans meer mogelijk. De laatste bruggen zijn afge broken. De strijd moet gevoerd worden totdat eene beslissing verkregen is, niet alleen hier, maar ook buiten Duitschland." Tegenover de legerwet heeft de katholieke partij in den rijksdagdie tot dusverre gezwegen had, in de hoop waarschijnlijk van daardoor de regeering op ker kelijk gebied tot eene schikkiDg over te balen, het stilzwijgen verbrokeD. De heer von Mallinckrodt stelde zich aan de uiterste spits der tegenstanders van het ontwerp. Zelfs de vaststelling der kaders wilde hij niet toegeven. De beperking van den diensttijd voor de gegoede klassen op éen jaar. terwijl de mindere man driejaren moet dienen, noemde hij eene stuitende onbillijkheid. Hij wilde dan ook een algemeenen, niet meer den tweejarigen diensttyd invoeren en op die wijze de legersterkte in vredestyd op ver beneden het voorgestelde cijfer van 401,C00 man terugbrengen. Men ziet het, de clericale partij gaat met hare tactiek om tot de democratische, zelfs de socialistische denkbeelden toe te treden, onveranderlijk voort. Het is echter te hopen dat niemand, die zich liberaal noemt, zoomin iu Duitschland als elders zich door die krijgslist zal laten misleiden. In de zitting van den rijksdag 7an 3 Maart was het voorstel der Lotharingsche afgevaardigdentot opheffing der aan den regeeringspresident toegekende bevoegdheid, om in de veroverde provinciën den staat van beleg af te kondigen, aan de orde. Naar de telegraaf meldt, werd door priüs Bismarck in overweging gegeven om, als blijk van vertrouwen in de regeering, dit voorstel te verwerpen. De verdere loop der beraadslagingen is nog niet bekend. Het Oostenrijksche ministerie heeft de voornaamste liberale leden van den rijksraad tot eeDe bijeenkomst opgeroepen, teneinde over den toestand te beraadslagen. Meu weet nog niet wat daarop besloten is, maar acht het niet onwaarschijnlijk dat de minister van financiën, de beer von Pretis, eindelijk tot aftredeu zal gedwongen worden. Ook omtrent de kerkelijke wetten heerscht oneenigheid 'in de miniBterieele partij. De meest liberale leden beschuldigen deze ontwerpen van halfheid en dubbelzinnigheid. De rreer clericaal-gezinden beweren daarentegen dat het ministerie-Auersperg-Unger prins Bismarck wil navolgen en in het overwegend-katholieke Oostenrijk wil beproevenwat reeds in het grootendeels protestanteche Pruisen schier ondoenlijk blijkt. De keizer heeft zyne beslissing omtrent de ministe- rieele crisis in Hongarije uitgesteld tot zijne komst te Pesth. De keus blijft echter even moeilijk. Geen der Hongaarsche partijleiders komt in aanmerking om het miniaterie-Szlavy op te volgen, en voor de vorming van een coalitie-ministerie schijnt het aan waarlijk onaf hankelijke en tevens bekwame mannen te ontbreken. Het Dieuws uit Frankrijk blijft nog altijd de uitslag der twee laatste verkiezingen en de iDdruk, daardoor op de partijen te weeg gebracht. De monarcbalen beschuldigen nu reeds de nieuwe maire-wet van nog niet voldoende te zijn. Jammer maar dat men niet bij eene wet eene gebeele nieuwe Franache bevolking kan doen benoemen! Zoolang men daartoe niet kan over gaan, schijnt het toch wel onmogelijk te zyu om de kiezers overeenkomstig de wenschen van het ministerie- de Broglie te doen stemmen. Le Figaro heeft in een artikel den maarschalk-presi dent tot niets meer of minder dan het uiteenjagen der nationale vergadering aangezet. De regeering, met hare gewone lankmoedigheid tegenover alle met haar bevriende organeD, heeft hierover gezwegen; maar de vergadering zelve was tot eene zoodanige zelfverloochening bui ten staat. Niettegenstaande de hoofd redacteur van le Figaro den volgenden dag verklaard had met bet artikel van zijn mede-arbeider niet in te stemmen, zijn de drie quaestoren der vergadericg bij den president komen aandringen Op eene vervolging, waartoe de regee ring zeker fiiët gaarne hare toestemming zal geven. De kamer man Volksvertegenwoordigers te Washington heeft in de 'aanhangige zaak der spoorwegen eene be langrijke beslissing genomenaan welke zeker de immer toenemende invloed der land bouwers-vereenigingen (z. g. granges) niet vreemd is. Met 170 tegen 64 stemmen is namelijk eene door den heer Smith, uit den staat Ohio, voorgestelde motie aangenomen, waarbij verklaard werd dat de wetgevende macht de bevoegdheid bezit om den ouderlingen handel tusscben de verschillende staten op zoodanige wijs te regelen, dat de inwoners beschermd worden tegen alle hinderlijke tollen, belastin gen of tarieven, hetzij die van spoorweg-maatschappijen ot andere ondernemingen uitgaan. Voorts dat de uitge breidheid en de tegenwoordige toestand van den bin- nenlandschen handel vereischen, dat deze bevoegdheid met speed en overleg in toepassing worde gebracht. Tegelijk met deze zitting van het congres hield de centrale granges-vereeniging te St. Louis eene bijeen komst, waarin door haren voorzitter, den heer Adams, verschillende voorstellen tot versterking eu verbetering dsr inrichting dezer lichamen werden in beraadslaging gebracht. Naar het zich laat aanzien begint deze aan eensluiting op groote schaal van bijna de geheele be volking der Westelijke staten meer en meer het karak ter van eenen „staat in den staat" aan te nemen. Graanmarkten enz. Amsterdam 4 Maart. Raapolie op zes weken 36. Lijnolie op zes weken 554. Prijzen van effecten. Amsterdam 4 Maart Nederland ♦Certific. Werkelijke schuld c2\ pet. 59 ♦dito dito dito 3 704 ♦dito dito dito .4 911 ♦Aand. Handelmaatschappij 44 1414 ♦dito exploitatie Ned. Staatssp. 110 Belgie. Certificaten bij Rothschild 2i 584 Frankrijk. *Insehrijvingen3 ■dito 5 Rusland. ♦Obligation 1798/1816 5 100J ♦Certific. adm. Hamburg 5 774 ♦dito Hope C°. 1855 6e serie 5 ♦Cert. 1000 1864 5 „100 ♦dito. ƒ1000 1866 5 1004 ♦Loten 18665 „272 ♦Oblig.Hope&C.Leening 1860 41 92-,^ ♦Certific. dito4 ♦Inscript.Stieglitz C°.2e a 4 L. 4 ♦Obligatiën 1867—69 4 80f ♦Certificaten6 ♦Aand. Spoorw. Gr. Maatscb. 5 2374 ♦Oblig. dito4 187 Obl. spoorweg Poti-Tiflis 5 984 dito dito Jelez Orel 5 98J- dito dito Charkow Azow. 5 964 Polen. ♦Scbatkistobligatiën 4 794 Oostenrijk. ♦Oblig.metall.inzilverJan./Juli. 5 65 ♦dito dito April/Oct. 5 64}f ♦dito in papier Mei/Nov. 5 61j ♦dito dito Febr./Aug. 5 61-^ Italië. Leening 18615 Spanje. ♦Obligatiën Buitenl. 186771. 3 18| dito Binnenlandsche 3 15| Portugal. ♦Obl. 185669 3 44J4 Turkije. dito (binnenl.)5 38fl Egypte. Obl. 1868 7 714 Amerika. ♦Obl.'Vereenigde Staten (1874) 5 ♦dito dito dito (1904) 5 ♦dito. dito dito (1882) 6 994 ♦dito dito dito (1885) 6 1024 ♦Obl. Illinois7 ♦dito dito Redemtion. 6 Obl. Atl. Gr. W. Spw. Ohioseo.(7p) dito dito geconsolideerde .7 dito dito debentures. 8 Obl. St. Paul &Pac.Spw.lesec. 7 dito dito dito 2esec. 7 dito dito 1869 dito 7 18 Brazilië ♦Obl. 1863 41 ♦dito 1865 5 „961 Mexico dito 18513 Gienada dito afgestempeld 6 164 Venezuela dito3 Ecuador. dito1 Prijzen van coupons. Amsterdam, 3 Maart. Metall. 22.12J: dito zil ver 23.224; Dito Eng. per 11.65; Eng. Russen per Eng. Portugal per 11.65; Fransche f 554; Belg. 56; Pruis, 34J; Hamb. Russen ƒ314; Russen in Z. R. 32tV Pools, in Fl. Napelsche Spaanscue piaster Spaansche in fr. 1000 Amerikaansche dollars ƒ2.404; papier/ Turken Getrouwd: A. HÜINEMANN en P. W. KUILER, r die bij deze hunnen byzonderen dank betuigen voor de belangstelling zoo van hier als elders ontvangen. Middelburg, 4 Maart 1874.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 3